Wielerwereldreiziger Wouter Wippert won afgelopen nacht in de Ronde van Japan de tweede etappe. Wippert won ook al etappes in Taiwan, Slovenië en Nieuw-Zeeland dit seizoen. Wippert rijdt voor de Australische Drapac formatie. Drapac, nieuw in het peloton, is het soort formatie dat onderaan de ladder moet beginnen, zoals bijvoorbeeld ook Giant-Shimano (toen nog Skil-Shimano) dat ooit deed. Geen Tour de France en Paris-Roubaix maar eenzame rondjes in exotische oorden, ver buiten het zicht van de camera.
Ranglijsten
De zeges van Wippert staan overigens niet in de top 20 van overwinningen die Nederland dit jaar de meeste punten hebben bezorgd. Die taak is min of meer uitsluitend voorbehouden aan Terpstra met zijn zeges in Paris-Roubaix, de Ronde van Qatar en Dwars door Vlaanderen. Toch staan een aantal verrassende renners op de lijst vermeld. Kenny van Hummel bijvoorbeeld, de nationale knuffelbeer uit de Tour de France van 2009 bezorgde Nederland met zijn dagzege in etappe zes van de Ronde van Lankawi kostbare punten (plek 15). Van Hummel won vorige week ook in de Ronde van Azerbeidzjan.
Ook Bert-Jan Lindeman, die de volgers alweer bijna vergeten waren, deed goede zaken voor het vaderlandse wielrennen. Lindeman, tegenwoordig wegkapitein voor het Rabobank Development Team, won de Tour de Bretagne Cycliste trophée Harmonie Mutuelle. Ploeggenoot Sam Oomen won in de etappekoers overigens het bergklassement. Het zijn het soort zeges dat straks in oktober het verschil maakt tussen starten met zes renners of met negen renners op het wereldkampioenschap in Ponferada. Drie renners meer of minder maakt zonder twijfel een groot verschil in de kansberekening.
Hoewel de grote koersen snelle punten opleveren zijn juist zeges in deze kleine koersen van belang voor de wereldranglijst. Nederland mist namelijk nog één type renner, een veelwinnaar. Het Britse wielrenner verdient bijvoorbeeld al jaren zijn zes tot negen startbewijzen voor het wereldkampioenschap aan Mark Cavendish die eigen handig meer won dan de meeste gehele naties bij elkaar. Onze Barry Markus, Moreno Hofland en Danny van Poppel zijn daar simpelweg nog niet klaar voor.
Juist door Lindemann, Wippert en Van Hummel mag Nederland zich weer topland noemen. Juist omdat de Nederlanders steeds minder afhankelijk zijn van één Erik Dekker, één Michael Boogerd, één Robert Gesink of één Bauke Mollema, groeit de wielersport weer naar grootse hoogten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten