Nairo Quintana geldt al een half jaar, sinds de aankondiging van zijn komst, als de topfavoriet voor de Girozege. Een dergelijke favorietenrol betekende de afgelopen dertig jaar één ding, energiesparen. Die afwachtende houding is vanaf nu voorbij.
Het bovenstaande is natuurlijk enigszins gechargeerd opgeschreven. Bjarne Riis, Marco Pantani, ook zij waren mannen van eer. Beiden wonnen de Tour de France door aan te vallen. De periode Lance betekende echter het tijdperk van het saai koersen. Tijdritten. Wachten tot de laatste drie kilometer bergop en dan een kleine demarrage plaatsen Meer was niet nodig.
Sinds dit seizoen is het wielrennen zichzelf aan het heruitvinden. Het aantal aanvallen dat tot de finish draagt is, op het oog, groter dan ooit. En die aanvalstrend bereikt nu dus zelfs de 'grote mannen'. Dat juist Quintana de aanvallersrol opzoekt is niet verwonderlijk. Quintana is een klimmer en klimmers zijn avonturiers. Klimmers kunnen hun wedstrijden ook maar op één manier winnen: bergop.
De aanvalsdrift van de Colombiaan betekende vandaag ritwinst en een sprong naar plek één in het klassement. Daarmee rechtvaardigt hij zijn keuze om al halverwege de etappe zijn concurrenten achter zich te laten. Het signaal dat Quintana afgeeft biedt hoop, in een tijdperk van veelwinnaars en wetenschappers in alle sporten gaf de sportieve prestatie, in ieder geval vandaag, eindelijk weer eens de doorslag.
Achter Quintana waren het de jongelingen die vochten om de witte trui. Rafal Majka en Wilco Kelderman probeerden hun Italiaanse belager Fabio Aru -etappewinnaar afgelopen zondag- kwijt te spelen. Kelderman zette vervolgens nog een keer aan om plaats vier in de etappe te pakken. Aru sloeg de aanval van Majka af. Een andere opvallende verliezer was Cadel Evans die definitief afscheid van het hoogste podium nam op de plek waar hij datzelfde podium ooit voor het eerst beklom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten