Sinds Christian Prudhomme de dagelijkse leiding over de Tour de France overnam van Jean-Marie Leblanc, in 2006, is hij met 's werelds grootste wielerwedstrijd langzaam maar zeker een nieuwe koers gaan varen. De klassieke opzet van een week sprinten, drie dagen bergen, twee dagen vluchters, weer drie dagen bergen, wat rustdagen en tijdritten ertussen en klaar is Kees moest maar eens afgelopen zijn.
Prudhomme ging opzoek naar nieuwe uitdagingen die hij het peloton kon voorschotelen. Zo is hij het brein achter het afschaffen van de proloog. Door de korte openingstijdrit weg te nemen is de koers niet langer van begin tot einde in handen van de tijdrijders. Prudhomme durfde het zelfs hier en daar aan om direct vanaf dag één over geaccidenteerd terrein te rijden, zie bijvoorbeeld de machtige sprint van Philippe Gilbert in de eerste etappe van 2011.
Arenberg
Een jaar eerder, in 2010, zorgde Prudhomme ook voor innovatie in La Grande Boucle. Hij besloot het rondepeloton te testen op hun klassieke vaardigheden. In die Tour, die startte in Rotterdam, werd de Belgisch-Franse grens overgestoken via het parcours van Parijs-Roubaix.
Wat volgde was een slagveld met enkele verrassende winnaars. Dat Thor Hushovd, een erkend kasseienrijder in die tijd, de etappe naar zich toetrok na een sprint in een kopgroep van zes was tot daar aan toe. Dat Geraint Thomas en Fabian Cancellara bij het zestal hoorden was ook te verklaren. Maar dat de andere drie 'overlevenden' naar de namen Cadel Evans, Andy Schleck en Ryder Hesjedal luisterden deed de wenkbrauwen fronsen.
Het zestal pakte bijna een minuut op de eerste achtervolgers. Gedoodverfde titelkandidaten Alberto Contador (dertiende op 1.13) en Lance Armstrong (eenendertigste op 2.08) leken de Tourzege al op dag drie uit handen te geven. De nummer laatst op die dag, de jonge Italiaan Adriano Malori, verloor op de finishlijn in Arenberg meer dan 22 minuten, vergelijkbaar met een gemiddelde bergetappe.
Opnieuw over de stroken
Datzelfde Arenberg is ook nu finishplaats. In etappe vijf van 2014 is zelfs gekozen om het nog net iets zwaarder te maken dan etappe drie van 2010. Destijds reed het peloton over zeven kasseienstroken met een totale lengte van 12,1 kilometer. Nu zijn negen stroken gekozen met een lengte van 15,4 kilometer waarbij ook geen enkele strook korter dan een kilometer is.
De tweede helft van de etappe staat in het teken van de kasseienstroken. De eerste strook doemt op na 87 kilometer, net over de helft van de 155 kilometer lange rit. Vervolgens komen de renners twee blokken van vier stroken tegen, tussen kilometer 97 en 110 en tussen kilometer 125 en 149.
Favorieten
Fabian Cancellara werd in 2010 verslagen op eigen grond door niet alleen Thor Hushovd maar ook Cadel Evans en Ryder Hesjedal. Klassementsmannen die hij normaal gesproken niet tegenkomt in 'zijn' koers. Spartacus is gebrand op eerherstel na die nederlaag en liet dat ook duidelijk weten in de media. Zijn aanval in de slotkilometers van de openingsetappe van zaterdag en het feit dat hij dicht bij de grote mannen bleef in de moeilijke etappe van zondag tonen dat het met zijn vorm wel goed zit.
Ook Niki Terpstra, winnaar van de jongste editie van Parijs-Roubaix, zal zijn kans schoon zien om een touretappe aan immer uitdijende palmares te kunnen toevoegen. Geraint Thomas miste de zege in 2010 op een haar en zal, net als Cancellara op eerherstel uit zijn. Bovendien heeft Thomas ook Bernard Eisel, ook al een specialist op de steentjes, aan zijn zijde. Ook voor Seb Vanmarcke liggen er kansen gezien zijn goede resultaten in de afgelopen twee jaar.
In de tweede lijn, de outsiders, vinden we Lars Boom, John Degenkolb, het Katusha duo Paolini en Kristoff, Markus Burghardt en Arnaud Demare. De mannen die in Parijs-Roubaix tot ver in de finale meekunnen maar dan vaak moeten passen. Bij het ontbreken van enkele van de traditionele grote tenoren nemen de winstkansen van deze groep toe.
Interessant wordt het om te zien wat de mannen van het klassement gaan doen. Alberto Contador heeft de ervaring van 2010 nog in het geheugen en heeft daarmee misschien een klein voordeel ten opzichte van zijn concurrenten Froome, Nibali, Talansky en Van Garderen. De meest gevaarlijke outsider is Jurgen Vandenbroeck. De Vlaamse hoop hield zich in 2010 verbazingwekkend goed staande. Hoewel de Tour de France niet in Arenberg wordt gewonnen, kan hij, zoals het cliché luidt, wel worden verloren. Etappe 5 Tour de France, een sleutelmoment.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten