vrijdag 26 september 2014

Derek Jeter, de vriend die mij niet kent

Foto: Keith Allison

26 juni is een centrale dag in mijn leven. Buiten mijn geboortedag is het ook de dag waarop ik slaagde voor de havo, ik mijn propedeuse Journalistiek behaalde, mijn oma werd gecremeerd en ik ontslag nam bij mijn eerste full time werkgever in de journalistiek. Het is ook de dag waarop vele sportgrootheden hun verjaardag vieren. Onder hen Derek Jeter.

Ik heb een speciale binding met hen die op de de zesentwintigste van de zesde geboren zijn. Onlangs brandde ik er eentje nog volledig af in een column. Samir Nasri is namelijk ook één van ons. Net als Yassine Abdellaoui, Paolo Maldini, Michael Vick en Deron Williams. Stuk voor stuk jongens die wel wat konden of nog steeds kunnen in hun tak van sport. Als non-atleet die zijn prestaties uitsluitend 'op papier' viert heb ik extra veel bewondering voor hen met wie ik een verjaardag deel. Zij geven mij het gevoel dat ze het voor 'ons' doen en iedereen die op 26 juni ter wereld is gekomen viert met hen mee. De grootste van allen is een honkballer, Derek Jeter, Mister November.

Derek Jeter is een atleet zoals je die zelden vindt. Iemand die moeiteloos in het rijtje van fitsten der aarde past. Het is niet niets om twintig jaar lang van begin april tot eind oktober of begin november dag na dag te presteren in de arena. Klagen voetballers soms over de overvolle kalender als zij vijftig tot zestig wedstrijden spelen, honkballers hebben dan pas een derde van het seizoen achter de rug. Als je dan ook nog eens de spil in de ploeg bent en van jou verwacht wordt dat je dynamiek in het spel brengt en je houdt dat op veertigjarige leeftijd nog altijd dag in, dag uit vol... Dan schieten bij mij woorden tekort.

Lees het hele artikel in MyJour hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten