Waarde lezers van Sportpreview.nl, hier is de huiskamervraag van de week: wat hebben Mattia Destro en Mattia De Sciglio, behalve hun voornaam, met elkaar gemeen? Het antwoord is misschien wel even verrassend al veelzeggend: beide jongelingen zijn de enige twee spelers in de 23-koppige selectie van de Squadra Azzurra tijdens dit interlandweekeinde, die nooit in de Serie B actief waren.
Uiteraard had Gianluigi Buffon ook bij dit gezelschap gehoord, als Juventus in 2006 niet een jaar voor straf zou zijn afgedaald. Ook Sebastian Giovinco en Claudio Marchisio hebben daar hun Serie B-ervaring aan te danken, maar het ligt zeer voor de hand dat die twee, piepkuikens als ze destijds waren, die toch wel elders zouden hebben opgedaan. En Daniele De Rossi, nu geblesseerd, was vanaf zijn competitiedebuut in 2003 eveneens nooit op een ander niveau dan het hoogste actief. Nog zo'n uitzonderlijk geval is de opnieuw gepasseerde Mario Balotelli, die op z'n vijftiende (!) weliswaar een paar potjes in de Serie C speelde, maar verder alleen in zowel de Italiaanse als de Engelse hoogste divisie acteerde.
De opleidingsfunctie van de Serie B is bij dezen dus wel duidelijk. Een oneindige lijst van grote namen acteerde voorheen anoniem in de kadettencompetitie, zoals de tweede afdeling in de Laars een beetje denigrerend genoemd wordt. Maar voor een beetje vrijblijvend aanklooien is absoluut geen tijd. De deelnemende elftallen trekken vaak ten strijde met dezelfde scherpte en passie als hun grote broers in de Serie A, voor wie ze op technisch en tactisch vlak op een goede dag zeker niet onderdoen.
De moordende strijd om promotie
De Serie B is, net als de meeste tweede divisies, vooral een kwestie van de lange adem. In de regel steekt er nooit een club volledig bovenuit en doen er op een handvol wedstrijden van het einde, mede door het playoff-systeem, meestal nog wel een stuk of tien ploegen mee. Een brede selectie kan dus geen kwaad en ook een beetje mentale veerkracht is geen overbodige luxe.
De kans is klein dat Johan Cruijff weleens een volledig duel in de Serie B heeft gezien, maar indien van wel: zijn lijfspreuk 'voetbal is een spel van fouten' zou er zo vandaan kunnen komen. Het bleek zondagavond weer tijdens Perugia-Frosinone, het topduel dat op drie Italiaanse tv-stations tegelijkertijd was te bekijken. De thuisploeg, na zeven speelronden de trotse koploper als nieuwbakken promovendus (iets dat overigens ook typisch Serie B is), was een helft lang de bezoekers, eveneens afgelopen seizoen een divisie hoger geklommen, compleet de baas. In hoog tempo werd na elke balverovering meteen de diepte gezocht, maar de alerte verdediging hield het doel schoon.
Na rust leek het alsof de teams niet van helft waren gewisseld, maar in plaats daarvan van tenue. Het waren ditmaal de mannen uit de regio Lazio die het doel van de thuisploeg met regelmaat onder vuur namen, bijna 45 minuten lang zonder succes. Totdat een kapitale blunder van doelman Jan Koprivec in de voorlaatste minuut de uitploeg alsnog de overwinning bezorgde. Spits Federico Dionisi raakte de bijna stilvallende bal op tien meter van het doel maar half, waarna de Sloveen volledig over het speeltuig heen dook. In blessuretijd ging de sluitpost opnieuw in de fout door Luca Paganini te vloeren. Koprivec herstelde zijn blunder echter meteen door de strafschop van Daniel Ciofani te keren.
De 1-0 zege betekent dat nu ineens Frosinone aan kop staat, gedeeld met Avellino dat vorig seizoen al lange tijd uitzicht leek te hebben op promotie. Ook de club uit Campania deed dat weer in één moeite door na gepromoveerd te zijn. Het is overigens een pure momentopname. Frosinone had bij een nederlaag namelijk gedeeld achtste gestaan, op zes punten van de top. In de daadwerkelijke situatie is er echter een kopgroep van liefst tien clubs binnen drie punten van elkaar, waarvan de twee degradanten Bologna en Livorno (dat zondag met 6-0 won van Trapani, eveneens deelgenoot van het selecte gezelschap) de grootste favorieten lijken.
Het verstikkende degradatiespook
Moeilijkheden zijn er echter voor de derde club die afdaalde. Catania verloor op eigen veld met 3-2 van Bari en staat maar één puntje boven hekkensluiter Virtus Entella, dat echter nog een (thuis)wedstrijd tegoed heeft. De Sicilianen vertonen daarmee voorlopig een opvallende parallel met rivaal Palermo, dat vorig seizoen na de degradatie een moeilijke start kende, maar na het ontslag van de debuterende trainer Gennaro Gattuso alsnog de titel won.
De Catanezen stelden de ervaren Giuseppe Sannino aan, bij wie ironisch genoeg twee jaar geleden de problemen bij Palermo begonnen, en haalden een aardig contingent aan gelouterde spelers binnen. Zoals spelmaker Alessandro Rosina, ooit in dienst van Torino de zoveelste nieuwe grote belofte, die later nog tegen de wil van Dick Advocaat door Zenit Sint-Petersburg werd gecontracteerd. Of de geboren Palermitaan Emanuele Calaiò, een paar seizoenen geleden nog de gevreesde goaltjesdief bij het Siena van Sannino.
Het is die mix die de Serie B altijd zo interessant maakt om te volgen. Jonkies die technisch al goed genoeg zijn voor de Serie A, gecombineerd met routiniers voor wie de intensiteit van het hoogste niveau net een tandje te hoog ligt. En misschien nog wel meer dan in een divisie hoger staat de competitie week in, week uit in brand. Na acht speelronden van elf wedstrijden (minus de twee nog te spelen partijen) staat de tussenstand inmiddels al op 46 rode kaarten, waarvan een substantieel gedeelte viel in de slotfase van de duels.
Dit weekeinde waren er opvallend veel grote uitslagen te noteren, waar normaliter de minimale scores de overhand hebben. Late beslissingen zijn geen uitzondering en dan willen de temperamentvolle gemoederen nog weleens exploderen. In de volgende update van deze competitie, vol met verborgen schatten en vergane glorie, daarover vast en zeker meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten