De Madridista's op de tribunes van Santiago Bernabeu stonden bijna voor een dilemma. Het veld staat vol met buitenlandse spelers die tot ieders verbeelding spreken maar hun Spaanse helden gaan één voor één af door de zijdeur. Verloren zij al Raul en Guti in de afgelopen jaren, ook Iker Casillas staat aan de vooravond van zijn afscheid. Gelukkig staat de opvolger net op tijd op. Zijn naam is Isco.
Francisco Ramon Alarcon Suarez, zoals Isco volgens het geboorteregister heet, was de meest begeerde speler in Madrileense dienst tijdens de zomerse transferperiode. De jeugdinternational had immers niet al teveel kansen gekregen in zijn eerste jaar bij Real Madrid en clubs uit heel Europa dachten hem uit zijn 'lijden' te kunnen verlossen. Vooral de opponent van vanavond, Liverpool FC, wilde hem graag aan de selectie toevoegen. Ook zijn 'ontdekker' Manuel Pellegrini zag wel wat in de komst van de kleine Isco naar zijn Manchester City. De gedachte was dat de kansen voor Isco in Madrid wel verkeken waren nu supersterren James Rodriguez en Toni Kroos naar de Spaanse hoofdstad waren gekomen.
Prijskaartjes van dertig miljoen
De jonge Isco (22) had net als zijn generatiegenoot Asier Illaramendi (24) in zijn eerste jaargang als Madrileen te kampen met het enorme prijskaartje dat hem ongevraagd om de nek was gehangen. In een tijd waarin de club geen voetballers maar Galacticos naar Madrid lokt verlangt het publiek immers naar iemand waarmee het zich kan identificeren. Eindelijk bewezen 'jongens zoals wij' ook over de buitenaardse kwaliteiten te beschikken die nodig zijn om in het hagelwit te spelen. Transfersommen van €30.000.000,- voor elk van de spelers communiceerden immers die boodschap. Het bleek voor beiden een loden last. Begonnen zij het seizoen 2013/'14 als basisspelers, pas toen het duo naar de reservebank werd verbannen ging de Madrileense machine draaien.
Het duurde tot de allerlaatste week van seizoen voor zijn kwaliteiten eindelijk eens tot uiting kwamen. Zijn invalbeurt voor Sami Khedira tegen aartsrivaal Atletico in de Champions League finale was zelfs zijn allerbeste beurt van het hele jaar. De entree van Isco (en Marcelo) in minuut nummer zestig geldt als de ommekeer van de wedstrijd. De ongrijpbare Isco hielp zijn team aan de macht op het middenveld en uiteindelijk aan de eindzege in het meest prestigieuze sporttoernooi in clubverband.
Het kwam echter te laat. De gedoodverfde opvolger voor Andres Iniesta kreeg geen uitnodiging voor de Spaanse nationale ploeg op weg naar het wereldkampioenschap in Brazilië. Was hij een jaar eerder nog de vaandeldrager van de nieuwe generatie Spaanse furie die het EK onder 21 won, nu zat hij zich thuis te verbijten op de bank.
De schroom afwerpen
Isco maakte deze jaargang in alle duels behalve de eerste Champions League ontmoeting (tegen FC Basel) zijn opwachting. Begon hij nog al invaller aan het seizoen, door blessures van bijvoorbeeld Gareth Bale drong hij door tot in de basis. En niet onverdienstelijk. Zo was hij in de duels met Loedogorets, Elche en Levante man of the match. Het hielp hem zelfs aan zijn eerste uitnodiging sinds 2012 voor het keurkorps van Vicente del Bosque, die hem opriep voor het oefenduel met Frankrijk.
Hij heeft de schroom van zich afgeworpen zoals menig gepensioneerd tv-commentator dat vroeger noemde. Juist nu Isco weet waar hij staat, achter de grote sterren van internationale allure, komt hij tot volle wasdom. Werd hij bij Malaga CF al (te) snel de grote roerganger, bij Real Madrid mag hij gewoon weer even kind zijn. Van hem wordt niet verwacht het gewicht van de wedstrijd op de schouders te nemen en daar speelt hij dan ook naar.
Zijn beste wedstrijden dit jaar, zoals eerder gezegd tegen Loedogorets, Elche en Levante, speelde hij als linkermiddenvelder. Bij voorkeur stuurt hij de voor hem spelende Cristiano Ronaldo recht op het doel af met zijn handelsmerk, de steekpass, een ambacht die buiten de Spaanse landsgrenzen steeds minder door de professionals wordt beheerst. Wetende dat eventuele missers worden weggepoetst door de in zijn rug spelende Toni Kroos en Luka Modric.
Negen van de tien passes die hij verstuurt komen momenteel aan, een gemiddelde waar slechts zijn teamgenoot Kroos aan kan tippen. Met vier assists, een goal en nog eens vijf voorbereidende acties is hij bij een derde van alle goals van zijn ploeg betrokken geweest. Tegen Deportivo La Coruna had hij slechts negentien minuten nodig om drie goals in te leiden. Als Isco vanavond aan de aftrap staat op Anfield staat hij niet aan de kant van een wederom zwalkende grootmacht. Hij staat aan de zijde van de meest scorende ploeg van de grote Europese competities. En waar hem gouden tijden als architect in het rood werden beloofd beleeft hij ze nu in het wit.
Statistieken via Squawka.com, WhoScored.com en Wikipedia.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten