(Foto: nielsboersema, Flickr)
Beste Lionel,
Jouw ode, eerder deze week, aan Colin Kazim-Richards (ofwel Kazim Kazim), die bij jouw Feyenoord in elk geval als cultfiguur al een tien met een griffel heeft verdiend, deed mij weer eens beseffen eigenlijk gewoon een zeer rijk man te zijn.
Dat zit zo: de gave van het Ajacied zijn, heeft al talloze hoogte- en dieptepunten (ja, beste supporters van pakweg FC Utrecht, als wij uit de Champions League geknikkerd worden op doelsaldo of jarenlang met de hoogste begroting geen landskampioen worden, dan is dat gewoon pure frustratie. Niks verwende succeszucht of verwaande arrogantie, maar gewoon pijn en verdriet.) gebracht.
Maar nog belangrijker: ook talloze spelers. Technisch begaafd, atletisch verfijnd, met grote potentie of juist met een rijke loopbaan achter de rug. Ook in het recente tijdperk, zeg maar vanaf de ingebruikneming van de Amsterdam ArenA, heeft er eigenlijk altijd wel wat te genieten rondgelopen. Spelers van grote allure zoals de gebroeders Laudrup, toppers-in-de-dop à la Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart, of tropische verrassingen in de trant van Sunday Oliseh en Hatem Trabelsi.
Maar op dit moment verlangt mijn Ajax-hart meer dan ooit terug naar één speler. Een spits, een leider, iemand die de om hem heen dartelende talenten en Dennis Rommedahl meer dan maximaal liet renderen. De man ook die de geweldenaar Luis Suarez in staat stelde wekelijks de vaderlandse velden te terroriseren. De man wiens iconische duimpje omhoog nooit dienst weigerde, als blijk van geruststelling: zolang jullie mij vertrouwen, zal alles goed komen.
Eigenlijk wil ik er helemaal niet aan terugdenken, zo pijnlijk is het contrast met de situatie in de spits op dit moment. De nummer 9-positie lijkt in elk geval tot de winterstop, waarschijnlijk om transfertechnische redenen, vast in handen van de ploeterende Kolbeinn Sigthorsson. De IJslander, wiens voetbaltalent met de wedstrijd lijkt te slinken, als een ijsberg die per ongeluk in de woestijn is beland, zadelt bovendien ook zijn directe opvolgers al met een probleem op, want vergeleken bij hem lijken Arek Milik en Richairo Zivkovic potentiële winnaars van de Gouden Bal. Dat wordt nog wat als de goede Kolbeinn eindelijk z'n hielen heeft gelicht en het duo, dat nog geboren moest worden toen de vandaag jarige Marco van Basten zijn laatste wedstrijd al had gespeeld, ook hun gebreken zal blijken te hebben.
Maar het is onvermijdelijk. De herfst is nu echt aangebroken en de donkere dagen zetten aan tot melancholische mijmeringen. Doorgaans worden de herinneringen dan mooier naarmate ze verder in de tijd liggen. De betrokkene krijgt haast een mythische status, terwijl zijn daden de perfectie lijken te hebben overtroffen.
Ik heb het echter al gezegd: ik ben een rijk man. Ik kan precies het gevoel weer terughalen dat deze speler altijd opriep. Zijn ervaring, die onaantastbare persoonlijkheid, dat robuuste zelfvertrouwen en met name de kwaliteit om steeds exact op de positie te lopen waar zijn aanwezigheid het meest gewenst was, in tegenstelling tot bijvoorbeeld z'n directe voorganger Klaas Jan Huntelaar, die puur achter z'n eigen doelpuntjes aanjoeg.
Ik klaag niet, na vier landstitels op rij. Maar het zou mij een lief ding waard zijn om in de Champions League te kunnen aantreden met een speler zoals hij. Die als dertigplusser nog een driejarig contract wilde en het presteerde om daarbij als reden op te geven 'dat ik mijn dochter nieuwe kleren moet kunnen geven als ze die nodig heeft'. Die met een stalen gezicht beweerde dat zijn medespelers dringend behoefte hadden aan zijn hulp en hij best bereid was die geven, daarbij voorbijgaand aan het feit dat half Nederland hem kritisch in de gaten hield, terwijl de andere helft al de slappe lach had. Moest deze oude Serviër de opvolger van The Hunter voorstellen?
Het zal wel bij mijmeren blijven. Nergens vind je meer een tweede Marko Pantelic.
Fijn weekend!
Groeten,
Wouter
helden mogen nooit vergeten worden!
BeantwoordenVerwijderen