zaterdag 25 oktober 2014

Wouters Weekendvisie: Inter en Moratti, het onvermijdelijke einde

Beste Lionel,

Voorafgaand aan een weekeinde dat barst van de superwedstrijden, bijvoorbeeld de klassieker tussen Madrileens wit en Catalaans paarsblauw en de kraker tussen Louis van Gaal en José Mourinho, werd de Italiaanse voetbalwereld ineens geschokt door het opstappen van Internazionale-erevoorzitter Massimo Moratti en diens vazallen.


Het was natuurlijk al bekend dat de Moratti's nog slechts een minderheidsbelang van een slordige dertig procent in de club hadden, maar feitelijk bemoeide de gewezen patron zich nog wel nadrukkelijk met de dagelijkse gang van zaken. Zo bleef hij aanvankelijk dichtbij de ploeg van Walter Mazzarri, zowel langs het trainingsveld als op de tribune van San Siro, en stond hij de nieuwe eigenaar Erick Thohir zoals contractueel afgesproken bij met adviezen.

Maar dat is nu afgelopen. "Spoedig zullen de mensen weten waarom wij weggaan", liet Moratti op geheimzinnige toon weten toen hij zijn beslissing bekendmaakte. Dan zal vermoedelijk ook meer bekend worden over het lot van zijn aandelen in de club. Het belangrijkste is echter dat Inter nu definitief in handen is van een Indonesisch conglomeraat, onder leiding van Thohir, die naar eigen zeggen verliefd werd op de voetbalsport tijdens het wereldkampioenschap van 1998. Het gene dat hem deed betoveren: het spel van het Nederlands elftal.

Maar het grote geld lijkt deze Thohir allerminst te hebben. Waar de weer naar successen hunkerende interisti zich al stiekem verheugden op aankopen van Messi-achtige proporties, waar de nieuwe voorzitter zelf nota bene dikwijls naar hintte, is daar tot op heden bar weinig van terecht gekomen.

Grote aankopen, dat is waar Massimo wel raad mee wist, voordat hij de geldkraan van zijn olieconcern moest dichtdraaien. Hij deed er sinds 1995 alles aan om Inter weer om de grote prijzen mee te laten doen. Alles voor de erfenis van zijn legendarische vader Angelo Moratti, die in de jaren zestig als eigenaar en voorzitter de blauwzwarten naar de top van de wereld bracht. La Grande Inter: zo heet in de geschiedschrijving de wonderploeg van de Argentijn Helenio Herrera, die het toen al beroemde catenaccio-systeem perfectioneerde aan de hand van wereldtoppers als Sandro Mazzola, Giacinto Facchetti en de Spanjaard Luis Suárez. In 1964 en 1965 legde de Milanese machine beslag op de Europacup 1.

In 1968 droeg de oude Angelo de voorzittershamer over aan de inmiddels al acht jaar zittende directeur Ivanoe Fraizzoli, die vervolgens tot halverwege de jaren tachtig aanbleef, toen de Milanese ondernemer Ernesto Pellegrini voor naar verluidt ongeveer tien miljard lire (ruim vijf miljoen euro) de club in handen kreeg. Door de bank genomen was de club in twee decennia weinig wijzer geworden van de twee wisselingen aan de top. Drie landstitels, twee UEFA Cups en twee nationale bekers, maar vooral een vervelende bijrol in de schaduw van eerst het grote Juventus van Michel Platini en daarna het buitenaardse Milan van het Hollandse Trio.

Dat moest veranderen toen Massimo Moratti de club weer in handen van zijn invloedrijke familie bezorgde. Hijzelf was zijn vader al opgevolgd bij het familiebedrijf, terwijl zijn zus Letizia op dat moment topvrouw van de Italiaanse staatsomroep RAI was. Zij was daar door de regering-Berlusconi neergezet, als eerste vrouwelijke voorzitter ooit. Later zou ze, eveneens namens de partij van de meervoudig voormalig premier, vijf jaar lang burgemeester van Milaan zijn. En niet alleen met de Berlusconi's, eigenaar van rivaal Milan, maar ook met de Agnelli's, de familie achter Fiat en Juve, hebben de Moratti's altijd een innige verstandhouding gehad. Zo waren Angelo Moratti en Gianni Agnelli samen mede-eigenaren van de grote landelijke krant Corriere della Sera.

Na achttien jaar met geld smijten en een jaartje moeizaam co-leiderschap met de nieuwe buitenlandse eigenaren lijkt die tijd nu voorgoed voorbij. De erfenis van vader Moratti werd in 2010 eindelijk ingelost met de historische triple van José Mourinho, terwijl daarna slechts energie werd besteed aan het puin ruimen. De Portugese coach stond bijvoorbeeld voor twaalf miljoen euro netto per seizoen op de loonlijst, terwijl zijn ontslagen voorganger Roberto Mancini gedurende die periode ook gewoon nog recht had op een gage van ettelijke miljoenen euro's. Symbolisch voor de ondergang van het tijdperk-Moratti was wel het gesol met Wesley Sneijder, waarvoor zelfs de onervaren trainer Andrea Stramaccioni als stroman werd opgeofferd om het vuile werk op te knappen. Sneijder drukte te zwaar op de begroting en moest en zou de club verlaten, al dan niet kwaadschiks.

Persoonlijk denk ik dat Inter nog weleens baat zou kunnen hebben bij het vertrek van Moratti. Die heeft nooit uitgeblonken in fijnzinnige keuzes. Alleen Mourinho bleek een schot in de roos, net als de ruil Ibrahimovic-Eto'o, waarop hij nog geld toe kreeg ook. Maar verder was Inter altijd een duiventil van volgevreten vedetten, waar in de spelersnationaliteiten de clubnaam altijd iets te letterlijk werd genomen. Er verlaat nu weliswaar een echte Milanees het schip, maar zijn buitenlandse opvolger kan nu wel in alle rust werken aan het herstellen van de lekkage. Hoeveel baat heeft immers een architect die ontwerpfouten moet herstellen aan adviezen van zijn voorganger?

Ik spreek je maandag weer!

Groeten,

Wouter

Geen opmerkingen:

Een reactie posten