zondag 2 november 2014

Ondertussen in de Serie A (speelronde 10)

Was het niet de koopzondag, het genieten van het buitengewoon zachte herfstweer, of een andere recreatieve bezigheid, dan zat je natuurlijk wel naar de voetbalverrichtingen in andere landen te kijken. Excuses genoeg om 'het voetbal dat telt', zoals de Italianen hun eigen Serie A bloedserieus noemen, links te laten liggen. Gelukkig is daar referent en ingewijde Wouter Pennings, die je weer bijpraat over alle dramatiek op de groene zoden in De Laars.

 

Napoli deklasseert Roma in verziekte Derby del Sole

Ruim een decennium lang waren het gezworen kameraden: napoletani en romanisti. Twee clubs uit grote steden, met traditiegetrouw een enorme aanhang, spelend in stadions als kathedralen. In de jaren zeventig en tachtig was het één van de mooiste gemellaggio's die het Italiaanse voetbal ooit rijk is geweest. De verbondenheid had vooral te maken met hun alliantie tegen de clubs uit het rijke noorden: het machtige trio Inter, Juventus en Milan, die slechts mondjesmaat de landstitel aan een andere vereniging moesten (en nog steeds moeten) laten. Bovendien hadden Rome en Napels als steden al langer een innige band met elkaar: doordrongen van het katholicisme en beiden gelegen in de zuidelijke helft van het land. Tijdens onderlinge duels wisselden vertegenwoordigers van de fanatieke supporterskernen dan ook vlaggen uit en zong de Napoletaanse Curva B keihard 'Rooooma, Rooooma', waarop de Romeinse Curva Sud dat beantwoordde met 'Naaapoli, Naaapoli'.

 

Aan die wederzijdse liefde kwam plotsklaps een einde toen aanhangers van de hoofdstedelingen in oktober 1986, tijdens het seizoen dat de ploeg van Diego Armando Maradona haar historische eerste landstitel zou opeisen, hun hekel aan aartsvijand Lazio belangrijker bleken te vinden dan hun kameraadschap met Napoli. Dat had alles te maken met Bruno Giordano, die een gezichtsbepalende speler was geweest bij de biancocelesti, voordat hij een jaar eerder was getransfereerd naar Napels. Zoals onvermijdelijk bij verbroken liefdesrelaties keerde ook in dit geval de wal het schip en was één van de meest intense rivaliteiten geboren. Aan Roma-kant sloot men zich aan bij de rest van (noordelijker) Italië, dat al zolang fans op de tribune zangkoren aanheffen unaniem is in het bespotten van het 'vieze en stinkende' Napels, waar volgens de gezangen 'zelfs de honden voor vluchten'. Op haar beurt stond Napoli er nu echt alleen voor, met een steeds grimmiger sfeer tot gevolg.

 

Maar de geschiedenis van de Derby del Sole, de derby van de zon, kreeg een nieuwe zwarte bladzijde tijdens de meest recente finale van de Coppa Italia. Napoli speelde die weliswaar tegen Fiorentina, maar het was traditiegetrouw in het Stadio Olimpico van Rome waar de eindstrijd werd afgewerkt. Op die trieste dag in mei leek de Italiaanse hoofdstad sowieso al meer in een oorlogszone, vanwege allerlei supportersgerelateerde risico's. De politie, carabinieri en mobiele eenheid verkeerden in opperste staat van paraatheid, maar konden niet verhinderen dat buiten de aanhangers van de twee finalisten, plus die uit de stad zelf (Roma en Lazio), er ook nog groepen uit Verona, Genua, Catania en zelfs het Bulgaarse Plovdiv op het vinkentouw stonden om allerlei rekeningen te vereffenen. Napoli-supporter Ciro Esposito, een jonge knaap van dertig, liet 's middags voor de wedstrijd het leven toen hij op straat werd neergeschoten door een Roma-fan. Over de toedracht bestaat nog de nodige onduidelijkheid.

 

Het ging voorafgaand aan het weerzien tussen beide clubs, afgelopen zaterdag, dus eigenlijk geen moment over voetbal. Alle betrokkenen, van Napoli-trainer Rafa Benítez tot Roma-aanvoerder Francesco Totti, hadden het over dat het vooral een feest moest worden. De prachtige derby was echter vanaf het begin af aan al verziekt. Aanhangers uit Rome waren niet welkom, terwijl er een leger van zevenhonderd stewards en zeshonderd agenten paraat stond in en rond het maar matig gevulde Stadio San Paolo in Napels.

 

In voetballend opzicht was Napoli heer en meester. Een vroege treffer van Gonzalo Higuaín, die na een lange periode van droogte 'gewoon' alweer in zijn derde wedstrijd op rij scoorde, zijn vijfde van het seizoen, zorgde ervoor dat Napoli naar hartenlust kon counteren tegen de onmachtige kampioenskandidaat. Legio kansen werden voor rust om zeep geholpen door de thuisploeg, alsof het schrok van haar eigen superkracht. Na rust herstelde Roma een beetje het evenwicht, maar zorgde Serie A-topscorer José Callejon (acht doelpunten) ervoor dat het duel definitief op slot ging. Door de zege staat Napoli nu vierde en is er van de crisis begin dit seizoen niets meer te merken. Roma is wederom tot achtervolgen veroordeeld, omdat mede-koploper Juventus met 2-0 te sterk was in en tegen Empoli.

 

De wonderlijke opmars van voetbalstad Genua

Wie denkt het in Italië altijd alleen maar te doen is om de zogenoemde Zeven Gezusters, Juventus, Inter, Milan, Lazio, Roma, Parma en Fiorentina (Napoli en het historisch ook grote Torino worden daar niet eens toe gerekend), heeft het lelijk mis. Ook de twee clubs uit Genua, Sampdoria en Genoa, hebben in het verleden diverse keren een goed woordje meegesproken. De havenstad, hoofdstad van de regio Ligurië, kan zelfs bogen op liefst tien landstitels.

 

Sampdoria moest nog opgericht worden toen Genoa Cricket and Football Club (van 1897) in 1926 haar negende en voorlopig laatste scudetto veroverde. Daarna pendelden de rossoblù jarenlang op en neer tussen de Serie A en de Serie B, met ook enkele afdalingen naar het derde profniveau ertussen. In het moderne tijdperk behaalde de club een absolute uitschieter met het bereiken van de halve finale in de UEFA Cup in het seizoen 1991/'92, toen het door de latere winnaar Ajax werd uitgeschakeld. In datzelfde seizoen was ook stadgenoot Sampdoria dichtbij Europees zilverwerk, toen de landskampioen van het seizoen ervoor in de finale van de Europacup 1 op Wembley verloor van het Barcelona van Johan Cruijff.

 

Unione Calcio Sampdoria, gesticht in 1946, vierde in 1991 dus haar enige tricolore, toen de ploeg van het gevreesde aanvalskoppel Roberto Mancini-Gianluca Vialli zich tot beste van Italië liet kronen. Een seizoen eerder was al de Europacup II veroverd ten koste van Anderlecht. Het waren sowieso de jaren waarin het niet op leek te kunnen voor de blauwgeringden, die hun bijnaam danken aan de klassieke wit met roodzwarte balk die horizontaal over het felblauwe shirt loopt. Tussen 1988 en 1994 veroverden de Genuezen zes hoofdprijzen, terwijl het ook nog eens zeven finales om diverse bekers en supercups verloor.

 

Dit seizoen gaat het voorlopig ook boven verwachting goed voor de twee aartsrivalen. Om te beginnen Sampdoria. Door alweer een overwinning, ditmaal een knappe 3-1 thuis tegen Fiorentina, nestelt de ploeg van Sinisa Mihajlovic, zelf nog doriano tussen 1994 en 1998, zich vast op de derde plaats in de competitie. De wedstrijd kreeg een bijzonder tintje door het doelpunt van de 22-jarige Luca Rizzo, zelf geboren Genuees en wel in de wijk waar het door beide clubs gedeelde Stadio Luigi Ferraris staat. Het was het eerste doelpunt voor de middenvelder, die zijn eerste seizoen in de kleuren van Samp speelt.

 

Ook Genoa doet het allesbehalve beklagenswaardig. Op bezoek bij Udinese slikte het eerst nog de openingstreffer van de 37-jarige Antonio Di Natale, die daarmee voor de  199ste keer raak schoot in de Serie A, maar trok het na een 2-2 ruststand de wedstrijd met 4-2 naar zich toe. Daarmee is de vijfde plaats bereikt en werd een topweek afgesloten, waarin inclusief de midweekse overwinning op Juventus drie keer de volle buit werd behaald door de formatie van trainer Giampiero Gasperini.

 

Voetbalbolwerk Milaan blijft kwakkelen

Geen deelnemers in de Champions League en slechts één in de Europa League, geen landstitel meer sinds 2011 en op dit moment een puntentotaal van 31, met een zevende en een negende plaats. Zelfbenoemd voetbalhoofdstad Milaan heeft er weleens beter voor gestaan. De in totaal tien replica's van de belangrijkste Europacup die Milan en Inter bij elkaar verzamelden staan in schril contrast tot de huidige situatie. Dit weekend leden beide grootmachten een 2-0 nederlaag tegen een degradatiekandidaat.

 

Inter ging zaterdagavond al onderuit bij Parma, dat eindelijk de laatste plaats kon verlaten, hoewel het op de achttiende plaats nog steeds virtueel degradeert. In het Stadio Ennio Tardini was het tweemaal de van Juventus overgekomen linksback Paolo De Ceglie die de trekker overhaalde. Het hoofd van Walter Mazzarri ligt serieus op het hakblok bij de nerazzurri, hoewel de oefenmeester wel de zeventienjarige Federico Bonazzoli zijn eerste minuten van het seizoen liet maken. De aanvaller kwam echter niet tot scoren, net als collega's Mauro Icardi en Rodrigo Palacio. Laatstgenoemde deed dat in negen duels zelfs nog helemaal niet dit seizoen, terwijl de Argentijn vorige jaargang nog zeventien keer raak vuurde.

 

Ook Milan blijft op de sukkel. Na twee remises tegen Fiorentina en Cagliari zat ook tijdens het derde duel in een week tijd een zege er niet in. Het gepromoveerde Palermo kwam in San Siro binnen een half uur op een 2-0 voorsprong, die het daarna zonder al teveel moeite verdedigde. De score had zelfs nog groter in Siciliaans voordeel kunnen uitvallen. Verdediger Christian Zapata maakte eerst een eigen doelpunt, om drie minuten later een fout te maken waar Paulo Dybala knap van profiteerde. Trainer Filippo Inzaghi zag zijn aanval opnieuw grossieren in verkeerde keuzes, waardoor het haar status als meest productieve voorhoede verloor aan Napoli. Fernando Torres blijft bijvoorbeeld staan op één treffer, maar de Spanjaard schijnt al het hele seizoen te kampen met een pijnlijke enkel, waardoor de club genegen lijkt de Spaanse spits eindelijk eens langdurig rust te geven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten