In de onoverzichtelijke chaos die het leven tegenwoordig pleegt te zijn, komt het weleens voor dat prioriteiten van volgorde veranderen. Zo ook de Italiaanse voetbalcompetitie. Waar de Serie A in lang vervlogen tijden de bakermat van het volwassen voetbal was, is ze nu slechts nog een archeologische snoepwinkel, van waaruit de echo's van het verleden weerklinken in de schrijfsels van expert en kenner Wouter Pennings over het heden.
Onophoudelijke scoringsdrift stuwt Di Natale naar de tweehonderd
De eregalerij van de Serie A is weer een grootheid rijker. Hoewel hij het al niet slecht deed, schoot Antonio Di Natale zichzelf afgelopen zondag naar het magische aantal van tweehonderd doelpunten. Een mijlpaal die tot dusver alleen werd geslecht door zes anderen: Silvio Piola (274), Francesco Totti (237), Gunnar Nordahl (225), Giuseppe Meazza (216), José Altafini (216) en Roberto Baggio (205).
De aanvoerder van Udinese deed dat door op slag van rust de ban te breken in het thuisduel met Chievo, dat eindigde in 1-1. Dat het juist in deze wedstrijd moest gebeuren maakt het extra speciaal; Di Natale vierde zijn vierhonderdste optreden op het hoogste Italiaanse niveau. Hij speelde er zestig in dienst van Empoli, waarmee de Napoletaan in 2002 vanuit de Serie B was gepromoveerd. En 340 namens Udinese, Di Natale’s werkgever sinds de zomer van 2004.
‘Totò’, zoals zijn typische zuidelijke koosnaam luidt, ontdekte eigenlijk pas relatief laat de grote schutter in hem. In het seizoen 2009/2010, met het vertrek van spits Fabio Quagliarella naar Napoli, nam hij diens plek centraal in de voorhoede in. Het leverde meteen 29 treffers op, die de honger naar doelpunten juist aanwakkerden. Sinds de zomer van 2010 produceerde Di Natale in 148 wedstrijden nog eens 98 goals, een opmerkelijk aantal gezien zijn leeftijd. In oktober werd de 43-voudig international immers al 37 jaar.
Spektakelstuk beloond met fluitconcert
Voetbalsupporters, het zijn rare wezens. Het bleek maar weer eens na afloop van Napoli-Cagliari, een wedstrijd die zondagmiddag het vooraf beloofde vuurwerk volledig waarmaakte. Nadat de thuisploeg een voor rust verkregen 2-0 voorsprong uit handen had gegeven, leek Jonathan de Guzman – in de basis wegens de blessures van Lorenzo Insigne en Dries Mertens – in de tweede helft de drie punten alsnog binnen te slepen. De bezoekers kwamen echter toch weer langszij, hetgeen de fans in Stadio San Paolo deed besluiten massaal de vingers in de mond te stoppen.
Wat hadden ze dan verwacht, bij het affiche tussen hun verdedigend kwetsbare, maar aanvallend bij tijd en wijlen oh zo swingende ploeg en het Cagliari van Zdenek Zeman, dat na een moeizaam begin alle contouren van een typisch door de Tsjech getrainde formatie in zich draagt? Napoli-Cagliari was precies wat het moest zijn. Emoties. Passie. Fouten. Nog meer fouten. En dus spektakel.
De goal waarmee de score werd geopend was wat dat betreft al exemplarisch voor het duel. Een ingooi in de buurt van de middenlijn bereikte zomaar Gonzalo Higuaín, die ongehinderd uit de Sardijnse verdedigingslinie kon weglopen om vervolgens doeltreffend uit te halen. Na de 2-0, een knappe uithaal van Gokhan Inler, wist de ploeg van Rafa Benítez zich even geen raad meer met de bloedfanatiek jagende tegenstander. Tevens had Marek Hamsik nog een strafschop moeten hebben toen hij een grote kans hoog over knalde wegens een forse duw in de rug.
Ze willen zo graag, daar in Napels. En ze hebben er de voorhoede voor. Maar als de defensieve kwaliteit ontbreekt, heb je meer collectieve discipline nodig dan de Partenopei wekelijks laten zien. Maar dan nog verdient spektakel altijd applaus. Bij het gedrag van het publiek past echter slechts een striemend fluitconcert.
En verder…
…blijft het bovenin hetzelfde liedje. Juventus walste in Rome zonder problemen over Lazio heen (3-0), nadat achtervolger Roma een snelle achterstand te boven kwam op bezoek bij Atalanta (2-1). Het verschil tussen de twee regisseurs van de Serie A bleef drie punten, terwijl het gat met nummer drie Napoli groeide naar zes. (Genoa kan zich daar nog bij voegen, mits het vanavond wint van Palermo.)
…kreeg Parma nog maar eens een mokerslag. Thuis tegen promovendus Empoli verloor de ploeg van Roberto Donadoni met 2-0. Met nagenoeg dezelfde selectie als waarmee vorig seizoen officieel Europees voetbal werd bemachtigd (een ticket dat door financiële nalatigheid echter werd vergeven aan Torino) staan de gialloblù nu stijf onderaan met maar zes punten. Vanaf woensdag gaat de selectie in trainingskamp voor het duel met Palermo, maar het is de vraag waar dat van betaald wordt. Tot dusver maakte eigenaar Tommaso Ghirardi, die bezig is de club te verkopen, pas één maand salaris over, plus de bonussen van vorig seizoen. De malaise (het tekort ligt inmiddels al tussen de vijftien en twintig miljoen euro) zal ook al zeker een puntenstraf tot gevolg hebben. In Italiaanse media wordt gesproken over twee tot vier punten aftrek.
…werd er, goed dat je het zegt, ook nog een Derby della Madonnina afgewerkt. Een boeiend, maar kwaliteitsarm schouwspel tussen Milan en Inter, die elkaar zowel qua doelpunten (1-1) als qua gemiste kansen in evenwicht hielden. Filippo Inzaghi en Robert Mancini, de dienstdoende trainers, hebben allebei 156 doelpunten in de Serie A achter hun naam. Aantallen waar hun jonge aanvallers Stephan El Shaarawy en Mauro Icardi nooit aan zullen komen als ze oog in oog met de doelman dezelfde fouten blijven maken als zondagavond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten