Vanavond, klokslag kwart voor negen, wordt in San Siro afgetrapt voor de 296ste Derby della Madonnina; de altijd beladen broedertwist tussen Milan en Internazionale. De twee grootmachten, die tot het moment dat Real Madrid ‘La Decima’ binnensleepte lange tijd Milaan tot absolute voetbalhoofdstad maakten, verkeren echter in een allesbehalve denderende vorm. Dat was ook zo in de lente van 2001, toen de roodzwarten als uitspelende ploeg hun seizoen een beetje redden met een vernietigende 6-0 zege op de rivaal.
Het was bij uitstek de wedstrijd van Serginho. De Braziliaanse vleugelflitser stond die avond als linkermiddenvelder geposteerd in een 4-4-2 formatie en tekende voor drie assists (waaronder de snelle 1-0 en 2-0) en een doelpunt. Ontketend strafte Milan genadeloos alle fouten van het reddeloze Inter af. De eerste twee treffers werden gemaakt door Gianni Comandini, die pas zijn eerste seizoen in de Serie A meemaakte en daarin nog droog stond.
Enkele namen van het wedstrijdformulier: Laurent Blanc, Javier Zanetti, Luigi Di Biagio, Christian Vieri, Alvaro Recoba en invaller Clarence Seedorf aan de kant van Inter; Alessandro Costacurta, Paolo Maldini, Gennaro Gattuso, Kakha Kaladze, Leonardo en Andriy Shevchenko aan de zijde van Milan. Maar ook veel vergeten voetballers: Stéphane Dalmat, Vratislav Gresko, Francisco Farinos, Dario Simic, Benoît Cauet die het zwartblauw droegen, terwijl waarschijnlijk ook weinigen zich meer iets van milanisti als Roque Junior, Federico Giunti, Andres Guglielminpietro en José Mari zullen herinneren.
Het seizoen 2000/2001 was niet bepaald een succesverhaal voor de twee clubs uit de modestad. Op vijf speelronden van het einde bevonden ze zich op een troosteloze vijfde en zesde plaats, net genoeg voor Europees voetbal. Inter had zich na één speelronde al ontdaan van succestrainer Marcello Lippi, die nooit een goede match vormde met de nerazzurri. De legendarische Marco Tardelli, bekend van De Schreeuw in de gewonnen WK-finale van 1982, volgde hem op. En bij Milan kostte de sportieve malaise de kop van Alberto Zaccheroni, die in maart was opgevolgd door het duo Cesare Maldini en Mauro Tassotti.
Javier Zanetti kan zich de dagen rond de grootste vernedering in zijn loopbaan nog goed herinneren. En met name de fratsen van trainer Tardelli, die hij ‘verreweg de slechtste trainer uit mijn carrière’ noemt in zijn biografie Giocare da uomo (spelen als een man). De Argentijn was destijds al aanvoerder en gerespecteerd om zijn typische manier van spelen, gebaseerd op het niet willen verliezen van de bal. Dat beviel Tardelli echter geenszins, zo merkte de verbaasde nummer 4 op de eerste werkdag van de oefenmeester. ‘Jij moet de bal eerder afgeven’, bitste Tardelli tegen zijn captain, die antwoordde dat er dan een probleem zou ontstaan. ‘Dat zijn juist mijn eigenschappen.’
Maar niet alleen in de omgang schoot Tardelli te kort: op technisch en tactisch gebied was de coach een totale ramp, als we Zanetti moeten geloven. Binnen de selectie was men allesbehalve overtuigd van het systeem met drie verdedigers dat Tardelli graag speelde. ‘(…) En toen kwamen verschillende medespelers met mij praten: ‘Aanvoerder, het gaat slecht’ (…) – ‘Wat hebben jullie in gedachten?’ – ‘Met 4-4-2 zullen we compacter zijn, zo ga je tenminste wat punten halen.’ – ‘Capitano, jij moet met de trainer gaan praten.’
Niet voor het eerst deed Zanetti wat hem gevraagd werd. Monter, maar wel met enige onzekerheid over de reactie van Tardelli, stapte hij op de coach af. Diens antwoord, nog voor de Argentijn het concrete voorstel uit de kleedkamer had kunnen uitspreken, was verbijsterend: ‘Oké. We doen het meteen zoals jullie willen. Spoedig, echter, zullen jullie merken ongelijk te hebben. Prima, laten we dat beroemde 4-4-2 maar doen, dat jullie zo na aan het hart gaat.’
De resultaten bewezen echter vooral het gelijk van de spelersgroep. De 4-2 overwinning bij Fiorentina bijvoorbeeld, en de 3-0 zege op Atalanta in het weekend voor de stadsderby. Een week van voorbereiding op de cruciale ontmoeting gaat voorbij, als plotseling, één dag voor de wedstrijd, Tardelli zijn mannen in vertwijfeling achterlaat. Zonder enige uitleg laat hij weten dat ze weer met de driemans achterhoede gaan spelen. Zanetti: ‘We weten dan al dat Serginho enorme ruimtes zal krijgen.’
En zo gebeurt het ongelooflijke. Milan, dat onder leiding van technisch directeur Maldini, de legendarische vader van de nog legendarischer Paolo, een behoorlijke opleving had doorgemaakt, liet Inter alle hoeken van het veld zien. Comandini, Comandini voor rust, Giunti, Shevchenko, Shevchenko, Serginho in de tweede helft. 6-0. Een uitslag die in de derby van het volgende seizoen groots wordt herbeleefd in de vorm van een meters lang spandoek met daarop uiteraard een tennisracket en zes ballen.
Dat was ook de eerste keer dat Filippo Inzaghi Il Derby zou meemaken. Enkele seizoenen later maakte Inter voor het eerst kennis met Roberto Mancini, die vanavond zijn tweede periode als trainer van de club begint. De kans op een nieuwe tardelliaanse vertoning lijkt klein, en daarom nog maar eens wat beelden van de vorige (geniet ook van het commentaar van Milan-watcher Carlo Pellegatti!):
[embed]https://www.youtube.com/watch?v=H8T03NmhHTM[/embed]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten