dinsdag 9 december 2014

Arek Milik: Polen-Flop, anyone?

Er is niets raars aan het gegeven dat Ajax – mits het minimaal gelijk speelt – zich vanavond voor de vierde vijfde keer op rij op de derde plek in de Champions League-poule nestelt. Er is ook niets raars aan de huidige stand van de Amsterdammers op de vaderlandse ranglijst, die zich in december wel vaker op de tweede plaats terugvonden. Echter: waar deze omstandigheden in het recente verleden steevast werden omgeven door zeurende en honende geluiden, heerst er nu serene rust in en rond de ArenA. De spitspositie lijkt namelijk eindelijk weer eens onomstreden.

 

Het is dat iedere weldenkende Ajacied zich terdege bewust was van het feit dat vier landstitels op rij nu niet bepaald een vruchtbare voedingsbodem zijn voor herrie in de tent, maar het scheelde alsnog weinig of menig supportershoofd was overgekookt in de hete augustusmaand. Hoewel velen vurig hoopten op de komst van Samuel Eto’o, overheerste het onbegrip over de gênante soap waarin de club zich door de zaakwaarnemers van de Kameroener had laten meeslepen. En het feit dat de massaal opgegeven Kolbeinn Sigthorsson juist een contractverlenging kreeg aangeboden in plaats van een vrije transfer naar elders was velen ook al een doorn in het oog.

 

Traditioneel is er bij de hoofdstedelingen gedoe over de positie van centrumspits – het is er ook altijd maar één, nooit twee of een variant met een valse, tweede spits erbij. Sinds de zomer van 2010, met het vertrek van Marko Pantelic, die in het begin ook niet onomstreden was maar aan het eind unaniem lof toegezwaaid kreeg, zijn de dienstdoende midvoors niet meer in staat geweest structureel te presteren, laat staan over een lange periode zich te kunnen verheugen met het enthousiasme van de kritische aanhang. Terwijl het ze aan krediet, kwaliteiten en geluk  niet ontbrak.

 

Mounir El Hamdaoui paaide aanvankelijk nog met enkele achttien karaats doelpunten. Siem de Jong werd, is en blijft de held van 15 mei 2011. Kolbeinn Sigthorsson maakte indruk met zijn sterke lichaam. Danny Hoesen was medeverantwoordelijk voor een sensatie tegen FC Barcelona. Respectievelijk ongedisciplineerdheid, nood op andere posities (of moest aanvoerder De Jong koste wat het kost een plek hebben?), blessures, tegenvallende vorm en het verliezen van de concurrentiestrijd belemmerden dit viertal nogal in hun prestaties.

 

Voorafgaand aan dit seizoen leek het niet veel beter te worden. De gezochte ervaren spits kwam niet, Sigthorsson bleef, de jonge Richairo Zivkovic werd nog niet rijp geacht en tenslotte was daar een onbekende Pool, gehuurd van Bayer Leverkusen. Deze pas twintigjarige knaap had al wat ervaring bij de nationale ploeg en stond naar verluidt bekend als De Nieuwe Lewandowski. Bij zijn presentatie poseerde hij bovendien met rugnummer 99, welke later veranderd zou worden in 19.

 

Toch werden er vraagtekens geplaatst vanuit de roodwitte achterban. Waarom weer een onervaren spits erbij als je Zivkovic al hebt? Waarom in een huurconstructie? Waarom een speler die door de Duitse schandaalpers als Polen-Flop werd uitgezwaaid? Een spits die bij FC Augsburg de magere balans van achttien wedstrijden, twee doelpunten had neergezet? En waarom moest Hoesen dan zo nodig weg? Absoluut geen onterechte vragen, in veelvoud afgevuurd op het volgens velen te zuinige management waarvan de toch al als zodanig bekend staande Marc Overmars het gezicht was.

 

Maar vragen zijn er om te beantwoorden. Meteen, of desnoods iets later. En laat dat maar over aan Arkadiusz Milik, afkomstig uit het oost-Poolse Tychy, een middelgrote stad met modern ogende zakentorens en flatgebouwen, haast allemaal even hoog.  Geen plek die uitnodigt om jezelf eens goed te onderscheiden. Daarvoor is Amsterdam een betere plek, en met zijn evenwichtige en zelfverzekerde inborst maakte Milik zich niet druk. De roep om hem nam flink toe in september en oktober, toen het vasthouden aan zijn IJslandse concullega door trainer Frank de Boer bij meer en meer mensen op de zenuwen werkte.

 

Zes goals in de beker tegen JOS Watergraafsmeer waren uiteraard geen graadmeter, maar smaakten naar meer. Die paar knappe treffers met Polen, waaronder die belangrijke tegen rivaal Duitsland? De machteloosheid nam toe en er dreigde een sfeer te ontstaan waarin de Pool vroeg of laat door de mand zou vallen. De Boer liet hem toch niet voor niets zes hele wedstrijden op de bank? En Sigthorsson sukkelde hoe langer hoe meer met zijn vorm. De ploeg liet veelvuldig na de koppositie te pakken. Terwijl Milik zijn eerste competitietreffers had laten aantekenen en meer signalen van kwaliteit afgaf, zaaiden de uitspraken van de oefenmeester alleen maar meer verwarring. ‘Ze liggen dichtbij elkaar.’ ‘Sigthorsson scoort makkelijker, Milik is technisch beter.’

 

De blessure van de oud-AZ’er, vlak na onherroepelijk zijn beste moment van het seizoen, heeft de laatste twijfels weggenomen. Alhoewel, dat deed Milik natuurlijk zelf, met zijn twee formidabele doelpunten waarmee Willem II definitief over de knie werd gelegd. Van de ruim dertienhonderd mogelijke minuten was Milik zelfs nog minder dan de helft van de partij, terwijl hij al die tijd topfit was, iets dat weinig Ajacieden hem na kunnen zeggen. De teller staat desondanks al op acht treffers: een moyenne van 75 minuten per goal. Tussendoor haalde hij een ruime voldoende voor combineren, balvastheid en doelpunten voorbereiden. Capaciteiten die bij Ajax van een spits worden geëist. En dus is daar niets raars aan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten