Foto: Alexander Ottesen
2015 gaat het jaar van Arsenal en Arsène Wenger worden. Tenminste, als Le Professeur goed naar onze aanwijzingen luistert, dat wel. Voordat we tot de conclusie komen, eerst een trip down memory lane over de man die door sommigen als de Specialist in Failure wordt omschreven, maar ontegenzeggelijk een groot stempel op het mondiale voetbal heeft gedrukt.
Als Arsène Wenger in het najaar van 1996 het statige Arsenal Stadium aan Avenell Road, ook wel bekend als Highbury, binnenstapt, fronsen twee mannen bedenkelijk hun wenkbrauwen. ‘Arsène Who on Earth? Deze man is onze nieuwe boss? En hij komt over van een club uit Japan? No shit?!’ Arsenal-iconen Tony Adams en Martin Keown observeren hun nieuwbakken manager zorgvuldig, want Wenger is niet bepaald het type waar ze in Noord-Londen gewend mee waren.
De Fransman heeft dan ook de uitstraling van een natuurkundige en het accent van Inspector Clouseau – hetgeen in de loop der jaren overigens geenszins veranderd is – maar hij blijkt wonderwel een verfijnde kijk op het spelletje te hebben. De verstrooide professor smeed in korte tijd een nagenoeg onverslaanbaar elftal. En al in zijn tweede jaar op Highbury pakt Wenger de dubbel. Liefst achttien wedstrijden achtereen blijft Arsenal ongeslagen. In de drie seizoenen die volgen grijpen de Gunners overal nét naast. Premier League, FA Cup, UEFA Cup… steeds rest de zilveren medaille – José Mourinho kan enig historisch besef niet ontzegd worden.
“A season too early”
Natuurlijk had hij die prijzen willen winnen, maar stiekem zal Wenger zijn schouders hebben opgehaald. Hij wist namelijk dat het beste nog moest komen. Elke dag zag de manager een select groepje spelers op het trainingsveld rond dartelen en dacht: dit is een goed stel, hoor. De achterhoede stond als een huis, het middenveld was met Patrick Vieira en Gilberto Silva verfijnd én robuust tegelijk, Bergkamp was… Bergkamp en voorin liep er de bijzonder talentvolle, ietwat pedante Thierry Henry rond.
In het seizoen 2001-02 vielen alle puzzelstukjes dan ook weer in elkaar. Inderdaad, het jaar van Bergkamp’s geniale pirouette tegen Newcastle United. Arsenal won opnieuw de dubbel en zette het seizoen daaropvolgend zijn ongeslagen reeks lange tijd door. Na een serie van 29 wedstrijden waarin steeds minimaal één punt werd gehaald, waagde Wenger zich aan voorspelling dat zijn ploeg wel eens een ongeslagen seizoen zou kunnen draaien. Prompt verloor Arsenal van Everton en moest het uiteindelijk zelfs de landstitel aan Manchester United afstaan.
Terugkijkend zit hier misschien wel de crux van het verhaal in, want de Noord-Londenaren pakte dat jaar nog wel de FA Cup en na afloop van die wedstrijd weigerde Arsène Wenger te spreken over een verloren seizoen. Ook toen al hield hij de portefeuille streng in de gaten. “Natuurlijk hadden we de competitie willen winnen, maar ik denk dat het moeilijkste voor een voetbalclub is om constant te blijven en wij zijn bijzonder constant gebleken. We verliezen de titel aan een team dat élk jaar vijftig procent meer geld uitgeeft – vorig jaar kochten ze een speler (Juan Sebastián Verón) voor dertig miljoen pond en moesten ze het kampioenschap aan ons laten.”
Financieel gezond schreef Arsenal het jaar daarop geschiedenis met een hoofdletter ‘G’. Voor het eerst sinds 115 jaar won de ploeg de Premier League without a single defeat. Toen de Fransman werd herinnerd aan zijn uitspraak over een ongeslagen seizoen, noemde hij deze met een grote grijns: “a season too early.”
Prijzenkast
Wenger had een ploeg gecreëerd die 49 – negenenveertig(!) – wedstrijden ongeslagen bleef in één van de sterkste competities van de wereld. Arsenal was wereldtop. Arsenal zette de standaard. Arsenal was… ‘In Arsène We Trust’.
De succesformatie (die wij van Sportpreview in deel II van deze beschouwing nader doornemen en spiegelen aan het ‘nieuwe’ Arsenal) viel echter langzaam uit elkaar. In 2005 won Arsenal nog wel de Engelse beker door in de finale van Manchester United te winnen, maar daarna bleven aanvullingen voor de prijzenkast uit. Ook de ultieme kroon op zijn werk, het winnen van de Champions League, ging aan Wenger’s neus voorbij. Het FC Barcelona van coach Frank Rijkaard was in de finale van 2006 met 2-1 te sterk.
Langzamerhand veranderde in die jaren, met het intreden van de Russische oligarchen en Arabische sjeiks, ook het financiële landschap van de Europese voetbalvelden. Negen jaar lang wist Arsenal geen trofeeën meer in de wacht te slepen. Steeds weer legden Wenger en co. het in eigen land af tegen Abramovich’ Chelsea en Mansours Manchester City. Ook Manchester United snoepte hier en daar een hoofdprijs weg, maar die club is in 2005 dan ook gekocht met honderden miljoenen fictief geld.
Enfin, dat is een andere discussie. Wenger’s karakter begon zich steeds meer tegen hem te keren. Financiële doping, daar deed de Fransman niet aan. Arsenal was dan ook jaar in, jaar uit the best of the rest.
Geld, geld, geld…
Afgelopen mei volgde dan eindelijk de ‘comeback’ van de Londense club. Arsenal won de FA Cup na een benauwde 3-2 overwinning op Hull City. De eerste tastbare prijs sinds lange tijd deed de kritiek op Wenger’s aan- en verkoopbeleid echter niet doen verstommen. De club had behoefte aan spelers van wereldklasse, was de algehele consensus. Nu, aan de vooravond van een nieuw transferwindow, schreeuwt alles en iedereen met een rood-wit hart wederom om versterkingen. Ironisch genoeg valt daarin de naam van een bankzitter bij Real Madrid, de Duitser Sami Khedira, het vaakst. Niet de naam die het eerst in je opkomt als je aan wereldsterren denkt.
Geld speelt dus een belangrijke rol in de carrière van Arsène Wenger. Niet om zichzelf te verrijken, maar Wenger is een docent die alles volgens de regels wil spelen. Hij is het braafste jongetje van de klas die verongelijkt loopt te mokken als hij zijn zin niet krijgt. Iedereen heeft zo zijn eigenaardigheden. Máár, Wenger verloochent zijn visie niet. In al die jaren is hij niet gezwicht voor de 'boze' buitenwereld waar niet de romantiek maar een Wolf of Wall Street-mentaliteit de boventoon voert. Er wordt bij de Fransman simpelweg niet meer geld uitgegeven dan er binnenkomt. Naar eigen zeggen, puur om de continuïteit van de club te waarborgen.
De prijsloze jaren zijn dan ook rechtstreeks terug te voeren op een gebrek aan echte kwaliteitsspelers. Natuurlijk had óók Arsenal de mogelijkheden om de Sergio Agüero's van deze wereld aan te trekken of Cesc Fàbregas en Robin van Persie te behouden, maar – daar heb je het weer; financiële doping is, gesteund door de bestuurskamer van de Gunners, geen optie voor Wenger.
Scrooge
Toch kan je Wenger onmogelijk een Scrooge noemen. Het nieuwe Emirates Stadium moest namelijk zowel de sportieve als financiële toekomst van de club veilig stellen. De club leende liefst 700 miljoen pond om het hypermoderne stadion plus luxueuze appartementen in de oude East en North Stand op Highbury te realiseren. Die lening luidde indirect het begin van de prijsloze jaren in, maar is inmiddels vrijwel afgelost.
Al die tijd was er dus vrijwel geen budget, omdat de boekhouder in Wenger de toekomst van zíjn Arsenal niet in de waagschaal durfde te leggen. “Het is een misvatting van het publiek dat ik bang zou zijn om geld uit te geven. Er zijn periodes geweest dat er simpelweg geen geld was. En ik houd er niet van om geld uit te geven dat er niet is. Ik heb mij verzet tegen uitgaven die de toekomst van de club in gevaar zouden brengen.”
Hierbij moet worden opgemerkt dat de club uit Noord-Londen toch steevast in de top vier van de Engelse competitie eindigde en ook Europees was Arsenal een geduchte tegenstander. Geen onbelangrijke voetnoot.
Natuurlijk, het spel volgens de regels spelen maakt je geen ultieme winnaar. Chelsea-manager Mourinho rijgt de successen aaneen door lak aan de conventionele gedachtegang te hebben en puur naar het resultaat te kijken, de Spaanse grootmachten Barcelona en Real Madrid leggen astronomische bedragen voor het beste spelersmateriaal neer en Paris Saint-Germain weet zich gesteund door één van de allerrijksten ter aarde, maar Arsène Wenger houdt nobel vast aan zijn eigen credo: aanvallend voetbal om de mensen te vermaken en een boekhoudkundige balans die in evenwicht is.
Dit jaar is Wenger alweer achttien jaar in charge bij de Gunners. De club heeft in die jaren al enorme successen gekend, staat er al die tijd organisatorisch piekfijn voor én kan het grote geld nu eindelijk op een verantwoorde manier flink laten rollen. Bayern München gaf reeds het goede voorbeeld en met enkele gerichte aankopen gaat Wenger’s Arsenal weer streaks neerzetten als die van begin jaren ’00. Welke aankopen dat moeten zijn? Morgen het antwoord op Sportpreview!
[…] hier deel […]
BeantwoordenVerwijderen