Wij van Sportpreview hebben alle begrip voor het feit dat je niet alle ontwikkelingen in het Italiaanse voetbal ieder weekend even goed kunt volgen. Er gebeuren teveel interessante dingen op teveel velden tegelijk. Vandaar dat Serie A-expert Wouter Pennings speciaal voor jou de hele speelronde weer samenvat in een prettig leesbaar overzicht.
Ook Zeman kan dit Juventus niet stoppen
Velen zullen blij zijn dat de winterstop nu is begonnen, want het begint eentonig te worden: Juventus dat zonder moeite wint. Ditmaal, al op donderdag in verband met de Italiaanse Supercoppa die maandagavond in Qatar tegen Napoli gespeeld wordt, moest Cagliari eraan geloven. Dankzij de 1-3 overwinning op Sardinië werd 2014 het meest succesvolle kalenderjaar voor De Oude Dame. Bovendien haalde ook nooit eerder een andere club 95 punten in de Serie A tussen 1 januari en 31 december, verdeeld over 37 wedstrijden.
Hoewel de titelstrijd – die inmiddels definitief gereduceerd lijkt tot een aangelegenheid tussen Juve en Roma – nog verre van beslist is, wordt de succesperiode onder Antonio Conte tot nu toe ‘gewoon’voortgezet door Massimiliano Allegri. De trainer die met Milan in drieënhalf seizoen in aflopende volgorde alle podiumplaatsen bereikte, waarna een historisch slecht najaar hem de kop kostte, heeft het elftal ogenschijnlijk zelfs nog sterker gemaakt.
Veel hoefde Allegri niet te veranderen aan de formatie en de personele invulling van de ploeg, maar de oefenmeester paste bijvoorbeeld wel naadloos de van Udinese gehuurde (!) Argentijn Roberto Pereyra in als nummer tien, een positie die onder zijn voorganger Conte niet bestond. Dat had als consequentie dat de middenvelders Andrea Pirlo, Arturo Vidal, Claudio Marchisio en Paul Pogba in een subtiel roulatiesysteem zijn beland. Laatstgenoemde kreeg dit keer rust.
Het duel met Cagliari was er één waar op voorhand likkebaardend naar werd uitgekeken. De rossoblù staan weliswaar in de onderste regionen, maar proberen onder trainer Zdenek Zeman altijd hun eigen spel te spelen. De 67-jarige Tsjech staat in Italië al ruim veertig jaar bekend om zijn spektakelteams; ploegen die altijd hoog eindigen in de lijstjes met zowel voor- als tegendoelpunten.
Bij de eilandclub is dat tot nu toe nog niet echt het geval, maar Zeman is in het laarsvormige land ook nog eens berucht om iets anders: zijn nimmer aflatende kritiek aan het adres van topclub Juventus. Als trainer van Roma was halverwege de jaren negentig bijvoorbeeld de eerste die openlijk de beschuldiging van dopinggebruik uitte, iets dat later ook door het gerecht werd bevestigd. ‘Juventus motiveert mij altijd’, liet de tacticus dan ook weten voorafgaand aan de wedstrijd.
Van de hooggespannen verwachtingen kwam echter niets terecht. De lijstaanvoerder nam al na iets meer dan twee minuten een voorsprong dankzij Carlos Tévez en was na vijftig minuten al helemaal klaar, na aanvullende treffers van Vidal en Fernando Llorente. Luca Rossettini redde voor de thuisploeg nog wel de eer, maar Cagliari wist geen moment de indruk te wekken het Juve lastig te maken. Het kan te maken hebben met het systeem dat Zeman koos. Sinds de jaren zestig zweert Il Boemo bij het klassieke 4-3-3, ditmaal opteerde hij echter voor een gesloten 4-4-2. De tegenvallende resultaten zouden Zeman zelfs al op de schopstoel hebben doen belanden. Verschillende media meldden zondag dat maandag meer nieuws volgt over het al dan niet aanblijven van de ervaren trainer.
Lof oogstend Milan onder Inzaghi één en al positiviteit
Bij weinig clubs is in één jaar tijd zoveel veranderd als bij Milan. Aan het eind van 2013 stond de ploeg van – toen nog – Massimiliano Allegri op 19 punten uit 17 duels, waar er deze keer zes lengtes meer zijn behaald uit één wedstrijd minder. Echter stond de oudste club van de modestad wel in de achtste finale van de Champions League, terwijl men dit seizoen niet de grens over hoeft. Een gevolg van de eindklassering (zevende) onder Clarence Seedorf, die 35 punten haalde in de 19 optredens die hem gegund waren en daarmee aanzienlijk beter scoorde dan zijn opvolger Filippo Inzaghi, tot nu toe goed voor 1,56 punten per wedstrijd.
Seedorf vaarde blind op zijn oogappel Mario Balotelli, de grote vedette die het loodzware gewicht van de behoorlijk omlaag gedonderde grootmacht bijkans alleen moest dragen. Ondanks de niet onaardige resultaten, zeker vergeleken met het halfjaar ervoor, was er slechts sprake van onvrede. Tussen de clubleiding en de beginnende trainer, die op zijn beurt weer op gespannen voet leefde met zijn spelers. En die maakten als groep ook een allesbehalve eensgezinde indruk.
Hoe anders is alles op dit ogenblik. Inzaghi begon met veel enthousiasme, volledig gesteund door zowel de familie Berlusconi als door technische baas Adriano Galliani. De ploeg speelde in het begin ‘leuk’ voetbal en had mede dankzij een doelpuntrijke wedstrijd tegen Parma een tijdje de productiefste aanval, maar niet veel later kwam de klad erin, met een moeizaam verloren pot tegen Genoa (1-0) als dieptepunt. Milan ondernam niets, creëerde niets en kreeg dus niets.
Inzaghi besloot in te grijpen en rehabiliteerde de in ongenade gevallen verdedigers Philippe Mexès en Pablo Armero, maakte dankbaar gebruik van de herstelde Riccardo Montolivo en verwees Fernando Torres definitief naar de reservebank, om in de punt een vrije rol te kunnen geven aan de overtuigende Jérémy Ménez. Ook de al twee jaar kwakkelende Stephan El Shaarawy moest plaatsmaken om de energieke Giacomo Bonaventura de kans te geven als hangende linksbuiten. De vruchten hiervan werden meteen geplukt tegen Napoli vorige week en zaterdag borduurde de voormalige sluipschutter hier op voort tegen Roma.
Op bezoek bij de enige overgebleven achtervolger van Juventus ontsnapte Nigel de Jong voor rust dan wel aan een strafschop voor een duidelijke handsbal; dat deed niets af aan de nagenoeg perfecte uitvoering van Inzaghi’s strijdplan. De Romeinen, met Kevin Strootman opnieuw negentig minuten op de bank, hadden het in fases lastig met de felle rossoneri en hadden op hun beurt geen klagen over een makkelijk gegeven rode kaart voor een handsbal aan Armero, die een einde maakte aan de hoop op meer dan een punt voor de bezoekers, die ook in de helse slotfase de 0-0 vasthielden.
Vriend en vijand strooide na afloop met complimenten voor de 41-jarige oefenmeester, die zelf liet weten dat ‘de juiste weg is ingezet, maar we hebben nog veel werk te doen.’ Het goede gevoel over de gekozen route komt uiteraard ook voort uit de geringe afstand met de derde plaats, goed voor de Champions League-playoffs. Keek Milan vorig jaar rond deze tijd tegen een kloof van 14 lengtes met nummer drie Fiorentina aan, is nu het trio Lazio-Napoli-Sampdoria slechts op twee puntjes afstand. Voor de recordhouder qua gespeelde Champions League-finales (zes) meer dan een wereld verschil.
Lazio stopt te vroeg met voetballen tegen veerkrachtig Inter
Die twee punten hadden er vier kunnen en eigenlijk ook wel móeten zijn. Na de 2-0 overwinning van Napoli op hekkensluiter Parma op donderdagavond (eveneens vanwege de Supercoppa) stonden de Partenopei tijdelijk solo op de derde plaats, maar hadden zowel Sampdoria als Genoa en Lazio de kans om daar overheen te gaan. De twee stadgenoten uit Genua lieten die mogelijkheid echter liggen, respectievelijk thuis tegen Udinese (2-2, waarbij de late gelijkmaker werd gescoord door de afzwaaiende Manolo Gabbiadini, die zo goed als zeker naar Napels verkast in januari) en uit bij Torino (2-1), nota bene nadat beiden eerst op voorsprong waren gekomen. Lazio zat twintig minuten voor het einde op bezoek bij Inter dankzij een haast perfecte wedstrijd op rozen middels een 2-0 voorsprong, maar zag de Milanezen daarna alsnog op gelijke hoogte komen.
De ploeg van Stefan de Vrij (en normaliter ook de enkele weken uitgeschakelde Edson Braafheid) liet echter wel een boodschap achter: houd serieus rekening met twee clubs uit Rome in de Champions League volgend seizoen. Dat zou echter niet iets unieks zijn: in zowel 2001/2002 als 2007/2008 namen beide hoofdstedelingen deel aan het kampioenenbal. Dat Roma één van de twee rechtstreekse tickets zal opeisen lijkt wel duidelijk, terwijl de strijd om het resterende toegangsbewijs zich voorlopig uitstrekt tot minimaal zeven clubs.
Lazio maakt van al deze ploegen de meest solide indruk. Er zit veel voetbal in het elftal, dat daarnaast echt een eenheid vormt en geen zwakke plekken lijkt te kennen. Van de ervaren klasbak Federico Marchetti in het doel tot aan de makkelijk scorende spitsen Miroslav Klose en Filip Djordjevic, van wie er slechts één tegelijk in de basis kan staan. Aanvoerder Stefano Mauri vervangt de laatste weken zonder problemen de geblesseerde rechtsbuiten Antonio Candreva, terwijl de van origine middenvelder die positie op een heel andere manier invult. Verder kan trainer Stefano Pioli wekelijks bijna dezelfde equipe de wei in sturen.
Tegen Inter startten de biancocelesti furieus en was het uitblinker Felipe Anderson die de score opende. De Braziliaanse linksbuiten speelde een halfuur later ook een counter voortreffelijk uit, waarmee het duel in het slot gegooid leek. Temeer daar de Lazio-defensie onder leiding van de steeds beter aan de Serie A gewend rakende De Vrij absoluut geen krimp gaf.
Totdat in de tweede helft de worstelende ploeg van Roberto Mancini aan een tegenoffensief begon. Er was al enkele minuten sprake van een ander Inter, toen de twintigjarige middenvelder Mateo Kovacic een afgeslagen bal ineens op de pantoffel nam, op twintig meter van het doel. Zijn streep liet Marchetti volslagen kansloos en vanaf dat moment kwamen de bezoekers niet meer in het stuk voor. Uitgerekend Rodrigo Palacio kopte de 2-2 in de touwen. De Argentijnse spits, steevast één van de eerste namen op het wedstrijdformulier, zowel onder Walter Mazzarri als onder diens opvolger Mancini, stond het hele seizoen nog droog. Pas in z’n zeventiende officiële wedstrijd was het raak, 225 dagen na zijn laatste treffer, nota bene ook toen thuis tegen Lazio.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten