donderdag 1 januari 2015

Arsenal 2.0, deel II

foto: Ronnie MacDonald (flickr)

Lees hier deel één.

Na de aanstelling van Arsène Wenger als manager van Arsenal, achttien jaar geleden, vond de club uit Noord-Londen de aansluiting met de absolute wereldtop. De Gunners eindigde sindsdien steevast in de top 4 van de Engelse Premier League en overwinterde ook in de Champions League vrijwel elk seizoen. De Fransman veranderde bovendien het imago van boring Arsenal. Saai en voorspelbaar voetbal maakte plaats voor verfijnd voetbal met een surplus aan technisch en tactische vermogen.

Maar waar de club uit Noord-Londen zich in de eerste helft van het tijdperk Wenger telkens terugvond op plek één of twee, moesten de supporters van Arsenal het in het tweede deel steeds doen met plek drie of vier in de eindklassering van de competitie. Kortom, Arsenal bleek de laatste jaren, ook in Europa, een lastige, maar te nemen hobbel voor concurrentie in hun jacht op eremetaal.

The Invincibles
Terugkijkend ging Wenger, mede ingegeven door het financiële beleid bij Arsenal, in de afgelopen jaren met name prat op zijn zorgvuldige speurwerk. Van de ultieme voetbalmachine die in het seizoen 2003-04 nog ongeslagen kampioen werd, zwaaide Gilberto Silva in 2008 namelijk als laatste der Mohikanen af. In de drie seizoenen daar aan voorafgaand trokken basisspelers Patrick Vieira (2005), Dennis Bergkamp, Robert Pirès, Sol Campbell, Ashley Cole, Lauren (allen 2006), Thierry Henry en Freddie Ljungberg (beide in 2007) de deur in Noord-Londen achter zich dicht. Met Robin van Persie en Cesc Fàbregas als nieuwe leiders, dacht Wenger hierna met jong talent nogmaals de voetbalhemel te kunnen bestormen.

Die gedachte bleek een misvatting. Sterker nog, zijn beide oogappels vetrokken naar respectievelijk aartsrivaal Manchester United en FC Barcelona. De reden? Een ‘verschil in visie’ (lees: het al dan niet uitgeven van grote sommen geld voor absolute wereldklassespelers). Nu het grote geld eindelijk kan worden uitgegeven – zoals wij van Sportpreview in het artikel Arsenal 2.0 deel I reeds hebben beschreven – zou de Londense club er verstandig aan doen om terug te keren naar hun comfort zone. Het nieuwe Arsenal zal zich voor fonkelnieuw zilverwerk één-op-één moeten spiegelen aan haar illustere voorganger.

De succesformatie die Wenger in de begin jaren '00 creëerde bestond namelijk louter uit topspelers die in de bloei van hun carrière verkeerden. Naast de hierboven genoemde negen spelers maakte ook Kolo Touré en Jens Lehmann deel uit van de basisequipe. Een solide, fysiek krachtige verdediging, een robuust maar ook ragfijn middenveld en een briljante voorhoede waar de individuele kwaliteit er van af droop. The Invincibles, werden ze liefkozend genoemd. Op de bank zat bovendien een mix van jong talent en ervaring. Jongens als José Antonio Reyes en Gaël Clichy naast Sylvain Wiltord en Ray Parlour. Moeiteloos werden ze ingepast in de geoliede machine die Wenger had gecreëerd.

Doorpakken
Om voor het Arsenal 2.0 de nodige aankopen mogelijk te maken, zal er eerst ruimte moeten worden gemaakt in de kleedkamer. Nacho Monreal, Tomás Rosický, Mikel Arteta, Mathieu Flamini, Abou Diaby, Lukas Podolski, Ryo Miyaichi en Joel Campbell. Allemaal spelers die minstens één ding gemeen hebben: ze mogen weg. Gezien het huidige transferlandschap zal het geen enorme opgave zijn om deze heren te slijten aan de Europese middenmoot. Desnoods worden contracten ontbonden, want op het veld dragen ze weinig tot niets bij. Doorpakken is het devies.

Met David Ospina en Wojciech Szczęsny heeft Arsenal twee doelmannen in de selectie waarmee ze uit de voeten kunnen. Wellicht niet de absolute top, maar die ligt dan ook reeds vast bij de rest van de Europese top.

De defensie is de zwakke plek van de huidige selectie. Hier valt een hoop te winnen voor Arsenal. Op de rechtsbackpositie, waar Mathieu Debuchy, net als Calum Chambers, niet per se onderdoet voor zijn voorganger Lauren, schuilt het gevaar niet. Aan de andere kant van de grasmat (linksback) hebben Kieran Gibbs en de uitgeleende Carl Jenkinson eveneeens de potentie om het niveau van Ashley Cole te evenaren. Het centrale duo Mertesacker-Koscielny voldoet echter totaal niet aan de standaard die Touré en Campbell zette. Mannen als Raphaël Varane (Real Madrid, €25 mln.) en Mats Hummels (Borussia Dortmund, €40 mln.) volstaan daarentegen wél. Vooral de jonge, sterke Varane is een speler naar het hart van Wenger. Alternatieve opties zijn Ezequiel Garay, Jan Vertonghen en Aymeric Laporte.

Een linie naar voren is er eigenlijk maar één speler die alles in zich heeft wat manager Wenger zich maar kan wensen: Yaya Touré (€35 mln.). Krachtig, creatief, beschikkend over een onwaarschijnlijk pace en een neusje voor de goal. Is het aannemelijk dat Manchester City hem laat gaan? Nee, maar pik broer Kolo transfervrij op, doe er een slagroomtaart bij – daar schijnt de familie Touré gevoelig voor te zijn – en een geforceerde overgang is in de maak. Het is overbodig om te vermelden dat Yaya hiermee de beoogde opvolger van Vieira zou zijn en een cruciale rol in het nieuwe Arsenal moet gaan vertolken. In de rol van Gilberto Silva zijn zowel Yohan Cabaye (Paris St. Germain, €20) als Moussa Sissoko (Newcastle Utd., €20 mln.) welkome versterkingen. Alternatieve opties voor de twee controlerende posities op het middenveld zijn Sami Khedira, Maxime Gonalons en Paulinho.

Qua creativiteit op de flanken en het middenveld heeft Wenger momenteel voldoende deugdelijke mogelijkheden. Alexis Sánchez is de moderne Pirés, met achter zich Jack Wilshere, en voor het type-Ljungberg staan Theo Walcott en Aaron Ramsey klaar – waarin Wilshere en Ramsey in een iets andere rol zullen komen te spelen. De lichtvoetige Mesut Özil en Santi Cazorla koppelen hun ragfijne techniek aan een fenomenaal gogme en een esthetisch perfecte motoriek. Bergkamp, dus.

Thierry Henry
De punt van de aanval... Welke voetballer Wenger ook in de spits posteert, geen van allen zal ooit uit de schaduw van Henry kunnen treden. Arsenal’s topscorer aller tijden was bij vlagen onnavolgbaar. Tweemaal won hij de Gouden Schoen en in de ruim acht seizoenen in het shirt van de Noord-Londenaren won hij ook nog twee keer de Engelse titel, drie keer de FA Cup en twee keer tilde hij als aanvoerder van de Gunners het Community Shield omhoog. Om over de ontelbare persoonlijke prijzen nog te zwijgen.

Toch is er één naam die bovenaan het lijstje prijkt. Karim Benzema (Real Madrid, €40 mln.) is als spits van het Franse nationale elftal eigenlijk al in de voetsporen van zijn illustere voorganger getreden. De 27-jarige Benzema is in zekere zin dan ook voorbestemd om als spits van Arsenal zijn dodelijke precisie te tonen. De onbetwiste nummer negen van Les Blues moet voor de benodigde efficiëntie zorgen. Olivier Giroud is een prima plaatsvervanger in nood, maar niet de killer die Arsène Wenger nodig heeft om het de wereldmachten van vandaag moeilijk te maken. Een alternatieve optie is Edinson Cavani.

Wil Arsène Wenger weer rustig langs de lijn staat in zijn karakteristieke pose én dito lange winterjas, genietend van perfect uitgevoerd positiespel in combinatie met de benodigde efficiëntie, dan heeft Sportpreview het lijstje aankopen bij deze alvast klaarliggen. Echter, zonder tastbaar resultaat houdt zelfs de mooiste filosofie geen stand. De as van het veld is rijp voor een grondige renovatie. Arsenal móet flink investeren in mannen als Yaya Touré en Benzema wil het weer zicht krijgen op de échte grote prijzen. Opportunistisch geneuzel over de houdbaarheidsdatum van Wenger ten spijt, het gaat om kwaliteit en dat ontbeert Arsenal momenteel. Arsenal moet back to black.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten