woensdag 28 januari 2015

De wegselectie voor het WK Veldrijden

Foto: Flickr

Zondag 2 februari wordt in het Tsjechische Tabor gestreden om één van de meest iconische trofeeën in de sportwereld, de Regenboogtrui. Dan gaat het om de wereldkampioenstitel in het veldrijden. Sportpreview blikt vooruit. Later in de week serieus, maar eerst met een knipoog. Welke wegrenners zouden op het WK veldrijden geen modderfiguur slaan?

Dat de combinatie tussen het veld en de weg te maken is, is in het verleden meer dan eens bewezen. De huidige wereldkampioen, Zdenek Stybar, won in de aanloop naar die wereldtitel vijf World Tourwedstrijden op de weg, waaronder het eindklassement van de Eneco Tour. Ook Lars Boom, afgelopen jaar de eerste Nederlander in negen jaar die een Touretappe won, mocht zich al eens wereldkampioen in het veld noemen. In verder verleden was Adri van der Poel zowel winnaar van een wereldtitel als van wegklassiekers als Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Vlaanderen.

Veldrijders maken met grote regelmaat de overstap naar de weg. Talent Mike Teunissen werd in de jeugd eerst tweede en daarna eerste op het cyclocross wereldkampioenschap voor junioren maar is (na winst in Parijs-Roubaix en Parijs-Tours voor junioren) zich inmiddels ook aan het richten op een wegcarrière. De omgekeerde weg bewandelt men echter zelden. Mede ingegeven door het soort wedstrijden dat bovengenoemde coureurs wonnen (veel kasseienwedstrijden) hebben wij negen renners gezocht die een kans zouden maken om op het WK veldrijden langer dan één ronde in het wiel van toppers als Lars van der Haar, Wout van Aert en Sven Nys te blijven.

Krachtmensen en Flandriens



Als er één renner zonder twijfel de power in de benen heeft om een uur lang door het veld te ploegen, dan is het het krachtmens onder krachtmensen Fabian Cancellara wel. We schrijven Spartacus dus als eerste op ons wedstrijdformulier. Drie keer Ronde van Vlaanderen, drie keer Parijs-Roubaix, drie keer E3 Prijs Harelbeke en twee keer Strade Bianche op zijn palmares, opgeteld bij zijn eindeloze reeks tijdritzeges, rechtvaardigen zijn plek.

Peter Sagan heeft een verleden als mountainbike- en cyclocrosskampioen in de jeugd. Hij won in beide disciplines de Europese titel in 2007. In 2008 werd hij wereldkampioen op de MTB en tweede in het veld. Bij de profs op de weg won hij Gent-Wevelgem, de Brabantse Pijl, etappes in de Driedaagse De Panne en de E3 Prijs Harelbeke. In de grote stenenklassiekers en de Strade Bianche reed hij ook al meerdere ereplaatsen bijeen. Peter Sagan krijgt ook een plek in onze ploeg.

Allrounder Michal Kwiatkowski is de regerend wereldkampioen op de weg. Hij was ook al eens wereldkampioen tijdrijden bij de junioren. Buiten zijn indrukwekkende zege in de Strade Bianche vorig seizoen, waar hij Peter Sagan klopte, heeft hij weinig referenties in de 'crosswedstrijden' op de weg. Toch geloven wij in zijn inhoud en vermogen een veldrit tot een goed einde te brengen. Dankzij zijn veelzijdigheid krijgt de Pool een kans in ons team.

Andere krachtpatsers die wij een kans zouden gunnen zijn de Welshman Geraint Thomas, die al enkele jaren voorin meestrijdt in de kasseienklassiekers, de Fransman Sebastièn Turgot en de Vlaming Sep Vanmarcke. Thomas wist al een handvol top tien klasseringen te verzamelen en was bovendien goed in een andere wielerdiscipline, de verschillende onderdelen op de baan. Turgot reed verschillende top tien plaatsen bijeen in de bekende klassiekers, met als hoogtepunt zijn tweede plek in Parijs-Roubaix in 2012. Vanmarcke werd in 2010 tweede in Gent-Wevelgem, in 2012 won hij Omloop Het Nieuwsblad, in 2013 werd hij tweede in Parijs-Roubaix en vorig jaar pakte hij de derde plek in de Ronde van Vlaanderen.

Buitenbeentjes



Naast de geijkte namen die het voorjaar kleuren kunnen drie renners op een selectie voor het Sportpreviewteam rekenen die minder snel in het oog springen in de wedstrijden op de macht. Van hen is Greg Van Avermaet misschien nog wel de meest logische. Van Avermaet is immers een alleskunner die zowel de top tien van de stenenklassiekers als die van de heuvelklassiekers Luik-Bastenaken-Luik en Milaan-San Remo wist te behalen. Ook won hij het puntenklassement in de Vuelta a España al eens. Waarom dan niet een modderkoers?

Laatbloeier Jean Christophe Peraud werd afgelopen jaar op 37-jarige leeftijd ineens tweede in de Tour de France. Bij zijn Tourdebuut in 2011, toen hij 34 was, werd hij ook al eens negende. Dat Peraud pas laat tot grote hoogten steeg op de weg heeft alles te maken met zijn succesvolle mountainbikecarrière. In 2005 werd hij Europees kampioen. Wat hij op de MTB en de wegfiets kan moet hij ook in de cyclocross kunnen.

De wild card in onze ploeg gaat naar regerend Maillot Jaune Vincenzo Nibali. Nibali is één van slechts een handvol wielrenners in de geschiedenis die alle drie de grote rondes op zijn naam wist te schrijven. Afgelopen jaar volmaakte de Italiaan de trilogie met zijn eindzege in de Tour de France. Een belangrijke slag sloeg hij in de beestachtige kasseienrit naar Arenberg, gewonnen door Lars Boom. In zijn debuutjaar, 2006, eindigde hij bovendien op de derde plaats in de Eneco Tour, destijds hield hij zich ook goed staande op de moeilijke wegen van de Lage Landen. Buiten dat is de Siciliaan een erkend meesterdaler. Zelf zei hij daar al eens over: 'vroeger mountainbikede ik veel, daardoor weet ik mijn fiets goed te besturen.' Of beschikt Nibali gewoon over een verborgen talent?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten