Foto: Robert Hertel/Flickr
Beste Wouter,
Tonny Vilhena is boos. Boos op Fred Rutten. Boos op Martin van Geel. Boos op Feyenoord. Hij hoort er namelijk altijd in te staan. Hij heeft ooit, zo´n jaar of twee geleden, eens twee goals in één wedstrijd tegen Willem II gemaakt. Als dat nog niet voldoende bewijs is, wat dan wel? En dus ergert Vilhena zich er lustig op los.
De transferveemarkt is weer geopend en het eerste handjeklap is alweer te horen. Ook in Rotterdam probeert men gebruik te maken van de midwinterse mogelijkheid om een aantal paar overbodig geworden benen De Kuip uit te werken. Schaken, Verhoek en Steenvoorden mogen gaan. Tonny Vilhena staat expliciet niet op dat lijstje. In het Maasgebouw weten ze ook wel wat voor vlees ze in De Kuip hebben. Vilhena kon nog wel eens heel belangrijk worden als de hamstrings verrekken en de enkelbanden scheuren bij de basiself. In het geheim wordt de jonge dirigent ook wel eens op een andere positie dan het middenveld getest. Een vertrek in januari maakt de bank ontzettend kwaliteitsarm.
Tonny is een echte hate it or love it speler. Hij is van het type waarvan ik zoveel houd. Ook tegen FC Emmen liet hij zich weer keurig in de kaarten kijken. Waar zelfs Colin Kazim de aardige jongen probeerde te zijn liep Vilhena in de vijfenveertig minuten die hij mee mocht doen vierenveertig minuten verongelijkt rond. Dat het voor iedereen, spelers, trainers en supporters, een gezellige middag was leek Tonny niets te kunnen schelen. Tonny was de ster die niet aan zijn shirtje getrokken mocht worden door dat stelletje uit Emmen. In zijn voorkomen staat hij altijd een trede hoger dan in zijn prestaties want die prestaties zijn na vier jaar profvoetbal nog niet noemenswaardig. Tonny mziet er, et zijn gesoigneerde haar inclusief strakgeschoren inkepingen en zijn iets te ruime bontkraagjas, uit als een volle zalen trekkende rapper. De tribunes van de stadions stromen echter nog lang niet voor hem vol.
Het probleem met Tonny is dat niet alleen hij, maar iedereen weet dat hij echt heel goed kan voetballen. Zijn huidige houding past niet bij zijn kwaliteit. Het zit hem even tegen en hij gedraagt zich direct als een schoolmeisje. Tonny, afgelopen zaterdag werd hij pas twintig jaar, is eventjes een half jaartje niet de grote belofte en direct begint hij te schermen met allerlei drastische maatregelen. Tonny kan naar Sunderland, naar Napoli, naar Borussia Dortmund en een hele schare fans van andere clubs hoopt dat bij een luide lokroep ook hun technisch directeuren eens een belletje naar Martin van Geel zullen plegen. Dat hij, niet alleen als voetballer maar ook als mens, veel beter af is als hij de strijd aangaat en Lex Immers of Karim El Ahmadi uit de eerste elf van Feyenoord speelt lijkt niemand hem in te fluisteren. En dat is jammer want Tonny is een winnaar. Zoals zijn voormalig jeugdtrainer Cor Adriaanse vorig jaar zei: 'die daar (wijzend naar Vilhena) wilde altijd winnen en die moest je echt leren dat het ook weleens anders liep.'
Het is het negatieve bijproduct van de florerende jeugdopleiding van Feyenoord. Er wordt in het leven ook wel eens verloren en je kunt er ook wel eens naast staan. Leroy Fer en Georginio Wijnaldum vonden ook al heel snel dat ze beter konden. Net als Kelvin Leerdam. Een hele reeks talentvolle A- en B-jeugd trok al vroeg naar Engeland en Frankrijk met in het achterhoofd het idee dat ze de allerbeste speler op de Europese jeugdvelden waren. Zo groot is de overmacht bij tijd en wijle op Varkenoord. Eenmaal aangeland bij de profs volgt een fikse realitycheck.
In een tijd waarin het Nederlands voetbal vooral zoekende naar zichzelf is zien wij, de volgers, de talenten het liefst met de kracht van een atoombom exploderen. Bij voorkeur speelt Oranje in 2016 met drieëntwintig late tieners en vroege twintigers heel Europa naar huis tijdens een krachttoer langs de Franse stadions. Natuurlijk resulterend in eindelijk weer eens zilverwerk voor de prijzenkast in Zeist. De jonge honden zijn de sterren van het sprookje. Want zoals je waarschijnlijk op de middelbare school geleerd hebt wint in het sprookje de zwakste, lelijkste of jongste altijd. Onze talenten gaan daarom soms iets te snel in zichzelf geloven. Juist Vilhena is die sprookjesstatus allang ontgroeid. Juist hij, de jongen die in 2012 de beslissende strafschop in de finale van het Ek u17 erin durfde te schieten, zou al vroeg volwassen moeten zijn. En juist hij zou zich als voorbeeld voor alle jonge profs van Nederland moeten opwerpen. Door te vechten voor zijn plek en als winnaar uit de strijd te komen.
Ik spreek je vrijdag,
Lionel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten