Het is inmiddels traditie in Italië: voetballen met Driekoningen. Omdat u in dit niet (meer) zo katholieke land gewoon naar school of kantoor was: bij dezen het overzicht van de zeventiende speelronde in de Serie A. Zoals gewoonlijk verzorgd door Serie A-kenner en –propagandist Wouter Pennings.
Knarsentandend Roma komt dichterbij moe Juve
We beginnen het overzicht weer eens aan kop, daar waar de strijd om de scudetto net als vorig seizoen een duidelijke twee-paarden-wedloop is. Juventus had drie punten voorsprong op Roma en hield er met pijn en moeite nog eentje over na het treffen met Inter in de Derby d’Italia, de bijnaam die de wedstrijd tussen de twee destijds meest gelauwerde Italiaanse ploegen in 1967 kreeg. In het Juventus Stadium hielden de koploper en de nummer twaalf van de ranglijst elkaar op 1-1.
Net als tegen Lazio in de laatste speelronde van 2014 toonde Inter zich veerkrachtig. De ploeg van Roberto Mancini riskeerde voor rust een forse pandoering, maar zocht met ‘slechts’ een 1-0 achterstand (door wie anders dan Carlos Tévez) de kleedkamers op. In de tweede helft keerde het tij. Mauro Icardi vestigde definitief zijn naam als Juve-killer. De pas 21-jarige Argentijn maakte alweer zijn vijfde treffer in vier optredens tegen De Oude Dame. Hij had de zaken vlak voor tijd nog mooier kunnen maken, maar miste een open kans op aangeven van invaller Lukas Podolski, die op zijn beurt qua looptred deed denken aan Inter-legende Ronaldo.
Op haar beurt deed Roma op bezoek bij Udinese wat het moest doen. Met Kevin Strootman weer eens in de basis en invaller Urby Emanuelson die pas voor de tweede keer dit seizoen wat minuten mocht maken (en bovendien nog een kans op 0-2 kreeg) werd er moeizaam met 0-1 gewonnen. De hoofdstedelingen hielden zich daarmee voorlopig wel aan de belofte van aanvaller Alessandro Florenzi, die als geboren Romein plechtig zwoor ‘bloed te zullen spugen voor de landstitel’.
Het ging na afloop echter niet of nauwelijks over de wedstrijd. In plaats daarvan stond het wel of niet invoeren van doellijntechnologie weer eens volop in de schijnwerper, door het vermeende spookdoelpunt waarmee Roma de punten over de streep trok. Een kopbal van verdediger Davide Astori uit een vrije trap van Francesco Totti stuitte via de lat en de grond weer uit het doel, waarbij de bal niet geheel de lijn leek gepasseerd. De treffer werd toegekend en in voetbalobsessief Italië heerste op z’n zachtst gezegd niet de sfeer die bij de feestdag hoort.
Lazio en Napoli overtuigen: wordt strijd om plek drie een lichtblauwe tweestrijd?
Het gevecht om het cruciale laatste Champions League-ticket leek een moordende te worden, maar een slag verder liggen de kaarten weer iets anders. Lazio mocht een rechtstreeks duel uitvechten met mede-nummer drie Sampdoria, dat echter slapjes voor de dag kwam in het Stadio Olimpico: 3-0. Geen moment wekte de ploeg van voormalig Lazio-icoon Sinisa Mihajlovic de indruk nog een werkelijke kandidaat in die strijd te zijn, allicht mede veroorzaakt door het tussentijdse vertrek van sterspeler Manolo Gabbiadini naar Napoli.
Aan de zijde van de thuisploeg eiste vooral Felipe Anderson een hoofdrol op. De Braziliaanse dribbelaar is de laatste weken de absolute man in vorm, getuige zijn bijdrage aan liefst acht van de laatste negen Lazio-doelpunten. Tegen Samp nam de 21-jarige vleugelflitser met twee assists en een doelpunt de gehele productie voor zijn rekening. De soevereiniteit van zijn dribbels stond symbool voor het overwicht van de biancocelesti, die meteen lering leken te hebben getrokken uit de vlak voor kerst bij Inter verspeelde punten.
Ook Napoli bevestigde haar kandidatuur voor de derde plaats. Uit bij Cesena boekte de formatie van Rafa Benítez een indrukwekkende 1-4 zege. Via de erkende schutters José Callejon, Gonzalo Higauín (tweemaal) en Marek Hamsik liepen de Partenopei keurig verdeeld over beide helften uit naar een comfortabele voorsprong, waarna het doelpunt van Franco Brienza nog slechts statistische waarde had. Opvallend was dat Jonathan de Guzman de voorkeur kreeg boven Dries Mertens, die met zijn assist als invaller zijn trainer gelijk leek te geven: de Belg rendeert met zekerheid als hij gebruikt wordt als wissel.
Milan wil het spel maken, maar kan ’t niet
Terwijl bovengenoemde ploegen uitliepen en concurrenten als Sampdoria, Genoa, Fiorentina en Inter allen punten verspeelden, verslikte Milan zich lelijk in een ogenschijnlijk eenvoudige opdracht. Tegen Sassuolo verspeelde het elftal van Filippo Inzaghi een voorsprong, om vervolgens – amper een week na de triomfantelijke oefenzege op Real Madrid – met 1-2 te worden geklopt in het eigen San Siro.
De eerste twintig minuten leek er niets aan de hand voor de veelvuldig ten aanval trekkende rossoneri, die via Andrea Poli verdiend de score openden. Een counter die de marge had kunnen verdubbelen werd niet op waarde geschat door Stephan El Shaarawy, waarna de bezoekers langszij kwamen. Met een bekeken bal zette Domenico Berardi vervolgens Nicola Sansone vrij, die doelman Diego Lopez eenvoudig verschalkte. Het spel aan Milan-zijde werd stroperiger en uit een hoekschop, waaruit met de bewierookte standaardsituatiespecialist Alex binnen de lijnen normaal gesproken geen gevaar dreigt, schoot Simone Zaza de groenzwarten zomaar op voorsprong.
Het spelbeeld daarna illustreerde de onmacht van Milan, dat zich als ploeg zoveel lekkerder voelt als het wat inzakt en de rappe aanvallers Jérémy Ménez, El Shaarawy en nieuweling Alessio Cerci kan lanceren. Hoe dichter zij bij het doel van de tegenstander komen, hoe moeilijker het voor hen is om gevaar te stichten. Hopelijk voor de volgens eigen telling Wereldwijd meest gelauwerde club geeft het stof tot nadenken. Niet zozeer bij trainer Inzaghi, als wel op de burelen van Casa Milan, waar het beleid wordt uitgezet dat de coach dient te volgen. Dominant voetballen is het devies. Maar het is de vraag of het het huidige spelersmateriaal dat ooit voldoende kan uitvoeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten