De hedendaagse wielerliefhebber hoeft niet meer te wachten tot het laatste weekend van februari tot hij zijn ridders op de stalen ros weer in actie kan zien. De nieuwjaarskruitdampen zijn nog maar nauwelijks opgetrokken of bij de eerste koersen klinkt het startschot al. Zo begint de mondiale top aan zijn seizoen in Australië met de Tour Down Under en is de Argentijnse Tour de San Luis het decor voor de subtop. Althans, als we de waardering van de UCI mogen geloven. Een flinke miscalculatie.
In de eerste divisie van het mondiale wielrennen, de Pro Continental Tour, zijn een fiks aantal wedstrijden en etappes te vinden die menig wereldtopper knikkende knieën bezorgen. Zo zijn later dit jaar wedstrijden als de Italiaanse kasseienkoers Strade Bianche en etappewedstrijd Giro del Trentino te bekijken, rijdt men door de Oostenrijkse bergen in de Österreich Rundfahrt en wordt in de Verenigde Staten gestreden in de Tour of Utah en de USA Pro Challenge. Zelfs in Nederland staat een echte krachttoer gepland, de eendaagse kasseienkoers Ronde van Zeeland. De eerste grote krachtmeting komt echter morgenmiddag (plaatselijke tijd) al aan bod. Dan staat de beestachtige beklimming naar Alto del Amago op de kalender.
Lange adem
Op het eerste oog lijkt de Amago een alledaagse klim. Wie uitsluitend naar de cijfers kijkt ziet een berg van 10,5 kilometer tegen een stijgingspercentage van 7,6 procent met een uitschieter tot elf procent. Niets om bang van te worden. Voor wie weleens een Europese wielerkoers kijkt, denk bij deze cijfers aan de traditionele Giro d'Italia klim Mortirolo (vanuit Monno). Vele bergen boezemen meer angst in, van Alpe D'Huez tot Tourmalet, van Zoncolan tot Angliru. Schijn bedriegt. De klim, waarvan de top ook de finish van de etappe vormt na 142,5 kilometer, begint namelijk niet op 10,5 kilometer van het einde maar, schrik niet, op 110,5 kilometer van het einde. Al na een goede dertig kilometer begint de weg vals plat omhoog te lopen en worden al een goede vierhonderd hoogtemeters bevochten. Ook de laatste klim van zaterdag mag er zijn. Op Sierra Comechingones ligt de streep op maar liefst 2150 meter hoogte. Om op de slotdag af te sluiten met een plaatselijk parcours in en om San Luis waar de weg nooit recht vooruit loopt.
Het contrast van deze B-wedstrijd met de topkoers in Australië is dan ook groot. Waar vijf vlakke etappes slechts worden onderbroken door een klim die weliswaar stijl is maar niet voor niets de naam Willunga Hill in plaats van Willunga Mountain draagt. Met zijn zeven procent stijgingspercentage over een lengte van drie kilometer is hij geen partij voor heuvels als de Muur van Huy (8,7%, 1,5 kilometer), de Planche des Belle Filles (8,4%, 5,7 kilometer), La Redoute (9,4%, 1,5 kilometer) en de Stockeu (9.7%, 2,3 kilometer). Zelfs al wil de wedstrijdorganisatie de volger maar al te graag laten geloven van wel.
Opgeschoonde kalender
Om tot een echte Champions League in het wielrennen te komen zal de kalender eens te meer onder de loep genomen moeten worden. De bovenstaande vergelijking is zoals gezegd niet de enige 'scheefgroei' in wielerland. Zelfs binnen de continentale tour wordt om onduidelijke redenen (die zeer waarschijnlijk uitsluitend op sponsorbelangen zijn terug te voeren) een koers als de Dubai Tour, die slechts een handvol sprintaankomsten telt en nergens echt bergop gaat, zwaarder gewogen dan de eerder genoemde koersen in Argentinië, Amerika, Italië, Nederland en Oostenrijk.
Voorlopig, en zeer waarschijnlijk nog vele jaren, zal de Tour Down Under de World Tour voorkeur blijven krijgen boven de schitterende klimetappes in Zuid-Amerika. Als troost bieden we de beelden van een ontketende Nairo Quintana op de Alto del Amago in 2014. De Colombiaan reed het gehele peloton (op een onbekende Argentijn na) op meer dan een minuut. Zelfs binnen de top tien bleven renners niet op minder dan drie minuten afstand van het supertalent.
http://youtu.be/WJC5Zur52gQ
Geen opmerkingen:
Een reactie posten