Daytona zondag, het is één van die dagen in Amerika waarop alles even stil lijkt te staan. Als de meest iconische stockcarrace gaande is trekt dat jaarlijks zo rond de dertig miljoen kijkers naar de beeldbuis. Op het hoogtepunt, de race van 2006, keken maar liefst 37 miljoen liefhebbers naar het spektakel, tweeënhalf keer de Nederlandse populatie. Voor een sport waarin slechts (gekscherend) één handeling wordt verricht, het sturen naar links, geen slechte cijfers. Slechts de NFL kan betere kijkcijfers overleggen.
Ook deze zondag rekent men op een piekmoment in kijkcijferdichtheid. Dat is niet voor niets want een echte legende van de stockcarsport is voor de laatste keer nabij Daytona Beach te vinden. Jeff Gordon trapt in Florida zijn allerlaatste seizoen af. Gordon dankt een groot deel van zijn faam aan zijn drie zeges in de Daytona 500, in 1997, 1999 en 2005. Bovendien behoort hij tot de top drie aller tijden. Publieke belangstelling gegarandeerd bij zijn afscheidstoernee.
Korte geschiedenis
Als de wedstrijd zoveel bekijks in eigen land trekt, hoe kan het dan dat men hier nergens over rept? De vijfhonderd mijlen op de Daytona International Speedway in Florida genieten pas sinds enkele jaren enig aanzien in Europa. Stockcarracen was lang geen tak van autosport die Europese coureurs naar de andere kant van de oceaan lokte. Te weinig eer te behalen, zo vond men. De krachtmeting behoort bijvoorbeeld niet tot de ultieme droomreeks overwinningen voor de autocoureur, de zogenaamde triple crown, het winnen van de Grand Prix van Monaco, de vierentwintig uur van Le Mans en de Indianapolis 500. Een huzarenstukje dat overigens pas één keer in de geschiedenis voorkwam, gedaan door de Brit Graham Hill.
Zelfs in alternatieve definities van die drie-eenheid, met daarin andere races, wordt nooit over de Daytona 500 gerept. Dat is ook niet zo vreemd want goedbeschouwd is de Daytona 500 nog een jong evenement. De eerste editie werd in 1959 verreden, als opening van het circuit. Toch heeft de wedstrijd vooral in eigen land snel naam gemaakt. Daarbij geholpen door een sensationele eerste editie waarbij direct na afloop een coureur (Johnny Beacuchamp) tot winnaar werd gekroond die drie dagen later toch niet de eerste voor bij de finishvlag bleek te zijn.
Sindsdien was het kostje gekocht voor de NASCAR-organisatie. Drie decennia later waren alle klassieke sportevenementen van het land, niet alleen op racegebied maar bijvoorbeeld ook de NBA Finals en de World Series, voorbijgestreefd. De afgelopen twintig jaar was Daytona 500 ruimschoots de baas over de Indianapolis 500 als het om binnenlands televisiepubliek gaat. Daardoor staat de opening van het NASCAR-seizoen inmiddels ook bekend als The Great American Race. Zelfs in de Verenigde Staten lijkt men te beseffen dat de race (of eigenlijk de gehele sport) meer dan cult is.
World domination
Nog altijd kijkt men aan onze zijde van de Atlantische oceaan liever naar Formule 1, Indycar of zelfs DTM of WTCC-kampioenschappen. Zulke afkeer is echter zelden tot nooit een probleem voor de Amerikanen. Zij komen simpelweg met een alternatief. Zoals men bijvoorbeeld ook niet aan soccer deed maar aan football. De triple crown van de Verenigde Staten beslaat daarom drie NASCAR-ontmoetingen. Naast de Daytona 500 zijn dit Aaron's 499 en de Coca Cola 600. Maar daar blijft het niet bij, het thuisfront is niet genoeg, ook de wereld moet overstag.
Ook in Europa loopt men langzaam warm. Dit is vooral te danken aan de inspanningen van de 'wilde' bond (NASCAR-wedstrijden staan los van de internationale autosport federatie FIA). Als Europa niet naar NASCAR komt, dan komt NASCAR wel naar Europa met de Euro series. De Amerikanen houden inmiddels toezicht op zo'n 1.500 races in Amerika, Canada, Europa en Mexico. Daarmee is de weg geplaveid voor datgene waar het allemaal uiteindelijk echt om draait, de Daytona 500.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten