maandag 2 februari 2015

Lionels Weekvisie: Heb de modder lief, Mathieu van der Poel

Beste Wouter,

Het was misschien net kwart over drie, gistermiddag, minder dan tien minuten na de aankomst. Mathieu van der Poel was zojuist met zijn twintig jaar en een handvol dagen de jongste wereldkampioen veldrijden aller tijden geworden. De Belgen zaten als geslagen honden in de Sporza studio. De Vlaamse duivel had de veldrijdwereld voor het tweede jaar op rij niet op de hoorns kunnen nemen.

De grote We moeten van die Van der Poel af-lobby kon beginnen. Of de jonge Poeleke meer in zijn mars had, vroeg presentator Karl Vannieuwkerke, misschien iets op de weg? Expert-analyticus Sven Vanthourenhout pakte de handschoen maar wat graag op. "Ik zie hem in de toekomst zeker klassiekers als Amstel Gold Race winnen," aldus de Belg die er ooit van beticht werd zijn Nederlandse werkgever belangrijker te vinden dan zijn nationale driekleur. Lars Boom en Zdenek Stybar hadden immers bewezen dat cyclocrossers zeker ook gemaakt waren voor een succesvolle loopbaan op de weg.

Het is niet geheel toevallig dat Mathieu van der Poel in één adem met Stybar en Boom werd genoemd door Vanthourenhout. Het is precies dit drietal dat water uit de eeuwige bron der Vlaams zelfvertrouwen wist te stelen in de afgelopen vijftien jaar. Want sportief gezien was het sinds de eeuwwisseling vaak kommer en kwel ten zuiden van Roosendaal. Hoewel de Belgische sport aan een remonte bezig is, is eigenlijk alleen het veldrijden echt van hen. Zoals wij 'Ollanders Sven Kramer hebben, zo hebben zij Sven Nys. En stopt Nys ermee dan hebben ze Wout van Aert achter de hand, zoals in Nederland Koen Verweij in de coulissen wacht tot Kramer afzwaait.

Waar in Nederland wordt nagedacht over hoe we het schaatsen een meer mondiaal karakter kunnen geven, daar proberen de Belgen krampachtig hun stukje sportwereld te behouden. Als ware zij het Gallië van de wedstrijdsport. Het was alsof Rintje Ritsma op een zondagavond na een verloren wk Allround zou verkondigen dat het misschien beter was als Chad Hedrick maar weer ging skeeleren. Het klonk eigenlijk enigszins kinderachtig.

Op de wegcarrière-discussie volgde een relaas over wie de beste man in koers was geweest. De als tweede geëindigde Wout van Aert, die zichzelf de hele week vakkundig had verscholen, had zich immers uit een schier onmogelijke achterstand knap teruggevochten. Wat als Van Aert die tegenslag niet was tegengekomen? Had hij dan kunnen winnen? Daarbij werd voor het gemak maar even voorbij gegaan aan de aloude cyclocross wet dat achtervolgen vele malen gemakkelijker is dan het tempo bepalen. Een richtpunt zien kost minder kracht dan een richtpunt zijn.

Gelukkig dacht de jongeling zelf heel anders over de toekomst. De Vlaming ter plaatse Renaat Schotte vroeg Mathieu van der Poel of hij de zojuist aangetrokken regenboogtrui nog wel vaker wilde winnen? 'Het liefst zo vaak mogelijk,' was zijn antwoord. 'Deze nemen ze me in ieder geval niet meer af.' Laten we hopen dat het nog heel lang duurt voordat hij de trui der truien moet afstaan. De Belgen mogen dan een eindeloze reeks aan toptalenten hebben voortgebracht, nimmer waren ze zo snel al zo goed als onze Mathieu.

Ik hoop nog vele jaren grote duels tussen Poel en Aert in het veld te mogen aanschouwen. De Zuiderburen zouden de talenten beiden net zo moeten omarmen. Ik overdrijf niet als ik zeg dat we dit jaar De Federer en Nadal, de Barney en Taylor, de Messi en CR7 van de cyclocross geboren hebben zien worden. Daar kan de sport alleen maar bij gebaat zijn. Of willen de Belgen echt dat hun nationale sport hetzelfde lot als ons wk Allround ontmoet? Een gestorven sport die nog slechts in één land telt? Heb de modder lief, Mathieu. Niet alleen voor ons, maar juist ook voor hen.

Ik spreek je vrijdag,

Lionel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten