Foto: Flickr/ Robert Hertel
Beste Wouter,
Vaak, wanneer het even niet zo goed met me gaat, denk ik aan Lex Immers. Echt waar. Lex is mijn reddingsboei in bange dagen. Waar anderen een schlemiel zien, zie ik een voorbeeld. Wat zou het mooi zijn als ik kon zijn zoals Lex.
Het is op dit soort dagen moeilijk om Feyenoord in een positief verband te gebruiken. Voorbijgaan aan de sloopwerkzaamheden en het wapengekletter in Rome van afgelopen week wordt al snel uitgelegd als struisvogelgedrag. Doen alsof het allemaal lekker draait na zo’n slappe vertoning tegen Excelsior idem dito. Toch ga ik het doen. Simpelweg omdat het allermooiste voetbalmoment van dit seizoen zich afspeelde in de wedstrijd tegen AS Roma, daar waar het eigenlijk om had moeten gaan. Ik zou mijn held een mes in de rug steken als ik het niet zou benoemen.
Heb je die foto gezien van Kazim met Tonny Vilhena op zijn rug? Rick Karsdorp die komt aansnellen. De Turkse spits heeft net de gelijkmaker gemaakt. Op de achtergrond zie je Lex Immers in de Curva, zoals jullie Italianen dat noemen, hangen. Met de supporters. Het hele moment voelt enigszins surrealistisch aan. Waar doelpuntenmakers tegenwoordig na het scoren een vooraf ingestudeerde eenakter opvoeren, daarbij alles en iedereen om zich heen negerend, was in Rome juist de aangever de grote ster. Lex rende als een dolleman over de sintelbaan. Kazim kwam hem achterna. De omgekeerde wereld.
Het is precies de wereld waarin Lex zich begeeft. Immers is een man die, onder de dekmantel van goede journalistiek, het pispaaltje van de Nederlandse sportverslaggeving is. Groot plezier schept men erin om Lex het middelpunt van gegoochel met feitjes en cijfers te maken. Het liefst met bijbehorende belachelijke conclusie. ´Immers schoot dan wel 289.000 maal op doel dit eredivisie seizoen, en hij miste ze allemaal, maar toch is hij de beste. Kijk maar naar dit staatje.´ Lachers op de hand gegarandeerd. Goedkoop scoren dus.
En wat doet Lex? Die gaat rustig verder waar hij mee bezig is, 1 op 3 sinds zijn komst naar de Kuip, prima gemiddelde voor een schaduwspits. Zichzelf terdege bewust dat hij nooit de beste zal zijn. Hij is niet gek, hij speelde tot zijn twintigste in de krochten van het Nederlands voetbal. Bakte hamburgers bij de Koning.
Diep van binnen wil iedereen de Hagenees zijn. Denk je dat de 20-jarige Lex van DSO Zoetermeer ooit had geloofd dat hij nu in het eerste van Feyenoord zou staan? Denk je niet dat al die amateurvoetballers die ooit een profdroom hadden maar uiteindelijk alleen het stadion in mochten om wedstrijdverslagen te schrijven, tot hun vijfendertigste diezelfde hoop bleven houden? Zelfs ik, met mijn anti-atletische bouw, droomde ooit dat ik in de Kuip mocht scoren. Lex is wat wij allen hadden willen zijn. De amateur die tussen de profs mag staan. En ook blijft staan.
Die goal in Rome, dat was zijn moment. Meer nog dan de doorbraak van Karsdorp of het gelijk van Kazim. Immers heeft er nooit een geheim van gemaakt een Serie A droom te hebben. Het verhaal gaat zelfs dat hij zich in 2010, na het Haagse wonderseizoen, bij meerdere clubs had aangeboden. Uit die droom is de 28-jarige nog altijd niet wakker geworden. Die vreugde-explosie kwam eruit voort. Hij hoopte zijn Italiaanse kostje ermee te hebben gekocht. Misschien dacht hij zelfs heel even aan Andy van der Meyde. Die raakte ook welgeteld één bal goed in zijn loopbaan en zat gelijk in het vliegtuig naar Milaan. Zeg, was dat niet in dit zelfde stadion?
Hij ging niet zomaar in de Curva hangen. Die mensen, die zijn zoals hij. Gewone jongens die hopen op iets beters. Als de Haagse ooievaar een gezicht had, dan was het dat van Lex Immers. Die kopbal op de lat, het was zijn hand van God. Onze hand van God. Een reminder voor wanneer het even iets minder gaat.
Ik spreek je vrijdag,
Lionel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten