maandag 16 februari 2015

Ondertussen in de Serie A (Speelronde 23)

Ondanks dat de contouren van de definitieve ranglijst zich amper halverwege februari al duidelijk beginnen af te tekenen, valt er nog genoeg moois op te diepen uit die prachtige slangenkuil die de Italiaanse competitie nog altijd is. Een overzicht van de fleurigste sierbloemen van het calcio, als vanouds gepresenteerd door Serie A-kenner en expert Wouter Pennings.

 

Fiorentina: het luxeprobleem dat allesbehalve een last is

Stel je voor: je hebt een bank met daarop grote, ervaren namen als Mario Gomez, Alberto Gilardino, Alberto Aquilani, Borja Valero, Joaquin, Manuel Pasqual, Juan Manuel Vargas en daarnaast een niet onaardig trio uit de Balkan: Nenad Tomovic, Milan Badelj en Josip Ilicic. Wie in hemelsnaam stel je dan op om dit surplus aan bewezen kwaliteit te overtreffen?

 

Trainer Vincenzo Montella wist het antwoord: uitgerekend op bezoek bij Sassuolo, de ploeg die inclusief drie invallers een volledig tricolore formatie op de been bracht, stelde de gewezen topspits een heel vreemdelingenlegioen op, met uitgerekend als enige Italiaan iemand die juist net uit China is teruggekeerd. Alessandro Diamanti kreeg tijdens de tweede helft nog wel gezelschap van Aquilani en Gilardino, maar toen was de 1-3 eindstand al bereikt.

 

Fiorentina blijft dus in het spoor van Napoli, dat op Sicilië met dezelfde cijfers de bietenbrug op ging tegen Palermo. De Viola dankten vooral de zelfopgeleide Senegalees Khouma Babacar, die met twee doelpunten een belangrijk aandeel had in de zege. De aanvalsleider had daarvoor al de assist geleverd voor de eerste paarse treffer van Mohamed Salah. De Egyptenaar bewees dat de ploeg er met het vertrek van smaakmaker Juan Cuadrado beslist niet op achteruit is gegaan met hem als vervanger. En dat terwijl men in Toscane al tweeënhalf seizoen lang niet heeft mogen genieten van het beoogde droomkoppel Giuseppe Rossi-Mario Gomez. Dat Montella niets tekort komt, blijkt onder meer uit het feit dat hij zelfs met twaalf wissels op de bank geen behoefte had aan Mounir El Hamdaoui, de man die met één doelpunt per drie minuten speeltijd het effectiviteitsklassement met een paar fietslengtes wint.

 

Met Inter (en Fredy Guarin) valt al twee weken niet meer te spotten

Alle gekheid op een stokje: voor Inter is het bittere ernst. Waar stadgenoot en mede-grootmacht Milan met het aanstellen van een beginnend jeugdtrainer als Filippo Inzaghi nog een signaal van vrijblijvendheid afgeeft, geven de Nerazzurri een duidelijk teken van de noodzaak van het presteren. Eerst werd de ervaren Walter Mazzarri opzij geschoven en zijn opvolger Roberto Mancini is al helemaal geen kleine jongen. Na een weifelende serie van tien wedstrijden waaruit slechts evenveel punten werden gebeurd, lijkt de zwartblauwe machine van il Mancio eindelijk op stoom. Moest vorige week het hoger geklasseerde Palermo er met 3-0 aan geloven; werd er ditmaal ook weer eens op vreemde bodem gewonnen: 1-4 tegen Atalanta.

 

De overwinning, die Inter voor het eerst sinds lange tijd weer in het linkerrijtje bracht, kan voornamelijk op het conto worden geschreven van Fredy Guarín. De Colombiaanse krachtpatser was tegen Palermo al belangrijk met een treffer en een assist en in het Stadio Atleti Azzurri d'Italia liet de middenvelder zien zowel met links als met rechts een bekeken afstandsschot in huis te hebben. Daarmee hielp El Guaro de ploeg voor en na rust aan een ruime voorsprong, die door Rodrigo Palacio vervolgens werd vervolmaakt.

 

Zeker de eerste goal van Guarín, die na zijn komst van FC Porto in de winterstop van drie seizoenen geleden nooit onverdeeld indruk heeft gemaakt, kwam op een goed moment. Bij een gelijke stand, die door Maxi Moralez in ere was hersteld na een vroege benutte strafschop van Xherdan Shaqiri, werd het verzet van de thuisploeg definitief gebroken. Daar kon ook invaller Urby Emanuelson niets aan veranderen.

 

Provincialen geven arrogante Lazio-voorzitter lik op stuk

Italianen en afgetapte telefoons: het is een garantie op taferelen die het midden houden tussen hilariteit en hysterie. Ook nu weer zorgde zo'n opname, nu eens niet gelekt door een overheidsinstelling maar gewoon heimelijk vastgelegd door de argwanende persoon aan de andere kant van de lijn, voor het nodige tumult in het immer broeierige Italiaanse voetballandschap. Lazio-voorzitter Claudio Lotito belandde in het oog van een orkaan omdat hij zich nogal laatdunkend een dreigend uitliet over een aantal zaken, waaronder een eventuele promotie van de huidige Serie B-koploper, het nietige Carpi.

 

De dappere klokkenluider luistert naar de naam Pino Iodice, algemeen directeur van Lega Pro-club Ischia Isolaverde, dat sinds het in 1998 uit de Serie C1 degradeerde en failliet ging niet meer op het derde profniveau (dat sinds dit seizoen bestaat uit een samensmelting van de Prima en de Seconda Divisione, de vroegere C1 en C2) actief was. Iodice voert met Ischia oppositie tegen de machtige Lotito, die behalve preses van Lazio op meerdere schaakborden van het Italiaanse voetbal formeel en informeel zijn partijen meespeelt.

 

Terwijl Iodice wellicht rechtsvervolging aan z'n broek krijgt wegens privacyschending, kreeg Lotito de hoon van de voetbalwereld over zich heen door met name zijn uitspraken over Serie B-voorzitter Andrea Abodi. 'Ik zei tegen hem: Andrea, we moeten het anders doen. Als jij Carpi laat promoveren... (...) als jij clubs die niets waard zijn laat promoveren... (...) We hebben de rechten van de Serie A voor 1,2 miljard weten te verkopen, dankzij mijn bekwaamheid (...) Maar wie gaat in godsnaam die rechten dan kopen? Ze kennen ploegen als Frosinone en Carpi niet eens...'

 

Die woorden zetten vanzelfsprekend kwaad bloed in Carpi zelf, waar melige fans zich hesen in t-shirts met de opdruk 'Je suis Carpi', terwijl Abodi zelf de boel al suste via Twitter. 'Alleen de resultaten op het veld tellen in de Serie B. 22 clubs en het veld.' En die zullen hard nodig zijn, want voor een beetje Italiaan is dit gedoe weer koren op de bekende molen van de complottheorieën.

 

Ondertussen deden ook de provincieclubs in de Serie A een duit in het solidariteitszakje. Cesena hield thuis Juventus op 2-2, terwijl het nagenoeg gedegradeerde Parma op bezoek bij Roma de 0-0 wist vast te houden. En het is allang geen stunten meer te noemen, maar ook Empoli verdient een vermelding door haar prestatie in San Siro. Niet zozeer de 1-1 uitslag tegen Milan, maar vooral de manier waarop de Rossoneri bijna de volle negentig minuten de onderliggende partij waren maakte indruk. Dat de bij Milan opgeleide Massimo Big Mac Maccarone voor de Emiliaanse treffer zorgde was de kers op de taart.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten