zaterdag 14 februari 2015

Wouters Valentijnsvisie: Blijf houden van de topsport schaatsen

Beste Lionel,

 

En toen viel het allemaal wel mee. Ik kan een heel eind met jou meegaan waar het aankomt op een noodzakelijke mondialisering van de schaatssport, maar ik weiger het glijden over het ijs weg te zetten als een lachwekkende B-sport. Zeker zolang de gereden tijden telkens weer op het scherpst van de snede zijn.

 

Op het moment dat ik je dit schrijf, zijn we met z’n allen getuige van een waanzinnige clean sweep op de vijf kilometer, die ongetwijfeld weer koren op jouw molen zal zijn. Ik hoor je in gedachten al  brommen over het buitenland dat hier lacherig op neerkijkt en de Nederlandse hegemonie die zichzelf uiteindelijk ten grave zal dragen. En zonder flauw te willen doen met een hoorwiehetzegtje, in verband met jouw liefde voor sporten die alleen en uitsluitend op wereldtopniveau worden beoefend in de Verenigde Staten, zit daar wel precies de kern: het niveau heeft het laatste woord en in het schaatsen wordt dat nog altijd in hoofdletters geschreven.

 

Bovendien doen de buitenlanders het lang niet zo slecht tot nu toe, op het laatste evenement in de mythische tempel Thialf in haar huidige vorm. Het verleidde enkele opportunistische media al tot artikelen over een eventueel einde van een tijdperk. Dat is natuurlijk van de zotte en uitgerekend Shani Davis had daar een paar rake woorden voor over. Dat ‘de rest’ nu ineens weer hard rijdt nadat ze op de Olympische Spelen massaal in het stof beten, maakt simpelweg dat ze te laat op het feest zijn, aldus de absolute vaandeldrager van de uitheemse kolonne der schaatsenrijders. Ik houd het zelf op een momentopname, zoals ook 'Sotsji' dat wel degelijk was.

 

Waar wij deze middag, in volle Valentijnsdag, naar hebben mogen kijken, was niets minder dan een uiterste krachtsexplosie van gevestigde en opkomende kampioenen. Dat Sven Kramer, sinds 2007 onaantastbaar op zijn 5000 meter, nog maar eens een nieuw baanrecord (ofwel een wereldrecord Thialf) eruit wist te persen, was niet alleen bijzonder gezien de symboliek van dit toernooi. Het was nog veel meer dan dat een teken dat de inderdaad vooral in ons land zo geliefde sport nog altijd leeft in volle glorie.

 

Wie kan daar nu niet van genieten? Een volgepakte ijshal, waar de historische lading van de muren afdruipt, die als een orkaan van vreugde explodeert bij een verbetering van een prestatie die al zo waanzinnig scherp stond, bij een klok die al zo vaak zo zwaar op de proef werd gesteld en die zich toch wéér gewonnen moest geven. Voor zover men in Amerika, België, Canada, Duitsland, Noorwegen, Rusland, Zuid-Korea en al die andere landen nog niet hongerig genoeg is om die hegemonie eindelijk eens te doorbreken, zal dat er na het zien van deze beelden niet minder op zijn geworden.

 

De aanpak geeft over de gehele linie de indruk professioneler te zijn dan ooit en dat is naar mijn bescheiden mening de voornaamste voorwaarde voor de status van topsport. Niet alleen de matadoren van de dunne ijzers zelf geven én laten er alles voor, ook de hele begeleiding eromheen zorgt voor condities in optima forma. Zoals in welke situatie dan ook zijn Nederlanders er bovendien als de kippen bij om hun expertise elders te gelde te maken en mede daarom maak ik mij weinig zorgen over de toestand van het schaatsen.

 

Sterker nog: eerder dan jij denkt (maar ook weer niet zo abrupt als de hijgerige pers ons wil doen geloven) gaan we meemaken dat we mopperend met ons bord boerenkool op schoot terugverlangen naar de tijden dat het Wilhelmus de klok sloeg in welk schaatsbastion dan ook ter wereld. ‘Al was het op z’n minst maar een Carl Verheijen die we hier tegenover hadden kunnen stellen’, zullen we mijmerend verzuchten als ‘de ónzen’ (cit. Mart Smeets) een kansloos achterhoedegevecht vormen tegen de hongerige wolven van in den vreemde, verzadigd als wij met z’n allen zijn geraakt door de recente successen.

 

In die wetenschap koester ik momenten zoals vandaag. Momenten van nationale trots. Van topsport in z’n zuiverste vorm.

 

Ik spreek je maandag,

 

Wouter

Geen opmerkingen:

Een reactie posten