woensdag 20 mei 2015

All in the family: de American Dream die Indy 500 is

The Statue of Liberty, justice for all, Kiss-frontman Gene Simmons en ‘Austrian Oak’ Arnold Schwarzenegger. Allen zijn het symbolen van The American Dream. Pak de boot, zie het Vrijheidsbeeld bij aankomst, zweer trouw aan de vlag en wordt als Israeliër Gene of Oostenrijkse Arnold. Geen van hen kan echter tippen aan de Indy 500, de plek waar Amerika hele migrantenfamilies in het hart sloot. Komende zondag volgt het volgende hoofdstuk in de racegeschiedenis.

Zet dit filmpje op. Zoals bij negentig procent van het materiaal op Youtube is ook hier niet veel te zien, dus doe je ogen even dicht. Welkom op de Indianapolis Motor Speedway. We zijn aan boord bij coureur nummer 27, Marco Andretti. De snelheid loopt op tot 220 mijlen per uur, ongeveer 355 kilometer, en zakt op het ovale circuit tweeënhalf uur lang nauwelijks daaronder. Normale stervelingen denken misschien eerst even na of zij vrouw en kinderen het gevaar op verlies van papa wel moeten aandoen maar Marco twijfelt niet. Nooit. Hij weet niet beter.

De Andretti Curse



Dat Marco geen gevaar ziet in pedal to the metal op een circuit dat is afgezet met muren van beton is niet zo vreemd. Het zit in de Andretti-genen. Vader Michael Andretti finishte er tien keer in de top tien, waarvan drie keer op het podium. Opa Mario won er zelfs, in 1969, en ook oom Jeff en neef John reden de race meerdere keren. Allen waren er ooit Rookie of the year, zo ook Marco. Oom Aldo en neef Adam kwamen dichtbij een kans op de Indy 500 maar dwongen net geen startplek af. Indianapolis is de plek waar de immigranten uit het Italiaanse Montona d’Istria (tegenwoordig de Kroatische stad Montovun) hun American Dream al drie generaties leven.

Als Marco op 24 mei het licht op groen ziet springen staat hij garant voor de zeventigste ‘Andretti start’ sinds opa Mario de Indy 500 won 1969. Geen van de Andretti’s deed het de peetvader van de Italo-Amerikaanse autosport na. De streak van het niet winnen van de Andretti-familie heeft zelfs zijn eigen plek op Wikipedia gekregen. Michael kwam tot plek twee in 1991. In hetzelfde jaar kwam Jeff tot plek 11 en stond John keurig tussen zijn vader en oom in, op plek vijf. De hoop is gevestigd op de kleine Marco die bij zijn debuut voor familieteam Andretti Racing in 2007 al direct zijn vader evenaarde door als tweede naar de zwartwit geblokte finishvlag te sturen. Sindsdien werd hij ook nog drie keer derde en een keer vierde. Zo dichtbij, maar toch net niet…

Graham Rahal



Even terug naar dit filmpje. Nog even de ogen dicht. Je hoort iemand naderen boven het brullende geluid van je eigen Hondamotor uit. In je spiegels zie je nummer 15, die verdomde Graham Rahal, die ook al in een auto van zijn vader rijdt. Dit wordt een strijd waar meer op het spel staat dan een goede klassering alleen. Het gaat ook om eer.

De bloedlijn van de Rahals op de Indianapolis Motor Speedway is iets korter maar toont veel gelijkenissen met die van de Andretti’s. Ook de Rahals zijn immigranten, van Libanese afkomst. Opa Mike racete in de jaren zestig als amateur op de grote circuits van Amerika. Hij had toen zijn eigen versie van de American Dream al verwezenlijkt, hij was geslaagd zakenman. In de biografie van zoon Bobby zegt Mike: “Voor alle mensen uit onze regio (Libanon) is het de ambitie om het ergens als zakenman te maken. Het begint altijd met het verkopen van linnen en wol en als je het goed doet groeit dat uit tot iets veel groters.”

Dat groters is het team dat al vijfentwintig jaar bestaat en tegenwoordig Rahal Letterman Lanigan Racing heet. Bobby runt de stal tegenwoordig, samen met talkshowhost David Letterman en Mike Lanigan, die rijk werd van het maken van bouwkranen. Ook de Rahals doen het vooralsnog met slechts één zege in de vele starts die zij op de Indy 500 maakten, die van Bobby in 1986, al hoopt Graham de negatieve spiraal dit jaar eindelijk te doorbreken, de afgelopen twee races van dit seizoen (In Indianapolis en Alabama) finishte hij als tweede.

Andere families



De Rahals en de Andretti’s zijn slechts twee van de vele families die de Indy 500 sinds zijn eerste editie in 1911 hebben gedomineerd. Bijna allen hebben ze het immigrantenbestaan en bijbehorende droom over een beter leven gemeen. De Fittipaldi’s uit Brazilië bijvoorbeeld, met tweevoudig winnaar Emerson en zijn neefje Christian die al eens tweede werd. Christians vader Wilson was overigens vooral succesvol in de formule 1. Zelfs onze eigen vader en zoon Arie en Arie Luijendijk (Junior) kun je hier met een beetje goede wil toe rekenen. Al is het verschil tussen drievoudig winnaar senior en eenmalig deelnemer junior wel erg groot.

Twee vreemde eenden in de bijt zijn de families Lazier en Unser. Twee echte all American families met net zoveel familiehistorie op de ovaal van Indiana als alle eerder genoemde racende broers, zonen, neven en opa’s. Al is het bij Amerikanen per definitie een zekerheidje dat er een straaltje immigrantenbloed door de aderen stroomt. Ook zij hadden een droom die ze wilden laten uitkomen. De Lazierbroers Buddy (winnaar in 1996) en Jacques wilden niets liever dan in de voetsporen van vader Bob treden, de man die tot het legendarisch startveld van 1981 behoorde waar hij het opnam tegen bijvoorbeeld Mario Andretti en twee Unser broers.

Over de Unsers gesproken, Bobby en Al waren destijds al telg nummer vijf en zes op het circuit. Jerry Senior, Louis en Joe waren hen voorafgegaan evenals broer Jerry Junior. Jerry Jr. stierf in het harnas, hij is één van de vijftien coureurs die op de zwarte bladzijden van het geschiedenisboek van de race staan, hij overleed tijdens de vrije training van 1959 na een fikse crash. Het contrast is groot met Al en Bobby, die beide de race wonnen. Neef Louie probeerde het ook, even als de vele zonen van de broers: Al Junior (ook een winnaar), Robby, Bobby Junior, Jeri en kleinzoon Al de derde.

Op een dag kan dit verhaal opnieuw worden verteld. Misschien over twintig jaar, misschien over dertig jaar. Met in de hoofdrol een Ghanese, Somalische of Afghaanse familie. Amerikaans geworden in Indianapolis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten