Dat het wereldkampioenschap voor spelers tot twintig jaar een broedplaats voor toekomstig talent kan zijn, daar weten we in Nederland alles van. Was het immers niet op de editie van 2005, gehouden in ons land, waar Lionel Messi, Cesc Fabregas, John Obi Mikel en ook Ibrahim Afellay schitterden? Met die wetenschap in het achterhoofd kijken we naar de twee wedstrijden waarin we waarschijnlijk de Messi's en Afellay's van de toekomst gaan zien.
Kleine finale: Senegal-Mali
Het is opvallend dat de nummers drie en vier van het Afrikaans jeugdkampioenschap zo ver gekomen zijn. De Senegalezen gingen bijvoorbeeld 'slechts' als één van de beste nummers drie van de poulefase door naar de knock-outronde. Ze openden het toernooi met een 3-0 nederlaag tegen Portugal en via een gelijkspel tegen Colombia en een zege op Qatar kwamen zij langzaam in het ritme.
De Malinezen gingen ook als beste nummer drie door. Al zorgden zij wel voor een daverende verrassing door het toernooi te openen met een zege op Mexico. Dat daarna een verliespartij tegen Servië volgde bleek later in het toernooi helemaal niet zo schandelijk. De laatste wedstrijd van de poulefase eindigde in een gelijkspel, 1-1 tegen Uruguay.
Waar Senegal vervolgens Oekraïne en Oezbekistan terugwees versloeg Mali eerst Ghana en daarna Duitsland. Beide ploegen werden in de halve finale uiteindelijk tot een halt gebracht en zullen daarom in de kleine finale op zaterdag gaan uitmaken wie het brons mee naar huis mag nemen.
Bij Senegal doet vooral Mamadou Thiam. De aanvaller komt uit in de Ligue 2 in Frankrijk voor Dijon FCO. Dit is exemplarisch voor het elftal van Senegal dat het vooral met jongens die op lagere niveau's hoge ogen gooien doet. De Senegalezen hebben met het bereiken van de halve finale beter gepresteerd dan men ooit had durven dromen, het is immers het eerste jeugdwereldkampioenschap waaraan de Afrikaanse natie deelneemt.
Vooraf werd vooral een trio spelers van Lille OSC getipt als mogelijke uitblinkers van Mali: Adama Traoré, Dieudionne Gbakle en Youssouf Koné. Hieraan bleek niets teveel gezegd, vooral Koné heeft gedurende het toernooi regelmatig van zich doen spreken. Mocht Mali het duel winnen dan is het de tweede bronzen medaille. In 1999 werd de derde plaats ook al eens binnengehaald.
Finale: Brazilië-Servië
Het is geen verrassing dat Brazilië het tot het finaleweekend van het jeugdwereldkampioenschap heeft geschopt. Het is immers als de twaalfde keer in twintig edities dat de Goddelijke Kanaries er op zaterdag of zondag bij zijn. De laatste titel dateert bijvoorbeeld nog maar van 2011. Anders is dat voor Servië. Rekenen we Joegoslavië mee, het land waartoe Servië behoorde voor het uitbreken van de Balkan-oorlog, dan stond Servië welgeteld één keer eerder in de finale. Die werd wel direct gewonnen, in 1987.
Brazilië moest in Poule E afrekenen met Nigeria (2-4), Hongarije (1-2) en Noord-Korea (3-0). Dit bleek een relatief gemakkelijke opgave, in de knock-outfase leek er namelijk zand in de Braziliaanse motor te komen. Zowel tegen continentgenoot Uruguay als tegen moederland Portugal bleef het 0-0 en moesten strafschoppen de beslissing brengen. Pas in de halve finale tegen Senegal vonden de Brazilianen hun samba terug, 5-0.
De Serviërs wonnen Poule D. Vooraf werd dit ingeschat als de op ieder toernooi aanwezige poule des doods. Met tegenstanders Uruguay (1-0 verlies), Mali (2-0 winst) en Mexico (opnieuw 2-0 winst) werd echter soepel afgerekend. In de knock-outfase had Servië een verlenging nodig tegen Hongarije nadat het in minuut 90+1 gelijk had gemaakt. Een eigen goal in minuut 118 bracht verlossing. De 0-0 tegen de Verenigde Staten in de kwartfinale werd uiteindelijk beslecht na een strafschoppenserie van negen penalty's ieder. Tegen Mali in de halve finale was opnieuw een verlenging nodig om de 2-1 overwinning veilig te stellen.
De Brazilianen spelen vooral met jongens die actief zijn op het hoogste niveau in eigen land. Toch moeten enkele namen bekend in de oren klinken van Europese volgers. Zo is Andreas Pereira van Manchester United van de partij, doet Real Madrid-talent Jean Carlos mee en is Alef erbij, de middenvelder die onder contract van Olympique Marseille staat.
Servië leunt opvallend genoeg op één van de jongste spelers van het toernooi, de zeventienjarige Ivan Saponjic die onder andere tekende voor de winnende goal tegen Mali met een keihard kopbal. Toch hebben ook de Serviërs een aantal mannen meegenomen die al aan het grote werk hebben geroken, Filip Jankovic van Catania is daarvan de meest bekende naam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten