Het zijn de verhalen van Audi, de motorleverancier die sinds het jaar 2000 dertien van de zestien edities de hoogste trede van het podium mocht beklimmen, en Porsche, de kersverse kampioen van 2015. De twee Duitse sterkhouders worden min of meer vanuit dezelfde ruif gevoed, Volkswagen. Het maakt de LMP1-klasse, de topklasse van Le Mans en andere endurance-evenementen, niets meer dan een familiegevecht. Is dit wel wenselijk voor de autofabrikant die resideert in het Duitse Wolfsburg?
Zo snel als een Porsche
Het is opvallend dat Porsche zo snel al aan het stellen van nieuwe doelen kan gaan denken. De Duitse fabrikant trad pas in 2014 opnieuw tot het World Endurance Championship (WEC). Het doel was duidelijk: Le Mans winnen. Het liefst al in 2016. Een gewaagde stelling, zo meenden de experts. Audi was immers al bijna de gehele eenentwintigste eeuw alleenheerser. En bovendien waren de twee fabrikanten broertjes. Een kwestie die ook aan het thuisfront speelde.
Tot 14 juni 2015. Om 15:00 valt de geblokte vlag voor de eenentachtigste editie van de iconische race. Resultaat, Porsche op één, Porsche op twee, Audi op drie. Mission Accomplished valt te lezen op de shirts van de pitcrew. Veel sneller dan verwacht. In januari liet grote roerganger van de Porsche designafdeling Wolfgang Hatz nog optekenen: "Le Mans is voorlopig ons grote doel." Om eraan toe te voegen dat Formule 1 totaal om die reden totaal niet interessant was. De hint was duidelijk, WEC was voorlopig nog uitdagend genoeg.
Desondanks wist men toen al dat nota bene een Formule 1-coureur één van de bolides van de fabrikant zou besturen in Frankrijk, Niko Hulkenberg. Dezelfde Hulkenberg die vandaag de bloemen in ontvangst mocht nemen als één van de drie coureurs van het winnende team. Met die wetenschap in het achterhoofd, geldt de stelling van Hatz dan nog altijd?
Audicratie
Dan Audi, het verdwijnen van Porsche uit de lange afstandsracerij in 1998 maakte de weg vrij voor een heuse Audicratie, een heerschappij die zijn weerga niet kende. Won Porsche zestien keer in 28 jaar, Audi won er dertien in vijftien jaar. Geen vuiltje aan de lucht dus. Zeker niet omdat lang niet iedereen binnen de top van de Volkswagen/Audi/Porsche drie-eenheid het een goed idee vond om met twee zustermerken tegen elkaar op het hoogste niveau uit te komen. Audi kon nog vele jaren de bloemen in ontvangst gaan nemen dacht men.
Porsche kwam toch, Audi van de troon stotend. Einde van de heerschappij. Maar niet van de race-aspiraties. Het was immers niet zo dat de fabriek geen andere ijzers in het vuur had, eerder dit seizoen trad het bijvoorbeeld al toe tot de nieuw gevormde Formula E, de duurzame raceklasse die snel aan populariteit wint. Dit moet ten koste gaan van iets anders. In dit geval de activiteiten in WEC en DTM, de twee speerpunten van de racedivisie de afgelopen twintig jaar. De vraag is of de toetreding tot Formula E een opmaat is voor toetreding tot de koningsklasse, zoals ingewijden beweren.
Dieter 'Red Bull' Mateschitz
De man die mogelijk een sleutelrol in dit verhaal speelt houdt kantoor in Salzburg Oostenrijk. Niet geheel toevallig de plek waar volgende week ook nog eens de eerst volgende Formule 1 Grand Prix op het programma staat. Energydrinkkoning Dieter Mateschitz is al langere tijd ontevreden over de prestaties van zijn vier bolides, vooral de twee van Red Bull Racing presteren ondermaats. Dat moet anders.
Meerdere malen is het gerucht over de samenwerking tussen Red Bull en Audi de wereld in geslingerd. Zo sterk zelfs, dat men beweert dat als Audi (of Porsche) besluit om niet terug te keren in de koningsklasse (de Duitsers waren al tweemaal eerder leverancier), ook het Red Bull-team zich terug trekt uit de sport. Kan de deur nog verder open?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten