De spelregelcommissie van de Fifa wordt nogal eens enig conservatisme verweten. Het invoeren van doellijntechnologie lijkt bijvoorbeeld al een een eeuwigheid te duren. Ondertussen heeft de almachtige bond een perfect platform om allerlei regels te testen voor handen, het beach soccer. Bij strandvariant gelden nu zelfs al een aantal regels die de grote broer op gras wel eens beter zouden kunnen maken.
Zuivere speeltijd
Beach soccer wordt gespeeld in wedstrijden van drie perioden, eentje meer dan op het veld. Toch is de totale speelduur een stuk korter, de perioden duren namelijk slechts twaalf minuten per stuk wat het totaal op 36 minuten brengt. Maar is dit wel echt korter dan de negentig minuten die wedstrijden op het veld duren? Ja, maar het gat is minder groot dan het lijkt.
De statistieken tijdens het afgelopen wereldkampioenschap voetbal in Brazilië (die alweer van de site van de Fifa zijn verdwenen maar wel hier zijn terug te lezen) bleek dat de bal tijdens de wedstrijd in de groepsfase gemiddeld 57,6 minuten daadwerkelijk in het spel was. Een derde van de negentig minuten gebeurde er dus niets.
In het beach soccer doet men dat anders. De drie perioden zijn ieder twaalf minuten lang en het is pas rust als er daadwerkelijk twaalf minuten gespeeld is, zuivere speeltijd zoals we dat ook in Amerikaanse sporten zien. Bij doelpunten, overtredingen en zelfs wanneer de arbiter meent dat er sprake is van tijdrekken, wordt de klok stopgezet.
Wisselen zonder het spel te stoppen
In het verlengde van de eerder genoemde zuivere speeltijd ligt een andere regel die van het strand naar het veld gebracht zou moeten worden. Want waar de (maximaal) zes wissels die de ploegen tijdens veldvoetbal gezamenlijk kunnen doen soms wel tien minuten in beslag kunnen nemen verliest men in het beach soccer welgeteld nul seconden aan een wissel.
In beach soccer gebruikt men net als in futsal namelijk de zogenaamde flying substitution. Sterker nog, het beach soccer heeft de regel nog verder doorgevoerd dan men in de zaal al doet. Daar geldt namelijk dat alleen de veldspelers in en uit kunnen lopen wanneer de coach maar wil terwijl een keeper alleen gewisseld kan worden als het spel stilligt. Op het strand hoeft zelfs voor de doelman niet te worden gestopt. Er is goedbeschouwd namelijk ook geen reden meer om het spel stil te leggen voor wissels, zeker niet in deze tijden van voortdurende communicatie tussen de arbiter en zijn assistenten.
Overigens dient wel aangetekend te worden dat zowel op het strand als in de zaal eindeloos gewisseld mag worden en dat spelers ook terug mogen komen na een eerdere wissel. Zo ver hoeft de regel op het veld niet te worden doorgevoerd. Zoals er in het voetbal ook voor gekozen kan worden om, vergelijkbaar met het opnieuw betreden van het veld na een blessurebehandeling, spelers alleen te mogen wisselen als de bal niet in de buurt van de middellijn is.
Nooit meer buitenspel, soms intrappen
Twee andere regels die in het beach soccer zeer succesvol zijn gebleken zijn ten eerste die van de vrije keuze tussen inworp en intrap. Het interessante aan deze regel wanneer men die projecteert op het veld is de enorme toename van het gevaar voor het doel dat het kan opleveren. Stel je voor dat alle ballen die over de zijlijn gaan op vijandelijke helft voortaan een halve corner opleveren en hoeveel vaker de bal in de vijandelijke zestien meter zal worden gebracht.
Als het dan toch over het aanmoedigen van aanvallend spel gaat, op het strand kan men nimmer buitenspel staan. Wel is het zo dat de afmetingen van een beach soccer speelveld vele malen kleiner zijn dan die van een voetbalveld. Mogelijk kan een middenweg worden gekozen, denk aan de oude hockeyregel waarbij pas halverwege de vijandelijke helft buitenspel ging gelden (inmiddels afgeschaft ten faveure van geen enkele vorm van buitenspel).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten