Ongekende weelde, dat is het verloop van de Tour de France tot nu toe. Meestal is de gemiddelde Tourkijker, fervent fanaticus of gelegenheidsliefhebber, na vier ritten al wel zo'n beetje klaar met de voorspelbare gang van zaken in de vlakke eerste week. Suf geluld door de slappe verhalen van de commentatoren, of ze nu een krullenbol uit de jaren tachtig, een voorliefde voor Vlaamse renners of een baan bij Eurosport hebben, en tegen het bereiken van de finale knikkebollend tegen de slaap met dank aan het monotone gesnor van de helicopters.
Nee, dan dit jaar. Het kan niet anders of de arbeidsproductiviteit heeft in de eerste twee werkdagen van de Ronde van Frankrijk een forse knauw opgelopen van alle dramatische wendingen in de koers, terwijl het openingsweekeinde al zo geweldig was. Het effect is dat we met z'n allen nu wel eens toe zijn aan een koninklijke massasprint. Zo'n typische traditionele Tourspurt, waarin de laatste vijftig meters van de etappe worden afgehaspeld met 1500 watt per persoon. En na afloop wint een klein mollig kereltje met een verongelijkte oerkreet.
Mark Cavendish: het woord is nu eindelijk aan jou. Al twee jaar wacht je op ritzege 26 en die gaat er komen in de etappe met je favoriete getal: 5. Want hoewel je vaker won op de Champs-Elysées, droeg dat slotfeest de ene keer nummer 20 en de andere keer 21. Van alle zeven keren dat jij de vijfde rit in lijn bekampte, won je er liefst vier.
En de aankomst in Amiens is er ook precies één op jouw maat, Cav. Een hellende aanloop naar de laatste vijfhonderd meter, die vervolgens licht dalend uitmonden op de meet. Perfect voor jouw machtige eindschot, mits je dat op het goede moment inzet. Maar daar zorgt de knecht die jou en leadout man Mark Renshaw daar afzet wel voor. Alleen even onthouden dat die ditmaal een geel shirtje draagt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten