donderdag 16 juli 2015

Tourtheorie: Geloofwaardigheidsgeneuzel (deel zoveel)

Veel meer dan de (overigens zeker nog erg voorbarige) conclusie dat Chris Froome en zijn Team Sky dit jaar weer te sterk zijn voor de rest, is de vroegtijdige anticlimax van deze Ronde van Frankrijk een andere: 'het' kan blijkbaar niet 'schoon'. Aldus althans een ergerlijk groot deel van de volgers. De vraagstelling is telkens dusdanig retorisch dat het stadium van cynisme allang gepasseerd is.

Sinds we de feiten kennen van Lance Armstrong en diens concullega's en dat naast de beschikbare data leggen uit dat tijdperk, ligt iedere goede prestatie onder de microscoop. De Tourkijker als doe-het-zelf laborant: even wat gegevens anno 2015 vergelijken met die uit de beruchte epojaren en er is maar één conclusie mogelijk. Daarbij niet anders dan aangemoedigd door veelal opportunistische media, die niet alleen vaak oud nieuws als onthullende primeurs verkopen, maar ook nog eens volledig disproportionele grafieken tekenen bij de cijfers.

En dat terwijl het niet anders is dan journalist Hans Vandeweghe ons leerde in zijn voortreffelijke boek Wie gelooft die coureurs nog?: de overmedicatie in het wielrennen is één ding, maar veel van die middeltjes hebben vaak alleen maar een averechts effect, zeker nadat de placebowerking van de korte termijn is gestopt. En aan de bloedwaarden sinds 2008 is het nodige genormaliseerd, daar kunnen zelfs samenzweringstheorieën van het soort 'ze hebben wel weer iets nieuws dat nog niet gevonden kan worden' niets aan veranderen.

Als Chris Froome op een steile klim, de eerste uit de hele Tour de France, ineens kan doorversnellen en tijdelijk boven de dertig kilometer per uur kan rijden, komt dat op de eerste plaats omdat hij een hele uitzonderlijke wielrenner is, die zich minitieus op dit evenement heeft voorbereid en bovendien op het juiste moment de juiste topvorm heeft. Dat topklimmers Quintana, Contador en Gesink achter hem diep in het rood zitten en naar adem snakken, komt doordat zij de mentale klap incasseren, waar Froome juist extra moraal krijgt van de ontstane situatie.

Dat was trouwens bij Armstrong en zijn rivalen niet anders.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten