Beide renners komen uit misschien wel de meest succesvolle jeugdploeg die Nederland ooit kende, de Rabobank Development selectie van 2011. Met zijn krachttoer over de Spaanse wegen veroverde Tom Dumoulin de harten van de Nederlandse sportfanaten. Had de Vuelta a España 35 kilometer of twee bergen korter geduurd, dan zou Nederland nu een derde eindwinnaar van een grote ronde in de geschiedenisboeken hebben kunnen bijschrijven. 'Dumoulin is onze rondehoop voor de toekomst', gonsde het. Eerder, in mei 2014, klonken woorden van ongeveer gelijke strekking over Wilco Kelderman. De Barnevelder, bijna een half jaar jonger dan de Limburger, pakte toen een zevende plaats in de Giro d'Italia.
Grote rondes
Het halve jaar leeftijdsverschil in het voordeel van Dumoulin levert hem op dat hij één grote ronde meer heeft gereden dan zijn 'rivaal', vijf om vier. Opvallend is daarbij dat zij pas één keer in dezelfde grand tour reden: de Tour van 2015. Dit werd ook nog eens de slechtste ronde van beide renners. Kelderman eindigde er als nummer 79, Dumoulin viel al op de derde dag uit.
Die lage klassering voor Kelderman is extra opvallend omdat hij in zijn drie andere grote rondes altijd bij de beste twintig werd geklasseerd. Zeventiende in zijn eerste Giro (2013), zevende in zijn tweede Giro (2014) en veertiende in de Vuelta van dat jaar. De zesde plek van Dumoulin is net zo'n uitschieter naar boven als de negenenzeventigste van Kelderman naar beneden is. Na een keer niet finishen (Vuelta 2012), reeg hij een eenenveertigste plek (Tour 2013), een drieëndertigste plaats (Tour 2014) en nog eens een onfortuinlijke DNF in de Tour 2015 aaneen. Dit is niet vreemd, vergelijkbare types als Miguel Indurain en Bradley Wiggins doorliepen een zelfde traject.
Opvallend gegeven is dat de helft van de renners die Kelderman voorbleven bij zijn topklassering in de Giro van 2014 ook in de Vuelta van 2015 Dumoulin te slim af waren: Nairo Quintana, Fabio Aru en Rafal Majka. Wel blijft Dumoulin een stuk dichterbij de winnaar: 3.46 tegenover 11.00.
Bergritten
Kelderman heeft zich in de bergen redelijk weten te manifesteren. Op de laatste Girodag van 2014 was de klim naar de Monte Zoncolan eigenlijk iets teveel van het goede, zoals Dumoulin in de laatste bergetappe van de Vuelta niet mee kon komen met de echte toppers. Desondanks wist Kelderman het gat beperkt te houden, 1.40 op Quintana, 1.25 op Aru en Majka. Ook op Valsugana, twee dagen eerder, verloor hij slechts twintig seconden.
Het grote verschil tussen Dumoulin en Kelderman in de bergen is vooralsnog dat Kelderman alleen in de Tour de France van 2015 zijn faam niet kon waarmaken. Zelfs in zijn eerste grote ronde, de Giro van 2013, wist hij in de rit naar de Col du Galibier tot de top bij volwassen renners als Vincenzo Nibali, Cadel Evans en Franco Pellizotti te blijven. Voor Dumoulin kwamen goede resultaten op geaccidenteerd terrein vooralsnog vooral voort uit ontsnappingen, zoals in de etappe naar Gap van 2013 en de etappe naar Mulhouse in 2014.
Tijdritten
Kelderman mag dan Dumoulin zijn Nederlandse titel hebben ontnomen, buiten de Limburger heeft hij nooit de grote mannen in deze discipline verslagen. Het spreekt dan ook in het voordeel van de man van Giant-Alpecin dat hij al meerdere malen de sterkste was in een goed deelnemersveld. Ook in de afgelopen Vuelta liet hij nog maar eens zien dat tijdrijden zijn meest krachtige wapen is. Zelfs gaten van meer dan twee minuten zijn door hem te dichten over een afstand van 35 kilometer of langer.
Wel was Kelderman de betere van Quintana en Aru in de eerste individuele tijdrit van de Giro d'Italia 2014. Al moest hij wel Rafal Majka een half minuutje voor laten gaan. In ogenschouw moet worden genomen dat Dumoulin absolute wereldtop op de discipline tegen de klok is. Kelderman is van ongeveer gelijk niveau als zijn potentiële concurrenten.
Conclusie: Kelderman is completer, Dumoulin heeft een uitzonderlijk wapen. Kelderman wint op punten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten