Zoals verwacht duurde het tot de voorlaatste klim van eerste categorie, van de vier, voor de klassementsrenners er een duel van maakten. Astana zette Dario Cataldo op kop om de wedstrijd hard te maken. Het resultaat was dat klassementsleider Tom Dumoulin bijvoorbeeld zijn ploeggenoot Koen de Kort kwijtraakte. Op dat moment reed de Spanjaard Ruben Plaza (Lampre-Merida) al meer dan twaalf minuten voor de grote groep uit. Daartussen zat een vluchtersgroep van bijna veertig renners met onder meer George Bennett van Team LottoNL-Jumbo.
De tactiek leek te werken, Aru kreeg het voor elkaar om Dumoulin even op een kleine achterstand te rijden. De klassementsleider liet zich echter niet gek maken en reed op eigen tempo terug naar voren. Alejandro Valverde, derde in de Tour de France, haakte op dat moment af. Bij de tweede poging moest Dumoulin opnieuw een gat laten vallen. Nairo Quintana (vijfde) en Rafal Majka (vierde) konden wel mee met de Italiaan.
Tactiek
Waar Dumoulin niemand meer had om zich aan vast te klampen kreeg Aru steun van Landa en de uit de voorhoede terug gewaaide Luis Leon Sanchez en Andrej Zeits. Het blok van Astana trok daardoor in de vallei tussen de laatste twee beklimmingen een gat van meer dan een minuut. Langzaam maar zeker werd het verschil groter en na Aru ging ook Joaquim Rodriguez de Limburger voorbij in het klassement.
Plaza reed ondertussen gestaag door en pakte na een etappezege in de Tour de France ook een rit in de Vuelta a España. De strijd om de podiumplekken kreeg ondertussen een geheel nieuwe dimensie. Nairo Quintana en Rafal Majka sprongen weg bij Aru en kregen hulp van twee achtergebleven ploeggenoten, gelijk aan de tactiek die Aru juist bij Dumoulin had toegepast. Gevolg was dat Tom Dumoulin naar plek zes duikelde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten