vrijdag 2 oktober 2015

Opinie: Bieden op kalenderpleken in de World Tour

Gisteren won Diego Rosa Milaan-Turijn. Een mooie winnaar voor een mooie wedstrijd. Net als gisteren gold voor Vincenzo Nibali in de Tre Valli Varesine. Eerder zagen we Alexandre Geniez in Tro-Bro Leon, Ben Hermans in de Brabantse Pijl, Iljo Keisse in de Ronde van Zeeland, Jelle Wallays in Dwars door Vlaanderen, Zdenek Stybar in de Strade Bianche en Ian Stannard in de Omloop Het Nieuwsblad zegevieren. En dan hebben we het alleen nog maar over het voorjaar. Allen grote wedstrijden die desondanks een B-status genieten. Wordt het tijd om de World-Tourkalender anders op te stellen?

De internationale wielerkalender is non-stop onderwerp van discussie in UCI-kringen. Niet alleen zijn er veel wedstrijden, er komen er ook steeds meer bij. Al die wedstrijden moeten ook nog eens op waarde worden geschat. Bovendien moet er een verdienmodel aan 'de sport van het volk' worden gehangen. Het maakt het niet gemakkelijk om tot een passende status voor iedere koers te komen. Vooralsnog geldt al ruim tien jaar een soort Champions League of Formule 1-model, bekend als de World Tour. De beste renners in de beste koersen. Nou ja, beste koersen, dat geldt alleen mits genoeg opgebracht kan worden. Hetgeen betekent dat redelijk vast is komen te staan welke wedstrijden 'groot' zijn.

Op de huidige World-Tourkalender valt desondanks weinig aan te merken. De wedstrijden die erbij zitten horen er voor negentig procent ook echt bij. Over Paris-Roubaix en de Ronde van Lombardije zal niemand twijfel uitspreken. Slechts over een paar twijfelgevalletjes in Australië, Polen, Hamburg en twee in Canada valt te debatteren. Het gaat echter juist om de wedstrijden die buiten de boot vallen. En vervolgens steeds verder afdrijven. Wedstrijden zoals de reeks die in de intro van dit stuk werden genoemd. Hoe gaat de UCI die wedstrijden redden?

Wel of niet



Milaan-Turijn is drie jaar geleden, na een onderbreking van vier seizoenen, terug op de kalender gekomen. Dat is maar goed ook want de meest traditionele wedstrijd van de mondiale fietssport werd al in 1873 voor het eerst georganiseerd. Ver voor men zelfs maar van een Ronde van Frankrijk droomde. Om over uit de kluiten gewassen criteriums in Canada nog maar te zwijgen. Ook Roma Maxima (eerder Giro del Lazio) kwam terug, maar is dit seizoen weer verdwenen. In de Brabantse Pijl klaagde men over het wegblijven van grote namen, zelfs met tien World-Tourteams aan de start. Het is niet gemakkelijk om een wedstrijd blijvend te organiseren. Hoeveel traditie men ook heeft opgebouwd. Zeker niet met al die nieuwe gevechtsgronden zoals Strade Bianche of Prudential Ride London-Surrey Classic als concurrenten.

Klassieke wedstrijden krijgen het dus steeds moeilijker om een concurrerend deelnemersveld bijeen te contracteren. Terwijl een ASO-keurmerk je direct naar de hoogste status katapulteert. Om terug te grijpen op het Champions League voorbeeld, het is vergelijkbaar me het onvermogen van Ajax, Feyenoord, PSV, Celtic, Anderlecht of zelfs Nottingham Forest om nog aan te haken bij de voetbaltop. Of in F1-taal, Magny Cours is verdwenen, Sotsji en Yas Marina zijn de nieuwe slagvelden.

Bidbook



De oplossing lijkt voor de hand te liggen. Druk het monster dat gecreëerd is de kop in. Uiteraard doet men dat niet door de World Tour dan maar weer af te schaffen. Toppers aanmoedigen in topwedstrijden te starten is nog altijd een ijzersterk idee. De criteria om het predicaat topwedstrijd opgeplakt te krijgen kunnen misschien wel wat beter. Zoals men al jaren debatteert over het al dan niet invoeren van een promotie/degradatie-regeling voor ploegen, zo zou men dat ook moeten doen met de wedstrijden.

Hiermee voorkomt men dat kleine organisatoren populariteit-ondermijnende maatregelen moeten nemen. Eerder dit jaar koos men in Nokere Koerse ervoor om de finishplaats af te sluiten voor publiek. Slechts wanneer men een entreegeld betaalde mocht men langs de (openbare) weg komen staan. Een model waarmee de veldrijsport zich al jaren in leven houdt. Een model ook dat lijnrecht tegenover het eerste argument met betrekking tot een positief sportimago staat, de toegankelijkheid voor de toeschouwer.

Beter is het wanneer wedstrijden kunnen meedingen naar een plek op de kalender van de mondiale topklasse. Anders gezegd, de World Tour moet flexibel ingevuld kunnen worden. Geef wedstrijdorganisaties de kans om zich te profileren. Laat hen een bidbook opstellen waarin uiteengezet wordt waarom zij tot de top behoren. Laat hen nadenken over wat zij betekenen voor de streek waarin het parcours ligt. Laat hen aangeven welke wending zij aan een World-Tourseizoen kunnen geven, waarom het spannender of beter wordt met hen in het gezelschap. Laat hen vooral ook aangeven waar traditie in conflict komt met financiering. Geef de klassiekers een eerlijke kans hun status te verdedigen. En biedt nieuwkomers de ruimte om te ontwikkelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten