Corné van Kessel verraste de veldrijdwereld vorig seizoen door op het Nederlands Kampioenschap naar een tweede plaats te snellen. ook dit seizoen begon hij sterk door in de cross van 's Hertogenbosch direct opnieuw een tweede plaats op te eisen. Hij is onderdeel van de nieuwe, uiterst talentvolle generatie Nederlandse veldrijders. Wat mogen we in het jaar na zijn doorbraak van hem verwachten?
Met welk doel ga je dit jaar het cyclocross seizoen in?
"Ik ben dit seizoen gestart met de instelling om mijn vorige seizoen te bevestigen. Dat betekent dat ik regelmatig top tien klasseringen moet rijden en me zo veel mogelijk laten zien."
Waar liggen voor jou dit jaar kansen?
"Mijn kansen gaan liggen in de niet-klassementscrossen (wedstrijden die niet tot de Wereldbeker, Superprestige of BPostbanktrofee behoren, 's Hertogenbosch is zo'n wedstrijd, red.). Daar wordt anders gereden en heb ik misschien meer kansen om een goede uitslag te rijden."
Het grote publiek leerde jou kennen door jouw opvallende prestatie op het NK vorig jaar, voel je dat je nu anders bekeken wordt als coureur?
"Het voelt niet echt alsof ik anders bekeken word. Ik krijg meer aanvragen voor een interview dan in voorgaande jaren. Bovendien word ik op de cross steeds vaker herkend door de fans voor en tijdens de wedstrijd. Maar meer dan dat is het niet"
Wat is het voordeel van een plek in een ploeg als Telenet Fidea die zich vooral op het veld richt ten opzichte van gemengde ploegen?
"Het Telenet Fidea cyclingteam is een echt crossteam waar alles wat we doen in het teken staat van de winter. Ons zomerprogramma wordt daar op aan gepast. Wij hebben dit jaar bijvoorbeeld in de zomer als ploeg een etappekoers op de mountainbike gereden. Verder kunnen wij onze wegwedstrijden en trainingskampen zonder stress afwerken, in de zin van dat niks moet en een mooie uitslag rijden daarbij gewoon mooi meegenomen is. In tegenstelling tot een wegploeg met een paar crossers die hun zomer afwerken tussen de wegrenners en niet kunnen kiezen wat ze doen in de zomer. Van onze aanpak ga ik beter van presteren."
Kun je uitleggen hoe het ploegmechanisme in het veld werkt, hoe kun jij in koers van waarde zijn voor bijvoorbeeld Tom Meeusen?
"Het is niet te vergelijken met het wielrennen op de weg waar een ploeg alles voor de kopman doet, in het veld kan het soms zo zijn dat je niet bij elkaar in de buurt rijdt en dan kan je natuurlijk niets voor elkaar betekenen. Maar als je samen zit kun je kleine dingen voor elkaar doen, je kunt een klein gaatje dicht rijden of juist een gat laten vallen waardoor je ploegmaat weg kan rijden. Vervolgens moet dan het achtervolgwerk overlaten aan de concurrent."
Hoe komt het dat veldrijden onder Nederlanders in opkomst is met bijvoorbeeld jou maar ook Lars van der Haar, Mathieu van der Poel en Mike Theunisse? Waarom heb je zelf voor het veld gekozen en niet voor de weg?
"De laatste jaren steekt de wielerbond KNWU veel energie in de jonge mannen die elke week willen crossen. Wekelijks zijn er in heel het land verschillende plaatsen waar training gegeven wordt voor iedereen. Dat werpt zijn vruchten af. Vanaf de junioren wordt er tegenwoordig ook een zomerprogramma gereden met de jongens die in de nationale selectie zitten."
"Ik haal veel meer voldoening uit het veldrijden. Niet alleen door de uitslagen, maar gewoon omdat ik het leuker vind dan koersen op de weg. Zoals mijn zomerprogramma nu is opgesteld (met mountainbike wedstrijden en enkele wegwedstrijden) vind ik het leuk genoeg. Ik weet dat ik het doe als voorbereiding voor de winter."
De Vlaamse kopman Tom Meeusen had in zijn interview lovende woorden over voor Corné van Kessel. Wat vindt de jonge Nederlander eigenlijk op zijn beurt van de kopman?
"Tom kan tijdens de wedstrijd zeven keer sterven en toch nog aansluiting blijven houden in een groepje. Als je met hem de laatste ronde of de sprint in gaat moet je gewoon rekening met hem blijven houden. Hij hoort bij de snelste mannen van het peloton. En met zijn techniek heeft hij een extra wapen ter beschikking. Hij kan hij foutjes opvangen door over de balken te springen of een bocht sneller te nemen. Hij hoeft daar geen extra inspanning voor te leveren. Het is dè manier waarop hij keer op keer terug kan komen."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten