Beste Lionel,
Om nu te zeggen dat ik me een hoedje schrok, toen ik afgelopen donderdag De Telegraaf opensloeg, gaat ietwat te ver. De berichtgeving over de ronkende puinhopen bij FC Twente, nog niet zo lang geleden nog Voorbeeldclub van de eerste orde, is immers al maanden aan de gang. Maar het deed toch iets met me, die snoeiharde kop: 'ONTMASKERD ALS LUCHTFIETSER.'
Op het eerste gezicht lach je je kapot om zoiets. Juist het bewierookte Twente, waarvoor ikzelf mijn bewondering en respect ook nooit onder stoelen of banken heb gestoken. Ik hoor het mezelf nog zeggen: 'Daar in Enschede roepen ze niet in het wilde weg wat, men zet er gewoon, boem, een stadion van dertigduizend zitplaatsen neer.'
Die bewondering reikte verder dan het werk van voorzitter Joop Munsterman en diens raad van commissarissen, die puik werk leverden in het niet alleen reanimeren van een op sterven na dood zijnde patiënt, maar hem tevens tot grotere hoogten dan ooit tevoren wisten te stuwen. Maar de bestuurders leken als het ware versmolten met de aanhang, met de hele voetbalgekke omgeving.
Ik kan spreken uit eigen ervaring: ik reisde mijn cluppie Ajax drie keer achterna naar de Grolsch Veste, waarvan tweemaal vóór die historische landstitel van 2010. Wat je daar proefde, was een prettig soort zelfbewustzijn. Als een warme deken omarmde het Twentse publiek de plaatselijke trots, in plaats van - zoals in andere stadions te doen gebruikelijk - zich massaal te richten op die arrogante klootzakken uit Amsterdam. Zelfs de provocerend bedoelde verwerpelijke vuurwerkgeluiden brachten de Enschedeërs nooit van de wijs.
Ja, dat FC Twente had het gewoon. Een voor Eredivisiebegrippen formidabele selectie, een respectabele aanhang (Vak-P geniet in supporterskringen meer aanzien dan de fanatiekelingen van PSV zich ooit ook maar kunnen indenken), een capabel bestuur, een prachtig stadion en zowel aan de buiten- als de binnenkant een serene rust. De gunfactor wordt weleens aan minder toebedeeld.
Daarom stel ik jou een vraag, Lionel. In alle ernst. Die Grolsch Veste, de kampioensschaal, de KNVB Beker, de Johan Cruijff Schaal, deelname aan de Champions League, niet toevallig zaken waar bijvoorbeeld jouw Feyenoord de laatste jaren alleen maar keihard naar kan smachten, dat moderne stadion incluis, dat was toch allemaal echt? Lang niet iedere Twente-fan heeft dat zilveren dienblad met eigen ogen gezien, laat staan fysiek mogen aanraken, maar de emoties bij dat vooralsnog eenmalige hoogtepunt moeten toch zaliger dan zalig zijn geweest?
Is Joop Munsterman, die de club nu krap vijf jaar later door de achterdeur moet verlaten en achterlaten in armzalige condities, dan een luchtfietser? Daarbij denk ik eerder aan een figuur als Nacer Abdellah, de voormalige Telstar-speler die bij de nodige clubs (ik geloof Fortuna Sittard als laatste) een spoor van spookverhalen en nooit waargemaakte beloftes achterliet. Of aan Giampietro Manenti, de huidige eigenaar van Parma, die belooft dat er op korte termijn honderd miljoen op de rekening van de noodlijdende club zal komen, terwijl er in zijn eigen bv nooit meer dan een paar duizend euro heeft gezeten en de man zijn verkeersboetes niet eens kan voldoen.
Als je het mij vraagt, is Munsterman slechts de verpersoonlijking van de voetballerij. En van de professionele sport in zijn algemeenheid. Successen komen en gaan en er is niemand (behalve de sporters zelf dan) die op lange termijn winstgevend kan zijn én op topniveau kan blijven meedraaien. Vroeg of laat houdt de ene ontwikkeling de andere niet meer bij en is een groot stadion, en met een beetje geluk een blinkende prijzenkast, het enige dat nog herinnert aan hoe mooi die tijd was.
Niemand hoeft de situatie van FC Twente, dat naar verluidt zestig miljoen euro schuld heeft, te bagatelliseren, maar het kan geen kwaad de zaak in een breder perspectief te bekijken. En vooral ervan te leren, om ervoor te waken dat de volgende club die zich zodanig manifesteert ook gewoon weer met veel bombarie tot troetelvereniging wordt uitgeroepen. Al hoeven we ons daar geen illusies over te maken. Daar is de Telegraaf nog wel het beste bewijs van.
Ik spreek je maandag,
Wouter
Geen opmerkingen:
Een reactie posten