De opkomst van de landenploegen?

Met de Europese Spelen in Bakoe en het Olympisch test-event in Rio de Janeiro zijn dit seizoen meer wedstrijden voor landenploegen op de wielerkalender dan ooit. Bovendien zijn dit jaar opvallend veel plekken ingeruimd voor nationale selecties in grote wielerwedstrijden. Een opkomende trend? Sportpreview vroeg bondscoach Johan Lammerts om duiding.

Wie de uitslag van de Italiaanse keienkoers Strade Bianche van dit jaar doorloopt ziet op plek 48 een opvallende verschijning: Marco Aurelio Fontana. De mountainbiker en veldrijder liet zich overhalen eens deel te nemen aan een wegwedstrijd. Dat deed hij bovendien in een opvallend tenue, dat van de Italiaanse nationale selectie. In het team waren ook plekken ingeruimd voor Marco Canola (in dienst van Pro Continentalteam UnitedHealthcare) en vier jonge talenten.

Diezelfde nationale selectie zien we een maand later opnieuw aan de start verschijnen bij een koers van enige statuur, de Giro del Trentino. Ditmaal is bovendien de aanvoerder er één van naam: Luca Paolini. De oude meester, die dan nog niet verdacht wordt van cocaïnegebruik, mag net als Fontana in de Strade Bianche zijn ervaring overbrengen op een groep jongelingen van rond de twintig jaar oud.

Talentontwikkeling

Dit weekend zien we maar liefst drie wedstrijden van start gaan met op de startlijst de nationale selectie van het organiserend land. Zowel de eendagsrace Prudential Ride Surrey Classic (waar de Britse selectie aan de bak mag), als de Ronde van van Denemarken . Ook de Denen kennen een opvallende captain: Magnus Cort Nielsen, het jonge sprintwonder dat inmiddels onder contract staat bij Orica-GreenEdge en met die ploeg bijvoorbeeld in de Ronde van Vlaanderen en Paris Roubaix aan de start stond.

Dit druist enigszins tegen de mening die bondscoach Johan Lammerts in. Lammerts: "De belangrijkste taak van nationale bonden blijft taakontwikkeling. In dat perspectief kan het goed zijn als je talenten met een nationale selectie aan de start kan krijgen van meer wedstrijden." Het verklaart ook waarom de selecties in zowel de eerder genoemde Italiaanse koersen als in de Ronde van Denemarken bestaan uit een kopman en vijf tot zeven jonge twintigers die aan het begin van hun loopbaan staan.

Dat betekent overigens niet dat een nationale bond moet mikken op uitnodigingen voor wedstrijden, legt Lammerts uit. "In Nederland hebben we bijvoorbeeld vijf continentale teams. Daar moeten de talenten dan aan voldoende kilometers kunnen komen. In tijden dat we bijvoorbeeld maar één of twee ploegen zouden hebben, dan kunnen we ervoor kiezen om toch in wedstrijden in Nederland of België aan de start te verschijnen." In dat licht bezien is de deelname van de Deense nationale ploeg misschien toch niet zo vanzelfsprekend. Naast World-Tourformatie Tinkoff-Saxo en Pro-continentalploeg Cult Energy Pro Cycling staan maar liefst vier continale teams uit het thuisland aan het vertrek.

World-Tourniveau

De coach van de nationale mannenploeg denkt overigens dat de opvallende ontwikkeling niet structureel is. Om eerder genoemde reden dat een belangrijke oorzaak ligt in de hoeveelheid beschikbare plaatsen bij commerciële ploegen. "In het verleden hebben wij ook beroepsrenners laten starten in bijvoorbeeld Veenendaal-Veenendaal (nu Arnhem-Veenendaal). Nu we weer veel ploegen in Nederland hebben is die noodzaak er minder."

Het is ook een goede reden waarom zelfs op het allerhoogste niveau, de UCI World Tour, ruimte wordt gemaakt voor een nationaal team. Polen start in, inderdaad, de Ronde van Polen. De Polen moeten het immers uitsluitend doen met CCC Polsat, toch wat weinig. Wanneer men de gedachtegang zoals Lammerts die uiteen heeft gezet hierop projecteert is echter niet te verklaren dat de Poolse selectie acht renners opstelt waarvan eer slechts twee het predicaat 'jongere' volgens wielerbegrippen mogen dragen. Alleen Pawel Franczak (23) en Kamil Gradek (24) zijn jonger dan 25 jaar.

Johan Lammerts zet zijn ploeg zelf ondertussen wel in voor de jonge talenten van Nederland. Op 16 augustus staat alweer de volgende ontmoeting tussen landenteams op de kalender, het test-event voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro van komend jaar. Voor deze wedstrijd selecteerde Lammerts Sjoerd van Ginneken (22), Jan Maas (19), Koen Bouwman (21) en Davy Gunst (20). Eerder dit jaar gaf hij de jongelingen Nick van der Lijke en Mathieu van der Poel (die uiteindelijk moest afhaken met een blessure) de kans op de Europese Spelen in Bakoe.