vrijdag 18 december 2015

De top vijf non-major sporthelden van 2015

We love wielrennen. We hebben in 2015 wat gedaan met boksen, voetbal en honkbal. En dan zijn er nog allerlei sporten waar we wel naar gekeken hebben maar met te weinig woorden over hebben gerept dit jaar. Dat gaan we op de valreep van 2015 nog even inhalen. Met een ode aan de vijf grootste helden van kleine sporten.

5. Gennady Golovkin



Het grootste sportevent van dit jaar kreeg het labeltje Fight of the Century opgeplakt. Daar moesten we allemaal maar eens voor gaan zitten, het liefst tegen betaling van een pak pay-per-view duiten. Wat het grootste gevecht sinds Tyson versus Holyfield had moeten worden en de bokssport in één keer weer op de kaart had moeten zetten bereikte echter totaal het tegenovergestelde. Helaas, er was geen reet aan Mayweather versus Pacquiao. Voor iedereen is het nu wel duidelijk, boksen is iets uit de vorige eeuw. Boksen is eigenlijk gewoon verdrongen door betere gevechtsvarianten zoals kickboksen en MMA. Dat de sport sinds de millenniumwisseling gedomineerd wordt door twee mannen die heel handig zijn in het verbuigen van de regels helpt ook al niet.

Enter Gennady Golovkin. De Kazakse knock-out koning reeg in 2015 nog maar eens een paar scalpen aan zijn championshipbelt. Misschien is boksen toch nog in leven.



4. Kristof Allegaert



Ongeveer een week nadat Chris Froome al het gezeik dat hij letterlijk en figuurlijk over zich heen had gekregen had doorstaan en voor de tweede keer de Tour de France had gewonnen stonden ergens aan de rand van Europa acht mannen en een vrouw aan de start van een echte wielerrace. De allereerste Trans Siberian Extreme. Een wedstrijd die drie keer zo lang is als de Tour de France maar in slechts de helft van het aantal dagen beslist moet worden.

Dat doe je dus niet zomaar even. Behalve als je uit België komt. Het land waar ze ergens in de jaren tachtig blijkbaar een paar potjes toverdrank in de waterleidingen hebben laten leeglopen. Belgen kunnen ineens alles, voetballen, tennissen, niets is ze te gek. Zo’n rondje door Rusland op een fiets al helemaal niet. Dus kwam Kristof Allegaert na een koers van 381 uur en een handvol minuten en seconden als eerste over de finish. Chris of Kris, voor ons is de keuze niet zo moeilijk!

3. Eddie Hall



Elke generatie heeft zijn knuffelstrongman. Rond 1900 was Eugene Sandow de sterkste en meest gespierde verschijning op aarde. Kort na hem verscheen Charles Atlas ten tonele, de man die telefoonboeken in stukken scheurde en alle vrouwen van Amerika ermee om zijn vinger wond. Steve Reeves, Reg Park en Arnold Schwarzenegger mochten ook enige tijd het genoegen de allerallerallersterkste te zijn smaken. De knuffelsterkeman van 2015 kennen we van TV. Nee, het is niet deze schreeuwlelijk. Het is deze mafkees.

Op dagen dat Haftor Bjornsson zich niet bezighoudt met fantasyshows opnemen wil hij nog wel eens een barbelletje of dumbbelletje optillen. Kilo’tje of vijfhonderd erop geschroefd en gaan. Met zo’n tegenstander is het niet gek dat de mannen die echt voor de strongmansport leven gepusht worden tot grootse daden. Eddie Hall is zo’n man. Eddie brak dit jaar tot tweemaal toe het wereldrecord deadliften. Reken even uit hoevaak jij hier met je eigen lichaamsgewicht in past.



2. Victor Espinoza



Je zal als sportman maar minder bekend zijn dan je ‘gereedschap’. Hoeveel is je 'menselijke' prestatie dan eigenlijk nog waard? In racesport, dat is nog enigszins te begrijpen. Maar je ziet de liefhebber nog niet zo snel het racket van Roger Federer belangrijker vinden dan Fed-Express zelf. Om over de bat van Mike Trout of de bal van Steph Curry nog maar te zwijgen. En dan is er Victor Espinoza.

Wie?

Dat Espinoza minder beroemd is dan zijn ‘werktuig’ is niet zo vreemd. Espinoza komt namelijk uit in een sport waarin het net zo belangrijk is om je ‘tool’ te trainen als je eigen uurtjes in de gym te volbrengen. Espinoza is de jockey die het paard American Pharoah naar de triple crown jaagde dit seizoen. Mexicaan Espinoza en American Pharoah wonnen samen de Kentucky Derby, Preakness Stakes en Belmont Stakes. Alsof dat nog niet genoeg was won het duo ook nog de Breeders' Cup Classic, de vierde grote race van het jaar. Daarmee was Victor Espinoza de eerste man ooit die samen met zijn paard deze Grand Slam in een en hetzelfde jaar volbracht. En dan nog kan hij rustig over straat.


1. Ryan Cavalieri



Ryan Cavalieri is de Sven Kramer van de USA. Hij is meervoudig kampioen in een sport waar de rest van de wereld geen reet om geeft. In juli voegde hij nog maar eens twee titels aan zijn palmares toe, in de twowheeldrive-klasse en de fourwheeldrive-klasse. Dat klinkt als of hij racet, is hij soms een NASCAR-kampioen? Vertoont hij zijn kunsten soms in de Indycar? Won hij dit jaar misschien de Mint 400 of de Dakar Rally?

Niets van dat alles. Cavalieri is de Amerikaanse dubbelkampioen in het racen met radiografisch bestuurbare wagens van een schaal 1:10. De sport waarbij de zwaarste blessure die je kunt oplopen een RSI-duim is. Met recht de grootse held van de kleine sporten dus. De vete tussen Cavalieri en zijn landgenoot Jared Tebo liep ook dit jaar weer eens hoog op. Zo hoog zelfs dat Amerikaans kampioen Cavalieri en de nummer 1 van de wereldranglijst Tebo allebei geen wereldtitel pakten, die eer ging naar de lachende derde. Dat was trouwens ook al een Amerikaan, Spencer Rivkin. Als je het over sporthelden hebt dan heb je het (te weinig) over Ryan Cavalieri.

zondag 6 december 2015

Hoe sterk is de eenzame schaatser, de recensie

Niet Ard Schenk, niet Kees Verkerk, niet Rintje Ritsma en zelfs niet Sven Kramer. Nee, volgens velen is Hans van Helden de beste schaatser die Nederland ooit heeft gekend. Als dat zo is, waarom doet deze naam dan nauwelijks een bel rinkelen bij de jongere generaties schaats- en sportfans? OP die vraag probeert Erik Dijkstra in zijn boek een antwoord te formuleren.

Wie het boek openslaat en van nature enigszins nieuwsgierig is van aard is direct verloren. Een inhoudsopgave vol intrigerende hoofdstuktitels als Het verhaal van Jan de Vries (en waarom hij Hans van Helden een waardeloze lul vindt) of Johan Derksen, de zusjes Doodhagen en de Franse bruiloft van Hans van Helden schreeuwen om verduidelijking. Hans van Helden kent men tegenwoordig al nauwelijks om over Jan de Vries nog maar te zwijgen. De Vries blijkt vader van huidig topschaatster Linda te zijn en blijkt ook nog een appeltje met Van Helden te schillen te hebben.

Johan Derksen blijkt in een grijs verleden (lees 1981, toen zelfs uw recensent van dienst nog niet geboren was) naast zijn werk voor Voetbal International ook maandelijks een verhaal te hebben afgeleverd aan het inmiddels allang ter ziele gegane zusterbald Sport International te hebben afgeleverd. Zo ook over die ene keer teon Van Helden in Frankrijk in het huwelijksbootje stapte.

Het zijn slechts twee van de tientallen ontdekkingen die Dijkstra doet. Allen gevoed door zijn drang het mysterie rond Hans van Helden te ontrafelen.

Het roadmoviescript van Dijkstra



Door zijn stijl van schrijven weet Erik Dijkstra (bij de meesten toch vooral bekend van zijn kortere items voor verschillende televisieprogramma's) zijn lezers mee te nemen op een reis. Zelfs al gaat de auteur zelf niet veel verder dan enkele koffiebezoeken, gewapend met een memorecorder. Toch leest het boek op een vergelijkbare wijze als een echt reisavontuur. Alsof een script voor een roadmovie in de stijl van Easy Rider is afgeleverd.

Als er dan toch een kritische noot gekraakt moet worden, dan is het jammer dat er foto's van Van Helden anno 2015 in het boek zijn opgenomen. Het mysterie mag dan uiteindelijk door Dijkstra ontrafeld worden en de foto's zijn er om te bewijzen. De Van Helden zoals hij in de fantasie wordt opgebouwd lijkt niets op de verlopen hippielook die hij in werkelijkheid blijkt te cultiveren. Desondanks is Hoe sterk is de eenzame schaatser het lezen meer dan waard.

donderdag 26 november 2015

De jacht op de troon van Koning Klitschko

VladimirVitaliy

De Koning:



Het is al bijna tien jaar geleden dat Wladimir Klitschko zijn eerste wereldtitel pakte door de legendarische Amerikaan Chris Byrd te verslaan. Sinds die dag regeert Koning Klitschko over zijn koninkrijk. Doctor Steel Hammer doet keer op keer zijn naam eer aan. Samen met zijn grote broer Vitali zijn zij jarenlang de alleenheersers in het land der zwaargewichten. De beste zwaargewichten ter wereld proberen hen van de troon te stoten, maar ze eindigen allen geknield aan hun voeten. Nu Vitali zijn handschoenen aan de wilgen heeft gehangen en deze heeft omgewisseld voor een maatpak als oppositieleider in de Oekraïne is Wladimir de alleenheerser.  Maar de jaren van de koning beginnen te tellen (hij wordt volgend jaar 40), maar hij lijkt nog steeds in uitstekende conditie. Met koningin Hayden Panettiere aan zijn zijde is hij de trotse vader van een dochter van bijna 1, maar de uitdagers van zijn troon worden steeds jonger en gretiger en komende zaterdag staat hij tegenover misschien wel zijn beste uitdager in jaren.

Zijn Uitdager:



Tyson Fury is een vreemde eend in de bijt en is het tegenovergestelde van Wladimir Klitschko.
Waar Klitschko altijd de rust zelve is en vol respect naar zijn tegenstander is Tyson Fury een ware trashtalker. Zijn persconferenties zijn altijd een grote show. De ene keer komt hij binnen met een pleister op zijn mond (omdat hij een boete heeft gehad van de Engelse bond voor schelden) en de andere keer rent hij verkleed als Batman door de zaal. Tyson Fury is een ware entertainer. Hij is de anti-held, gehaat en geliefd door velen. Als hij niet in training is lijkt Fury een normale huisvader. Hij toont foto’s op Twitter waarop hij te zien is met de nodige vetrandjes. Ook heeft hij als stunt zijn telefoonnummer online gezet. Hij werd gebeld door fans die hij hoogst persoonlijk te woord stond. Hij is nog maar 27 en ongeslagen in 24 wedstrijden, maar is in het verleden al een keer ‘gestopt’ met boksen, uit frustratie dat zijn toenmalige tegenstander tot tweemaal toe met een blessure afhaakte. Ook heeft hij aangegeven te stoppen op het moment dat hij knock-out wordt geslagen, iets wat een eervolle taak voor Wladimir Klitschko lijkt.

Het gevecht om de troon:



Het gevecht van afgelopen zaterdag zou eigenlijk teee maanden geleden moeten plaatsvinden, maar is uitgesteld vanwege een blessure van Wladimir, dit tot woede en frustratie van Tyson Fury die verklaarde dat dit een manier was van Klitschko om onder het gevecht uit te komen. Er bestaan dus twijfels over de fitheid van Wladimir. Toen Klitschko zijn troon besteeg moest Tyson Fury zijn debuut nog maken, maar Fury heeft in recente gevechten laten zien over de nodige ervaring te beschikken. Fury is in het voordeel met zijn lengte (hij is met zijn 2,06 meter bijna tien centimeter langer dan Klitschko), maar de statistieken van Klitschko geven aan dat hij beter vecht tegen langere tegenstanders. Het laatste gevecht in de USA van Klitschko tegen Bryant Jennings was ronduit matig, maar hij vecht nu weer als vanouds in zijn tweede thuis (Duitsland). Alle tekenen wijzen erop dat Klitschko wederom zal bewijzen dat hij veruit de beste zwaargewicht ter wereld is. Toen Klitschko zijn laatste nederlaag in de boksring leed, speelde Tyson nog met blokken op de kleuterschool, maar de twaalf jaar jongere Engelsman, die afkomstig is uit een Traveller-familie lijkt klaar voor het grootste gevecht in zijn leven om de vier wereldtitels (IBO/IBF/WBO & WBA) die op het spel staan.

Komende zaterdag zal het duidelijk worden of Koning Klitschko na jaren van hegemonie op zijn troon zal blijven zitten, of plaats zal moeten maken voor een nieuwe koning. Tyson Fury : De Gipsy King. 

zondag 18 oktober 2015

Column Eredivisie: Waarom Feyenoord kampioen moet worden

Om al het eventuele gesputter tegen de titel van dit relaas maar meteen in de kiem te smoren: nee, dit is geen opportunisme van het zuiverste soort na het platwalsen van het zichzelf al voor schut zettende Heerenveen. Maar de eventuele excuusjes die men kan aanvoeren om maar vooral geen titelfavoriet te hoeven zijn, hebben ze overal in de hedendaagse Eredivisie. Overal hebben ze wel hun kleine en grote problemen. Het is op alle velden namelijk jeugdig, niet constant, tactisch matig, technisch prima tot een bepaalde weerstand.

Omdat deze site niet doet aan statistische onderbouwing, zult u het met analyses 'puur op gevoel' moeten doen, welke in dit geval onverbiddelijk wijst naar de Rotterdammers als belangrijkste titelkandidaat. Men kan wel roepen en wijzen naar de bedragen die Ajax en PSV hebben uitgegeven aan transfers en salarissen, maar de realiteit op het veld vertelt een heel ander verhaal. Feyenoord is meer in balans dan wie dan ook.

Het ontluiken van de Zweedse middenvelder Simon Gustafson als verbindingsspeler mét rendement is in feite het laatst puzzelstukje dat op z'n plaats valt in de formatie van Giovanni van Bronckhorst. Die mocht sowieso al niet klagen over andere fundamentele elementen, zoals ervaring, scorend vermogen, fysieke kracht en een behoorlijke doelman. Bovendien blijft Dirk Kuyt Dirk Kuyt. Hartstikke leuk dat hij drie doelpunten maakt, maar eigenlijk schoot hij tegen het makke Heerenveen twee keer teveel op doel. Sober is 'ie op z'n best, en dat weet 'ie maar al te goed.

Geef ze daar op de kop van Zuid eens ongelijk dat ze zichzelf handig in de rol van underdog hebben gemanoeuvreerd. Lekker veilig. Normaal gesproken past ze dat lijden ook als een jas, maar het Nederlandse voetbal kan het er op dit moment niet bij hebben dat één van 's lands grootste clubs notoir blijft weigeren zichzelf als een topclub te zien. Eind jaren zestig begon Holland als voetbalnatie toonaangevend te zijn, voor een groot deel dankzij de ietwat megalomane bestuurders van het brutale Feijenoord. Laten we ze een halve eeuw later weer eens wakker schudden. De weg naar de schaal ligt open.

Het beste en het slechtste van SC Heerenveen-Feyenoord

Na de weinig vreugdevolle onderbreking van de eredivisie om plaats te maken voor interlandvoetbal lijkt Feyenoord zijn draai teruggevonden te hebben. Werd geëindigd met een vechtwedstrijd tegen De Graafschap, zo werd het tweede kwart van het seizoen geopend met één helft galavoetbal tegen SC Heerenveen. In de tweede helft geloofden de Rotterdammers het wel en deden de Friezen iets terug. 2-5 was een terecht eindresultaat. Wij kozen zoals gebruikelijk de beste speler en slechtste speler van het veld. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste speler: Simon Gustafson (Feyenoord)



Vooralsnog lijkt Simon Gustafson het puzzelstukje te zijn dat Giovanni van Bronckhorst in de eerste weken van het seizoen niet kon vinden. Sinds de Zweed zijn opwachting in het basiselftal maakt, de bekerwedstrijd tegen PEC Zwolle, zijn de Rotterdammers in balans. Tegen SC Heerenveen kwam hij voor het eerst tot volle wasdom, twee assists en een doelpunt. Langzaam maar zeker lijkt de zomeraankoop die het minst in de spotlights stond de belangrijkste schakel in een team op weg naar grote daden te worden. Zijn publiekswissel, tien minuten voor het eindsignaal, was veelzeggend. Daar konden zelfs de drie goals van Dirk Kuijt niets aan veranderen.

Slechtste speler: Jan-Arie van der Heijden



Het is wat al te gemakkelijk om het collectieve falen in de eerste helft van SC Heerenveen uitvoerig belachelijk te maken. Bovendien, wie van de elf moet je eruit lichten dan? Dan aan winnende zijde. Het blijkt al vaker dit seizoen dat de stap naar de Nederlandse top er misschien net één te veel is voor Jan-Arie van der Heijden. In de eerste helft bleef hij onzichtbaar, wat in zijn geval een compliment is. In de tweede helft van SC Heerenveen-Feyenoord, toen de overige tien spelers van de Rotterdammers een klein beetje gas terug namen, was weer eens te zien dat de zwakke plek misschien wel eens de uit Arnhem gehaalde centrale verdediger kan zijn. Tot tweemaal toe mocht Cees Veerman de bal tegen de touwen werken, tot tweemaal toe omdat Van der Heijden het toeliet.

Cyclocross World Cup: Cauberg Cross

Veldrijden, de ultieme strijd der lage landen. Dit seizoen legt Sportpreview de Holland-België veldslag minutieus vast. Dat doen we door ons niets aan te trekken van de verschillende nevenklassementen en zelf de score bij te houden. Wout van Aert heeft het peloton in een stevige houtgreep. Toch mocht ook Tom Meeusen eerder deze week het genoegen van een zegen smaken. Met Mathieu van der Poel voorlopig in de lappenmand lijkt het een Vlaams jaar te worden. Voor de tweede maal in deze reeks, na CrossVegas, strijdt het peloton in een wereldbekerwedstrijd`

'Weet je wat', moet Wout van Aert gedacht hebben. 'Vorige week in Ronse werd ik flink onder druk gezet en de week ervoor in Gieten ook al. Vandaag heb ik een mooie leiderstrui aan, deze wedstrijd ga ik eens van begin tot eind domineren.' En dus vertrok de jonge Belg furieus in de Cauberg Cross. Een tactiek die hij al snel moest bekopen. Eerst sprong Lars van der Haar naar zijn wiel en trok door. Vervolgens deed Kevin Pauwels hetzelfde en kwam ook oude meester Sven Nys aansluiten. Van der Haar was toen al ver uit zicht om zijn geliefde Cauberg Cross winnend af te sluiten.

Winnaar: Lars van der Haar



Van der Haar had duidelijk moeite met het feit dat het asfalt onder zijn wielen werd ingeruild voor modder. We begonnen dit seizoen immers met de kleine man van Giant-ALpecin uitroepen tot verliezer van de dag. Stukje bij beetje heeft hij zich echter herpakt en inmiddels zijn de rollen omgedraaid. De door de veldrijdjournalistiek zo bewierookte Wout van Aert (ook door Sportpreview) moet het inmiddels tegen hem afleggen. Dat belooft veel voor het nog lange seizoen.

Man van de dag: Sven Nys



Het ontbreekt de bijna-veertiger Sven Nys aan de pure kracht en topsnelheid die bij een jonge atleet hoort. Desondanks laat hij, op een enkele off-day na, iedere week opnieuw zien waarom hij de grootste veldrijder aller tijden is. Ook vandaag vocht hij van begin tot eind voor iedere meter. Werd hij in het begin overrompeld door de daverende start van Van Aert en Nys, halfweg koers lag hij alweer keurig tweede. In de laatste ronde bleek dat het leeftijdsverschil gaat tellen en liet ook Van Aert hem definitief achter. Het is wachten op een beetje geluk voor de oude meester en wie weet kan hij zijn afscheidsseizoen dan nog opluisteren met nog één zege extra op zijn indrukwekkende erelijst.

Tegenvaller: Mathieu van der Poel



Van der Poel als tegenvaller? Maar die deed toch helemaal niet mee vandaag? Inderdaad, Mathieu van der Poel staat al enige tijd geblesseerd aan de kant en dat zal nog wel even duren ook. In die tijd krijgen generatieconcurrent Wout van Aert en nationale concurrent Lars van der Haar alle ruimte om zich te profileren als de nieuwe grote mannen in het Cyclo-crosspeloton. Daar maken zij dan ook gretig gebruik van. Was Van der Poel vorig jaar nog de gedoodverfde opvolger van Sven Nys, nu is hij hard op weg richting vergetelheid. Het is voor de wereldkampioen te hopen dat zijn afwezigheid tot een minimum wordt beperkt.

Tussenstand: België-Nederland 3-1

zaterdag 17 oktober 2015

De ultieme who's who guide voor het WK U17

Jeugdtoernooien zijn er veel en vaak in het voetbal. Na toernooien op alle continenten en in alle leeftijdscategorieën wordt het jaar afgesloten met het WK U17. Om het volgen van het WK U17 iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een jeugdvoetbalkampioenschap is proberen te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou de wedstrijden vanaf nu met gemak laat volgen.

Omdat het voor het eerst in vele jaren niet wilde vlotten met het Nederlands elftal voor spelers jonger dan 17 jaar is Oranje niet gekwalificeerd voor het wereldkampioenschap. Wel in Chili zijn de landen die ons omringen. Naast zes Europese deelnemers zijn nog achttien andere landen naar de kampioen van Zuid-Amerika afgereisd. Ook zijn Danny Makkelie, Mario Diks en Hessel Steegstra één van de arbitrale trio's.

Poule A



Groep A is het domein van gastheer Chili dat met een selectie vol spelers die in eigen land acteren uitkomt. Universidad Católica is hofleverancier van de verzameling zestien- en zeventienjarigen van bondscoach Miguel Ponce. Dat is misschien niet vreemd, de oud-international was zelf ooit lid van de befaamde academie en sloot zijn carrière na enkele omzwervingen ook bij de club af.

Kroatië heeft Borna Sosa meegenomen. De rechtsback heeft zijn debuut in de hoofdmacht van Dinamo Zagreb gemaakt enkele weken geleden. Dat deed hij in de stadsderby tegen NK Zagreb (2-0 winst) de volle negentig minuten. De Kroaten hebben ook drie jongelingen die in buitenlandse jeugdopleidingen acteren: Martin Erlić (Sassuolo), Marin Šverko (Karlsruhe) en Dino Halilović (Udinese).

De Nigerianen hebben de velden in eigen land weer afgestroopt om toptalenten te vinden en zullen, zoals bijna gebruikelijk, sterk voor de dag komen. Mogelijk kan bondscoach Emmanuel Amunike een belangrijke rol vervullen. Amunike, oud-speler van FC Barcelona, was lid van de allereerste Nigeriaanse selectie die naar een WK afreisde (1994) en won met het land de Afrika Cup in 1994 en de Olympische Spelen in 1996.

Het vierde land in deze poule is USA, dat met een opvallend gemengde selectie naar Chili is afgereisd. Zo is Haji Wright al doorgebroken bij New York Cosmos in de NASL, de tweede onafhankelijke league van Amerika. Alex Zendejas deed hetzelfde bij MLS-club FC Dallas. Verder zijn bijvoorbeeld ook Luca de la Torre (Fulham), Christian Pulisic (Borussia Dortmund) en Joshua Perez (Fiorentina) van de partij. Aan de andere kant is een aantal spelers nog altijd slechts op high-schoolniveau actief.

Poule B



Hoewel de spelers van Brazilië naar klinkende namen als Ronaldo en Kleber luisteren is het nog maar de vraag of zij brengen wat hun illustere naamgenoten ooit brachten. Meer kans hebben Leandro, Luis Henrique en Lincoln die allen dit jaar hun debuut in de hoogste Braziliaanse afdeling maakten. Leandro was ook nog eens topscorer op het continentale U17 toernooi van Zuid-Amerika met acht goals.

Engeland komt met jongemannen die voornamelijk uit Manchester, Liverpool en Londen komen. Één van hen luistert naar de naam Kazaiah Sterlin (Tottenham Hotspur), hoewel het aanlokkelijk is om een link met naamgenoot Raheem te leggen is die er niet. Tenminste, het zijn geen broers. Rushian Hepburn-Murphy is de enige met Premier League-ervaring. Aan het einde van het vorig seizoen mocht hij bij zijn club Aston Villa tegen Sunderland invallen voor Christian Benteke.

Guinee heeft vooral spelers die in eigen land actief zijn geselecteerd. Anders is dat voor Zuid-Korea. Spanje mag er dan niet bij zijn, de Koreanen hebben maar liefst twee spelers bij zich die hun opleiding momenteel genieten bij FC Barcelona Jang Gyeol-hee heeft nog geen indruk kunnen maken maar Lee Seung-woo die de bijnaam de Koreaanse Messi draagt, heeft zich inmiddels al opgewerkt tot Barcelona B. De jongelingen vertoeven al zeven jaar in Catalonië.

Poule C



Bij Argentinië vinden we niet direct een nieuwe Messi. De selectie bestaat uit louter spelers die in Argentinië actief zijn. Dat geldt overigens ook voor de runner-up van het EK U17, Duitsland. Terwijl bij Mexico alleen Abraham Romero buiten de landsgrenzen speelt, bij LA Galaxy in de USA.

Wel zien we in deze poule dat kleine beetje Nederlandse inbrengop het veld. Allereerst in de vorm van bondscoach Tony Vidmar oud-speler van NAC en broer van oud-Feyenoorder Aurelio. Verder is de Thomas Prinsen geselecteerd. De speler van PEC Zwolle B1 is sinds september lid van de Australische ploeg. Prinsen is niet de enige 'Europeaan' bij de Australiërs. Ook Joshua Laws (Fortuna Dusseldorf), Jake Brimmer (Liverpool) en vooral Panos Armenakas (Udinese) zijnhier actief. Armenakas is sowieso een wereldburger, geboren in Californië, spelend in Asutralië, Engeland en nu Italië, eerst international voor Griekenland U17 en nu Australië U17.




Poule D



Poule D wordt aangevoerd door de nummer 1 van de FIFA-ranking, België. Dan doen de Belgen onder meer met maar liefst drie spelers uit de PSV-opleiding. Dante Rigo, Lennerd Daneels en Matthias Verreth doen dagelijks hun oefeningsvormen en partijtjes in en om Eindhoven. Verder hebben de Belgen het door VfL Wolfsburg ingelijfde talent Ismail Azzaoui in de gelederen.

In Ecuador, Honduras en Mali treft België drie tegenstanders waar weinig zinnigs over te zeggen is. Behalve dat Mali zich plaatste door voor het eerst in de geschiedenis de Afrikaanse U17-titel te grijpen. De U20-selectie van Mali schopte het dit jaar op het WK U20 ook al tot de kleine finale. Honduras pakte als gastheer zilver op het CONCACAF U17-toernooi.

Poule E



Op het eerste gezicht lijkt Poule E de groep waarin het minste talent rondloopt. Met Costa Ricanen, Zuid-Afrikanen en Noord-Koreanen kunnen we niet direct spreken van drie van de meest talentvolle voetballanden op aarde. De Zuid-Afrika is zelfs debutant op een wereldkampioenschap voor spelers tot 17 jaar. De enige debutant op dit toernooi. Noord-Korea is al heel lang zeker van deelname. In Azië houdt men een U16-toernooi en dat werd in 2014 in een Koreaans onderonsje gewonnen.

Het vuurwerk moet dus van de Russen komen. Het mag geen verrassing heten dat de jongelingen van Mikhail Galaktionov uit Krasnodar, Sint Petersburg en Moskou komen. Wel opvallend is dat ook twee jongens van FC Chertanovo Moscow mee mogen. Aanvaller Andrei Zakharov heeft bij die derdedivisieclub zijn debuut in de hoofdmacht al gemaakt.

Poule F



In Poule F vinden we de Europees kampioen, Frankrijk. De meest opvallende naam draagt rugnummer 1, Luca Zidane, inderdaad, de zoon van. Luca is de vreemde eend in de zidanevijver, vader Zinedine, oudere broer Enzo en jongere broers Theo en Elyaz spelen allen op het middenveld terwijl Luca het doel verdedigt. Wel doen zij dat allen bij Real Madrid. Dayot Upamecano is een andere naam om op te letten. De centrale verdediger staat onder contract bij Red Bull Salzburg maar speelt inmiddels in de basis bij satellietclub FC Liefering. Upamecano, die tijdens dit toernooi nog 17 moet worden, speelde ook al in Frankrijk U18. Ook Bilal Boutobba maakte al zijn debuut in de hoofdmacht. Dat deed hij al anderhalf jaar geleden bij Olympique Marseille. Hij is de jongste debutant ooit bij de club.

De Fransen gaan het opnemen tegen Paraguay, Syrië en Nieuw-Zeeland. Wat van deze landen, die met louter spelers uit eigen competities aantreden (met uitzondering van Nieuw-Zeelander Hunter Ashworth die op de universiteit van San Francisco speelt), verwacht mag worden is totaal onbekend.

donderdag 15 oktober 2015

Ben Bril Memorial 2015 : Het beste wat Nederlands boksen te bieden heeft

Afgelopen maandag was het weer zover. Het mooiste boksgala van ons land werd gehouden in het mooiste theater van Nederland. De Ben Bril Memorial in Koninklijk Theater Carré. Nadat vorig jaar werd aangekondigd dat het bestuur zou stoppen, werd er gelukkig een doorstart gemaakt zodat de negende Ben Bril Memorial doorgang kon vinden. Met tv-persoonlijkheid Erik Dijkstra als spreekstalmeester begon rond half acht 's avonds het beste wat Nederlands boksen te bieden heeft.

Voorrondes Grote Prijs van Amsterdam



De grote prijs van Amsterdam is al jaren een traditie. Vier beginnende boksers vechten om te winnen. In het verleden won bijvoorbeeld ook Gevorg Khatchikian dit toernooi, tegenwoordig een grote meneer. De openingspartij tussen Othman Allach en Samir Kasrioui was de meest bizarre van de avond. Kasrioui is een kickbokser en bokste zijn eerste conventionele bokspartij ooit. In de ring vergat hij dat hij bezig was met een bokspartij en werd in de derde ronde gediskwalificeerd, omdat hij voor de derde maal een trapbeweging maakte naar zijn tegenstander. Ook de tweede partij was niet hoogstaand. Gino Kanters vocht tegen Karem El Hahaoui. Laatstgenoemde gaf echter na de eerst ronde op, omdat hij iets in zijn oog had gekregen.

Steve Suppan vs Melvin Wassing



Het intro van Steve Suppan werd live gezongen door niemand minder dan Andre Hazes jr. Suppan was in het verleden al Nederlands kampioen bij de amateurs en is dit jaar overgestapt naar het profboksen. Hij wordt gezien als een groot talent. Melvin Wassing draait al een paar jaar mee in het profcircuit. Het werd een boeiend gevecht tussen een technisch begaafde bokser (Suppan) en een echte vechter (Wassing). Suppan had veel moeite om Wassing op afstand te houden. Wassing was de betere in het lijf-aan-lijf-gevecht. Na zes rondes eindigde het gevecht in een onbeslist. Een terechte uitslag.

Jessica Belder vs Gabriella Mezei



Een partij om de Nederlandse titel tussen een Nederlandse en een Roemeense. Het is wel een beetje raar, maar helaas is Belder de enige vrouw in Nederland in haar gewichtsklasse. Belder is echter wel een groot talent en onder het toeziend oog van goudenmedaille-kandidaat Nouchka Fontijn maakt Belder gehakt van haar Roemeense concurrente. Mezei geeft na de derdee ronde huilend op met een gebroken kaak.

Josemir Poulino vs Farouk Daku



Voor het eerst sinds 1989 stond de Nederlandse middengewicht titel op het spel tussen de rasechte Amsterdammer Josemir Poulino en de Oegandees Farouk Daku, die al jaren in Nederland woont en vecht op een Nederlandse licentie. Poulino is een bokser met een attractieve stijl, hij gaat namelijk vol in de aanval. Daku is een jongen met veel ervaring. Begin dit jaar vocht hij nog een goed gevecht tegen Noors toptalent Tim-Robin Lihaug. Hij verloor toen echter op punten. Poulino klapte er meteen bovenop, na de eerste ronde had Daku al een bebloed gezicht. Na drie rondes leek het einde nader, omdat Daku de ene stoot na de andere te verwerken kreeg, maar hij bleef op zijn benen staan. Met de nodige aanmoedigingen van het publiek begon Daku zelfs terug te vechten, maar toch was het Poulino die elke ronde op zijn naam wist te schrijven. Hij had zelfs tijd om te showen en reactie te geven op het publiek. In de 9e ronden ging Daku neer met een geplaatste bodyshot en niet veel later ging hij nogmaals tegen het canvas en werd de strijd gestaakt. Poulino is de terechte nieuwe Nederlandse middengewicht kampioen.

Grote prijs van Amsterdam: Othman Allach vs Gino Kanters



Zo matig als de voorrondes waren, zo leuk en levendig was de finale. De mensen die te laat terug kwamen van de pauze misten een heel veel actie. vier rondes lang werd er strijd geleverd en gaven beide boksers alles. De strijd ging over en weer, maar de pas 19-jarige Kanters was de technisch beter begaafde bokser. De strijd eindigde met een staande ovatie van het publiek. Kanters werd unaniem uitgeroepen tot winnaar van de Grote Prijs van Amsterdam.

Gevorg Khatchikian vs Varazdat Chernikov



Het was vooraf nog onduidelijk of deze partij door zou gaan, omdat Khatchikian volgende maand in actie komt in Las Vegas, maar gelukkig kon de partij doorgaan. Khatchikian is een bokser met een onorthodoxe techniek en hij oogt vaak laks. Zijn Russische tegenstander was een echte counter-puncher.

De Rus die hoger op de wereldranglijst staat, wachtte op zijn kansen, terwijl Khatchikian niet altijd vol de aanval zocht. Dit resulteerde in een partij met een aantal saaie rondes, waarvan de meeste op naam van Khatchikian werden geschreven. In de laatste ronde was het Chernikov duidelijk dat hij nog maar op één manier kon winnen, door middel van knock-out. Hij zocht de aanval wat resulteerde in enkele felle slagenwisselingen. In de slotseconden van de partij gaf de Rus nog alles, maar vergat hierbij zijn verdediging. Hij liep vol op een stoot van Khatchikian wat resulteerde in een klassieke en keiharde knock-out. De Rus die na een minuut weer bij zijn positieven kwam, leek nog volledig de weg kwijt en wist waarschijnlijk niet of hij in Amsterdam of Moskou was en hij heeft zelfs nog een nacht in het ziekenhuis moeten doorbrengen. Een goede overwinning voor Khatchikian die hem nu een Top-50 plaats oplevert in zijn gewichtsklasse.

Rafik Harutjunjan vs Kelvin Dotel



De absolute uitsmijter van de avond en de fans die waren gebleven werden zeker niet teleurgesteld. Een gevecht tussen de beste Nederlandse en de beste Spaanse bokser uit het weltergewicht om de WBF-titel in deze klasse. Harutjunjan nam vanaf het begin het initiatief, maar na een aantal rondes wist de Spanjaard van Dominicaanse afkomst Harutjunjan ook te raken. Het voetenwerk van de Spanjaard was goed verzorgd, maar ook de verdediging van Harutjunjan was in orde en hij wist veel stoten te ontwijken. Het gevecht was enerverend en van hoog niveau.

In de zevende ronde ontstonden er zorgen in de Nederlandse hoek, omdat de kaak van Rafik begon op te zwellen. Gelukkig kon hij op doktersadvies de strijd voortzetten. In de 11e ronde gleed Harutjunjan uit, maar kreeg van de scheidsrechter een onterechte 8 tellen. In de laatste ronde gingen beide boksers tot het uiterste, maar de eindbel werd gehaald en het lot lag in handen van de jury. Deze riepen Harutjunjan uit tot terechte winnaar, maar ook de Spanjaard kreeg een welverdiend applaus.

Een mooie avond met Nederlands topboksen. Helaas zijn de profboksgala’s in Nederland op één hand te tellen. Dit zijn er veel te weinig, want er is genoeg animo en talent. Het is hopen op internationale successen. Harutjunjan heeft een nieuwe Duitse sponsor en een Duitse toptrainer en hij lijkt klaar voor een stap naar de Europese top en Gevorg Khatchikian staat voor een uitdaging in Las Vegas. Laten we hopen dat we bij het decennium van de Ben Bril Memorial volgend jaar meerdere kampioenen uit Nederland mogen begroeten.

zondag 11 oktober 2015

Column Eredivisie: Van verschoppeling tot visionair

De FIFA ligt op zijn gat en sleept het kleine broertje UEFA vrolijk met zich mee. Het vlaggenschip van het nationale voetbal speelt een spelletje dat niet om aan te gluren is en de opleidingsploeg doet het al niet veel beter. Om over onze vertegenwoordigers in Europa nog maar te zwijgen. En dan is er nog de Eredivisie...

Als er ooit een moment komt om radicaal met het verleden te breken dan is het nu wel. Snijd gewoon alle banden door en begin iets nieuws. Stap uit de FIFA, uit de UEFA en organiseer zelf iets. Voorlopig heb je er toch niets te zoeken. Praat me niet over al die belangen die dat onmogelijk maken. Jezelf slaafs naar de afgrond laten leiden mag nimmer de beste oplossing zijn. Als alles blijft bij het oude kom je nooit verder. Nee, we zijn niet het nieuwe Duitsland. En nee, we zijn al zeker niet het nieuwe België. Eerder zijn we het oude, weet je nog hoe we toen om de zuiderbuurtjes hebben gelachen?

Denk aan alle dingen die je kunt doen als je niet meer gebukt gaat onder allerlei van hoger hand opgelegde regels. Je kunt alle velden van kunstgras maken bijvoorbeeld. Lekker goedkoop en makkelijk te onderhouden. Kun je dat geld mooi in de jeugdopleiding steken, want spelers van buiten de landsgrenzen willen toch niet meer naar je stand-alone-league komen. En als ze toch willen komen omdat je competitie zo lekker vooruitstrevend is zijn ze nog altijd welkom.

Denk ook aan alle technische hulpmiddelen die we allemaal zo graag willen. Doellijntechnologie, videoscheidsrechters en real-time trackers? Allemaal toestaan! Hoe eerlijker, hoe beter. Als we toch bezig zijn: de wedstrijden mogen niet alleen eerlijker, ze mogen ook allemaal wat korter, directer en spectaculairder. Schaf de blessurebehandeling af, als de bal uit de buurt is kan zo'n arts de geblesseerde speler in kwestie prima buiten de lijnen dragen. Kunnen we ook direct zien wie toneel speelt en wie niet. En voor wissels hoeft het spel ook niet stil te liggen. Die tien minuten per helft die we ermee winnen hoeven niet vol gevoetbald te worden, die snijden we gewoon van de speeltijd af. Tweemaal 35 minuten zuivere speeltijd is meer dan voldoende.

Klinkt het allemaal een beetje utopisch? Lees dan het spelregelboekje van de door de FIFA ooit zo verketterde Amerikaanse NASL-competitie uit de jaren zeventig en tachtig nog eens na. Eens zien hoeveel van die 'totaal idiote' regels je nu bekend in de oren klinken. Elke visionair is ooit een verschoppeling geweest.

Het beste en het slechtste van Jong Oranje-Jong Slowakije

Nu het grote Oranje even in de wachtkamer is geplaatst en het kleine Oranje zijn wedstrijdjes won, leek het een no brainer om als voetballiefhebber je aandacht naar de jongens jonger dan 21 jaar te verplaatsen. In het eerste half uur gingen de mannen van de toekomst dan ook geheel los wat leidde tot de snelle 1-0. Maar, zo had bondscoach Fred Grim de fans al voorgehouden, de Slowaken zijn taai. Naar mate de wedstrijd vorderde bleek zijn gelijk. Met 1-1 bij rust en 1-3 als eindstand viel er opnieuw niet veel te vieren aan Nederlandse zijde. Wij kozen zoals gebruikelijk de beste speler en slechtste speler in Oranje. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste Oranjespeler: Tonny Vilhena


Aanvoerder van Oranje zijn haalt een niet te definiëren kracht naar boven in spelers. Dat zagen we bijvoorbeeld bij Arjen Robben, die zich tegen IJsland vorige maand misschien iets teveel liet leiden door die kracht, maar dat zagen we ook bij Tonny Vilhena. Je kunt veel van de middenvelder uit Maassluis zeggen, maar niet dat hij niet het voortouw nam in dit duel. Buiten het zicht van de camera's schijnt hij ook al enkele weken zijn stempel te drukken op Jong Feyenoord en over zijn invalbeurten in het rood en wit is ook weinig aan te merken geweest. Vilhena lijkt op de weg terug en ziet dat bekroond met de uitverkiezing tot speler die het meest het bekijken waard was.

Slechtse Oranjespeler: Nathan Aké


Nathan Aké is al heel lang geleden vertrokken uit Nederland. Daar is misschien weinig mee gezegd over zijn ontwikkeling, maar wel heel veel over de perceptie van het publiek. Je verwacht van een speler die al enkele jaren in Londen zijn voetbalopleiding geniet en ook door de leiding angstvallig dicht tegen de borst wordt gehouden heel veel. Vaak komen die verwachtingen niet uit. Misschien zoekt de redactie van Sportpreview te hard naar handvatten voor de toekomst. Dat neemt niet weg dat Aké Jong Oranje niet vooruit hielp vandaag.

Cyclocross: Bpost Bank Trofee Ronse

Veldrijden, de ultieme strijd der lage landen. Dit seizoen legt Sportpreview de Holland-België veldslag minutieus vast. Dat doen we door ons niets aan te trekken van de verschillende nevenklassementen en zelf de score bij te houden. Wout van Aert heeft het peloton in een stevige houtgreep. Toch mocht ook Tom Meeusen eerder deze week het genoegen van een zegen smaken. Met Mathieu van der Poel voorlopig in de lappenmand lijkt het een Vlaams jaar te worden. Was CrossVegas nog een wereldbekerduel, Gieten deel van de Superprestige, In Ronse wordt om de Bpost Bank Trofee gestreden.`

Het is opvallend hoe hard er dit hele seizoen al gereden wordt door de internationale veldrijderstop. De lat die vorig seizoen door Wout van Aert en Mathieu van de Poel een stukje hoger is gelegd lijkt nu de nieuwe ondergrens te zijn. In de eerste ronde leek het alsof het peloton nimmer op het zadel zat. Het leidde al snel tot een schifting tussen de top, die iets breder lijkt te worden door het aanhaken van Kevin Pauwels en Sven Nys, en de pelotonvulling eromheen. Toch eindigde het spektakelstuk op vertrouwde wijze, met Wout van Aert als winnaar.

Winnaar: Wout van Aert



Het is Wout van Aerts wereld. Of toch niet? Wat had de sterke man van 2015 het moeilijk en wat werden de toeschouwers in Ronse daardoor verwend. Het moest wachten tot de allerlaatste ronde voor Van Aert zich kon laten gelden. Deed hij het rustig aan met het oog op de rest van het seizoen? Misschien. Wordt de rest sterker? Zeker weten! Kevin Pauwels bleef tot de een-na-laatste bocht in zijn wiel. Het verhaal is verteld.

Man van de dag: Lars van der Haar



Je neerleggen bij een dictatuur is nimmer een optie. Een extreem dominante sterke man in een sportdiscipline zijn gang laten gaan dus ook niet. Koos Van der Haar vorige week in Gieten nog voor een tactiek van volgen zolang het kon, in Ronse deed hij het anders. De kleine grote man van Giant-Alpecin maakte de wedstrijd vanaf minuut één hard. Het betekende dat hij vanaf het startschot tot de finishvlag altijd op de podiumplekken reed. Het is een bekend gegeven dat, hoe hoger het koerstempo, hoe sterker Van der Haar zich manifesteert. Hij had dan ook geen behoefte aan het pokerspel van zijn drie Vlaamse kompanen en iedere keer als het tempo dreigde in te zakken koos hij de aanval. Een zege is nog slechts een kwestie van tijd.

Tegenvaller: Klaas Vantornout



Toen Klaas Vantornout in zijn Belgische kampioenstrui in beeld kam, ongeveer halverwege de wedstrijd, viel pas op hoe weinig Klaas Vantornout dit seizoen in beeld komt. De kampioen mist duidelijk de vorm. Niet alleen de top gaat momenteel te hard voor hem, ook de achtervolgers kan hij niet bijhouden. Vantornout deed daarmee zijn eigen zaak geen goed. De Belgisch kampioen en zijn ploeg Sunweb-Napoleon Games reageerden furieus toen bekend werd dat de organisatie van de Bpost Bank Trofee renners als Mathieu van der Poel, Wout van Aert, Sven Nys en Kevin Pauwels allen hoger inschatte dan Vantornout en hem daarom geen vast contract voor het gehele seizoen aanbood. In wedstrijden zoals Ronse, waar hij wel een startbewijs heeft, moet hij de organisatie overtuigen, tot op heden is alle keren daar niet in geslaagd.

Tussenstand: België-Nederland 3-0

De ultieme who's who voor Parijs-Tours 2015

Tot de UCI World Tour mag hij dan niet meer behoren, Parijs-Tours is nog altijd een wedstrijd van formaat. De prestige die deze koers met zich meebrengt moet genoeg reden voor een topwedstrijd zijn. Om het volgen van de Parijs-Tours 2015 iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een wielerkoers is proberen te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou de wedstrijd vanaf nu met gemak laat volgen.

Kanshebbers



Het leuke aan het wegvallen van de World-Tourstatus is het niet alledaagse peloton dat iets ten zuidwesten van Parijs opstapt. Sterker nog, vorig jaar zegevierde Jelle Wallays. De overwinning van de man van Topsport Vlaanderen was het ultieme bewijs dat er altijd ruimte moet blijven om de kleinere ploegen in grote wedstrijden te laten starten. In het kielzog van Wallays mag overigens ook Edward Theuns niet vergeten worden. Beide mannen treden volgend seizoen wel in de World Tour aan.

Een tweede oud-winnaar die in goede vorm steekt en zijn opwachting in Tours zal maken is Greg Van Avermaet (BMC Racing). D'n Greg kende in zijn overwinning in 2011 lang zijn beste prestatie uit zijn carrière. Tot hij dit seizoen een etappe in de Tour de France pakte. Van Avermaet wordt door zijn Amerikaanse ploeg overigens, met uitzondering van Peter Velits, met een opvallend jonge selectie op pad gestuurd.

De derde man die al eens zijn armen ten hemel mocht heffen in de buitenwijken van Parijs is Marco Marcato (Wanty-Groupe Gobert). De Italiaan stond zelfs tweemaal achtereen op het podium, voor hij in 2012 won werd hij tweede in 2011.

Naast de drie winnaars is een handvol voormalig podiumbeklimmers in Tours aanwezig, allen gebrand om ditmaal wel als eerste over de meet te komen. Zo is de nummer drie van vorig jaar, Jens Debusschere (Lotto-Soudal), aanwezig. Ook De nummers drie van 2013 (Arnaud Demare (FDJ)) en van 2012 (Niki Terpstra (Etixx-Quickstep)) stappen op. De 'oudste' nummer drie is echter Sebastién Turgot. De Fransman die tegenwoordig voor AG2R uitkomt stond al in 2008 bij de bloemenceremonie.

Dark Horses



Zo nu en dan draait Parijs-Tours op een sprintduel uit. Zo won John Degenkolb hier bijvoorbeeld al eens. Ook illustere voorgangers aan het sprintfront als Oscar Freire, Alessandro Petacchi en Erik Zabel (tweemaal) mochten de champagne ontkurken. Mocht Parijs-Tours 2015 in die traditie vallen dan zullen de eerder genoemde Demare en Debusschere het aan de stok krijgen met bijvoorbeeld Nacer Bouhanni (Cofidis, Yauheni Hutarovich (Bretagne-Seche Environment) en vooral ook onze landgenoot Danny van Poppel (Trek Factory Racing).

Toch mogen ook de vrijbuiters niet zomaar als kansloos worden bestempeld. Zo is bijvoorbeeld Alexis Gougeard (AG2R) in zeer goede doen. Hij pakte een etappe in de Vuelta a España en was de beste in zowel de proloog als het eindklassement van de Eurometropole Tour in recente weken. Zijn landgenoot Tony Gallopin (Lotto-Soudal) was gedurende het gehele jaar in blakende vorm maar wist dat niet te bekronen met een zege. Zijn laatste drie wedstrijden eindigde hij allen als zevende en van zijn laatste acht betekende vijf koersen een toptienklassering.

Andere winnaars van de laatste weken zijn Ramon Sinkeldam (Giant-Alpecin) die zijn slag sloeg in Binche-Chimay-Binche. De wedstrijd die ook wel bekend staat als de Memorial Franck VandenBroucke bood op het podium bovendien plek aan Pim Ligthart (Lotto-Soudal) die tweede werd en Tom van Asbroeck (Team LottoNL-Jumbo) die plek drie pakte. Tot slot is een andere man die een recente bronzen plek greep het vermelden waard, de nummer drie van het wk voor beloften Anthony Turgis wordt door Cofidis op het Parijse asfalt ingezet.


Nederlanders in de Parijs-Tours 2015



Met Niki Terpstra, Danny van Poppel, Ramon Sinkeldam en Pim Ligthart zijn dus al vier landgenoten onder de titelkandidaten geschaard. Daarmee is echter pas een deel van de Oranje-inbreng in kaart gebracht. Zo starten bijvoorbeeld twee Nederlandse ploegen en brengen anderen hun jonge, Nederlandse talenten mee. Floris Gerts (BMC Racing) is daar een voorbeeld van.

Ook Antwan Tolhoek (Tinoff-Saxo) en Martijn Verschoor (Team Novo-Nordisk) zijn eenlingen in hun ploeg. Anderzijds staat Roompot Oranje Peloton met Raymond Kreder, Jesper Asselman, Berden de Vries, Tim Kerkhof, Wesley Kreder, Andre Looij, Ivar Slik en Brian van Goethem aan de start. Ook bij Team LottoNL-Jumbo starten veel landgenoten: Twan Castelijns, Moreno Hofland, Bram Tankink, Mike Teunissen, Jos van Emden en Dennis van Winden. Team Giant-Alpecin brengt naast Sinkeldam ook Koen de Kort, Roy Curvers en Tom Stamsnijder mee.

zaterdag 10 oktober 2015

Het beste en het slechtste van Kazachstan-Nederland

Deel één van het tweeluik dat de Houdini-act is gedoopt is positief afgerond. Met een goal voor rust en een tweede er vlak na was de klus vrij simpel geklaard. Daar kon zelfs een klein offensiefje van de thuisploeg met een minuut of twintig voor de boeg en een goal in de laatste minuut (1-2) niet zoveel aan veranderen. Wij kozen zoals gebruikelijk de beste speler en de slechtste speler van het veld aan Nederlandse zijde. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste Oranjespeler: Wesley Sneijder



Oranje kwam met drie debutanten aan de aftrap die alle drie om uiteenlopende redenen een pluim verdienden. Allereerst Anwar El Ghazi. Niet alles wat de Barendrechter aanraakt is een garantie voor succes, verre van zelfs. Toch laat hij zich niet gek maken en probeert het keer op keer opnieuw, met als gevolg de assist bij de 0-1 van Georginio Wijnaldum. Dan Virgil van Dijk en Kenny Tete, twee van de vier verdedigers in één van de minst ervaren linies die Oranje ooit in het veld bracht. Het tweetal bleef overeind, zelfs toen de Kazachen voelden dat er kansen lagen en de aanval durfden te zoeken. Van Dijk iets meer dan Tete.

Toch was de grote man van de avond juist de man met de meest ervaring in het veld, Wesley Sneijder. Er is vreemde, bijna mythische kracht die werkt rondom de kleine Utrechter bij wedstrijden van zijn ploegen die echt ergens toe doen. Dat was al zo in 2003, toen een Schotse ruit kapot werd gespeeld, dat is nog altijd zo anno 2015 bij een wedstrijd als Kazachstan-Nederland. Sneijder voelde dat de wedstrijd snel op slot moest en spoorde zijn team aan in de eerste minuten na rust voor overrompeling van de tegenstander te gaan. Hetgeen het Nederlands elftal nog altijd in de race houdt voor een EK-ticket.

SLechtste Oranjespeler: Niet te bepalen



Niet iedereen was even goed, niemand zakte echt door het ijs. Daarom ditmaal geen slechtste man van het veld.

vrijdag 9 oktober 2015

De ultieme who´s who guide voor Glory 24: Denver

Glory 23: Las Vegas leverde Nederland weer eens een nieuwe kampioen op, Nieky Holzken. Dat is echter alweer geweest en nu staat het volgende evenement voor de deur. Om het volgen van Glory 24 Denver iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een kickboksevenement is proberen te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou de fight card vanaf nu met gemak laat volgen.

De Glory-organisatie probeert al geruime tijd voet aan de Amerikaanse grond te krijgen. Daarom is Glory 24 alweer het derde evenement op rij, Dynamite 1 meegerekend, en het achtste evenement van de laatst tien dat in de Verenigde Staten wordt gehouden. Dat betekent gebruikelijk dat veel Amerikaanse kickboksers een begin maken aan hun carrière in de vechtsportwereld. Vooral op de undercard zijn een hoop jongelingen te vinden die nog zo vers zijn dat zezelfs nog niet aan het immense archief van Wikipedia zijn toegevoegd.

Landgenoten



Na de Nederlanderloze hybride-avond met de Bellator-organisatie, Dynamite 1, zien we in Denver gelukkig weer een Nederlander geprogrammeerd als hoofdgerecht. Utrechter Jason Wilnis neemt het op tegen thuisfavoriet Joe Schilling in de zogenaamde Middelweight Title Eliminator. Kort gezegd is de opdracht simpel: de winnaar mag Artem Levin uitdagen voor een titelgevecht in het middengewicht.

De laatste keer dat we Wilnis op een Glory-evenement zag stond hij overigens op precies dezelfde plek. Destijds, in maart in Dubai, deed Wilnis mee aan een, voor Glory gebruikelijk, Contendertoernooi. In de finale van die vierstrijd werd hij echter op jurybeslissing teruggewezen. Simon Marcus werd daarmee winnaar. In de tussentijd heeft Wilnis in september, nota bene op dezelfde dag als Dynamite 1, tijdens FFC 19 in Oostenrijk gevochten tegen de thuisfavoriet David Keclik.

Wilnis vocht niet eerder tegen Schilling. Voor wat het waard is kwam hij wel eenmaal eerder uit tegen een Amerikaan op een Glory-evenement. Op Glory 18: Oklahoma versloeg hij Wayne Barrett op jurybeslissing na drie volle rondes. Schilling kwam op zijn beurt ook maar éénmaal tegen een Nederlander uit, al was dat wel in een MMA-gevecht. Op Bellator 131 versloeg hij Melvin Manhoef. Schilling zal gebrand zijn op een nieuwe kans tegen Artem Levin. Schilling-Levin is een klassieker in het kickboksen aan het worden en kende al twee eerdere edities. De stand is 1-1.

Heavyweight Contender



Wie in Denver aan een Contendertoernooi meedoet is zwaargewicht Jahfarr Wilnis. Het is al een tijd geleden dat Wilnis zijn gezicht liet zien op een Glory-avond. Was hij in het begin nog kind aan huis en kwam hij in actie op Glory 2, Glory 6 en Glory 10. De laatste keer dat hij vocht was echter tijdens Glory 14 in maart 2014. Het is ook zijn enige verliespartij tot nu toe. Wel werd hij in juni de nieuwe titelhouder in het zwaargewicht bij Kunlun Fight.

Naast Wilnis doen ook zijn tegenstander Ben Edwards alsmede Benjamin Adegbuyi en Mladen Brestovac, die ook tegen elkaar uitkomen, mee. Een positief puntje, de laatste keer dat Edwards zich bij Glory liet zien was op Glory 16. Destijds werd ook in Denver gevochten en destijds kwam hij ook tegen een kickbokser met roots in Nederland uit, Errol Zimmerman. Hij verloor.

donderdag 8 oktober 2015

Froome's droom en drie andere wieleronmogelijkheden

Chris Froome heeft een droom, zo vertelde hij VeloNews vorige week. Froomy wil de Tour de France, de Olympische wegwedstrijd en de Olympische tijdrit allemaal in één en hetzelfde jaar winnen. Op voorhand lijkt de Keniaan voor het eerst in zijn leven iets groter te dromen dan de realiteit toelaat, eerst zien dan geloven. Sportpreview zocht nog vijf (te) ambitieuze wielerdoelen.

De Tour de France heeft is de eenentwintigste eeuw ontwikkeld tot een wedstrijd die een dermate hoge tol eist, dat een tweede grote prestatie in één en hetzelfde jaar nagenoeg is uitgesloten. Alberto Contador ging 2015 in met de droom de klassieke dubbelslag te slaan, eerst de Giro d'Italia winnen, daarna de Tour. Slag één wist hij te slaan, alleen maar om te ontdekken dat hij niet genoeg lucht overhad voor slag twee. Sterker nog, in de laatste twintig jaar kan bijna niemand die de Tour wist te winnen nog een vuist maken in andere wedstrijden van de buitencategorie. Slechts de dubbel van Marco Pantani in 1998 en de Tour de France met Olympische tijdrit van Bradley Wiggins in 2012 zijn geldige prestaties.

Waarom is deze zegereeks onwaarschijnlijk?

Het wereldkampioenschap en de Tour de France in één jaar winnen is slechts weinigen gegeven. Vier renners in de geschiedenis van de sport wisten zowel de grootste etappekoers als de grootste eendagswedstrijd die een wielerseizoen kent in hetzelfde jaar te winnen. Slechts één renner wist de Tour te combineren met Olympisch goud, Bradley Wiggins won in zijn thuisland de tijdrit nadat hij een maand eerder de Tour won.

Interessanter nog is het gegeven dat nog nooit een renner de Olympische dubbelslag wist te slaan. Slechts Jan Ullrich in 2000 (goud op de weg, zilver tegen de klok) en Fabian Cancellara in 2008 (goud tegen de klok, zilver op de weg) wisten een dubbele top-drie-klassering te bewerkstelligen. Ullrich wist ook nog eens als tweede in Parijs aan te komen voordat hij naar Sydney afreisde.

De conclusie is dus dat alleen één renner, in de piekjaren van het EPO-tijdperk, in de buurt is gekomen van de door Froome uitgesproken wens. Steeds vaker blijkt dat meerdere pieken in topvorm binnen een kort tijdsbestek (minder dan drie maanden) nagenoeg onmogelijk is geworden. Tel daar ook nog eens bij op dat specialiseren in het wielrennen steeds meer gemeengoed wordt en Froome drie specialismen binnen twee maanden naar zijn hand wil zetten.

Tot slot nog een interessant feit. Wie weet hoeveel eendagswedstrijden Chris Froome in zijn professionel carrière won? Juist, nul.

Op pagina 2 een combinatie van 'tours' die onmogelijk wordt geacht.


Tour de France en World Tour in hetzelfde jaar winnen



Het winnen van de Tour de France is de grote droom van het merendeel van het peloton, uitgezonderd een aantal Giro-minnende Italianen en Flandriens. Het is daarom opvallend dat het winnen van de Tour de France, alsmede ook één van de twee andere grote rondes, pas één keer in de geschiedenis geleid heeft tot eindwinst in de Champions League van het wielrennen, de UCI ProTour of UCI World Tour.

Slechts Alberto Contador mocht zich in 2009 als winnaar van de Tour de France aan het eind van het seizoen winnaar van het eindklassement van de, toen nog, ProTour noemen. Toch lag die zege in Frankrijk niet aan de basis van zijn ProTour-kampioenschap, want wat wil het geval, in 2009 telden de grote rondes niet mee. Slechts een handvol klassiekers en kleine etappewedstrijden werden aangewend om te bepalen wie zich de meest constante renner van het jaar mocht noemen.

Waarom is deze zegereeks onwaarschijnlijk?

De Tour de France vergt dermate veel van een renner dat andere doelen stellen in hetzelfde seizoen nauwelijks zin heeft. De World Tour daarentegen blijft een prijs voor constant presteren. Dit conflicteert. Zo won Tourwinnaar van 2015 Chris Froome, slechts één andere wedstrijd op het hoogste niveau, het Critérium du Dauphíne. Vincenzo Nibali won naast de Ronde van Frankrijk zelfs geen enkele WT-race. Froome leverde een topprestatie door in de aanloop naar zijn Tourzege van 2013 zowel de Dauphíne als de Ronde van Romandië te pakken en zijn voorganger Bradley Wiggins deed daar een schepje bovenop door ook nog Parijs-Nice aan het rijtje toe te voegen.

Het is opvallend dat het nog nimmer is voorgekomen dat na een Tour de France de winnaar nog een wedstrijd op het hoogste niveau won in hetzelfde jaar. Zowel in de ProTour-tijd als in het World-Tourtijdperk is dit niet voorgekomen. Het is daarom niet vreemd dat de Spanjaarden vaak aan de haal gaan met de eindzege. Voor de Spaanse ridders van de stalen ros ligt een piek vroeg in het seizoen, met wedstrijden als de Ronde van Het Baskenland en de Ronde van Catalonië, waar bijvoorbeeld de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik mooi tussenin geklemd zitten. Een tweede piek volgt in augustus als achtereenvolgens de Clasica San Sebastian en de Vuelta a España volgen.

Beste kans: Vincenzo Nibali

Van alle prominente ronderenners in de wielerwereld heeft Nibali in zijn carrière de meeste affiniteit met eendagskoersen getoond. Al wordt dit wel mede ingegeven door het feit dat Joaquim Rodriguez en Alejandro Valverde onmogelijk het eeuwige leven kunnen hebben. De late dertigers moeten vroeger of later hun meerdere gaan erkennen in de nieuwe generatie. Van die nieuwe generatie hebben pas twee renners, zij het heel voorzichtig, hun neus aan het venster gedrukt waar het gaat om constant presteren. Rigoberto Uran en Thibaut Pinot waren in verschillende wedstrijden op verschillende momenten van het seizoen in podiumvorm. Daarentegen betrof het voor beide renners ook piekmomenten in verschillende seizoenen.

Op pagina 3 volgt een onmogelijke Belgische dubbelslag.


Belgische dubbelslag 'Vlaanderen' en 'Luik'



Het winnen van de Belgische dubbel is misschien nog wel uitzonderlijker dan het winnen van de 'Vlaamse dubbel' (Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix) of de 'Waalse triple' (Luik-Bastenaken-Luik, Waalse Pijl en Amstel Gold Race). Sterker nog, hij is het moderne wielrennen als onmogelijk te beschouwen. De Belgische dubbel in de eendagskoersen is vergelijkbaar met de onmogelijkheid die is ontstaan in de Giro/Tour-dubbelslag.

Léon Devos, Rene Vermandel, Alfons Schepers, Rik van Looy, Walter Grodefroot, Roger De Vlaeminck, Adri van der Poel, Moreno Argentin en Michele Bartoli. Allen wisten ze beide wedstrijden tenminste eenmaal te winnen in hun loopbaan. Slechts één man kan boven alle partijen staan. Eddy Merckx. Om zijn grootsheid kracht bij te zetten bewerkstelligde hij deze dubbel tweemaal, in 1969 en 1975.

Waarom is deze zegereeks onwaarschijnlijk?

Zoals eerder al meerdere malen is gezegd, wielrennen is steeds meer een sport van specialiseren geworden. Je bent goed in de grote rondes of in de klassiekers. Je bent een klimmer of een sprinter. Je kan goed over de kasseien of je verteert het heuvelwerk beter dan anderen. Wat je kracht ook is, je zal altijd elders iets moeten laten liggen.

Het is ook om die reden dat winnaars van Vlaanderen een heel ander traject doorlopen dan winnaars in Luik. Als we de twee kampioenen van 2015 vergelijken, dan zien we Alexander Kristoff op weg naar 'Vlaanderen' Qatar, Oman, Omloop Het Nieuwsblad, Kuurne-Brussel-Kuurne, Parijs-Nice, Milaan-San Remo, E3 Harelbeke, Gent-Wevelgem en de Driedaagse De Panne-Koksijde aandoen. Alejandro Valverder, de grote man in Luik, kruiste onderweg slechts driemaal de degens met de Noor, in Qatar, Oman en San Remo. Verder koos hij voor een handvol Spaanse en Italiaanse koersen en de Amstel Gold Race en de Waalse Pijl als opmaat naar zijn winst in de buitenwijken van Luik.

Beste kans: Michal Kwiatkowski of Peter Sagan

De laatste jaren steekt een nieuw soort renner de kop op. Al is dit eigenlijk beter te omschrijven als een terugkeer van de oude klassieke renner. De allrounder wint terrein en de laatste twee wereldkampioenen belichamen dit het best. Zowel Michal Kwiatkowski als Peter Sagan kunnen meer dan de gemiddelde renner.

Zo won Kwiatkowski dit jaar de Amstel Gold Race, die andere grote heuvel klassieker. Twee weken eerder werd hij vierde in de sprint van de kopgroep in kasseienkoers Dwars door Vlaanderen. Vorig jaar werd hij derde in Luik-Bastenaken-Luik. Ook was hij al eens de sterkste op de uitgehakte stenen van de Strade Bianche in 2014. Het is daar waar Peter Sagan hem niet bij kon houden en tweede werd. Sagan werd ook al eens derde in Gent-Wevelgem en won hij de E3 Prijs Harelbeke.

Op pagina 4 een uitzonderlijke cyclus die pas eenmaal werd volbracht.


Alle monumenten in een loopbaan winnen



Het winnen van een grote klassieker is niet iedereen gegeven. Nog minder renners mochten zich meerdere malen de winnaar noemen van wedstrijden die tot de vijf monumenten behoren: Milaan-San Remo, Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik en Ronde van Lombardije. Slechts enkele wielerprofs wisten die overwinningen te verdelen over meerdere wedstrijden. Het winnen van dit vijftal koersen is van een extreme zeldzaamheid. Slechts drie Belgen wisten dit uniek kwintet bijeen te fietsen in hun loopbaan: Rik van Looy, Eddy Merckx en Roger de Vlaemink. Merckx en De Vlaemink waren ook nog eens de grootste klassiekerrenners aller tijden. Achter hen staat een vijftal (onder meer Nederlander Hennie Kuiper) dat tot vier overwinningen en een podiumplaats in de vijfde reikte.

http://www.sportpreview.nl/analyse-welke-renner-kan-de-vijf-wielermonumenten-winnen/

woensdag 7 oktober 2015

Dit zijn de sporthelden van Kazachstan

Kazachstanen kunnen niet voetballen, zo zijn we in Nederland eensgezind van mening. Over een land dat zich sinds de invoering van de FIFA-ranking nimmer aan de middenmoot heeft kunnen onttrekken mag dat misschien ook wel gezegd worden. Voetballen kunnen ze dus niet. Allemaal niet? En wat kunnen ze dan wel? Dit zijn de vijf sporthelden van Kazachstan.

  • 1. Alexandre Vinokourov


  • Hij mag dan niet meer op de fiets zitten, Alexandre Vinokourov is nog altijd de nummer één sportheld van Kazachstan. Wat wil je ook, als veelwinnaar in één major sport. Vuelta-kampioen, Olympisch kampioen, viervoudig ritwinnaar in de Tour de France en tweevoudig winnaar van Luik-Bastenaken-Luik. Oh ja, hij greep ook nog tweemaal brons op een wereldkampioenschap. Rondom Vino zal altijd de geur van doping blijven hangen. 'Maar om welke renner uit het EPO-tijdperk niet,' zullen de Kazachse fans daar tegenin brengen. En geef ze eens ongelijk.



  • 2. Gennady Golovkin


  • In Nederland heeft conventioneel boksen sinds het afscheid van de 'generatie Tuur' misschien wat terrein verloren aan het meer succesvolle kickboksen, in de rest van de wereld is de bokssport onverminderd groot. Kazachstan is de thuisbasis van één van de sterkste boksers op aarde op dit moment: Gennady Golovkin. Op de nummer vier van de zogenaamde pound-for-pound-ranking is de uitdrukking 'negen van de tien keer' bijzonder van toepassing. De WBA en IBO wereldkampioen in het middengewicht heeft namelijk een knock-outpercentage van net iets meer dan negentig procent. Maar liefst dertig van zijn drieëndertig gevechten eindigden met zijn tegenstander in dromenland. Oh ja, Golovkin verloor als prof nog nooit. Op 17 oktober neemt hij het op tegen de Canadees David Lemieux.



  • 3. Denis Kuzin


  • Sporters met een mooi levensverhaal genieten altijd net een klein beetje meer steun bij de supporters. De gunfactor noemt men dit fenomeen ook wel. Denis Kuzin is zo'n sportman. In 2012 hing zijn carrière aan een zijden draadje toen hij na een ongeluk een maand in het ziekenhuis moest blijven. In 2013, één jaar later, werd hij wereldkampioen op de 1.000 meter. In datzelfde jaar pakte hij ook goud en zilver bij de twee 1.000 meters op het wereldkampioenschap sprint. In 2015 viel hij iets terug maar zijn status bleef onverminderd overeind staan.



  • 4. Ilya Ilyin


  • Ilya Ilyin is geen grote bekende in Nederland. Mocht hij dat wel zijn geweest dan had hij waarschijnlijk de 'Vinokourov-behandeling' hebben gekregen. Ilyin is gewichtheffer van beroep en net als in het wielrennen hangt ook zijn sport (vooral in de publieke opinie) aan elkaar van de prestatiebevorderende middelen. Dat neemt niet weg dat Ilyin voor het gewichtheffen is wat bijvoorbeeld Roger Federer voor het tennis is, de grootste aller tijden. Ilyin (geboren in 1988) domineert al sinds 2005 zijn sport. Met twee Olympische titels en vier wereldtitels in drie gewichtsklassen (eigenlijk zes, in 2005 won hij zowel de junioren- als seniorentitel) is hij op zijn 27ste al vaker met goud omhangen dan menig topper in de grote sporten.



  • 5. Konstantin Engel


  • Konstantin Engel is een beetje de Jordi Cruyff van Kazachstan maar dan zonder de beroemde vader. Wat wil het geval, de beste voetballer van het land heeft zijn kunde elders in de wereld opgedaan. In Duitsland om precies te zijn. Engel werd weliswaar in Karagandy geboren maar groeide op in Georgmarienhütte in Niedersachsen, hemelsbreed ongeveer ter hoogte van Drenthe. Op zijn twintigste rolde hij het Duitse profvoetbal in en sinds 2012 is hij lid van de nationale selectie van Kazachstan. Tegenwoordig voetbalt hij bij het gepromoveerde FC Ingolstadt 04 en is daarmee de enige Kazach op het hoogste niveau van Europa.

    dinsdag 6 oktober 2015

    De ultieme who´s who guide voor de MLB play-offs 2015

    Time flies, America’s favourite pastime gaat nu pas echt los. Vandaag staan New York Yankees en Houston Astros tegenover elkaar om met de AL Wild-cardgame de play-offs in gang te trekken. Om het volgen van de MLB play-offs 2015 iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die het knock-outtoernooi is geprobeerd te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou de titelrace vanaf nu met gemak laat volgen.

    American League



    New York Yankees heeft het oude van zich af geschud en het nieuwe omarmd. Derek Jeter is weg maar Didi Gregorius uit Amsterdam is de nieuwe grote man. Desondanks zal de recordkampioen een extra blokje om moeten op weg naar de World Series. Yankees kwam in de AL East niet verder dan plek twee en kwalificeerde zich als één van de best-of-the-rest-ploegen voor de wild-cardgame. In een alles of niets duel moet Houston Astros verslagen worden. Het is de opening van de play-offs en direct ook, met de wild-cardgame van de National League, de enige winner-takes-all-wedstrijd. De Divisional Series zijn best-of-five, de Championship Series en World Series zijn best-of-seven. Astros mocht tot de allerlaatste inning van het regular season hopen op directe plaatsing voor de play-offs. In een nek-aan-nek race moest het Texas Rangers voor laten gaan. Astros leunt zwaar op een man die de komende tien jaar best wel eens één van de groten der aarde kan worden, rookie Carlos Correa.

    Toronto Blue Jays is tot nu toe de verrassing van dit seizoen. Een deel dankt men aan de AL Speler van de maand augustus Edwin Encarnacion. Een ander deel aan de revelatie van dit jaar Kevin Pillar, de man die zijn ploeg bij de hand nam toen het voor de zoveelste keer nergens op uit leek te draaien in Toronto. De Blue Jays deden bovendien in de mid-season trade-window waarschijnlijk de beste zaak van alle ploegen door Troy Tulowitzki binnen te halen. En laat die nu net op tijd fit zijn voor het nagerecht.

    Texas Rangers is een beetje de onverwachte topper in de league gebleken. De sleeping giant haalde recentelijk twee keer de World Series, in 2010 en 2011, maar verloor ze allebei. De man van het moment bij Texas is de kolos Prince Fielder, de man die de bal niet over de hekken hoeft te slaan om toch een home-run aan zijn stats toe te voegen.

    Toronto Blue Jays is de meest verrassende American-Leagueploeg van het regular season gebleken, Kansas City Royals was echter de sterkste en meest constante. Het is niet voor niets dat Royals dan ook de beste cijfers van de AL konden overleggen na 162 wedstrijden, .586. De Royals kwamen vorig jaar bovendien maar net tekort om MLB-kampioen te worden. Dit jaar moet dat anders en de voornaamste kandidaten om de ploeg wel naar zijn eerste titel te brengen zijn Eric Hosmer en Lorenzo Cain, de man die vorig jaar in de play-offs de spotlight greep. Royals komt uit tegen de winnaar van het duel Yankees-Astros.

    National League



    De NL Central is met Chicago Cubs, Pittsburgh Pirates en St. Louis Cardinals vertegenwoordigd in de play-offs. Het is opvallend dat één divisie van de zes maar liefst drie van de tien play-offplekken inneemt, tien procent van de league vormt dus 33 procent van het knock-outtoernooi. De Lovable Losers hebben er hard voor gevochten, ze zaten immers veruit in de sterkste divisie dit seizoen, maar het is ze gelukt. Niet in de minste plaats omdat de Cubs al snel besloten Kris Bryant uit de Minor League te halen om de MLB te redden.

    De Cubs nemen het in de wild-cardgame op tegen divisiegenoot Pittsburgh Pirates. De Bucs hadden het dit seizoen vooral druk met oorlog voeren tegen een andere divisiegenoot waarbij het meer dan eens tot vechten kwam in het stadion. Toch mag de ploeg niet onderschat worden. Met een winstpercentage van .605 hadden ze elke divisie, behalve hun eigen, gewonnen. De Cubs met hun .599 trouwens ook. De grote man bij Pittsburgh is nog altijd Andrew McCutchen.

    De allerleukste match-up in de eerste ronde van de play-offs is ongetwijfeld die tussen Los Angeles Dodgers en New York Mets. Dat ze nu tegenover elkaar staan is saillant om vele redenen. Ten eerste is Mets in 1962 opgericht omdat de New Yorkers treurden om het verlies van de in 1957 naar Los Angeles vertrokken Dodgers. Eigenlijk is Mets dus gewoon een kloon van Dodgers. Dit is de derde keer dat de twee elkaar in de play-offs ontmoeten. In 1988 ging het om het kampioenschap van de National League en wonnen de Dodgers, 3-1, en werden later World Series Champ. In 2006 was het net als nu een serie in de eerste ronde en wonnen de Mets met 3-0.

    Bij Los Angeles Dodgers zien we de enige andere Nederlander naast Didi Gregorius in de play-offs. Kenley Jansen is pitcher in Californië. De echte eye-catcher is echter Clayton Kershaw. De beste man heeft een bankrekening van 300 miljoen dollar bijeen geworpen maar zette daar dan ook 300 strike-outs tegenover. In 2002 (de piekjaren van het dopingtijdperk) werd voor het laatst een zogenaamd '300k's-seizoen' genoteerd. De laatste Dodger die dit presteerde was de koning aller pitchers Sandy Koufax in de jaren zestig.

    Bij de New York Mets steelt Yoenis Cespedes al maanden de show. In elk ander jaar zou hij de MVP van de NL zijn geworden. Er is alleen één probleem, Washington Nationals' grote ster Bryce Harper draaide een buitenaards regular season. Harper overlegde cijfers die in het verleden alleen door gedopete supermensen werden gehaald. Jammer voor Cespedes. Aan de andere kant, hij staat hier en Harper zit al thuis. De wederopstanding van Cespedes is niet heel vreemd, 2014 eindigde misschien niet zo best, hij won wel in dat jaar en het jaar ervoor de home-runderby.

    Van de drie sterkste clubs van de afgelopen tien jaar is maar één ploeg daadwerkelijk tot de play-offs van 2015 doorgedrongen, St. Louis Cardinals. En hoe! De Cards hebben letterlijk huisgehouden in de MLB en wonnen meer wedstrijden dan elke andere ploeg in de league. St. Louis won als enige ploeg meer dan honderd wedstrijden. De tegenstander komt sowieso uit bekende hoek, de winnaar van de wild-cardgame die tussen twee divisiegenoten gaat. De Cards weten dus wat ze te wachten staat. Jason Heyward en Carlos Martinez hebben de tools om de show te stelen tijdens de play-offs.

    maandag 5 oktober 2015

    UCI World Tour 2015, de lessen

    Met het over de meet drukken van zijn wiel in Como, een rondslingerende tricolore stevig tegen hem aangedrukt, maakte Vincenzo Nibali een einde aan weer een jaar UCI World Tour. Net als in de voorgaande jaren werd de strijd vooral tussen de Spanjaarden gestreden. Sinds de invoering in 2009 won pas één keer een renner van een andere nationaliteit het klassement. Ook stonden voor de zesde maal in zeven jaar tenminste twee Spanjaarden op het podium. Niets nieuws onder de zon. Wat leerde het wielerjaar 2015 ons dan wel?

    Southeast heeft World-Tourpotentie



    Wie uitsluitend naar uitslagen kijkt kan niet anders dan concluderen dat de opzet van de UCI World Tour geslaagd is. Wanneer men daguitslagen in etappekoersen namelijk niet meerekent wist dit jaar slechts één renner van een wild-cardteam zich op het podium te nestelen. Dat gebeurde ook pas op 30 augustus in de GP Ouest Plouay, terwijl het seizoen al op 20 januari begon. Overigens een wedstrijd waar ook in 2014 een niet World-Tourrenner zich tussen de toppers wist te wringen.

    De renner in kwestie is dit seizoen Simone Ponzi van het Italiaanse Southeast. De renner van 2014 was Andrea Fedi van Nero-Sottoli, de vorige naam waaronder Southeast opereerde. In 2014 werden overigens nog twee podiumplekken door renners op uitnodiging weggekaapt, Sylvain Chavanel en Mathias Frank, beide van IAM Cycling, een team dat in 2015 wel een licentie voor het hoogste niveau kreeg. Hoewel uitslagen alleen niet voldoende zijn om een gastenlijstplek te veroveren op het feestje van de wielerelite, sterker nog, eerder niet, is Southeast wel een goede kandidaat om de achttiende plek, die dit jaar niet werd ingenomen, op te vullen.

    De kleinste wedstrijden worden niet serieus genomen



    Een opvallende uitkomst van dit World-Tourseizoen, de renners lijken door te hebben dat de punten niet in Australië of de Ardennen te verdienen zijn. Steeds duidelijker tekent zich de situatie af dat zowel in de Tour Down Under in januari als de Eneco Tour in augustus alleen door 'thuisrijders' serieus genomen wordt. Van de twaalf podiumklanten die deze twee wedstrijden in de afgelopen twee seizoenen produceerden had er slechts één niet de nationaliteit van het organiserend land.

    De verklaring voor dit gebrek aan interesse voor beide wedstrijden ligt mogelijk in de plaats op de kalender. De Tour Down Under is bijna op zichzelf staand geworden in januari. De eerstvolgende wedstrijd is Parijs-Nice begin maart. Vervolgens volgt een aaneenschakeling van wedstrijden tot begin oktober. De Eneco Tour ligt precies in het midden, maar dan ook echt in het midden. Met de Tour nog maar twee weken terug en de Vuelta een week later lijkt de etappewedstrijd door Nederland en België net niet lekker in het schema van de mannen van het rondewerk te liggen om er een doel van te maken zoals dat bijvoorbeeld van Parijs-Nice of de Ronde van Zwitserland wordt gemaakt.

    Allrounder is een wielerberoep geworden



    Het is inmiddels duidelijk geworden dat alleen renners die zowel op één dag als over een langere periode kunnen presteren kans maken op de titel van World-Tourkampioen. Dat moeten de kandidaten ook nog eens over een geheel seizoen laten zien. Een goed voorjaar (John Degenkolb) of najaar (Adam Yates) is niet genoeg. Goed zijn in klassiekers (Alexander Kristoff) of rondes (Fabio Aru) alleen evenmin.

    De inmiddels afgeloste regenboogtruidrager van 2015, Michal Kwiatkowski, lijkt daarom op dit moment de meest uitgesproken kandidaat om de hegemonie van de Spanjaarden te doorbreken. Winnaar van het wereldkampioenschap op de weg van 2014 Kwiatkowski toonde dit jaar aan zowel in het rondewerk (tweede in Parijs-Nice) als in de eendagsklassiekers (winnaar Amstel Gold Race) uit de voeten te kunnen. Desondanks kwam hij dit jaar niet verder dan plek 25 in de eindstand van de UCI World Tour 2015. Om een stap te maken zal hij zich moeten kunnen focussen op een goed resultaat in tenminste één grote ronde per jaar.

    zondag 4 oktober 2015

    Column Eredivisie: Open deuren

    Goed. Dat was het dan voor Ajax, de hoop op de ongekende luxe om PSV op acht punten achterstand te zetten. Maar hoe beslist de maandagse ochtendkranten en praatprogramma's ook zullen zijn in het trekken van allerlei voorbarige conclusies: die neemt men beter niet al te serieus. Als het niveau van het Nederlandse voetbal zich niet in haar beste periode bevindt, geldt dat al helemaal voor de vaderlandse lieden die daar verslag van doen.

    Neem Ouasim Bouy. De talentvolle middenvelder van PEC Zwolle had zijn eerste doelpunt uit een moeizame vrije trap nog niet gemaakt of alle registers werden opengetrokken over zijn kortstondige periode in één team met Andrea Pirlo. De hijgerigheid kent geen grenzen meer. In de bloederige oorlog om de lezer (of kijker) is diezelfde lezer (of kijker) het grootste slachtoffer.

    Waar is de tijd gebleven dat een televisiecommentator zelfs bij een werelddoelpunt op een wereldkampioenschap totaal onaangeroerd alleen maar 'Negrete, Aguirre, Negrete... en het staat 1-0' kon zeggen. In plaats daarvan regeert het opportunisme. Wie neemt SBS6 nog serieus als men daar, in een poging de kijkers alle ellenlange reclameblokken te laten uitzitten, blijft roepen dat er zoveel geweldige treffers van zoveel fantastische spelers te zien zijn. Na de commercials uiteraard.

    Terug naar de Eredivisietopper van dit weekeinde. Je kunt veel grote woorden roeptoeteren over wat het verloop van deze Ajax-PSV nu zegt over de staat van het Nederlandse voetbal, of welke trend de huidige stand op de ranglijst (vijf koplopers binnen twee punten) blijkbaar heeft ingezet.

    Dat 'we' het moeten hebben van veel ruwe talenten en weinig volgroeide sterren was al een tijdje bekend, net als de daardoor steeds wisselvalliger hoedanigheid van 's lands topploegen. Het competitieverloop is niet meer dan een gevolg van uitslagen van een hoop losstaande wedstrijden, hoe gretig ook de hordes cijferfetisjisten die in grafieken en tabellen willen persen.

    Er blijven weinig open deuren meer over om in te trappen. Dan blijft de traptechniek van Andrea Pirlo inderdaad het laatste redmiddel.

    Het beste en het slechtste van Ajax-PSV

    Door de snelle voorsprong en bijna net zo snelle gelijkmaker werd de indruk gewekt dat Ajax-PSV een open en aanvallend duel zou worden. Dat bleek echter ijdele hoop, de twee grootmachten der eredivisie bleken namelijk vooral heel erg aan elkaar gewaagd en maakten er een boeiend schouwspel van. De vroeg bereikte 1-1 stand leek dan ook tot het einde te blijven staan en daarmee was het ook wel goed voor vandaag. Tot Gaston Pereiro nog eens doordrukte en de overwinning aan PSV schonk. Wij kozen zoals gebruikelijk de beste speler en de slechtste speler van het veld. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

    Beste speler: Gaston Pereiro (PSV)



    Het mag voor de vaste volgers inmiddels bekend zijn dat de recensenten van Sportpreview vooral kijken naar amusementswaarde. In dat licht kan simpelweg niet voorbij worden gegaan aan Gaston Pereiro. De jonge Uruguayaan mocht dan eindelijk vanaf minuut één laten zien wat hij waard was. Dat bleek veel te zijn. Met twee goals en een hele karrenvracht aan belangrijke acties, zowel aanvallend als verdedigend, stak hij net boven het toch al hoog staande maaiveld uit vandaag. En dan te bedenken dat Pereiro niet op de nominatie stond om dit duel te spelen. Zijn basisplaats betaalde hij desondanks dubbel en dwars terug aan alle liefhebbers van het Nederlands voetbal.

    Slechtste speler: Anwar El Ghazi (Ajax)



    In de week waarin je neo-international van het Nederlands elftal wordt lig je bijna als vanzelf onder een vergrootglas. Als je dan nog niet te vinden bent heb je iets niet goed gedaan. El Ghazi kon zich afgelopen donderdag tegen Molde FK ook al niet onderscheiden en had in de topper alweer met dat probleem te maken. De topscorer van Ajax lijkt de tol te betalen voor zijn flitsende start dit jaar. Wat El Ghazi vandaag deed was niet per se slecht, het voldeed simpelweg niet aan de verwachting die je van hem hebt. Als een speler een voorproefje geeft van wat hij in zijn mars heeft is dat nu eenmaal de streep op de lat waarlangs hij de rest van zijn loopbaan gelegd wordt. In deze Ajax-PSV kwam hij nog niet eens halverwege die topvorm.

    Veldrijden 2015/2016: Superprestige Gieten

    Veldrijden, de ultieme strijd der lage landen. Dit seizoen legt Sportpreview de Holland-België veldslag minutieus vast. Dat doen we door ons niets aan te trekken van de verschillende nevenklassementen en zelf de score bij te houden. Met Wout van Aert die de eerste grote ontmoeting van dit seizoen vrij gemakkelijk naar zijn hand zette en zijn Nederlandse evenknie Mathieu van der Poel nog altijd niet terug in het peloton, is Gieten de volgende tussenstop. Was CrossVegas nog een wereldbekerduel, Gieten telt mee voor de Superprestige.`

    De iets te strak aangelegde zandpaden van gokstad Las Vegas liggen inmiddels alweer ver achter het veldrijdpeloton. Het slagveld is inmiddels weer verlegd naar de oude, vertrouwde modder der lage landen. Drentse modder wel te verstaan. Een mooi moment om de hegemonie van de zuiderburen, vooral in de vorm van Wout van Aert en Wietse Bosmans, te doorbreken. Dat deden de Nederlanders dan ook. David van der Poel trok ten aanval, daarmee Wout van Aert uit zijn tent lokkend, en Lars van der Haar schoof geduldig met de Vlaming mee. Heel even leek hij de man van het moment zijn momentum te kunnen ontnemen maar dat bleek slechts schijn. Van Aert bleef rustig, spaarde zijn krachten en wachtte op zijn kans. Toen hij zag dat Van de Haar brak schakelde hij nog eens op, zoals alleen de kampioen dat altijd doet.

    Winnaar: Wout van Aert



    Van Aert wint waar hij wil, hoe hij wil. Diep in Drenthe probeerden de thuisrijders Van der Poel en Van der Haar hem nog een hak te zetten maar halfweg de koers had Van Aert iedereen al waar hij hebben wilde, twee Nederlanders naar adem happend in het wiel en de rest van het peloton op grote achterstand. Het seizoen is nog maar net begonnen maar eigenlijk is de afloop al duidelijk. Zeker nu Mathieu van der Poel is afgehaakt. Nu Sven Nys aan zijn zwanenzang bezig is geldt eigenlijk maar één regel: de koning is dood, leve de koning!

    Man van de dag: David van der Poel



    Als de wereldkampioen het niet kan doen, dan moet zijn broer de honeurs maar waarnemen. David van der Poel nam dan ook snel het heft in handen in Gieten en trok ten aanval. Hij sloeg daarmee in de eerste rondes een gat tot wel twintig seconden. In het huidige cyclocrosspeloton, dat zo stevig in de wurggreep van Van Aert zit, is dat al het predicaat man van de dag waard. Van der Poel moest de twee tenoren van de internationale veldrij-elite voor laten maar bekroonde zijn aanvalslust helaas net niet met een derde plek, in de laatste ronde stortte hij totaal in.

    Tegenvaller: Sven Nys



    Als er ergens door de modder wordt geracet met een fiets dan verwacht je eigenlijk dat Sven Nys erbij is. Wat Roger Federer is voor het tennis en Lionel Messi voor het voetbal, dat is Nys voor de cyclocross. Bovendien geldt voor Nys wat voor elke oude meester die net niet meer die topvorm van vroeger kan aantikken geldt, het wordt hem zo gegund. Als hij een hele wedstrijd buiten beeld blijft is dat voor de fan eigenlijk gewoon een verloren dag. Zeker wanneer een Duitser als Philipp Walsleben of een Zwitserse mountainbike-kampioen wel strijd willen leveren. Toen Nys dan eindelijk in de aanval ging was het al veel en veel te laat, volgende keer graag iets meer.

    Tussenstand: België-Nederland 2-0

    De ultieme who's who guide voor de Ronde van Lombardije 2015

    De UCI World Tour komt dit seizoen al na de Ronde van Lombardije 2015 al ten einde. De winnaar van het klassement is al bekend maar de prestige die deze koers met zich meebrengt moet genoeg reden voor een topwedstrijd zijn. Om het volgen van de Ronde van Lombardije 2015 iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een wielerkoers is proberen te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou de wedstrijd vanaf nu met gemak laat volgen.

    Kanshebbers



    De man die het startnummer 1 draagt is Daniel Martin (Team Cannondale-Garmin). De Ier kende in 2015 veel pech en van hem mag dan ook verwacht worden dat hij zijn laatste kans om nog iets van het jaar te maken zal willen maken. Daarbij krijgt hij concurrentie van een man die bijna alles won maar zich jaar in, jaar uit stukbeet op de finishlijn in Como, Alejandro Valverde (Movistar). De winnaar van de World Tour 2015 werd de afgelopen twee seizoenen tweede. Een plek die Samuel Sanchez (BMC Racing) ook drie keer bevolkte. Kopman bij de Amerikanen is echter tweevoudig winnaar Philippe Gilbert.

    Twee 'thuisrijders' in grote vorm die nog nimmer in Lombardije als eerste over de meet kwamen dragen het turquoise van Team Astana, Vincenzo Nibali en Diego Rosa. Rosa won eerder deze week Milaan-Turijn, Nibali reed in de afgelopen twee weken vijf top vijf plekken bijeen. Hij won de Tre Valli Varesine en Coppa Bernocchi, werd tweede in de Coppa Agostini, derde in de Memorial Marco Pantani en vijfde in GP Industria & Commercio di Prato. In die wedstrijden kreeg hij concurrentie van de 44-jarige Davide Rebellin (CCC Sprandi). De oude meester won bijvoorbeeld de Coppa Agostini.

    Dark Horses



    Het klinkt misschien wat vreemd, maar de man in het huidige peloton die het vaakst zegevierde in Como behoort dit jaar hooguit tot de dark horses. Damiano Cunego (Nippo-Vini Fantini) is bij lange na niet meer de klassiekercoureur die hij ooit was. Desondanks blijft hij de man die feitelijk heeft geheerst in de eenentwintigste eeuw. Een andere Italiaan staat juist aan de andere kant van het spectrum. Domenico Pozzovivo (AG2R) reed pas eenmaal in zijn carrière in de top tien in de Ronde van Lombardije.

    Robert Gesink (Team LottoNL-Jumbo) deed dat een keertje vaker. Gesink liet echter nog maar een week geleden in Richmond op het wereldkampioenschap op de weg zien in welke vorm hij steekt. Zijn optreden, geheel in dienst van de ploeg, zal ook zijn concurrenten opgevallen zijn. Dat zelfde kan gezegd worden van het optreden van Wout Poels (Team Sky) in Milaan-Turijn afgelopen donderdag. Al zal Poels vooral ingezet worden als adjudant van Leopold König. Tot slot mogen ook Rafal Majka (Team Tinkoff-Saxo), Romain Bardet (AG2R), Michal Kwiatkowski (Etixx-QuicStep), Thibaut Pinot (FDJ) en Diego Ulissi (Lampre-Merida) niet onvermeld blijven.

    Nederlanders in de Ronde van Lombardije 2015



    De eerdergenoemde Gesink wordt geflankeerd door zes landgenoten bij Team LottoNL-Jumbo. Twee ervan, Wilco Kelderman en Steven Kruijswijk kunnen bij een goede dag hoge ogen gooien in Lombardije. Verder starten Bert-Jan Lindeman, Timo Roosen, Bram Tankink en Dennis van Winden. Het team wordt overigens compleet gemaakt door Nieuw-Zeelander George Bennett.

    Bij andere ploegen zien we ook een handvol landgenoten. Zo zal in de schaduw van Dan Martin ook Tom-Jelte Slagter snode plannen hebben namens Team Cannondale-Garmin. Stef Clement voert IAM Cycling aan, al lijken de rugnummers vooral alfabetisch te zijn uitgedeeld. Met Tom Dumoulin (Giant-Alpecin) en Bauke Mollema (Trek Factory Racing) zijn de laatste twee Nederlanders genoemd. Van het duo mag bovendien het één en ander verwacht worden.

    zaterdag 3 oktober 2015

    Lombardije versus Almaty, oud versus nieuw, plus versus min

    Het nieuwe en het oude strijden op vele fronten om voorrang in het wielrennen. Vaak wint het oude, soms het nieuwe. Meestal met behulp van het oude, Fabio Aru en Team Astana bijvoorbeeld. Morgen staan op één en dezelfde dag de 109e uitvoering van de Ronde van Lombardije en de derde uitvoering van de Ronde van Almaty geprogrammeerd. Tijd voor een afweging.

    De pluspunten van Lombardije



    Als slotstuk van de World Tour geniet Il Lombardia verplichte voorrang waar het gaat om het deelnemersveld. Geheel volgens de reglementen staan de zeventien grootste internationale formaties aangevuld met vijf teams van het op-een-na hoogste niveau die vooral op grond van thuisbasis en budget gekozen lijken. Gemiddeld gezien brengt de Italiaanse 'Koers van de vallende bladeren' daarmee het best mogelijke startveld bijeen.

    De Ronde van Lombardije kan terugvallen op een geschiedenis van 108 eerdere edities. In die tijd heeft het een erelijst opgebouwd die zo imposant is dat zelfs de organisaties van de andere vier 'wielermonumenten' ervan watertanden. Van Giovanni Gerbi, via Alfredo Binda, Gino Bartali, Fausto Coppi, Eddy Merckx, Bernard Hinault, Laurent Jalabert, Michele Bartoli, Damiano Cunego en Alejandro Valverde tot en met Joaquin Rodriguez, het overgrote deel van de kopstukken uit de wielergeschiedenis drukte zijn wiel eens of vaker als eerste over de meet.

    De pluspunten van Almaty



    Het parcours van Almaty voldoet aan bijna alle eisen van een moderne wielerwedstrijd. Omdat de route is uitgezet in en om de stad blijft het routeboek compact. Anders dan in het 'oude wielrennen', waar van stad A naar stad B rijden de standaard was, rijdt men tegenwoordig liever een aantal plaatselijke ronden, als ware het een kampioenschap. In Almaty doet men het parcours zes maal, wat betekent dat de renners ook zes maal over de heuvelstrook vlak voor de finish moet, hetgeen het geheel selectiever maakt dan op op het eerste gezicht lijkt.

    De nieuwigheid, Almaty is pas voor de derde keer gastheer, maakt dat de kalender wat wordt opgeschud. De klassieke koersen mogen nimmer vergeten worden, maar jaar in, jaar uit exact hetzelfde programma afwerken is eigenlijk een zwaktebod van de sport. Juist vanwege het open karakter van het wielrennen is grond om een gevecht op uit te vechten niet moeilijk te vinden. Als er een verharde weg ligt is het eigenlijk al voldoende.

    De minpunten van Lombardije



    De geschiedenis mag dan veel goeds hebben gebracht, het brengt ook één groot nadeel met zich mee: voorspelbaarheid. Zoals bij alle grote eendagskoersen is redelijk goed te voorspellen waar de slag geslagen gaat worden. Zo nu en dan wordt een parcourswijziging doorgevoerd maar de wegen waarop gereden wordt zullen nooit drastisch worden aangepast. Zo is de Madonna di Ghisallo bijna met zekerheid een belangrijke scherprechter vlak voor Como.

    De wedstrijd geniet deels bekendheid vanwege zijn plek op de kalender, je bent natuurlijk 'Koers van de vallende bladeren' of je bent het niet. Die plek brengt echter ook een groot nadeel mee, de strijd is wel zo'n beetje gestreden. Van de top tien van de World-Tourstand (die overigens al in een beslissende plooi ligt) komen alleen de nummer 1, Alejandro Valverde, en de nummer 9, Rui Costa, aan het vertrek. Toegegeven, eigenlijk was de nummer 2, Joaquin Rodriguez, ook gestart maar die moest afhaken na een aanrijding. Een jaar World Tour, en een week lang dag na dag wedstrijden in Italië zijn voor veel renners net iets teveel van het goede.

    De minpunten van Almaty



    Omdat de koers nog zo jong is, maar ook omdat hij tot de Asia Tour behoort, en vooral omdat hij recht tegenover il Lombardia staat, is het deelnemersveld niet om warm van te worden. In Kazachstan staan minder World-Tourrenners aan het vertrek dan dat er ploegen in de hoogste klasse actief zijn, vijftien. Van de nationale selecties van Mongolië en Oezebekistan zal Vuelta-winnaar Fabio Aru niet echt warm worden. Ook een ex-topper als Remy Di Gregorio (Team Marseille 13 KTM) of een aanstormend talent als Davide Plebani (Unieuro Wilier Trevigiani) zullen geen angst inboezemen.

    De race is compact in al zijn facetten. Dat een parcours van 31 kilometer is uitgezet is best lekker. Dat de wedstrijd na 186 kilometer aan een einde komt is wat minder fijn. Met die deelnemersveld van semi-profs is daar misschien nog wel iets voor te zeggen maar als de wedstrijd ooit een grotere status wil vergaren dan zal daar op zijn minst een ronde, maar liever nog twee, bij moeten komen. Minder dan tweehonderd kilometer is in een etappekoers te accepteren, voor dagwedstrijden is het simpelweg onacceptabel.

    Conclusie



    Lombardije geniet vooralsnog het voordeel van de senioriteit. De wedstrijd tussen Bergamo en Como dankt er zowel zijn status als zijn fans aan. Almaty heeft echter iets wat Lombardije niet heeft, een schone lei. Als de huidige ontwikkelingen zich doorzetten, kortere wedstrijden in een kleiner gebied, dan zitten wedstrijden zoals Lombardije met een groot probleem. Koersen zoals die in Kazachstan zouden dan snel naam kunnen maken.

    vrijdag 2 oktober 2015

    Opinie: Bieden op kalenderpleken in de World Tour

    Gisteren won Diego Rosa Milaan-Turijn. Een mooie winnaar voor een mooie wedstrijd. Net als gisteren gold voor Vincenzo Nibali in de Tre Valli Varesine. Eerder zagen we Alexandre Geniez in Tro-Bro Leon, Ben Hermans in de Brabantse Pijl, Iljo Keisse in de Ronde van Zeeland, Jelle Wallays in Dwars door Vlaanderen, Zdenek Stybar in de Strade Bianche en Ian Stannard in de Omloop Het Nieuwsblad zegevieren. En dan hebben we het alleen nog maar over het voorjaar. Allen grote wedstrijden die desondanks een B-status genieten. Wordt het tijd om de World-Tourkalender anders op te stellen?

    De internationale wielerkalender is non-stop onderwerp van discussie in UCI-kringen. Niet alleen zijn er veel wedstrijden, er komen er ook steeds meer bij. Al die wedstrijden moeten ook nog eens op waarde worden geschat. Bovendien moet er een verdienmodel aan 'de sport van het volk' worden gehangen. Het maakt het niet gemakkelijk om tot een passende status voor iedere koers te komen. Vooralsnog geldt al ruim tien jaar een soort Champions League of Formule 1-model, bekend als de World Tour. De beste renners in de beste koersen. Nou ja, beste koersen, dat geldt alleen mits genoeg opgebracht kan worden. Hetgeen betekent dat redelijk vast is komen te staan welke wedstrijden 'groot' zijn.

    Op de huidige World-Tourkalender valt desondanks weinig aan te merken. De wedstrijden die erbij zitten horen er voor negentig procent ook echt bij. Over Paris-Roubaix en de Ronde van Lombardije zal niemand twijfel uitspreken. Slechts over een paar twijfelgevalletjes in Australië, Polen, Hamburg en twee in Canada valt te debatteren. Het gaat echter juist om de wedstrijden die buiten de boot vallen. En vervolgens steeds verder afdrijven. Wedstrijden zoals de reeks die in de intro van dit stuk werden genoemd. Hoe gaat de UCI die wedstrijden redden?

    Wel of niet



    Milaan-Turijn is drie jaar geleden, na een onderbreking van vier seizoenen, terug op de kalender gekomen. Dat is maar goed ook want de meest traditionele wedstrijd van de mondiale fietssport werd al in 1873 voor het eerst georganiseerd. Ver voor men zelfs maar van een Ronde van Frankrijk droomde. Om over uit de kluiten gewassen criteriums in Canada nog maar te zwijgen. Ook Roma Maxima (eerder Giro del Lazio) kwam terug, maar is dit seizoen weer verdwenen. In de Brabantse Pijl klaagde men over het wegblijven van grote namen, zelfs met tien World-Tourteams aan de start. Het is niet gemakkelijk om een wedstrijd blijvend te organiseren. Hoeveel traditie men ook heeft opgebouwd. Zeker niet met al die nieuwe gevechtsgronden zoals Strade Bianche of Prudential Ride London-Surrey Classic als concurrenten.

    Klassieke wedstrijden krijgen het dus steeds moeilijker om een concurrerend deelnemersveld bijeen te contracteren. Terwijl een ASO-keurmerk je direct naar de hoogste status katapulteert. Om terug te grijpen op het Champions League voorbeeld, het is vergelijkbaar me het onvermogen van Ajax, Feyenoord, PSV, Celtic, Anderlecht of zelfs Nottingham Forest om nog aan te haken bij de voetbaltop. Of in F1-taal, Magny Cours is verdwenen, Sotsji en Yas Marina zijn de nieuwe slagvelden.

    Bidbook



    De oplossing lijkt voor de hand te liggen. Druk het monster dat gecreëerd is de kop in. Uiteraard doet men dat niet door de World Tour dan maar weer af te schaffen. Toppers aanmoedigen in topwedstrijden te starten is nog altijd een ijzersterk idee. De criteria om het predicaat topwedstrijd opgeplakt te krijgen kunnen misschien wel wat beter. Zoals men al jaren debatteert over het al dan niet invoeren van een promotie/degradatie-regeling voor ploegen, zo zou men dat ook moeten doen met de wedstrijden.

    Hiermee voorkomt men dat kleine organisatoren populariteit-ondermijnende maatregelen moeten nemen. Eerder dit jaar koos men in Nokere Koerse ervoor om de finishplaats af te sluiten voor publiek. Slechts wanneer men een entreegeld betaalde mocht men langs de (openbare) weg komen staan. Een model waarmee de veldrijsport zich al jaren in leven houdt. Een model ook dat lijnrecht tegenover het eerste argument met betrekking tot een positief sportimago staat, de toegankelijkheid voor de toeschouwer.

    Beter is het wanneer wedstrijden kunnen meedingen naar een plek op de kalender van de mondiale topklasse. Anders gezegd, de World Tour moet flexibel ingevuld kunnen worden. Geef wedstrijdorganisaties de kans om zich te profileren. Laat hen een bidbook opstellen waarin uiteengezet wordt waarom zij tot de top behoren. Laat hen nadenken over wat zij betekenen voor de streek waarin het parcours ligt. Laat hen aangeven welke wending zij aan een World-Tourseizoen kunnen geven, waarom het spannender of beter wordt met hen in het gezelschap. Laat hen vooral ook aangeven waar traditie in conflict komt met financiering. Geef de klassiekers een eerlijke kans hun status te verdedigen. En biedt nieuwkomers de ruimte om te ontwikkelen.