vrijdag 31 juli 2015

Lionels Visie: Clasica-confrontatie van de toekomst

Ok, het is nu voor eens en altijd duidelijk, alle grote namen kwamen naar Frankrijk en Christopher Froome werd gekroond tot koning van wielerland. De Big Four is done, niet meer dan een voetnoot in de geschiedenis. Deze zaterdag, 1 augustus 2015, markeert het begin van een nieuw wielertijdperk. San Sebastian als decor voor de eerste grote confrontatie van de toekomst.

Christopher Froome als Vincenzo Nibali zullen de komende jaren nog lang niet uitgekoerst zijn. Toch kunnen we wel stellen dat het duel op Alpe d'Huez de laatste grote ontmoeting tussen de vier tenoren van het ronde-rennen van de afgelopen seizoenen is geweest. De kans dat een in topvorm verkerende Alberto Contador, die over niet al te lange tijd als eerste zijn fiets voor altijd in de schuur zal laten staan, een sterke Nibali, een volledig klaargestoomde Froome en een frank en vrij fietsende Nairo Quintana nogmaals te porren zijn voor een drieweekse Mano a Mano lijkt te verwaarlozen. Om over het enigszins onverwachte vijfde lid, Alejandro Valverde (36), nog maar te zwijgen.

Tijden veranderen. Een week later is alles alweer anders. Het startveld van de Clasica San Sebastian is opvallend jong te noemen. Al heeft het overgrote deel van de youngsters van het huidige peloton al eens of vaker van zich doen spreken. Sterker nog, er zitten in de groep renners die dit jaar nog altijd om de witte truien mogen strijden onder meer een wereldkampioen en een Giro-winnaar. Helaas zijn juist die wereldkampioen, Michal Kwiatkowski, en de Giro-troeven Fabio Aru, Rafal Majka en Nairo Quintana er niet bij in Baskenland, al kun je dit viertal door hun status al bijna niet meer tot de jonge honden rekenen.

Desondanks lijkt het erop dat alle mannen die zich de komende tien jaar op de voorposten van het wielerpeloton zullen bevinden het hier tegen elkaar gaan opnemen. Ga maar na: Sebastian Henao (neefje van Sergio, 21), Miguel Angel Lopez (21), Pierre-Henri Lecuissinier (22), Julian Alaphilippe (23), Bob Jungels (22), Jasper Stuyven (23), Rick Zabel (21), Simon en Adam Yates (22), Romain Bardet (24), Thibaut Pinot (25), Tim Wellens (24), Tiesj Benoot (21), Fabio Felline (25), Warren Barguil (23), Wilco Kelderman (24) en Nick van der Lijke (23). Stuk voor stuk mannen die zich nu al met de toppers kunnen meten. Je zou denken dat je bent gaan slapen en vervolgens wakker werd in 2020.

Ook de tijdspanne van een wielerloopbaan heeft te 'lijden' onder de nieuwe manier waarop de sport wordt bedreven. Doorgaan tot je drieënveertigste is nog slechts voor een enkeling weggelegd. De rest maakt tijdig plaats voor de Millennials, de nieuwe generatie. Het is de generatie die niet meer hoeft af te rekenen met het verleden. De generatie die al bij zijn intrede in het peloton met het nieuwe wielrennen van doen had. Het is zelfs goed mogelijk dat juist daarom zoveel jongelingen zich in Baskenland moeten melden van hun ploeg. Tijden veranderen.

De kans is nog altijd groot dat de klassieker over de Baskische bergen een oudgediende op de hoogste trede van het podium zal produceren. Daarvoor is de wedstrijd simpelweg selectief genoeg, hardheid is een pré. Al is de man die misschien wel de grootste trek in de eindzege had, Alberto Contador, inmiddels afgehaakt, de Valverdes, Gilberts en Rodriguez'en zullen er alles aan doen hun machtspositie zo lang mogelijk te behouden. De jongelingen waren immers in het theater van de grote vier de afgelopen weken ook slechts te gast. Desondanks staat deze Clasica San Sebastian symbool voor een wisseling van de wacht. Het boek van de Big Four is uit, de tijd om een nieuwe pagina om te slaan.

donderdag 30 juli 2015

Het beste en het slechtste van Southampton-Vitesse

Al op voorhand was duidelijk dat het krachtverschil tussen Southampton en Vitesse groot zou zijn. Desondanks kregen de Arnhemmers dertig minuten de tijd om te laten zien wat ze kunnen. Daarna vond Southampton het genoeg, bij rust stond het 2-0, bij het eindsignaal 3-0. Toch kon dat de spelers van Peter Bosz nauwelijks kwalijk genomen worden. Zoals gewoonlijk kozen wij de beste en de slechtste speler aan Nederlandse zijde, puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste Vitesse-speler: Isaiah Brown



Positief opvallen in je eerste grote optreden voor een club, dat kan nooit slecht zijn. Toch is het niet heel vreemd dat achttienjarige Isaiah Brown aardig voor de dag komt bij Vitesse. De huurling van Chelsea was international onder 16 en onder 17 en maakte in ieder geval tot de zomer deel uit van de onder 19 ploeg van de FA. Bovendien speelde hij op zijn zestiende al twee wedstrijden op het hoogste niveau in zijn thuisland, één voor zijn opleidingsclub West Bromwich Albion en één voor Chelsea. Geen geringe wapenfeiten in een land waar men vooral van volwassen spelers lijkt te houden. Om te zeggen dat Brown de redder van Vitesse was vanavond gaat te ver maar zijn optreden deed in ieder geval uitkijken naar meer.

Slechtste Vitesse-speler: Rochdi Achenteh



Wanneer het verschil in sterkte tussen de twee ploegen zo groot is als vanavond het geval was is het altijd moeilijk een zwakke broeder aan te wijzen. De vraag is immers: vertekent het beeld door de krachtsverhoudingen of speelt de man in kwestie echt slecht? In het geval van Rochdi Achenteh waren alle kenners het er over eens dat het laatste het geval was. De back speelde weliswaar op een wat onwennige plek maar leek daardoor ook alle basisprincipes van de voetbalsport direct vergeten. Als klap op de vuurpijl kreeg Achenteh een strafschop tegen zich gefloten die in 99 andere gevallen nooit gegeven zou worden. Noem het de Wet van Murphy.

Het beste en het slechtste van AZ-Istanbul Basaksehir

Je kunt veel zeggen over AZ, maar niet dat ze niet te lijden hebben gehad onder de verkoop van alle sterkhouders van het afgelopen seizoen. In de eerste officiële wedstrijd van het seizoen zag het er alles behalve gesmeerd uit. De Alkmaarders mochten zich dan ook gelukkig prijzen dat zij al snel tegenover tien man kwamen te staan tegen Istanbul Basaksehir. De Alkmaarders kwamen op 1-0 door een strafschop en in de tweede helft kwam daar nog een goal bij, 2-0. Zoals gewoonlijk kozen wij de beste en de slechtste speler aan Nederlandse zijde, puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste AZ-speler: Joris van Overeem



Joris van Overeem schopte het vorig jaar als speler van FC Dordrecht, waar men collectief een jaar lang als kippen zonder koppen over het veld rende, tot international van Jong Oranje. Al dient dat wel genuanceerd te worden, hij was op jongere leeftijd ook al international van zijn lichting. Dat daar gegronde reden toe is demonstreerde hij vandaag. Zijn teamgenoten waren allen vooral onwennig met elkaar, alsof zij aan niet aan het eind maar juist aan het begin van de voorbereiding stonden. De verloren zoon daarentegen was werkelijk bij elke aanval betrokken met intelligente passes en loopacties. Mocht AZ dit seizoen zijn draai vinden, dan zou het ons niet verbazen als Van Overeem daarin de voortrekkersrol speelt. Jammer dat coach Van den Brom meende dat juist hij plaats moest maken voor een extra spits.

Slechtste AZ-speler: Celso Ortiz



Celso Ortiz staat ook wel bekend als de oogappel van Dick Advocaat. Onder de kleine generaal speelde de Paraguayaan dan ook zijn beste wedstrijden. Vandaag viel hij vooral op door zijn overtredingen. Toen het rustsignaal klonk had AZ al twaalfmaal onrechtmatig een tegenstander van de bal gezet en het overgrote deel daarvan kwam op naam van de verdedigende middenvelder. En dan te bedenken dat zijn directe tegenstander zelfs onder die omstandigheden nog gevaarlijk wist te worden. Gezien het feit dat AZ, in ieder geval vandaag, zeer zwak in balbezit lijkt kan Ortiz wel eens de grootste risicofactor van dit jaar worden.

woensdag 29 juli 2015

Het beste en het slechtste van Rapid Wien-Ajax

Aan kansen had een zowaar weer eens fris en attractief spelend Ajax geen gebrek in de Champions League-voorronde in Wenen. In de eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen stak het oude euvel weer de kop op: teveel gemors voorin, te weinig killersmentaliteit in de achterhoede. Hoewel de Amsterdammers vooraf voor dit resultaat zouden tekenen, stapte Rapid Wien als morele winnaar van het veld: 2-2. En zoals gewoonlijk kozen wij de beste en de slechtste speler aan Ajaxkant, puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste Ajacied: Daley Sinkgraven


Bij Riechedly Bazoer spatte de klasse er in ruime mate vanaf, Arek Milik was ook zonder de broodnodige aanvoer duidelijk in vorm en Davy Klaassen maakte zijn nieuwe status van aanvoerder volledig waar. Er was er echter maar één die tot onofficiële Ajacied van de Wedstrijd moest worden bekroond. Dankzij Daley Sinkgraven heeft Frank de Boer er plotseling een waardig alternatief bij op linksbuiten, de positie die maar nooit lekker wilde lopen en waarvoor ook deze jaargang de voortekenen weer niet best leken. Met zijn bevliegingen, zijn gevoel voor diepte en zijn strakke manier van inspelen maakte de vederlichte Assenaar de voor hem onnatuurlijke plek onmiddellijk eigen. Maar uiteraard zeggen die twee assists al voldoende.

Slechtste Ajacied: Joël Veltman


Vaak bewierookt als ware hij de Nederlandse Franco Baresi, evenzo vaak neergesabeld alsof hij het niveau van de Jupiler League maar met moeite zou aankunnen. Opportunistische supporterspraat natuurlijk, maar in het spectrum van deze opportunistische beoordelingen ligt wel een kern van waarheid. De ruimschoots getalenteerde IJmuidenaar maakte ook vanavond meer foutjes dan hem lief is en dat komt je in dit soort wedstrijden duur te staan. Niet alleen de uitvoering was onder de maat, maar juist het belangrijkste: met zo'n stand, op zo'n moment, is het op z'n zachtst gezegd geen goed idee om op die manier uit te verdedigen.

Het bedroevende knockout-trackrecord van Frank de Boer

Al even broos als het sportieve fundament van het Ajax dat vanavond de jacht opent op zijn zesde deelname aan de Champions op rij, is de steun die het heeft van de statistieken. Slechts één keer (Ajax zelf) wist de Nederlandse deelnemer zowel de derde als de vierde voorronde van het miljoenenbal te overleven. Maar hoe dit gaat aflopen? Niemand die er iets zinnigs over kan zeggen. Zeker Frank de Boer niet, wiens cijfers qua knockout niet bepaald vrolijk stemmen.

Vierkante ogen zullen Frank de Boer en zijn Oostenrijkse concullega Zoran Barisic (ironisch genoeg schelen ze precies één week in leeftijd) onderhand hebben van het bestuderen van videobeelden van elkaars ploegen. Uit het hoofd kunnen ze de patronen uittekenen die zich bij hoekschoppen en vrije trappen voordoen, zelfs beter dan dat ze die van hun eigen manschappen paraat hebben. Nauwgezet hebben ze hun elftallen voorbereid op wat komen gaat. In amper een maand tijd zullen ze geen zweetdruppel gespaard hebben om optimaal geprepareerd ten tonele te verschijnen voor een gevecht om prestige en miljoenen (in willekeurige volgorde).

Meer nog dan FC Twente, Feyenoord en PSV, die allen strandden tegen hoger aangeslagen clubs in het moderne voorronde-systeem, moet en zal Ajax wel de groepsfase van wat ooit het kampioenenbal was bereiken. Daarvoor heeft men afgelopen jaar net iets te diep in de buidel getast en is bovendien de opgebouwde reputatie te groot. In de vijf voorgaande edities van de Champions League wist men immers telkens wel een grootmacht te kloppen en hoewel de begroting braaf is afgestemd op deelname aan de Europa League zou ook de in sneltempo opgebouwde bankrekening een vervelende hapering in de groeispurt voelen bij een afvloeiing naar het tweede continentale niveau.

Een imponerende prestatie neerzetten in de groepsfase is echter iets volkomen anders dan een ronde doorkomen wanneer het in twee duels simpelweg erop of eronder is. Dat weet De Boer als geen ander, na de Europese decepties tegen Spartak Moskou, Steaua Boekarest, Red Bull Salzburg en Dnjepr Dnjepropetrovsk, en eigenlijk moet je het verzwakte en ongeïnspireerde Manchester United van 2012 ook meenemen in dit lijstje. Alleen Anderlecht en Legia Warschau werden over twee duels aan de zegekar gebonden door de Amsterdammers met de Grootebroekse succestrainer aan het roer.

Want dat predicaat komt de voormalige recordinternational wel toe, dankzij de onwaarschijnlijke reeks van vier landstitels op rij waarmee hij zijn carrière als clubtrainer in gang zette. En mede daarom is hij nu pas toe aan zijn eerste ervaring met het spelen van voorrondes, in een periode waarin in voorgaande seizoenen altijd nog grote vraagtekens bestonden over de invulling van de selectie. Late inkomende transfers en nog latere uitgaande; Ajax heeft er voor de verandering eens geen last van, als we er voor het gemak vanuit gaan dat Jasper Cillessen op miraculeuze wijze buiten de ontketende keeperscarrousel blijft.

Ajax heeft dus het voordeel van een groep die al vroegtijdig gericht werd versterkt (met spelers die nog geen basisplaats lijken te hebben, dat kan zowel een goed als een slecht teken zijn), terwijl dezelfde spelers die vorig seizoen voor het eerst kwamen kijken nu gerijpt zijn door verschillende negatieve ervaringen. De vele internationals konden eindelijk eens op vakantie en De Boer zorgde ondertussen voor een frisse wind door Orlando Trustfull bij zijn staf te betrekken. De gespeelde oefenpotjes, tegen clubs uit de Europese subtop, kregen als vanouds wisselende recensies, die heen en weer schieten tussen scepsis en overmoedig enthousiasme.

Het zegt alleen allemaal niets. Zowel de goede als de slechte voortekenen, daar heeft Rapid Wien net zo goed mee te maken. Het Nederlandse penaltytrauma was ook ineens voorbij, net als de schier onverslaanbare periode waarin de Spaanse nationale ploeg zich bevond. Het al jaren wervelende Borussia Dortmund zag afgelopen seizoen plotseling even de bodem, terwijl na jaren van pruttelen de motor van PSV juist weer eens op volle toeren draaide. En als Ajax' oefenmeester stond Frank de Boer zelf aan het einde van een seizoen ook weleens zonder die schaal in zijn handen.

dinsdag 28 juli 2015

Filipe Luis terug naar Atlético Madrid

Na een jaar als bankzitter bij Chelsea keert verdediger Filipe Luis terug bij Atlético Madrid. Luis bewandelde een jaar geleden de omgekeerde weg. De linksback stapt per direct over.




Filipe Luis werd net als spits Diego Costa door Chelsea uit Spanje gehaald nadat Atlético de landstitel en de finale van de Champions League behaalde. De negenentwintigjarige international van Brazilië kwam in het afgelopen seizoen 26 keer uit voor Chelsea in verschillende competities. Hij maakte in die duels één goal.

Luis kwam tussen 2010 en 2014 ook al voor de club uit de Spaanse hoofdstad uit. Daarvoor speelde hij voor Deportivo La Coruña. Ook stond hij onder contract bij Real Madrid B en bij Ajax. Voor de Amsterdammers kwam hij nooit in actie. Ook is hij sinds 2009 international. Tot op heden kwam hij achttien keer in actie voor de Selecao. Hoeveel er met de transfer gemoeid is, is niet door de clubs bekend gemaakt.

maandag 27 juli 2015

Geen Olympische Spelen in Boston 2024

Nog voor de verkiezingscampagne goed en wel is begonnen heeft de eerste kandidaatstad voor de Olympische Zomerspelen van 2024 zich alweer teruggetrokken. Het Amerikaans Olympisch Comité maakte maandag bekend Boston als stad niet langer te steunen.




Het opvallende is dat Associated Press daarop wist te melden dat dit niet betekent dat de Amerikanen niet langer geïnteresseerd zijn in het binnenhalen van de Spelen van 2024. Het USOC is nu aan het verkennen in welke steden de spelen een beter huis zouden kunnen vinden. Los Angeles is daarbij een voorkeursstad volgens het persbureau.

Eerder viel Los Angeles juist af, net als San Francisco en Washington DC, ten faveure van Boston. Dit was opvallend omdat Boston op dat moment onderaan de voorspellingen stond omdat onder andere de inwoners tegen het plan waren. Het USOC lijkt nu alsnog gezwicht voor de tegendruk. Een nieuwe stad moet voor 15 september bij het Internationaal Olympisch Comité zijn aangedragen. De Amerikanen, die al achtmaal gastheer waren, wachten al sinds de Spelen van Atlanta '96 op een nieuwe kans het evenement te organiseren.

De concurrentie komt vooral uit Europa waar onder andere Parijs, Rome en Hamburg zich kandidaat hebben gesteld voor de organisatie van de Olympische Spelen. De eerstvolgende Spelen zijn die in Rio de Janeiro in de zomer van 2016.

Ook Didier Drogba duikt op in MLS

Didier Drogba is de volgende voormalige ster die de Noord-Amerikaanse voetbalcompetitie MLS komt versterken. De voormalig spits van onder meer Chelsea en Galatasaray heeft een contract bij Montréal Impact getekend.




Drogba (37) komt transfervrij over van Chelsea waar hij vorig seizoen aan zijn tweede periode bij de Londense vereniging was begonnen. De Ivoriaan kreeg echter geen contractverlenging. Eerder speelde Drogba al in een ander voetballand in opkomst. Na zijn vertrek bij Chelsea in 2012 speelde hij in China bij Shanghai Shenua.

Naast Montréal Impact had ook Chicago Fire interesse om Drogba naar Amerika te halen. Drogba is na onder andere Kaka, Steven Gerrard, Frank Lampard, Andrea Pirlo en David Villa de volgende ster uit het 'Champions-Leaguetijdperk' die in de MLS opduikt. Eerder vandaag werd al bekend dat ook zijn oud-ploeggenoot bij Chelsea Shaun Wright-Philips naar Amerika verkast. Hij gaat spelen voor New York Red Bulls. De oud-Arikaans voetballer van het jaar Drogba heeft in Canada getekend voor het lopende seizoen.

Tourtheorie: Tour de France 2015 in review

Wouter: Doe wat aan je pr, Chris


Of ik blij ben met Christopher Froome als Tourwinnaar? Na de relatief saaie edities van 2012 en 2013, waarin Team Sky van begin tot eind hun geletruidrager in een zetel naar Parijs bracht, en de onthoofde uitgave van verleden jaar waarin Vincenzo Nibali geen strobreed meer in de weg werd gelegd, snakte ik naar een open strijd. En ik snakte naar een hernieuwde zege van de magische Alberto Contador, die behalve een ontzettend hoog niveau ook nog eens een uniek strijdershart heeft.

En mocht Contador onverhoopt de tol moeten betalen voor zijn verwoede strijd in de Giro, dan zouden daar nog altijd Nairo Quintana en Nibali zijn, de één intrinsiek de beste klimmer van allemaal, de ander de beste daler en daarnaast een allrounder die in alle omstandigheden het beste in zichzelf naar boven weet te halen. Chris Froome en zijn ergerlijk dominante Sky, niet alleen in koers maar ook zeker daarbuiten, daarvan zou dus maar marginaal sprake zijn.

Niet dus. Waar iedereen (ik heb te weinig ruimte om daar heel genuanceerd over te doen, sorry) verwachtte dat de graatmagere Keniaanse Brit wel ergens in die gevarieerde eerste week letterlijk uit het klassement zou waaien, kwam hij er juist van alle favorieten het beste uit tevoorschijn. Hij mocht zelfs het niet te onderschatten voordeel van de gele trui genieten in die door iedereen gevreesde kasseienrit.

En toen had je de poppen aan het dansen. Zeker toen die explosieve beklimming naar La Pierre Saint-Martin, daags na de rustdag en de eerste grote col van de Tour, Froome alleen nog maar rianter aan de leiding bracht. Ik wil niet zeggen dat Sky en Froome zich niets moeten aantrekken van alle, puur door emotie ingegeven, negativiteit, maar ik doe het toch. Omdat ze dat juist wél doen en dat doet ernstig afbreuk aan hun prestatie. Wat heb je immers aan een gele trui als het grote publiek er grotendeels negatieve associaties bij heeft?

Het is een beetje zoals in de Formule 1. Het degelijke Mercedes domineert daar al twee jaar lang 90 procent van de grand prixes en dat doet de fans meer en meer verlangen naar de meer tot de verbeelding sprekende rode bolides van Ferrari en de pure klasse van Fernando Alonso. Zo is het ook in de Tour. Het is ergens wel logisch: hoe gelijkmatiger de data op de Stages Power-meters van de geoliede Britse machine, hoe hartstochtelijker het publiek juicht voor de instinctieve aanvallen van Contador, Nibali en Quintana.

Tot zover is alles duidelijk. Ingewikkelder wordt het als we de media-optredens van de verschillende klassementspretendenten erbij halen. Zo goed als ze bij Sky hun zaakjes in de wedstrijd op orde hebben, zo nerveus oogt het geheel naar buiten toe. De ongelukkige blocks op Twitter bijvoorbeeld, bij iedereen die het waagt om de naam Armstrong te noemen. Het geheimzinnige gedoe rondom die ketonen. Het zichzelf op de borst kloppen alsof ze de ethiek in de sport naar een hoger niveau hebben getild, terwijl daar in werkelijkheid genoeg op valt af te dingen.

Ik durf zelfs een stapje verder te gaan: juist door deze totaal mislukte pr-campagne draait de hatende stroming op volle toeren. En dat schaadt het volledige wielrennen. De titel van deze Tourtheorie is trouwens enigszins misleidend, want de boosdoeners zijn met name Sir Dave Brailsford en de zijnen en niet zozeer de Tourwinnaar zelf, die logischerwijs beter is in wattages trappen dan journalisten pleasen. In plaats van de calimero uit te hangen en te doen alsof de hele wereld iets tegen Team Sky heeft, zou men zich beter afvragen wat ze zelf daartegen kunnen doen. En dat is uiteraard niet trager rijden. Maar toch zou het goed zijn als Contador volgend jaar niet alleen in oorlogskleuren, maar ook op de sterkte die daarbij hoort aan de start staat.

Lees meer Tourtheorie op de volgende pagina.


Lionel: Keldermans kansen en andere lessen


Een renner wordt pas een echte renner als hij eens in zijn carrière Parijs heeft gehaald. Voor volgers geldt een vergelijkbare regel, zit de ronde meter voor meter uit tot Parijs en pas dan mag je jezelf een echte kenner noemen. Je kunt nogal wat wielerwijsheden leren van drie weken koersen op zijn Frans. De lessen van de klas van 2015.

Je kunt de etappes zo lang of zo kort maken als je wilt. Je kunt kasseienritten, klassieke klim-aankomsten, ploegentijdritten en de bakoven van Frankrijk allemaal in één ronde opnemen. En dan nog wordt hij beslist in de Nissewaard. Waar zegt u? De Nissewaard. Een Nederlandse gemeente zo kakelvers dat zelfs Word de naam nog rood onderlijnt. De Nissewaard ligt tussen Hoogvliet, alwaar men en masse bij een rotonde onder aanvoering van Wilco Kelderman in de eerste etappe onderuit ging, en Hellevoetsluis, alwaar duidelijk werd dat het gat niet meer gedicht zou gaan worden, in. Het waren precies die vijftien kilometers waar Christopher Froome Nario Quintana op een niet te overbruggen achterstand zette. Oudenhoorn als scherprechter, zo had Thierry Gouvenou het met zekerheid bedacht. Of anders gezegd, de nieuwe weg die men als Tour de France sinds 2012 is ingeslagen bevalt prima.

Een andere waarheid dan, één Giro maakt nog geen zomer. Drie weken aan een stuk fietsen in mei blijkt toch nog heel iets anders dan hetzelfde doen in juli. Het moet ook tot Wilco Kelderman zijn doorgedrongen. Wist hij zich vijftien maanden geleden nog te meten met de top van Italië, in de Tour de France liet hij zich welgeteld anderhalf maal zien, in een aardige Utrechtse tijdrit en een net niet volbrachte ontsnapping. Het is daarom aan te raden om na te denken over de mogelijkheid een nieuw specialisme na te jagen, dat van Giro-coureur, of Vuelta-coureur zo men wil. Want wat bleek, als alle grote mannen (lees: winnaars) van het rondewerk naar Frankrijk komen, dan zijn 'onze jongens' de besten van de rest. Kelderman kan in dat licht een goede les trekken uit de resultaten van zijn kopman Robert Gesink en voormalig kopman Bauke Mollema.

Nu Kelderman nog de leeftijd heeft om zich te ontwikkelen, en met in het achterhoofd de wetenschap dat er om hem heen Nairo Quintana's, Thibaut Pinots, Romain Bardets, Rafal Majka's, Fabio Aru's en zelfs Michal Kwiatkowski's te vinden zijn, is het misschien nog niet zo'n gek idee om Italië of Spanje van grotere waarde te maken dan Frankrijk. Als slechts één van de acht er opduikt is de kans dat Kelderman hem weet te verschalken niet ondenkbaar. Het maakt het Franse land een stuk minder aantrekkelijk. Maar laat de Fransen het niet horen, voor je het weet heb je een fluim in je nek.

Mocht je die fluim weten te ontwijken, altijd in de voorste waaier weten te zitten en op de eerste aankomst bergop genadeloos weten toe te slaan, dan nog is het niets waard als je geen Nederlanders in je ploeg hebt. Om een gele trui te veroveren heb je Wout Poels nodig. Wil je heelhuids over de kasseien komen dan kan dat alleen met behulp van Lars Boom en Lieuwe Westra. En wil je een aanvalscoupe plannen, laat het dan vooral uit het tactisch brein van Steven de Jongh ontspinnen. Onze landgenoten drukten ogenschijnlijk een gigantisch stempel op de koers, al was dat vooral ook te danken aan de oververtegenwoordiging, één op de negen leerde fietsen op een Rijksstraatweg of in een Beatrixlaan.

Over Wout Poels gesproken, de Mohammed Ali van het wielrennen blijkt de kleuren van Team Sky te verdedigen. Al dient daarbij gezegd te worden dat zich dat veel eerder openbaarde dan op Alpe d'Huez. Want niet Poels maar juist Richie Porte bleek het intimideren van concurrenten in de sport naar nieuwe hoogten te stuwen. De allergrootste meesterzet tijdens deze Tour de France was de keuze om Porte, die dacht dan zijn werkdag er al op zat, alsnog aan te sporen om Nairo Quintana te achterhalen voor de tweede plek op La Pierre Saint Martin. Het peloton bleek zo lamgeslagen dat het tien dagen duurde voordat men door had dat Team Sky niet onbreekbaar was. Toen ging echter het licht alweer aan en was het feestje voorbij.

Lees de Tourtheorieën nog eens terug op de volgende pagina


De theorie van alledag


Klik op het onderwerp om de Tour de France 2015 nogmaals dag voor dag door de ogen van Sportpreview te beleven.

Rohan Dennis in Utrecht
Klimmersparcours
Lars Boom
Tom Dumoulin
Alex Vuillermoz
Mark Cavendish
Michael Matthews
Luca Paolini
Wildcard
Christopher Froome
Eduardo Sepulvéda
Franse Knockout
Big Froome
Geloofwaardigheid
Wereldkampioenen
Geraint Thomas
Davide Cimolai
De kunst van het afdalen
Alejandro Valverde
Titi Voeckler
Alberto Contador
La Toussuire
Alpe d´Huez
Parijse massasprint

zondag 26 juli 2015

Het beste en het slechtste van Tour de France week 3

Het zwaartepunt van deze Tour de France zou in week drie liggen en dat bleek niets gelogen. Het geheel mag zich dan min of meer rondom één en dezelfde Alpentop hebben afgespeeld, de slotweek bracht desondanks voldoende vuurwerk op de weg. Wij kozen de beste ploeg en de slechtste ploeg van de derde week. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste ploeg: Movistar



Twee treden veroveren van de eindafrekening van de belangrijkste wedstrijd van het jaar, het gebeurt vaker dan je zou denken. Een greep uit het recente verleden: Wiggins/Froome (Team Sky, 2012), De Schleckjes (Leopard, 2011) en Contador/Armstrong (Team Astana, 2009). Het zegt veel, maar vooral zegt het dat de ploeg in kwestie drie weken lang nauwelijks steken heeft laten vallen. Had de wedstrijd nog drie dagen langer geduurd dan hadden Nairo Quintana en Alejandro Valverde, gesteund door topknechten als Jezus Herrada en Winner Ancona, waarschijnlijk een dubbelslag geslagen, al zullen we dat nooit zeker weten. Wel weten we dat de mannen van Movistar het beste voor het laatst bewaarden.

Slechtste Ploeg: Bora-Argon18



Vorig jaar ging deze ploeg nog onder de naam Netapp-Endura door het leven en met mannen als Jan Berta, Bartosz Huzarski en Leopold König werd er meer dan aardig gepresteerd. De laatstgenoemde verdiende zelfs een plekje bij de grootste ploeg van het peloton. Dit jaar is alles anders. Barta probeerde het nog wel maar de andere acht bleven ver buiten beeld. Behalve Zack Dempster, die werd huilend gevangen door de camera, het betekende indirect einde Tour. Het is opvallend dat de vier andere wild-cardploegen gezamenlijk net zoveel renners kwijtraakten als Bora alleen al deed, hetgeen niets minder zegt dan dat Bora simpelweg een maatje te klein was voor deze Tour. Volgend jaar toch maar weer een clubje Italianen of Spanjaarden een toegangsbewijs toezenden, monsieur Prud'homme?

Tourtheorie: De ultieme massasprint

Het fascinerende aan de massasprint op de Champs-Elysées is meestal dat het kransje sprinters meestal al behoorlijk is uitgedund. Maar als we Bouhanni en diens toch niet-toch wel-toch niet deelname niet meerekenen, zitten alle sprinters van naam en faam er juist nog in. Het is zelfs nog mooier: zo compleet als deze vernietigende eindspurt zal zijn, was er nog geen enkele in deze Tour.

Iedere keer was er wel iets aan de hand. Was het peloton in stukken gescheurd door wind, kasseien, heuvels, zelfs een heuse col. Sloegen valpartijen een gat in de veelbelovende strijd. Maar ze hebben het allemaal overleefd, wetende dat de kansen dit jaar uitzonderlijk schaars waren, bovengenoemde oorzaken niet eens meegerekend. Alles voor het laatste sprankje hoop. De laatste glorie, onder de Arc de Triomphe.

En dat maakt ook de eenentwintigste etappe van deze Tour de France er eentje om likkebaardend naar uit te kijken. De strijd Cavendish versus Greipel is natuurlijk interessant, maar wat is Cav waard zonder zijn uitgevallen adjudant Renshaw en hoe fris is de Gorilla nog na de onmenselijke exercitie in de Alpen?

Bovendien is er geen sprinttrein meer intact. De enige ploegen die nog negen etenszakjes moeten klaarmaken zijn LottoNL-Jumbo en Europcar, waar ze respectievelijk geen en een halve sprinter opstellen - met alle respect voor Coquard, wiens ploeggenoten trouwens allesbehalve spurtaantrekkers zijn.

We gaan uiteraard weer een overmoedig Giant-Alpecin zien, hoewel de formatie van Degenkolb er nu eenmaal op ingesteld is altijd te rijden voor een sprint. Voor een marginaal deel van hun successen zou de rest al blind tekenen, dus hoongelach verdienen ze allerminst. En de eerdergenoemde Matthews is weer fit en heeft niet voor piet snot drie weken volgehouden.

En wat te denken van Kristoff, die een vierde, vijfde en derde plaats kan overleggen en daar betaalt het Kremlin hem geen vorstelijk salaris voor. (In het opportunistische sportwereldje is dat buitenaardse voorjaar alweer iets uit het verleden.)

En dus rekent Sagan zich alvast rijk. Alweer.

De ultieme who´s who guide voor La Course 2015

Voor het tweede jaar op rij is de Champs Elysees in de uren voorafgaand aan de finish van de Tour de France het domein van het vrouwenpeloton. Om het volgen van La Course 2015 iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een dameskoers is gebprobeerd te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou de wedstrijd vanaf nu met gemak laat volgen.

Het is voor de wielerliefhebber even wennen. Na drie weken Tour de France teams zien rijden die niet luisteren naar namen als Team Sky en Team Astana maar naar klinkende namen als Ale Cipollini, Bigla, Bizkaia-Durango en Boels-Dolmans Cycling Team. Anders dan in de voetbalwereld bestaat de top van het wielrennen niet uit een vrouwentak van reeds bestaande mannen ploegen, enkele uitzonderingen daar gelaten. Het is daarom goed om eens te bekijken wie waar rijdt en wie wat kan.

Kanshebbers



La Course 2015 krijgt gegarandeerd een nieuwe winnaar. De vrouw die vorig jaar zegevierde, Marianne Vos, is er immers vanwege een blessure niet bij. De twintig ploegen brengen ieder zes vrouwen in koers, wat erop neer komt dat 120 vrouwen gaan proberen de nieuwe kampioene te worden.De honneurs voor Vos worden door een gelijkwaardige renster waargenomen, ook wereldkampioene Pauline Ferrand-Prevot is erbij.

Bijna alle hooggeplaatste dames op de UCI World Ranking verschijnen in Frankrijk aan de start. Zo zijn nummer 1 Elisabeth Armistead, nummer 2 Lisa Brenhauer en de Zweedse oud-gediende Emma Johannson die uitkomt voor Orica-AIS erbij. De 31-jarige won in haar carrière klassiekers als Omloop het Nieuwsblad en de Ronde van Drenthe, werd in 2008 tweede op de Olympische Spelen en werd ook al eens tweede en eens derde op het wereldkampioenschap. Johansson schreef eerder deze week nog de Thüringen Rundfahrt op haar naam.

Grote concurrentie zal komen van drie andere toppers van UCI World Ranking. Nummer vijf Jolien d'Hoore en nummer negen Giorgia Bronzini zijn beide opgesteld door Wiggle-Honda. Bronzini werd zowel in 2010 als 2011 wereldkampioen op de weg en pakte ook al eens een wereldtitel op de baan bij de puntenkoers. D'Hoore werd dit jaar tweede in de Ronde van Vlaanderen. Een week geleden won ze de BeNeLadies Tour.

De Nederlandse toppers Anna van der Breggen (vierde op de ranking) en Kirsten Wild (zesde) zullen ook een gooi doen naar de titel. Meer over hen verderop in dit artikel.

Outsiders zijn zonder twijfel de Duitse veelwinnaar Trixi Worrack (Velocio-SRAM) en de in goede vorm verkerende Nederlandse Kirsten Wild (Hitec Products) die in de afgelopen drie maanden meer dan een handvol wedstrijden won. Rensters die onlangs een dubbelslag sloegen op nationale kampioenschappen zoals Lotta Lepirtö (Finland, Bigla) en Martina Ritter (Oostenrijk, BTC City Ljubljana) kunnen ook tot de vrouwen in vorm worden gerekend.

Nederlanders



Nederland levert drie teams aan het deelnemersveld van La Course. Te beginnen met Boels-Dolmans Cycling Team, dat twee plekken in de selectie heeft ingeruimd voor landgenoten. Ellen van Dijk en Chantal Blaak mogen als enige aan de start verschijnen, zij worden wel geflankeerd door toppers als Megan Guarner en Elisabeth Armistead.

De tweede Nederlandse ploeg is Rabobank-LIV Women Cycling. Zij brengen maar liefst vijf Nederlandse renster mee naar Parijs. Onder hen de kroonprinses van het Nederlandse wielrennen Anna van der Breggen. Ook Lucinda Brand, Thalita de Jong, Anoushka Koster en Moniek Tenniglo maken hun opwachting.

Het derde Nederlandse team in La Course is Team Liv-Plantur. Met Amy Pieters, Julia Soek en Floortje Mackaij is vijftig procent van het team uit Nederland afkomstig. Speerpunt van de ploeg is echter Lucy Garner uit Groot-Brittanië.

Buiten de Nederlandse ploegen om starten nog een aantal dames waarvan we Kirsten Wild al noemden. Bij Lensworld.eu-Zannata worden Kim de Laat, Mariël Borgerink en Nina Kessler opgesteld. Bigla brengt Iris Slappendel en Vera Koedooder, wat het totaal op zestien brengt, bijna tien procent van het deelnemersveld.

zaterdag 25 juli 2015

Nederlands elftal loot Frankrijk in wk-kwalifcatie

Het Nederlands elftal moet het opnemen tegen Frankrijk, Zweden en Bulgarije in de kwalificatiepoule voor het wereldkampioenschap van 2018 in Rusland. Vandaag werd in Sint Petersburg de loting verricht.

Naast Frankrijk, Zweden en Bulgarije zijn ook Wit-Rusland en Luxemburg tegenstanders voor de mannen van Danny Blind. De kwalificatie, die in september 2016 begint en in oktober 2017 moet worden afgerond levert één directe plaatsingen en een play-offplek op.

Europa



Wereldkampioen Duitsland neemt het onder meer tegen Tsjechië en Noorwegen op in Groep C. Engeland en Schotland komen elkaar tegen in groep F terwijl Spanje en Italië elkaar tegenkomen in groep G.

Europa levert veertien deelnemers waarvan Rusland als organiserende natie al geplaatst is. Alle groepswinnaars plaatsen zich direct. De nummers twee van de kwalificatiegroepen nemen het tegen elkaar op in de Play-offs. Ook de winnaars van die tweeluiken gaan naar het wereldkampioenschap van 2018.

Rest van de wereld



De kwalificatie-loting voor alle continenten werd in Sint Petersburg verricht. Daar kwam allereerst uit dat de intercontinentale play-offs tussen de nummer vier van Noord- en Midden-Amerika tegen de nummer vijf van Azië en tussen de nummer vijf van Zuid-Amerika en de kwalificatiewinnaar van Oceanië zal gaan.

Aruba neemt het in de derde ronde van de kwalificatie in de CONCACAF op tegen St. Vincent en de Grenadines. Mochten de Arubanen, onder meer met veel van Nederlandse amateurclubs afkomstige spelers, de vierde en laatste ronde bereiken dan spelen zijn in poule C met daarin onder meer ook Trinidad en Tobago en Verenigde Staten.

Curaçao, met bondscoach Patrick Kluivert en spelers als Daryl Lachman, Guyon Fernandez en Eloy Room, speelt in ronde drie tegen El Salvador. Mochten de mannen van Kluivert het tweeluik winnen dan wachten in Poule A van ronde vier: Honduras, Mexico en de winnaar van het duel Canada-Belize.




In Zuid-Amerika opent de kersverse Copa America-winnaar Chili de kwalificatie tegen Brazilië. Verliezend finalist van het wk2014 Argentinië begint tegen thuis tegen Ecuador. In Zuid-Amerika is het gebruikelijk dat de tien leden allen in één groep spelen, derhalve wrd alleen het speelschema geloot.

Foto: Twitter

Thibaut Pinot wint op Alpe d'Huez, Christopher Froome houdt Geel

Thibaut Pinot heeft de twintigste etappe van de Tour de France gewonnen. De Fransman van FDJ kwam als eerste boven op de top van Alpe d'Huez. Klassementsleider Christopher Froome werd opnieuw aangevallen maar hield stand.

Met nog een paar kilometer te gaan op de eerste klim van de dag, de Croix de Fer, plaatste de nummer twee van het klassement, Nairo Quintana (Movistar), een eerste aanval. Gesteund door landgenoot Jose Serpa (Lampre-Merida) en ploeggenoot Alejandro Valverde pakte de jonge Colombiaan maximaal vijfentwintig seconden. Net na de top kwam Froome, in gezelschap van Vincenzo Nibali (Astana) echter alweer terug.

Aan de voet van de Alpe d'Huez, de laatste klim van deze ronde, was een groep met daarin alle toppers van het klassement en vier Nederlanders (Gesink, Mollema, Poels en Kruijswijk) bijeen. Vroege vluchter Alexandre Geniez (FDJ) reed toen nog altijd in zijn eentje bijna vier minuten voor de groep uit. Precies ertussenin, op twee minuten, kwam een groep van negen achtervolgers door.

Aanval op de Alpe



Al in de eerste kilometer van de 13,8 kilometer lange Alpe d'Huez koos Quintana opnieuw tweemaal de aanval maar zag zijn pogingen al binnen een paar honderd meter ongedaan gemaakt. Even later probeerde Quintana het opnieuw, ditmaal met meer succes. Achtervolgers Thibaut Pinot (FDJ) en Ryder Hesjedal (Cannondale-Garmin) sloten inmiddels bij Geniez aan.

Kort daarna gingen zowel Pinot vooraan als Quintana erachter alleen verder. De twee zouden ieder hun plek behouden. In de tweede en derde groep vochten Bauke Mollema en Robert Gesink ondertussen uit wie beste Nederlander van deze Tour de France ging worden. Mollema reed lange tijd enkele seconden voor Gesink maar uiteindelijk kwamen beide in dezelfde groep over de streep. Froome was toen al binnen, van zijn 2.38 voorsprong hield hij 1.12 over, minder dan de Colombiaan in de etappe op Nederlandse bodem tussen Utrecht en Neeltje Jans verloor. Daar was het verschil 1.28.

Niek Kimmann wereldkampioen BMX

De Nederlander Niek Kimmann is de nieuwe wereldkampioen BMX. De 19-jarige coureur wist zich al als snelste te plaatsen voor de finale. Die status wist hij te verzilveren in de finale




Niek Kimmann is aan zijn eerste jaar bij de senioren bezig in het BMX-circuit. Eerder dit jaar won hij een wereldbekerwedstrijd op het circuit van Papendal. Kimmann veroverde eerder deze week ook al zilver op de tijdrit.

De uit Overijssel afkomstige jongeling is een belangrijke troef voor het Nederlands team bij de Olympische Spelen in Rio de Janeiro in 2019. Zijn vrouwelijke evenknie Laura Smulders, die ook kansen wordt toegedicht in Rio, moest zich het in het Belgische Zolder tevreden stellen met een vijfde plaats. De Venezolaanse Stefany Hernandez pakte de titel.

Tourtheorie: Alpe d´Huez is niet mooi

Nog eenentwintig bochten. Nog 13,8 kilometer. Nog één horde. Alpe d'Huez als grote finale van een betere Tour dan die we in jaren hebben gezien. Nog één etappe en dan is het afgelopen, een mooier einde bestaat niet. Of toch?

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Alpe d'Huez tot het Thialf van het mondiale wielrennen is verworden. Meer nog dan op elk ander parcours, Ronde van Vlaanderen incluis, is de Alpe d'Huez vaste prik voor de puristen van de plastic bekers en de barbaren van de barbecue. Het staat er zo vol met feestpubliek dat daadwerkelijk wielrennen onmogelijk geworden is. Steven Rooks werd er in 1989 al dwarsgezeten en Giuseppe Guerrini dankt er, als enige, nog immer zijn faam aan.

Wil Nairo Quintana de Tour de France 2015 nog winnen dan zal hij dus zijn heil in een alles-of-niets-kamikaze-met-valversnelling-alles-of-niets-longen-op-je-rug-en-tong-op-het-asfalt-aanval op de Croix de Fer moeten zoeken. Het gat moet al geslagen zijn aan de voet van de Alpe. Aldaar zullen de rijen zich sluiten. De sfeer zal er gespannen en benauwd zijn. De strijd met het publiek is er groter dan de strijd met de concurrent.

En juist daarin schuilt het grote probleem. Diep van binnen weten we het allemaal. Een einde op de Alpe is niet mooi, een einde op de Alpe is oneerlijk. De wedstrijd wordt ver voor de meet al in het slot gegooid door de omstanders. Roemen we de sport om zijn toegankelijkheid, diezelfde toegankelijkheid werpt hier een barrière op van cruyffiaans formaat, elk voordeel hep z'n nadeel.

De jammerlijke conclusie is dat de Tour de France dus vroeger eindigt dan ooit tevoren. Werd in 1989, nota bene het jaar van de laatste Nederlandse Alpe-zege, de Tour nog in de absolute slotkilometers beslecht, zesentwintig jaar later eindigt het spektakel eigenlijk al als we nog 123,3 kilometer te rijden hebben. Het is jammer maar het is niet anders.

vrijdag 24 juli 2015

Tom Dumoulin richt zich op Vuelta a Espana

Het herstel van Tom Dumoulin verloopt voorspoedig. Zo voorspoedig zelfs dat de Limburger van Giant-Shimano voorzichtig durft te hopen op deelname aan de Vuelta a España. Dit maakte hij zelf wereldkundig.




Dumoulin was betrokken bij een grote valpartij in de derde etappe van de Tour de France. De tijdritspecialist, die al in de witte jongerentrui reed, had de hoop uitgesproken die dag de gele trui te veroveren in finishplaats Huy. De grote val bleek echter spelbreker, hij brak zijn sleutelbeen. Naast Dumoulin moest bijvoorbeeld ook gele-truidrager Fabian Cancellara opgeven.

Inmiddels, tweeënhalve week later, is de jongeling weer in training. Hij reed zelfs alweer op de openbare weg. Via zijn Twitteraccount liet hij optekenen dat zijn herstel sneller verloopt dan verwacht en hij hoopt op tijd in vorm te zijn voor de Ronde van Spanje.

De ultieme who's who guide voor de Ronde van Wallonië 2015

Wie na de Tour de France nog niet verzadigd is kan zich de komende dagen laven aan de Ronde van Wallonië 2015. Om het volgen van de Tour de Wallonie iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een wielerronde is is proberen te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou de wedstrijd vanaf nu met gemak laat volgen.

De Ronde van Wallonië is één van die typische onderschatte Pro Continental Tour wedstrijden. Het mag dan geen verplichte kost zijn voor de World Tour ploegen, je moet van goede huize komen om in Franstalig België een kans op de eindzege te maken. Het is niet voor niets dat naast negen World-Tourteams ook vijf ploegen uit de absolute top van de Europese continentale cyclus hun opwachting maken. Het peloton wordt overigens gecompleteerd door de plaatselijke ploegen Wallonie-Bruxelles en Veranclassic-Ekoi.

Kanshebbers



Zoals vrijwel altijd geldt in wedstrijden op Belgisch grondgebied komt Etixx-Quickstep aan de start om een titel te verdedigen. Die van Gianni Meersman in dit geval. De machtssprinter uit Meulebeke voltooide de vijf ritten in 2014 met vier tweede plaatsen en een afsluitende dagzege die hem uiteindelijk een halve minuut voorsprong in de eindafrekening opleverden. Onder andere Tom Boonen, Niki Terpstra en Yves Lampaert staan hem bij.

Zijn grootste concurrent zal de plaatselijke publiekslieveling Philippe Gilbet (BMC) zijn. De Waal maakte eerder deze week zijn comeback na een beenbreuk en zegevierde direct. Zijn ploeg komt bovendien eveneens op volle oorlogsterkte. De steun voor Gilbert komt van Markus Burghart, Alessandro DeMarchi en Rick Zabel.

Een outsider om in de gaten te houden is de Noor Sondre Holst Enger. De jongeling van IAM Cycling staat dan misschien in de schaduw van kopman Dries Devenyns, de resultaten van de 21-jarige mogen er zijn. Zo won hij vorige maand bijvoorbeeld een etappe in de Ronde van Oostenrijk en werd hij de afgelopen twee seizoenen vijfde (2014) en derde (2013) op het wereldkampioenschap voor renners tot 23 jaar.

Tot slot brengt Team Katusha de winnaar van de Ronde van Romandië mee naar Wallonië, Ilnur Zakarin. De Rus won ook een etappe in de Giro d'Italia eerder dit jaar. Hij krijgt steun van onder andere Sergei Lagutin. Het nadeel voor Zakarin is echter dat deze ronde zonder tijdrit wordt beslecht, het was juist in de strijd tegen de klok waar hij zijn slag sloeg in Romandië.

Parcours



Zoals gezegd dus geen tijdrit. Wel in het routeboek opgenomen zijn heuvels, heel veel heuvels. De beklimmingen mogen dan niet lang of steil zijn, het zijn er wel veel in aantal. De eerste etappe van Wanze naar Hannut over 190,7 kilometer bijvoorbeeld herbergt zes beklimmingen. In etappe twee van Beaufays naar Bassenge (171,4 kilometer) zijn zelfs negen bergen opgenomen, waarvan twee van de hoogste categorie.

Op de derde dag wordt een deel van de klassieker Luik-Bastenaken-Luik nagebootst als de etappe van Bastenaken naar Namen trekt. De vierde dag, van Waterloo naar Quaregon, kan wel eens heel belangrijk blijken. Dit is de rit waarin het klimwerk het meest wordt beperkt. In het afgelopen jaar bleek dat juist de vlakke etappe de grootste hindernis bleek voor de mannen met ambities omdat zijn niet tegen de sprinters met overlevingsdrang op konden. Op de laatste dag, of beter gezegd, in de laatste veertig kilometer, wordt het nog eenmaal spannend gemaakt. Als het peloton aankomt in Thuin worden vier plaatselijke rondes gereden met de beklimming van de Mur de Thuin daarin opgenomen, een klimming van de (voor Wallonië) buitencategorie.

Tourtheorie: Tanel Kangert, de laatste kanshebber

De komende twee etappes zouden garant moeten staan voor vuurwerk - Quintana die geen druppel melkzuur te weinig zal afvoeren - terwijl de voorraad buskruit juist tot minimale proporties geslonken is. Kijkend naar de mogelijke laureaten in het beslissende koninginnentweeluik van deze Tour blijft er eigenlijk maar één over.

29 man. Waarvan er amper negen ook uiteindelijk voorop wisten te blijven. Op hangen en wurgen voor de groep der favorieten uit, die niet eens va banque de exercitie tussen Gap en Saint-Jean-de-Maurienne voltooide. Het waren de laatste stuiptrekkingen van een groep renners die om wat voor reden dan ook aansprak mocht maken op een etappezege in de verstikkende slotweek.

Afgedraaid zijn ze. Uitgewrongen, leeggezogen; het woord zal nu echt aan de frisse klassementsmannen zijn. Zoals het eigenlijk ook het mooiste is: de strijd om de gele trui die mooi synchroon loopt met de eer van de ritzege. En het scheelt bovendien gedoe met schakelen tussen de vele verschillende groepen.

Toch is er nog één man die een huzarenstukje kan uithalen. Die nog de benen moet hebben om zijn ploeg en zijn volk in vervoering te brengen. Die weliswaar weleens in een ontsnapping heeft gezeten, maar dan vooral om in de slotfase nog als backup voor zijn kopman te dienen.

Wat zou Alexandre Vinokourov erop tegen hebben? Zijn veelgeplaagde Astana-equipe zal het van de steeds beter rijdende Nibali niet meer kunnen hebben. No way dat de Siciliaan vandaag of morgen de champagne mag ontkurken. Een offday op La Toussuire en een Landisje op Alpe d'Huez daargelaten. Zijn knecht Fuglsang draaide gisteren zijn kloten er al af en kan hooguit nog iets op adrenaline na de schandelijke aanrijding met die motor.

Nee, de azuurblauwe formatie heeft in de Alpen een andere troef in handen: Tanel Kangert. Na een Giro waarin hij met name in de laatste helse bergritten met de besten mee omhoog klom, rijdt de Estische klimmer een zeer solide Tour, vooral in het hooggebergte. Maar dat zal Vino niet ontgaan zijn.

donderdag 23 juli 2015

De ultieme who's who guide voor Eerste Klasse seizoen 2015/2016

Terwijl in Noord-Amerika met de CONCACAF Gold Cup het uiterste puntje van seizoen 2014/2015 nog afgerond moet worden is in Europa het nieuwe seizoen al begonnen. De eerste grote landelijke competitie van het continent die aftrapt is de Belgische Eerste klasse. Om het volgen van het Eerste klasse seizoen 2015/2016 iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een voetbalcompetitie is proberen te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou de wedstrijden vanaf nu met gemak laat volgen.

Noot vooraf: De who's who guides voor nationale competities bieden de stand van zaken een dag voor de aftrap van de eerste wedstrijd

Het seizoen 2014/2014 eindigde met een daverende verrassing, AA Gent pakte de allereerste landstitel in de clubgeschiedenis. De Buffalo's moesten daar precies 115 jaar vanaf de oprichting op wachten. Aan de andere kant degradeerden met Cercle Brugge en Lierse SK twee oud-landskampioenen. Wat is er verder veranderd?

Nieuwkomers



De plekken van Cercle Brugge en Lierse SK zijn ingenomen door Sint Truidense VV (STVV) en Oud-Heverlee Leuven (OH Leuven). Twee ploegen die in recent verleden ook al in de Eerste klasse actief waren. STVV kroonde zich in het afgelopen seizoen voor de vierde maal in de geschiedenis tot kampioen van de tweede klasse. Daarvoor had het drie jaar aan een kampioensploeg gebouwd sinds de degradatie in 2012. Nieuwkomers bij de ploeg dit jaar zijn voormalig AZ-reservedoelman Yves de Winter, de Japanner Yuji Ono en Chelsea-huurling Victorien Angban.

OH Leuven is slechts één seizoen weggeweest uit de hoogste afdeling. Daarvoor had het de promotie/degradatie-poule nodig waarin het Lierse SK wist te verschalken. Ook bij OH Leuven is de belangrijkste nieuwkomer een man die in het verleden in de eredivisie actief was, Jordan Remacle. De oud-speler van RKC Waalwijk, Helmond Sport en RBC Roosendaal moet de ploeg aan doelpunten gaan helpen.

Titelkandidaten



Niet kampioen KAA Gent maar runner-up Club Brugge wordt door de kenners als kampioenskandidaat nummer één gezien dit jaar. Zij openen het bal op vrijdagavond met het duel uit bij STVV. De bekerwinnaar van het afgelopen seizoen wacht al sinds 2004/2005 op een nieuwe titel. De Brugse vereniging raakte eergisteren wel doelman en Australisch international Matt Ryan kwijt aan het Spaanse Valencia. Bij Club Brugge vinden we Ruud Vormer en Stefano Denswil terwijl ook oud-Vitessenaar Claudemir en oud-Roda JC-speler Davy de Fauw er hun brood verdienen. De eerste grote tegenstander die Club Brugge tegenkomt is Standard Luik in speelronde zes.

Kampioen KAA Gent heeft het kampioensteam tot op heden bij elkaar kunnen houden. Opvallend is de grote aanwezigheid van spelers met een eredivisieverleden in Gent: Brian Vandenbussche, Nana Asare, Lasse Nielsen, Sven Kums en Nicklas Pedersen vinden er allen emplooi. Anderlecht-Gent op speeldag drie zal de eerste grote test worden.

Datzelfde RSC Anderlecht, de recordkampioen van België, zal de kroon maar al te graag willen heroveren. Dat moeten zij wel doen zonder de topscorer van 2014/2015, Aleksandar Mitrovic. Hij vertrok naar Newcastle United in de Engelse Premier League. Chancel Mbemba volgde zijn voorbeeld en is ook weg, net als huurlingen Rolando (FC Porto) en Marko Marin (Sevilla). Wel gebleven zijn Nederlander Bram Nuytinck en sterkhouders als Anthony Vandenborre, Matias Suarez, Steven Defour, Youri Tielemans, Dennis Praet en Andy Najar. Zoals gezegd is de eerste grootmacht op het pad van Anderlecht kampioen KAA Gent op speeldag drie.

De vierde grootmacht is de vereniging die het langst in de Eerste klasse actief is, Standard Luik. In Luik kende men een tegenvallend seizoen 2014/2015. Dit jaar vertrok bijna een gehele selectie en kwamen maar liefst tien nieuwe spelers binnen wandelen. Iemand die er al was maar die we vooral noemen vanwege zijn bekendheid in Nederland is oud-Ajacied Jelle van Damme. Standard wordt voor het eerst getest tijdens speelronde zes als het Club Brugge ontmoet.

Overige Nederlanders en bekenden



KV Kortrijk heeft voormalig AZ-talent Robert Klaasen en oud-RKC Waalwijkspits Teddy Chevalier onder contract staan. Bij KV Mechelen vinden we Mats Rits terug, de Belg stond ooit onder contract bij Ajax maar schopte het in Amsterdam niet tot de hoofdmacht. Ook vinden we de onbekende Nederlander Stevy Okitokandjo in deze selectie. Okitokandjo speelde aan het begin van deze eeuw als zesjarig jongetje bij het Haarlemse HFC-DCO. Sinds zijn negende levensjaar zwerft hij echter al door België. Bij KV Oostende geen Nederlanders of voormalig eredivisionisten. Wel speelt Jordan Lukaku, de jongere broer van Romelu, aan de Belgische kust. Ook oud-international van Tsjechië David Rozehnal is onderdeel van het team.

KSC Lokeren biedt dit seizoen onderdak aan Barry Boubacar, de man die al sinds 2000 doelman van Ivoorkust is. Ook Davino Verhulst, in 2011 een half jaar actief voor Willem II, is één van de doelmannen. Bij KRC Genk staat Marco Bizot in het doel. Ook de Nederlandse Engelsman Sandy Walsh staat er onder contract. Walsh heeft de Nederlandse nationaliteit maar was nooit in Nederland actief. Wel doorliep hij alle Nederlandse nationale jeugdelftallen. Ook oud-Feyenoorders Thomas Buffel en Sekou Cissé spelen in Genk. Bij Charleroi geen bekenden maar wel iemand vernoemd naar een bekende, de Fransman Neeskens Kebano is vernoemd naar Johan Neeskens.

Een jaar geleden stond de selectie van KVRS Waasland-Beveren nog bol van de Belgen die ooit hun geluk in de eredivisie beproefden. Zij zijn echter en masse vertrokken in de afgelopen weken. Zo trok Kenny Steppe naar SV Zulte-Waregem. Daar vinden we ook Steve de Ridder (oud-De Graafschap en oud-FC Utrecht), voormalig Vitessenaar Onur Kaya en Jonathan Benteke, de broer van Liverpoolspits Christian. Royal Mouscron-Péruwelz herbergt geen bekenden terwijl KVC Westerlo Sherjill MacDonald in de spits heeft staan.

Tourtheorie: Omgekeerd was het gelukt, Alberto Contador

We kunnen na de eerste Alpenrit van gisteren concluderen dat het Alberto Contador niet gaat lukken de dubbelslag te slaan. Een enigszins vettig wegdek bleek de laatste blokkade te zijn die het tijdsverschil tot definitief onoverbrugbare proporties opstuwde.

Terwijl Alberto Contador de beklimming naar Pra Loup voltooide dwaalden de gedachten onwillekeurig af. Ze dwaalden af naar die ene dag in mei van dit jaar, de zesentwintigste. Aan de voet van de beklimming van Aprica, welke die dag voor de tweede keer beklommen moet worden, rijdt 'El Pistolero' lek. De jonge honden Fabio Aru en Mikel Landa ruiken kansen en schakelen op.

Dan kennen ze Alberto Contador nog niet. De Spanjaard ramt het wiel van ploeggenoot Ivan Basso in zijn rijtuig en zet een furieuze achtervolging in. Landa blijft hem aan het eind van de dag nipt voor maar Aru heeft dan al 2.13 aan de broek en is het zicht op de Maglia Rosa definitief verloren.

Gisteren overkwam hem min of meer het zelfde. Met dat verschil dat hij de opgelopen achterstand, opnieuw door toedoen van een Astana-Italiaan die ditmaal Vincenzo Nibali heette, van twee minuten maakt hij niet meer goed. Al ligt dat niet aan zijn klimkwaliteiten, Contador valt op de, na zijn valpartij, van Peter Sagan afhandig gemaakte fiets geen moment stil.

Hieruit zijn twee lessen te trekken. Ten eerste zijn Landa en Aru, en ook Carlos Betancur, Yuri Trofimov en Andrey Amador, geen van allen Tour-de-Francemateriaal, waar voor eens en voor altijd bewezen is dat het de absolute top huisvest. De andere les is iets wranger. Alberto Contadors droom om de dubbel te pakken dit jaar had verwezenlijkt kunnen worden. Maar alleen als de Tour voor de Giro had plaatsgevonden. De meest frisse Contador had hier kunnen winnen, de Alberto van vandaag had Aru, Landa en Amador ook nog wel op afstand kunnen houden. Omgekeerd was het gelukt, Alberto Contador.

woensdag 22 juli 2015

Tourtheorie: Voeckler, s'il vous plaît!

Hoe erg de op en top geprofessionaliseerde ploegen en renners vanuit alle windstreken ook hun best doen om het niveau van werkelijk iedere etappe zo hoog mogelijk te laten zijn, de Tour de France is en blijft de Tour de France. En dat moet ook zo blijven. Die ploegenpresentatie in het Engels deed al surrealistisch aan, hoewel het Utrechtse Village Départ wel gewoon keurig de juiste voertaal had.

Maar dat is verder bijzaak. Futiliteiten om de koers heen. De koers die zich logischerwijs voor minimaal negentig procent op Franse bodem afspeelt en waaraan terecht vijf Franse formaties deelnemen. Dat aantal is eigenlijk nog minimaal, maar met meer zou het niveau niet geholpen zijn, ten tijde van de wereldwijde nivellering en de dankzij de World Tour steeds meer synchroon lopende agenda's van 's werelds beste renners.

En daarvan zijn er heus wel een paar Frans, hoewel er geen echte veelwinnaars tussen zitten. De jongelingen Pinot en Bardet zijn normaliter wel top vijf materiaal, al zal er nooit een geletruidrager zenuwachtig worden van een demarrage van deze rasklimmers. Gallopin is een beetje vlees noch vis, subtopper in alle disciplines, al kan hij best een grote klassieker winnen. Bouhanni, Coquard en Démare zijn een sprintgeneratie waarvoor alleen de Duitsers hun schouders mogen ophalen.

Maar allen rijden ze onder hun niveau of - in het geval van Gallopin - kleurloos rond. Geen wonder dat de monsieurs in de televisiewagens en perszaaltjes vol ergernis weinig anders kunnen dan de opmerkelijke superioriteit van Froome proberen te duiden. Daar kon ook de mooie etappezege van Vuillermoz niet tegenop. En het tragische verhaal van Peraud kreeg ook meer aandacht dan nodig.

Het is volstrekt helder waar het aan schort: deze Tour heeft hoge nood aan een straf nummertje van Titi Voeckler. De 36-jarige publiekslieveling, held van een natie en vijand van de wereld, rijdt helemaal geen slechte ronde en zal in de Alpen absoluut nog voor een ritzege gaan. Het wordt moeilijk. Maar alsjeblieft: rijd gewoon voor wat je waard bent.

dinsdag 21 juli 2015

Sportpreview voorspelt: Gesink of Mollema, wie is neerlands nummer 1?

Tekst: Bart Wernik, Wouter Pennings en Lionel Stute

Met nog een kwartet Alpenetappes voor de boeg draait de Tour de France voor de Nederlandse fan om drie vragen. Houdt Chris Froome het Geel? Winnen we nog een etappe? En wie wordt de beste Nederlander, Robert of Bauke? Over die laatste vraag laat de Sportpreviewredactie zijn licht schijnen.

Bart: Gesink is al uit zicht



"Het harken van Bauke versus het ronddraaien van Robert. Qua stijl zou ik het ongezien aan Bauke gunnen. Dat je zwalkend als een dronkaard snel Alpencols kan bedwingen bewees hij al, duidelijk geen reden om Robert het voordeel van de twijfel te geven. Lastig voorspellen dus. Toch verwacht ik dat Bauke niet 2 minuut 30 achterstand gaat goedharken op Gesink.
De Nieuwe Robert kan een podiumplaats in bergetappes rijden

Deze laatste lijkt mij in goede vorm te verkeren na de reparatie van zijn lichaam. De grootste tegenslagen in zijn Tour zijn te wijten aan het amateurisme van zijn ploeg (waar Bauke vorig jaar nog met aanlopende rem een moest tijdrit afleggen). De Nieuwe Robert zal zich handhaven in de derde week. De Nieuwe Robert kan een podiumplaats innemen in een bergetappe. Deze Nieuwe Robert krijgt waar hij recht op heeft en kan rustig omhoog kijken in het klassement. Als Bauke zijn wiel kan houden zou dat wel mooi meegenomen zijn."

Wouter: Gesink is de beste klimmer van de rest



"Het is inderdaad lastig te voorspellen wie van de twee het beter zal doen in de Alpen. Gaat Mollema dit keer daadwerkelijk eens in de laatste week zijn beste prestaties neerzetten en hoe overleven de topbenen van Gesink die hinderlijke rustdag? Buiten de wereldtoppers Froome, Contador, Quintana, Valverde en ook Nibali toont hij zich de laatste dagen de beste klimmer. Naar Mende en op de Col de Manse bepaalde hij het tempo en kon 'het soepie' hem slechts gedwee volgen.
Karaktermens Gesink hoefde deze Tour nog helemaal geen karakter te tonen

En dat waren dan bepaald geen typische Gesinkklimmen, maar wat is er nog wel typisch Gesink in deze Tour? Dan bedoel ik niet de flauwigheid als zou hij geen karakter hebben en meestal vaker naast de fiets staan dan erop zitten. Integendeel: karaktermens Gesink hoefde deze Tour ogenschijnlijk nog helemaal geen karakter te tonen. Zijn benen doen wat het hoofd wil en met allebei zit het goed. Mollema daarentegen fietst wat kleurlozer, maar zo zwart-wit als het tenue van zijn ploeg Trek kun je dat niet stellen. Het dolletje dat Ten Dam met hem maakte legt wel het pijnlijkste euvel bloot: waar is Haimar Zubeldia als je hem nodig hebt?"

Lionel: Mollema is de koning van het aanklampen



"Robert Gesink mag dan vanaf dag één de bovenliggende partij van deze twee zijn, Mollema is gaandeweg de Ronde beter in vorm gekomen,ik denk niet dat die trend nu zal stokken. Hoe leuk de aanval van Gesink op Pyreneeëndag één er ook uit zag zoveel slechter heeft Mollema het in de bergen niet gedaan. Sterker nog, in het onderlinge spelletje landgenootje lossen staat het gewoon 1-1. Mollema is bovendien de koning van het aanklampen gebleken. De Groninger trapt zichzelf de bergen over als een kip die door de ren loopt, met krachtige stoten vanuit de nek.
Mollema zit op zijn fiets als een kip die door de ren loopt

Gesink is buiten een lek achterbandje bovendien wel heel weinig tegenslag tegengekomen, zelfs zijn teamgenoten, buiten Iron man Laurens ten Dam, bleven heel en zijn er nog bij. Over teamgenoten gesproken. Die van Mollema zouden in de Alpen misschien eindelijk wel eens wakker kunnen worden. Bob Jungels liet zich van zijn beste kant zien in de overgangsritten en laten we niet vergeten dat Julian Arredondo nog maar een jaar geleden bergkoning van de Giro d'Italia werd, dat moet toch ook iets zeggen. De dag dat Gesink breekt zal Mollema nog net een paar omwentelingen langer aan het elastiek blijven hangen."

Lionels Visie: In Memoriam Dick Nanninga

Hij was geen Johan Cruyff of Willem van Hanegem. De jonge Marco van Basten en Ruud Gullit hingen zijn poster vast niet aan de slaapkamermuur. Op het schoolplein kroop geen van je vriendjes in zijn huid. Dick Nanninga was voor niemand een voorbeeld, maar waar wij mannen allen ooit van droomden, dat deed juist hij ons voor.

Scoren in een finale van het wereldkampioenschap voetbal. De gemiddelde jongensdroom is niet meer dan een utopische hersenschim. Het maakt niet uit hoe hard je traint of hoeveel talent je hebt, aan de kans dat je buitenaards leven ontmoet, de loterij wint en door de bliksem wordt getroffen op dezelfde dag is het nagenoeg gelijk. Zelfs de grootste wondervoetballers beten zich erop stuk. Van Cruyff tot Messi en van Bergkamp tot Cristiano, het bleef voor allen onbereikbaar voor altijd. Behalve voor de ene Groninger, die ontdekking van Cor van der Gijp.

Als je het niet met eigen ogen hebt gezien zou je niet geloven dat hij heeft bestaan. De loopbaan van Nanninga klinkt als ontsponnen aan de te rijke fantasie van een basisschoolleerling. Een laat debuut pas op 24-jarige leeftijd, de trouw aan Roda JC, het verkiezen van zijn bloemenzaak boven Ajax, een korte maar heftige interlandcarrière, zelfs de snoepreis naar Hong Kong. Als het sprookje nog niet bestond zou het leven van Dick Nanninga ervoor model hebben gestaan.

Niets kan echter tippen aan dat ene moment. Die ene balberoering met het voorhoofd op 25 juni 1978. Waar de echte matadoren al vroeg hadden opgegeven dwong juist hij die avond de stier tot een adempauze. Hij toonde de vierde man zijn noppen, rukte zich van hem los, wandelde binnen de lijnen en kopte snoeihard recht vooruit. 1-1. Een simpele ziel die de ultieme jongensdroom waarmaakte. De gewone man die scoort in de wk-finale, geen Nederlander deed het hem ooit nog na.

Tourtheorie: Kameleon-kampioen Alejandro Valverde

Dag na dag hetzelfde beeld. Hij springt van wiel naar wiel maar komt nimmer op kop. En dan, op tweehonderd meter van de meet, bespringt hij zijn afgematte prooi. Dag na dag boekt hij hetzelfde resultaat, weer vier seconden achterstand afgesnoept.

Het is opvallend dat de naam van Alejandro Valverde pas in de negentiende Tourtheorie voor het eerst valt. Hoewel zelfs zijn eigen ploeg hem vooraf hooguit nog als luxe-luitenant van Nairo Quintana zag staat hij mooi vierde in het algemeen klassement. Vanaf dag één heeft hij uitsluitend een stijgende lijn vertoond. Nimmer deed hij een stapje terug.

De oude meester valt daarbij op door onopvallendheid. Hij valt niet aan en laat niet los. De kameleon weet zich al een ronde lang de oorlogskleuren van zijn directe concurrent van dat moment aan te meten. Eerst moest Alberto Contador eraan geloven, nu slokt hij langzaam Tejay van Garderen op. Wiel voor wiel komt hij dichter bij zijn droom.

De manier waarop Valverde zijn concurrenten bespeelt verdient alles behalve de schoonheidsprijs. In Nederland zou men hem een matennaaier noemen. Hij is de derde hond die er met alle beenderen vandoor gaat. Waar de ene renner aanvalt en de andere renner countert wacht Valverde rustig op dat ene moment. Die ene seconde van onachtzaamheid waarin juist hij zijn jump plaatst. Vaak versnelt hij vlak voor de streep, net ver genoeg om een gat te slaan, net te kort om het weer te dichten.

Niets is wat het lijkt in de Tour de France. Nairo Quintana mag dan op plaats twee staan en het nummer één van zijn ploeg dragen, de man in vorm zou heel goed Valverde kunnen zijn. De dag voor het peloton mocht rusten eindigde Alejandro keurig in het wiel van Chris Froome. Kan een kameleon zich ook het geel aanmeten?

maandag 20 juli 2015

Het MTN van 2016 en verdere jaren

Iets meer dan twintig jaar geleden was Zuid-Afrika een verplichte blinde vlek op de landkaart van de sportwereld. Alles wat in Zuid-Afrika werd georganiseerd of uit het land afkomstig was werd geboycot. Anno 2015 is alles anders.

Afrikaanse teams zijn niet helemaal nieuw. In de jaren vijftig nam een team onder de vlag van 'Noord-Afrika' (toen nog een verzameling van een aantal Franse koloniën) al deel, een ploeg die voornamelijk uit Algerijnen en Marokkanen bestond. Aan deze Tour de France neemt voor het eerst een Zuid-Afrikaans team deel. En met succes. De MTN-Qhubekaformatie won een etappe, had de bolletjestrui enkele dagen in de ploeg en laat menig World Tourteam vooralsnog achter zich in het ploegenklassement. De superlatieven zijn niet van de lucht

Het verhaal van MTN-Qhubeka is misschien wel het meest tot te verbeelding sprekende van de moderne wielrennerij en zal daarom moeilijk te overtreffen zijn. Toch zijn er wel voldoende 'blinde vlekken' op de kaart van de wielerwereld te vinden. Al worden dat er wel steeds minder. Wij hebben getracht ze te vinden. Welke ploegen mogen zich als het aan ons ligt 'Het MTN van 2016 en verdere jaren' noemen?

Noot vooraf: het is de redactie van Sportpreview bekend dat er ploegen bestaan die succesvoller zijn en dus eerder op een uitnodiging mogen hopen. Die ploegen komen echter uit traditionele wielerlanden en komen dus niet in aanmerking voor dit verhaal.

2016: CCC-Sprandi (Polen)



Polen zijn gemeengoed in het wielrennen geworden. De wereldkampioen Michal Kwiatkowski is van Poolse afkomst en vorig jaar won zijn generatiegenoot Rafal Majka al de bolletjestrui in La Grande Boucle. Bovendien is de Ronde van Polen al vele jaren onderdeel van de UCI World Tour. Het land heeft bovendien in CCC-Sprandi één van de grootste kleine ploegen van wielerland van een licentie voorzien.

CCC-Sprandi is de laatste jaren met rasse schreden opgeklommen op de ladder der wielerdivisies. De Poolse formatie mag zich inmiddels, net als MTN-Qhubeka, Pro Continental team noemen, nog maar één divisie onder de World Tour. Eerder dit jaar werd CCC al uitgenodigd voor de Giro d'Italia. Vaak is een uitnodiging voor de Italiaanse of Spaanse evenknie van de Tour de France de laatste stap voor het grote werk begint. MTN kan erover meepraten, vorig jaar mochten zij een niveautest ondergaan in de Vuelta a España.

2017: An Post-Chain Reaction (Ierland)



Zijn de Polen gemeengoed, de Ieren doen er nog een schepje bovenop. De Ier Stephen Roche won de gele trui in 1987, het jaar waarin hij ook de Giro d´Italia en het wereldkampioenschap op de weg won. Zijn zoon Nicholas en zijn neefje Dan Martin timmeren ook al vele jaren in aan de weg. Beide wisten zich al meerdere malen in de top tien van de klassementen te rijden. Van een Iers team kwam het in de Tour de France echter nooit. Als één team de barrière kan doorbreken is het An Post-Chain Reaction.

An Post heeft in recente jaren een aantal renners afgeleverd die dit jaar bij de grotere ploegen actief zijn en wel in de Tour rondrijden, denk aan Sam Bennett (Bora-Argon 18) en Kenneth Van Bilsen (Cofidis). Als ploeg staat An Post net iets lager op de ladder dan CCC-Sprandi, het komt uit op Continental-niveau. De aankomende Prudential Ride London (2 augustus) is de grootste wedstrijd van het jaar voor de ploeg. Drie weken later treedt het team aan in Nederland, tijdens de Arnhem-Veenendaal Classic.

2018: Torku Sekerspor (Turkije)



De Turkse formatie Torku Sekerspor staat weer een trede lager dan de An Post al is ook deze ploeg actief op Continental-niveau. Toch is er alle reden om de Turken serieus te nemen voor de toekomst. Ze doorlopen op dit moment een behoorlijk herkenbaar traject voor kleine ploegen die groot willen worden. Zowel qua wedstrijdprogramma als qua aankoopbeleid. Zo reed vorig seizoen een oud-winnaar van de Vuelta a Espana in het rode tenue, Juan José Cobo.

Dit jaar zijn de Belg Kevin Seeldraeyers en de Pool Toamsz Marczynski (oud-Vacansoleil) aangetrokken, twee mannen die in het recente verleden in de World Tour uitkwamen. Het is ook om die reden dat 2015 het succesvolste jaar tot nu toe van de Turkse ploeg is. Al zijn de wedstrijden waarin wordt gewonnen nog klein. Dat kan zomaar veranderen als het huidig beleid wordt voortgezet. Lichtpuntje is de deelname aan de Tour de Langkawi, de zogenaamde grote ronde voor kleine ploegen in Maleisië. Een wedstrijd waar bijvoorbeeld Skil-Shimano (nu Giant-Alpecin) en MTN-Qhubeka in het verleden ook hun sporen verdienden voor zij het grote werk mochten doen.

2019: Synergy Baku (Azerbeidzjan)



Azerbeidzjan is groeiende als sportnatie. Een eigen Grand Prix in de formule 1, gastheer van de Europese Spelen en speelstad tijdens het Ek voetbal 2020, aan alles wordt meegedaan, en dus trad ook een wielerploeg toe tot het continentale circuit. Synergy Baku Cycling Project mocht de afgelopen twee seizoenen onder andere in de ronde van het eigen land aan de start verschijnen.

Om het project sneller tot een succes te maken werd voor 2015 de nodige ervaring ingekocht om de Azerbeidzjaanse talenten te piloteren: Matej Mugerli, Ioannis Tamouridis en de Nederlander Dennis van Winden (inmiddels alweer vertrokken) brachten allen enige World Tour ervaring mee. Bovendien mocht ook Synergy Baku zich, net als Torku, verheugen met een uitnodiging voor de Tour de Langkawi. Als het in Astana en Moskou kan, moet het in Baku ook kunnen.

2020: Skydive Dubai (Dubai)



Net als Azerbeidzjan probeert ook Dubai te groeien als sportland. Dus werd ook in de oliestaat een wielerploeg uit de grond gestampt. Skydive Dubai Cycling Team wordt op dit moment aangevoerd door een oudgediende die zich op dit moment mag verheugen persona non grata te zijn in de Tour, Francisco Mancebo. Diezelfde Mancebo werd dit jaar overigens namens Skydive vijfde in het eindklassement van de eerder genoemde Tour de Langkawi, daarbij vele World-Tour-renners achter zich latend.

Skydive boekte dit jaar vooral succes in La Tropicale Amissa Bongo in Gabon. Een in Europa onbekende wedstrijd waar bijvoorbeeld ook Tourdeelnemers Team Europcar en Bretagne-Seche en het Belgische Wanty-Groupe Gobert het seizoen openen. Team Skydive won drie van de acht ritten en het eindklassement. Ook werden alle ritten en het eindklassement in de Ronde van Egypte en drie etappes in de Ronde van Marokko gewonnen, geen slechte score voor een ploeg die pas aan zijn tweede bestaansjaar bezig is. Een tourdeelname over vijf jaar is verre van onmogelijk.

Tourtheorie: Spektakel in de afdaling

Hoewel het logisch is als een kopgroepje vanmiddag in Gap om de zege mag strijden, al dan niet met verschillende Nederlanders in de hoofdrol, doet de doorsnee Tourvolger er goed aan om te hopen dat de boel bij elkaar blijft. Het zou een flinke portie spektakel opleveren, waarvan meesterdaler Nibali en waaghals Contador normaliter de protagonisten zijn.

De inmiddels beruchte afdaling van de Côte de la Rochette, direct na de beklimming van de Col de Manse, staat iedere keer dat hij in het routeschema wordt opgenomen garant voor opwinding. Natuurlijk ondervond Beloki dat aan den lijve, maar het was vooral de onvermoeibare Contador die er in zowel 2011 als 2013 de daalcapaciteiten van zijn tegenstanders aan een uiterste proef onderwierp.

Eerst maakte hij met name Andy Schleck helemaal gek en twee jaar later ontlokte het Froome een paar uitspraken in de trant van 'oh jongens wat een onverantwoorde risico's'. Dat gaat vanmiddag niet veel anders zijn. Als Astana inziet dat deze rit een buitenkansje is voor een ritzege van Nibali houdt de Kazakse formatie de kopgroep strak aan het elastiek en zien we een buitengewoon opwindende finale. Indien de daglaureaat al minuten voor het peloton de finish is gepasseerd is dat jammer, maar zoals we in Mende konden zien knokt iedereen voor elke seconde die hij kan sprokkelen.

En in plaats van dat Froome zich bewust is van het feit dat híj met zijn geruststellende voorsprong de (gewezen) pretendenten voor de eindzege juist heeft gek gemaakt, zal de paranoïde Brit toch denken dat het andersom is. En dus verliest de gele trui wederom iets van zijn glans. Niet vanwege het handvol seconden dat de Siciliaan en zijn Spaanse partner in crime ongetwijfeld zullen goedmaken, maar wel vanwege reacties die je eerder uit de mond van een overbezorgde oma verwacht.

zondag 19 juli 2015

International Champions Cup, toekomst van het club-wk?

We doen niet mee, de Tour is bezig en het is ver weg. Er zijn uiteenlopende redenen waarom het voetbal van de International Champions Cup al jaren aan het grote publiek in Nederland voorbij gaat. En dat terwijl er best toekomst in het toernooi zit.

De Nederlandse voetballiefhebber is al snel geneigd niet teveel waarde aan oefenduels te hechten. Logisch, er staat immers nooit iets op het spel. Of het moet die beker die door de plaatselijke schoen- en sleutelservice wordt aangeboden zijn. Dat de International Champions Cup (ICC) in zijn driejarige bestaan niet zo heel veel aandacht uit Nederland heeft mogen krijgen.

Overbodig toernooi



Omdat het toernooi enkele afwijkende regels kent en ook nog eens in het verre Amerika werd gespeeld wordt het al snel als overbodig afgedaan. Wie zit er nou te wachten op AS Roma-Real Madrid in Michigan of Los Angeles? Dit jaar zijn bovendien ook nog eens locaties in China en Australië toegevoegd. Je moet wel een hele verstokte fan zijn wil je daar je wekker voor zetten.

Toch kan juist die recente wijziging in de toernooi-opzet wel eens heel belangrijk blijken in de toekomst. Het doet denken aan een suggestie in dit artikel op Sportpreview. Voor wie het niet meer weet; het wereldkampioenschap voor clubs is hoog nodig aan vernieuwing toe. In een analyse kwam de redactie van Sportpreview dat de oplossing zou kunnen liggen in het verdelen van het toernooi over meerdere landen, met meer sterke clubs en gastheren.

Nu blijkt hoe dichtbij de ICC inmiddels al is gekomen. Het toernooi wordt dit jaar namelijk voor het eerst over drie landen verdeeld, USA, China en Australië. Het vreemde is dat in werkelijkheid in nog eens vier landen wordt gespeeld: Engeland, Italië, Mexico en Canada. Deze duels vallen echter onder Amerikaanse vlag. Bovendien nemen, na een afwezigheid in 2014, aan de Amerikaanse wedstrijden ook weer thuisploegen deel. Als klap op de vuurpijl zijn er ook nog eens twee deelnemers die over vijf maanden ook aan het 'echte' wk zullen deelnemen: FC Barcelona en Club América. Het begint verdacht veel op ons voorstel te lijken.

Hoe nu verder?



De regels mogen dan inmiddels nagenoeg gelijk zijn aan die van het 'nieuwe' wk, voorlopig blijft de ICC een invitatietoernooi dat onder de noemer oefenduels wordt geschaard. Het helpt dan ook niet mee dat de organisatie de indeling in poules dit jaar heeft losgelaten. Club America heeft drie van zijn duels al gespeeld en kwam alleen Manchester United van de Europese deelnemers tegen. Wel kwamen de Mexicanen zowel LA Galaxy als San Jose Earthquakes tegen, waarvan we de eerste zelfs helemaal niet meer tegenkomen.

Ook het ontbreken van Chinese en Australische deelnemers is een makke. Zeker wanneer men bedenkt dat Europese ploegen belangen hebben in beide leagues. Zo is deelnemer Manchester City, nota bene in Australië, een grote geldschieter van Melbourne City FC.

Tot slot wordt de winnaar dit jaar niet bepaald na finale maar aan de hand van de meeste verzamelde punten. Wat gezien de toernooi-opzet te begrijpen valt maar tegelijkertijd overduidelijk presenteert dat het op een officieel toernooi alle ploegen tenminste evenveel duels moeten spelen.

De conclusie is dat het toernooi in de toekomst, mits de Amerikaanse organisatie en de Fifa nader tot elkaar kunnen komen, best wel eens een grote rol op de kalender zou kunnen krijgen. Al zal het zich wel aan de Europese ideeën over sportduels en -toernooien moeten conformeren.

Tourtheorie: Davide Cimolai, trek de veters nog eens aan

De oude meester rijdt ver uit het zicht, de wereldkampioen is al naar huis en de meesterontsnapper kreeg op voorhand al geen rugnummer opgespeld. Voor velen mag de Tour de France dan het hoogtepunt van het seizoen zijn, Lampre-Merida had de maand juli liever voorbij laten gaan.

De winnaars van deze Tour lijken zich bij bosjes te melden. Team Sky, Team MTN, Team BMC, iedere ploeg heeft wel iets te vieren. Behalve de Lamprianen van Orlando Maini. De felle koerspakken ten spijt, de ploeg rijdt nogal kleurloos rond. Dat is ook niet zo vreemd. Lampre-Merida rijdt niet bepaald op volle oorlogsterkte door Zuid-Frankrijk. Ariel Richeze, Sacha Modolo en Roberto Ferrari, de tactiek is dit jaar duidelijk op de eindspurt geënt. Deze mannen zitten echt met z'n allen thuis. Het is alsof men zich al in Utrecht gewonnen gaf.

Klimmers Rafael Valls en José Serpa hebben die ene pijl die zij per etappekoers op de boog hebben bovendien al verschoten. Ze misten beide elk doel. Tot overmaat van ramp kneep de dure kopman Rui Costa ook nog eens in de remmen. Iedereen gelooft dat de Portugees 'zijn' jaar nog moet beleven, 2015 zal het met zekerheid niet zijn.

De acht die nog over zijn krijgen nog zeven kansen. Zeven mogelijkheden om de tussen de benen hangende staart opnieuw te spitsen. Geen van die kansen is echter zo opgelegd als die van vandaag in Valance. Dat zit zo. De Lamprianen hebben Davide Cimolai. En deze Cimolai won al eens dit jaar. Deze Cimolai won een sprint op een nagenoeg gelijk parcours in een nagenoeg gelijk peloton. Davide won namelijk op 15 maart van dit jaar in Rasteau de vijfde etappe van Pari-Nice.

Dus Davide, mocht het je zo uitkomen vandaag. En wil je je eens onttrekken aan de algehele malheur die jouw omgeving om je heen heeft gehangen. Trek dan de veters nog eens aan.

zaterdag 18 juli 2015

Het beste en het slechtste van Tour de France week 2

De Pyreneeën liggen inmiddels alweer achter ons en het slagveld dat in de eerste bergrit werd aangericht blijkt uiteindelijk nog te overzien. Bovendien is het peloton al over de helft van de wedstrijd. Wij kozen de beste ploeg en de slechtste ploeg van de eerste week. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste ploeg: MTN-Qhubeka



Met een handvol afdankers van Playstationploegen als Sky (Edvald Boasson-Hagen, Serge Pauwels en Steven Cummings), Garmin (Tyler Farrar) en BMC (opnieuw Cummings) en net zoveel debutanten van Afrikaanse komaf zonder al teveel moeite elf (!!!) World Tour ploegen de hielen laten zien in het ploegenklassement van de grootste wedstrijd op aarde. Team Sky mag het peloton dan in de houdgreep hebben, Movistar het ploegenklassement leiden en BMC en Etixx-Quickstep alles winnen, MTN-Qhubeka is de echte winnaar van de week. Natuurlijk is MTN geen echte partij voor de groten, maar dat maakt het juist zo bewonderenswaardig. De meest zuidelijk gelegen ploeg die ooit naar Frankrijk kwam laat de dure collectieven uit het oosten en het westen vooralsnog hevig achter de oren krabben. Slechts een etappezege zou het feest vergroten. En die kwam er vandaag dan ook.

Slechtste ploeg: Giant-Alpecin



Werkelijk elk plannetje dat van de tekentafel van Giant-Alpecin komt deze Tour de France mislukt! Geel met Tom Dumoulin in Utrecht? Mislukt! Geel in Huy? Mislukt! Sprinten met John Degenkolb? Mislukt! Het klassement van Warren Barguil? Hangen en wurgen! Het is nu zelfs al zo ver dat de enige man die wel in vorm is, Koen de Kort, in ontsnappingen mee moet zitten. Dezelfde Koen de Kort die sinds zijn overwinning in de Tour de l'Avenir nooit meer op de hoogste trede van een podium stond. Hij was toen nog geen profrenner. De perfecte man om de kastanjes uit het vuur te halen dus. Een troost, veel slechter dan dit kan het niet worden.

Hans Stringer verliest weer

MMA-vechter Hans Stringer heeft tijdens UFC Fight Night 72 in Glasgow van Ilir Latifi. De Nederlander


Stringer kwam voor het eerst in actie sinds zijn nederlaag op UFC 179 tegen Fabio Maldonado op 25 oktober van het vorige jaar. Voor Stringer, die al sinds 2005 actief is in het MMA-vechten, was het gevecht met Latifi zijn derde duel sinds hij in de UFC uitkomt. Van de vorige twee ging er één verloren en wist hij er één te winnen, op Fight Night 38 tegen Francimar Barroso.

De 28-jarige Stringer, geboren in Zevenbergen, woonachtig in Rhenen, komt uit in het licht zwaargewicht. De ontmoeting met Latifi was alweer de drieëndertigste in zijn inmiddels tien jarige loopbaan. Stringer stond in Glasgow op de Preliminary Card, het voorspel richting de grote gevechten van de avond.


Op de fight card van UFC Fight Night 72 waren opvallend veel Europeanen te vinden. Dit kwam mede door de gekozen locatie, het was het eerste UFC-evenement in de Schotse hoofdstad Glasgow.

Tourtheorie: Geraint Thomas, hinderlijke sta-in-de-weg

Dat Team Sky het momentum heeft en de strijd om de maillot jaune zich daarmee bevindt in wat je een impasse kunt noemen is geen nieuws meer. Bovendien geldt dat met zekerheid slechts voor de dagen die achter ons liggen - wat nog komen gaat weet alleen het opperwezen. De collectieve goede benen van de Britse sterrenploeg zijn ook geen bron van ergernis, maar de top vijf-positie van Geraint Thomas is dat des te meer.

Eigenlijk zou het slechts bewondering moeten opwekken: een 71 kilo zware Welshman, in een vorig leven een grote meneer in het baanwielrennen, die in het hooggebergte wereldtoppers als Quintana en Contador weet te bedwingen. Vooral in de wetenschap dat hij al vanaf februari in de voorposten van het peloton te vinden is, van de Ronde van de Algarve via Parijs-Nice tot aan de (Vlaamse) voorjaarsklassiekers en de Ronde van Zwitserland, uitslagen noterend waarvoor bijna iedere renner blind zou tekenen.

Maar zijn goede prestaties ten spijt is het om agressief van te worden hoe hij, onderwijl druk doende zijn taken als knecht zo goed mogelijk te vervullen, nog steeds op die wonderbaarlijke vijfde plaats in het klassement staat. Terwijl Bauke Mollema, een getalenteerd klimmer die zich specifiek heeft ingesteld op de Ronde van Frankrijk, geen antwoord had op de snelle opeenvolging van versnellingen in de groep der favorieten, zagen we die Thomas ineens doodleuk weer op kop sleuren nadat hijzelf al medeverantwoordelijk was voor het moordende tempo waarin al die demarrages vroegtijdig doofden.

Ook vandaag in Mende zal hij wel weer geen moment van de zijde van Froome wijken, hoe hard de anderen ook zullen proberen om de gele trui onder druk te zetten. Alsof hij immuun is voor stijgingspercentages en ongevoelig is voor de adembenemende wattages waarmee de betere klimmers hun pedalen martelen.

vrijdag 17 juli 2015

De ultieme who's who guide voor het World Port Tournament 2015

Honkbal mag dan een kleine sport in Nederland zijn, we zijn er wel heel erg goed in. Mede om die reden komen de grootste landen jaarlijks in Nederland om de prijzen spelen. Het ene jaar in Haarlem, het andere jaar in Rotterdam. Om het volgen van het World Port Tournament iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een honkbaltoernooi is proberen te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou het WPT vanaf nu met gemak laat volgen.

Sinds 1985 is Rotterdam om de twee jaar gastheer van het World Port Tournament. In recente edities heeft het toernooi zich ontwikkeld tot een strijd tussen landenteams die stuk voor stuk tot de top van het mondiale honkbal behoren. Slechts het Nederlands team is bij alle edities aanwezig geweest.

Nederland



Het is alweer enige tijd geleden dat Nederland het toernooi won. Sterker nog, in de eenentwintigste eeuw is dat nog niet gelukt, de laatste eindzege dateert uit 1999. Anderzijds is Nederland slechts drie keer buiten de top drie geëindigd in de geschiedenis van het toernooi.

Voor dit toernooi riep bondscoach Steve Janssen uitsluitend jongens die in Europa actief zijn op. Sterker nog, buiten Mike Bolsenbroek spelen alle selectieleden in de Nederlandse hoofdklasse. Bolsenbroek speelt bij Regensburg in de Duitse Bundesliga. Bekende namen bij het grote publiek zijn die van Rob Cordemans, Nick Urbanus (beide L&D Amsterdam Pirates), Diegomar Markwell (Curaçao Neptunus) en Danny Rombley (Vaessen Pioniers).

Cuba



Het immer sterke Cuba is de recordkampioen van het World Port Tournament. De mannen van het Latijns-Amerikaanse eiland wonnen zes van de laatste acht edities en ook Team Havana won het toernooi al driemaal. Cuba en Nederland hebben bovendien een lange geschiedenis op wereldkampioenschappen en Olympische Toernooien met elkaar.

Al lieten ze zich er in het verleden ook niet door weerhouden, tegenwoordig mogen Cubaanse sterren vrij het land verlaten om in de grote competities van Amerika, Japan en Zuid-Korea te spelen. Verwacht dus niet dat Aroldis Chapman, die eerder deze week de show stal op de MLB All-stargame, of het jonge talent Yoan Moncada zullen aantreden. Desondanks zullen de Cubanen ongetwijfeld met een sterk team naar Rotterdam afreizen. Cuba komt Nederland op 21 juli tegen.

Japan



Japan heeft zich sinds de eeuwwisseling gepresenteerd als het sterkste honkballand op aarde. Zo wonnen ze al tweemaal de World Baseball Classic (de vervanger van het wereldkampioenschap) en grepen ze eenmaal net naast de titel. Toch komen de Japanners pas voor de tweede keer in de dertigjarige geschiedenis naar Rotterdam. Al zijn zij wel regelmatig te gast geweest op de Haarlemse tegenhanger.

Japan komt met een jonge selectie naar het World Port Tournament. De oudste speler, Kento Yoza met paknummer 1, is geboren op 17 juli 1993. Hij is dus vandaag jarig en wordt 22. Alle anderen zijn jonger. De Japanse jongelingen mogen het toernooi morgen openen als zij om 13.30 tegen Curaçao aantreden.

Curaçao



Het team van Curacao kent opvallend genoeg een aantal selectiespelers die in het verleden juist voor de tegenstander uitkwamen. De meest opvallende is 249-voudig international Railly Legito. Legito beëindigde in 2012 zijn loopbaan bij Oranje maar keert voor het World Port Tournament terug in het interlandhonkbal, bij Curaçao.

Ook Nick Veltkamp, die net als Legito in de hoofdklasse speelt, kwam in het verleden voor Oranje uit. Veltkamp maakte in 2013 al de overstap naar het team van de Antillen. Catcher Jonathan Balentina was in dat jaar onderdeel van de selectie van Nederland die op de World Baseball Classic actief was. Shurendell Mujica werd vorig jaar door Steve Janssen voor Oranje geselecteerd om deel te nemen aan de Haarlemse Honkbalweek. Naast deze Nederlandse link herbergt het team ook meerdere spelers die in Amerika hun brood verdienen.

Chinese Taipei



Chinese Taipei staat bij ons ook wel bekend als Taiwan. Dit team is zoals altijd de grote onbekende. Al dient dat niet te worden geïnterpreteerd alsof het team makkelijk te verslaan is. Zo wonnen zij het World Port Tournament al eens. Chinese Taipei nam aan de afgelopen zeven edities deel, werd tweemaal vierde, driemaal derde, een keer tweede en zoals gezegd wonnen ze ook eens. Ook de Taiwanezen nemen een betrekkelijk jonge selectie mee, al zijn daar wel drie routiniers aan toegevoegd.

Roger Reijners weg als coach Oranje Leeuwinnen

De KNVB moet op zoek naar een nieuwe bondscoach voor het nationale dameselftal. In een gesprek tussen de huidige bondscoach Roger Reijners en de bond werd besloten dat de wegen per 1 augustus zullen scheiden.




Reijners was sinds 1 november 2010 in dienst van de bond als coach van de dames. Onder zijn leiding werd het Europees kampioenschap van 2013 gehaald. Ook speelde de vrouwen van Reijners het klaar om zich voor het eerst in de geschiedenis te plaatsen voor een wereldkampioenschap. Dat toernooi werd vorige maand gehouden. Oranje werd in de tweede ronde uitgeschakeld door toenmalig titelhouder en later verliezend finalist Japan.

Reijners had eigenlijk nog een contract tot medio 2016. Hij liet echter a weten aan de bond dat niet te zullen verlengen. Wetende dat een jaar later het Europees kampioenschap in Nederland wordt gespeeld, en dat de voorbereiding daarop al na de zomer begint leek het beide partijen beter om per 1 augustus al uit elkaar te gaan. De nieuwe bondscoach kan dan de gehele voorbereiding op het Ek 2017 voor zijn (of haar) rekening nemen. Voorlopig neemt assistent-bondscoach Sarina Wiegman de taken van Reijners waar.

Tourtheorie: Costa, Kwiato en het gelijk van Coppi

Het trieste aan wielerwereldkampioen zijn is de herkenbaarheid die de sport aan je geeft. Je wordt in een wit tenue met een veelkleurige band gehesen en wordt een jaar lang tentoongesteld als een jachttrofee op een motorkap.

Gisteren moest Michal Kwiatkowski aanvallen om zijn geloofwaardigheid te behouden. Het dragen van de regenboogtrui schept immers verwachtingen. De verwachting dat je altijd goed bent, altijd meedoet, altijd aanvalt en vaak wint. En dus ging Kwiato de strijd aan met Plateau de Beille, met het peloton en met de criticasters. Hij verloor.

Terwijl Kwiato aan zijn zwanenzang bezig was had zijn voorganger in de regenboogtrui allang in de remmen geknepen. Opnieuw ging een grote ronde niet worden wat de Lampre-Portugees Rui Costa er op voorhand van verwacht had. De wereldkampioen van Firenze 2013 was zelfs speciaal naar de Italiaanse formatie overgestapt om zijn rondedroom te kunnen vervolmaken. Tot nu toe reed hij nimmer meer een grote ronde uit.

Er is geen sport op aarde waarin de wereldkampioen zo vaak op de knieën wordt gedwongen als in de wielrennerij. Het was ook die reden die Fausto Coppi het wereldkampioenschap op de weg deed verachten. De Italiaanse kampioen won de wereldtitel zelf eens in 1953 maar vond de hele opzet ervan een schande voor de sport. De beste van de wereld wordt je immers niet op één enkele dag, op een parcours waar vroeger of later nooit meer op gereden zal worden.

Er was daarom enige symboliek te vinden in de man die zijn wereldkampioenwaardigheid wel wist waar te maken. De winnaar van de dag was Joaquim Rodriguez. Purito won de UCI World Tour tweemaal op rij, in 2012 en 2013. Tweemaal op rij was hij een jaar lang de beste van allemaal. Een wapenfeit dat hij ook op Plateau de Beille nog maar eens onderschreef. Kampioen wordt je niet op één enkele dag, op een parcours waar vroeger of later nooit meer op gereden zal worden.