woensdag 31 december 2014

Arsenal 2.0, deel I

Foto: Alexander Ottesen

2015 gaat het jaar van Arsenal en Arsène Wenger worden. Tenminste, als Le Professeur goed naar onze aanwijzingen luistert, dat wel. Voordat we tot de conclusie komen, eerst een trip down memory lane over de man die door sommigen als de Specialist in Failure wordt omschreven, maar ontegenzeggelijk een groot stempel op het mondiale voetbal heeft gedrukt.

Als Arsène Wenger in het najaar van 1996 het statige Arsenal Stadium aan Avenell Road, ook wel bekend als Highbury, binnenstapt, fronsen twee mannen bedenkelijk hun wenkbrauwen. ‘Arsène Who on Earth? Deze man is onze nieuwe boss? En hij komt over van een club uit Japan? No shit?!’ Arsenal-iconen Tony Adams en Martin Keown observeren hun nieuwbakken manager zorgvuldig, want Wenger is niet bepaald het type waar ze in Noord-Londen gewend mee waren.

De Fransman heeft dan ook de uitstraling van een natuurkundige en het accent van Inspector Clouseau – hetgeen in de loop der jaren overigens geenszins veranderd is – maar hij blijkt wonderwel een verfijnde kijk op het spelletje te hebben. De verstrooide professor smeed in korte tijd een nagenoeg onverslaanbaar elftal. En al in zijn tweede jaar op Highbury pakt Wenger de dubbel. Liefst achttien wedstrijden achtereen blijft Arsenal ongeslagen. In de drie seizoenen die volgen grijpen de Gunners overal nét naast. Premier League, FA Cup, UEFA Cup… steeds rest de zilveren medaille – José Mourinho kan enig historisch besef niet ontzegd worden.

“A season too early”

Natuurlijk had hij die prijzen willen winnen, maar stiekem zal Wenger zijn schouders hebben opgehaald. Hij wist namelijk dat het beste nog moest komen. Elke dag zag de manager een select groepje spelers op het trainingsveld rond dartelen en dacht: dit is een goed stel, hoor. De achterhoede stond als een huis, het middenveld was met Patrick Vieira en Gilberto Silva verfijnd én robuust tegelijk, Bergkamp was… Bergkamp en voorin liep er de bijzonder talentvolle, ietwat pedante Thierry Henry rond.

In het seizoen 2001-02 vielen alle puzzelstukjes dan ook weer in elkaar. Inderdaad, het jaar van Bergkamp’s geniale pirouette tegen Newcastle United. Arsenal won opnieuw de dubbel en zette het seizoen daaropvolgend zijn ongeslagen reeks lange tijd door. Na een serie van 29 wedstrijden waarin steeds minimaal één punt werd gehaald, waagde Wenger zich aan voorspelling dat zijn ploeg wel eens een ongeslagen seizoen zou kunnen draaien. Prompt verloor Arsenal van Everton en moest het uiteindelijk zelfs de landstitel aan Manchester United afstaan.

Terugkijkend zit hier misschien wel de crux van het verhaal in, want de Noord-Londenaren pakte dat jaar nog wel de FA Cup en na afloop van die wedstrijd weigerde Arsène Wenger te spreken over een verloren seizoen. Ook toen al hield hij de portefeuille streng in de gaten. “Natuurlijk hadden we de competitie willen winnen, maar ik denk dat het moeilijkste voor een voetbalclub is om constant te blijven en wij zijn bijzonder constant gebleken. We verliezen de titel aan een team dat élk jaar vijftig procent meer geld uitgeeft – vorig jaar kochten ze een speler (Juan Sebastián Verón) voor dertig miljoen pond en moesten ze het kampioenschap aan ons laten.”

Financieel gezond schreef Arsenal het jaar daarop geschiedenis met een hoofdletter ‘G’. Voor het eerst sinds 115 jaar won de ploeg de Premier League without a single defeat. Toen de Fransman werd herinnerd aan zijn uitspraak over een ongeslagen seizoen, noemde hij deze met een grote grijns: “a season too early.”

Prijzenkast

Wenger had een ploeg gecreëerd die 49 – negenenveertig(!) – wedstrijden ongeslagen bleef in één van de sterkste competities van de wereld. Arsenal was wereldtop. Arsenal zette de standaard. Arsenal was… ‘In Arsène We Trust’.

De succesformatie (die wij van Sportpreview in deel II van deze beschouwing nader doornemen en spiegelen aan het ‘nieuwe’ Arsenal) viel echter langzaam uit elkaar. In 2005 won Arsenal nog wel de Engelse beker door in de finale van Manchester United te winnen, maar daarna bleven aanvullingen voor de prijzenkast uit. Ook de ultieme kroon op zijn werk, het winnen van de Champions League, ging aan Wenger’s neus voorbij. Het FC Barcelona van coach Frank Rijkaard was in de finale van 2006 met 2-1 te sterk.

Langzamerhand veranderde in die jaren, met het intreden van de Russische oligarchen en Arabische sjeiks, ook het financiële landschap van de Europese voetbalvelden. Negen jaar lang wist Arsenal geen trofeeën meer in de wacht te slepen. Steeds weer legden Wenger en co. het in eigen land af tegen Abramovich’ Chelsea en Mansours Manchester City. Ook Manchester United snoepte hier en daar een hoofdprijs weg, maar die club is in 2005 dan ook gekocht met honderden miljoenen fictief geld.

Enfin, dat is een andere discussie. Wenger’s karakter begon zich steeds meer tegen hem te keren. Financiële doping, daar deed de Fransman niet aan. Arsenal was dan ook jaar in, jaar uit the best of the rest.

Geld, geld, geld…

Afgelopen mei volgde dan eindelijk de ‘comeback’ van de Londense club. Arsenal won de FA Cup na een benauwde 3-2 overwinning op Hull City. De eerste tastbare prijs sinds lange tijd deed de kritiek op Wenger’s aan- en verkoopbeleid echter niet doen verstommen. De club had behoefte aan spelers van wereldklasse, was de algehele consensus. Nu, aan de vooravond van een nieuw transferwindow, schreeuwt alles en iedereen met een rood-wit hart wederom om versterkingen. Ironisch genoeg valt daarin de naam van een bankzitter bij Real Madrid, de Duitser Sami Khedira, het vaakst. Niet de naam die het eerst in je opkomt als je aan wereldsterren denkt.

Geld speelt dus een belangrijke rol in de carrière van Arsène Wenger. Niet om zichzelf te verrijken, maar Wenger is een docent die alles volgens de regels wil spelen. Hij is het braafste jongetje van de klas die verongelijkt loopt te mokken als hij zijn zin niet krijgt. Iedereen heeft zo zijn eigenaardigheden. Máár, Wenger verloochent zijn visie niet. In al die jaren is hij niet gezwicht voor de 'boze' buitenwereld waar niet de romantiek maar een Wolf of Wall Street-mentaliteit de boventoon voert. Er wordt bij de Fransman simpelweg niet meer geld uitgegeven dan er binnenkomt. Naar eigen zeggen, puur om de continuïteit van de club te waarborgen.

De prijsloze jaren zijn dan ook rechtstreeks terug te voeren op een gebrek aan echte kwaliteitsspelers. Natuurlijk had óók Arsenal de mogelijkheden om de Sergio Agüero's van deze wereld aan te trekken of Cesc Fàbregas en Robin van Persie te behouden, maar – daar heb je het weer; financiële doping is, gesteund door de bestuurskamer van de Gunners, geen optie voor Wenger.

Scrooge

Toch kan je Wenger onmogelijk een Scrooge noemen. Het nieuwe Emirates Stadium moest namelijk zowel de sportieve als financiële toekomst van de club veilig stellen. De club leende liefst 700 miljoen pond om het hypermoderne stadion plus luxueuze appartementen in de oude East en North Stand op Highbury te realiseren. Die lening luidde indirect het begin van de prijsloze jaren in, maar is inmiddels vrijwel afgelost.

Al die tijd was er dus vrijwel geen budget, omdat de boekhouder in Wenger de toekomst van zíjn Arsenal niet in de waagschaal durfde te leggen. “Het is een misvatting van het publiek dat ik bang zou zijn om geld uit te geven. Er zijn periodes geweest dat er simpelweg geen geld was. En ik houd er niet van om geld uit te geven dat er niet is. Ik heb mij verzet tegen uitgaven die de toekomst van de club in gevaar zouden brengen.”

Hierbij moet worden opgemerkt dat de club uit Noord-Londen toch steevast in de top vier van de Engelse competitie eindigde en ook Europees was Arsenal een geduchte tegenstander. Geen onbelangrijke voetnoot.

Natuurlijk, het spel volgens de regels spelen maakt je geen ultieme winnaar. Chelsea-manager Mourinho rijgt de successen aaneen door lak aan de conventionele gedachtegang te hebben en puur naar het resultaat te kijken, de Spaanse grootmachten Barcelona en Real Madrid leggen astronomische bedragen voor het beste spelersmateriaal neer en Paris Saint-Germain weet zich gesteund door één van de allerrijksten ter aarde, maar Arsène Wenger houdt nobel vast aan zijn eigen credo: aanvallend voetbal om de mensen te vermaken en een boekhoudkundige balans die in evenwicht is.

Dit jaar is Wenger alweer achttien jaar in charge bij de Gunners. De club heeft in die jaren al enorme successen gekend, staat er al die tijd organisatorisch piekfijn voor én kan het grote geld nu eindelijk op een verantwoorde manier flink laten rollen. Bayern München gaf reeds het goede voorbeeld en met enkele gerichte aankopen gaat Wenger’s Arsenal weer streaks neerzetten als die van begin jaren ’00. Welke aankopen dat moeten zijn? Morgen het antwoord op Sportpreview!

Boksen, het 2014 jaaroverzicht

Het afgelopen jaar was een mooi jaar voor boksfans. Er waren veel hoogte- en dieptepunten. Mijn persoonlijke hoogtepunt was de Ben Bril Memorial, een mooie avond die bewees dat het profboksen in Nederland groeiende is en dat er nog veel talent rondloopt. In dit jaaroverzicht vind je het beste wat het boksen dit jaar te bieden had. De keuzes hier zijn mijn persoonlijke keuzes.

Bokser van het jaar



3. Gennady Golovkin - Zonder twijfel mijn favoriete bokser van dit moment. Golovkin bewees in 2014 dat hij ‘s wereld beste Middengewicht is door zijn titel driemaal met succes te verdedigen. Alle drie uitdagers werden op knock-out verslagen

2. Roman Gonzalez - De nationale held uit Honduras had ook een topjaar. Hij won al zijn vier gevechten op knock-out. Hij pakte ook de WBC vlieggewicht titel. Hierdoor is hij nu een titelhouder geweest in drie verschillende gewichtsklassen.

1. Sergey Kovalev - De winnaar van zonder meer het grootste gevecht van het jaar. Hij domineerde de veteraan Bernard Hopkins, die twaalf rondes lang stoten bleef incasseren. Kovalev is hierdoor kampioen in het licht zwaargewicht bij drie van de vier grote boksbonden.

Gevecht van het jaar



3. Orlando Salido vs Terdak Kokietgym (20-09-2014) - Salido won eerder in 2014 van toptalent Vayl Lomachenko, maar moest diep gaan in het zinderende gevecht tegen de Thai Kokietgym. De knock-downs gaan over en weer. Salido gaat drie keer neer en Kokietgym incasseert vier knock-downs. De vierde knock-down wordt het Waterloo van de Thai die knock-out gaat.

2. Felix Sturm vs Robert Stieglitz (11-08-2014) - Een verrassende nummer twee, omdat beide boksers niet bekend staan als enerverende vechters, maar dit Duits onderonsje haalt het beste in beide boksers naar boven en beide geven vanaf de eerste minuut tot aan de laatste bel vol gas. Het eindigt in een onbeslist en volgens jaar zal de rematch plaatsvinden.

1. Lucas Martin Matthyse vs John Molina (26-04-204) - Als Matthysse in de ring staat dan weet je dat het spektakel is. De Argentijn zorgt vaak voor spetterende knock-outs. De Amerikaan John Molina staat ook garant voor een stevig gevecht. Beide bokser gaan vol in de aanval en Matthysse moet in de tweede en vijfde ronde een knock-down incasseren. Na een zinderend en slopend gevecht besluit de scheidsrechter in de elfde ronde de wedstrijd te stoppen bij de derde knock-down van de inmiddels bebloede Molina. Zoals de Amerikaanse commentator zei : If this venue had a roof, these two would have blown it off.

Knock-out van het jaar



3. Andy Lee vs John Jackson (07-06-2014) - John Jackson is in de vijfde ronde vol in de aanval, maar Andy Lee plaatst een onverwachte, maar geweldige rechterstoot vol op de kin van Jackson, die tegen de grond gaat en knock-out gaat. Een prachtige one-punch knock-out

2. Carl Froch vs George Groves (31-05-2014) - De ‘Battle of Britain’ werd zelfs live uitgezonden op de Nederlandse TV. Een gelijk opgaand gevecht eindigde heel verrassend aan het einde van zevende ronde als Froch vernietigend uithaalt met een stoot die Groves te machtig is.

1. Alexander Povetkin vs Manuel Charr (30-05-2014) - Povetkin heeft dit jaar twee geweldige knock-outs op zijn naam staan. Die tegen Carlos Takam eindige met een vernietigende stoot. Ik heb gekozen voor zijn knock-out tegen Manuel Charr, vanwege de schitterende combinatie van stoten die vooraf gaat in de knock-out.  Voor mij de KO van het jaar.

Talent van het jaar



3. Felix Verdojo  - Het wonderkind uit Puerto Rico is slechts 21 jaar, maar doet zijn bijnaam ‘El Diamante’ eer aan. Hij is een groeibriljant die dit jaar maar liefst zeven wedstrijden winnend wist af te sluiten en wordt getipt als toekomstige wereldkampioen in het lichtgewicht.

2. Anthony Joshua - De gouden medaille winnaar van de Olympische spelen uit 2012 is het Britse talent in het zwaargewicht. Hij won dit jaar al zijn zeven wedstrijden op knock-out. Alle wedstrijden duurder korter dan drie rondes. Hij wordt getipt als troonopvolger van de koning van het zwaargewicht, Wladimir Klitschko.

1. Artur Beterbiev - Een geweldige amateur die vorig jaar prof werd. Hij is één van de vele Russische talenten en hij maakte dit jaar indruk door in zijn 6e profpartij de oud-wereldkampioen Tavoris Cloud in twee rondes te verwoesten. Hij heeft al zijn zeven gevechten als prof gewonnen op KO en staat al in de top twintig bij het licht zwaargewicht. Zonder twijfel een toekomstige wereldkampioen.

Verrassing van het jaar



Sam Soliman vs Felix Sturm (31-05-2014) - De Duitser Felix Sturm verdedigende zijn IBF middengewicht titel tegen de 40-jarige Australiër Sam Soliman. De Duitser had echter een complete off-day en de Australiër zorgde voor de verrassing van het jaar door unaniem op punten te winnen en de wereldtitel te pakken.

Nederlandse bokser van het jaar



Rafik Harutjunjan - Harutjunjan won dit jaar op de Ben Bril Memorial de WBF Weltergewicht titel in een zenuwslopend en snappend gevecht tegen een sterke opponent uit Oekraïne. Hij is 26 en is een groot talent. Hopelijk kan hij in 2015 stijgen op de wereldranglijst en er voor zorgen dat het Nederlandse profboksen weer op de kaart wordt gezet.

Vrouwelijke bokser van het jaar



Delfine Persoon - De Belgische bokster won dit jaar de WBC wereldtitel in het lichtgewicht en is misschien wel de beste vrouwelijke bokser op aarde. Persoon was dit jaar genomineerd als sportvrouw van het jaar in België. Zij verloor echter compleet onverdiend van een atlete die derde was geworden op het wereldkampioenschap. Helaas wordt boksen dus ook in België erg ondergewaardeerd.

Vallende ster van het jaar



Sergio Martinez - De Argentijnse kampioen in het middengewicht viel dit jaar van zijn voetstuk. Hij is al vier jaar lang titelhouder, maar moest dit jaar zijn meerdere erkennen in veteraan Miguel Cotto. Martinez ging in de eerste ronde driemaal tegen het canvas, probeerde hierna nog terug te vechten, maar moest in de 10e ronde opgeven met rugklachten. De verwachting is dat dit de laatste partij is van de 39-jarige Argentijn die een geweldige carrière achter de rug heeft.

Prestatie van het jaar



Nouchka Fontijn - En ik wil afsluiten met de grootste prestatie in het Nederlandse amateur boksen van de afgelopen twintig jaar. Nouchka Fontijn won namelijk de bronzen medaille op het WK in Zuid-Korea. Door deze prestatie is de kans groot dat er op de Olympische Spelen van Rio de Janeiro voor het eerst sinds 1992(!) weer een Nederlandse deelnemer zal zijn. Een ongekende prestatie, die er hopelijk voor zorgt dat ook de Nederlandse media wakker geschud zal worden en inzien dat het Nederlandse boksen weer de weg omhoog is ingeslagen.

dinsdag 30 december 2014

Ondertussen in de Serie A & B (winterstop)

Met Juventus als koploper, met Roma als naderende achtervolger, beleeft het Italiaanse voetbal een kortstondige periode van rust. Toch gebeurde er kort voor de jaarwisseling nog genoeg voor een wekelijkse update, vanzelfsprekend van de hand van Serie A-pleitbezorger en -deskundige Wouter Pennings.

 

De transfer van het jaar

In Italië wordt de winterse transferperiode ook wel de mercato di riparazione genoemd. Repareer de gemaakte fouten tijdens de zomerse markt of maak heel wat kapot is gegaan, door blessures of vormverlies. Nu maakt Adriano Galliani heel wat fouten, maar ze herstellen kan de nestor van de spelershandel als geen ander. De man die al sinds 1979 één van de belangrijkste zakenpartners is van Silvio Berlusconi en in 1986 als vanzelfsprekend diens voornaamste bestuurder werd bij Milan, sloeg ook deze winter weer een slag van jewelste: hij haalde gratis een speler op voor wie hij een half jaar eerder nog een bod van een miljoen of tien zag worden afgeslagen. In ruil bovendien voor een half kreupele dertiger op z'n retour.

 

De speler in kwestie, Alessio Cerci, is op zichzelf een prima versterking voor het inzaghiaanse Milan, hoewel de pijlsnelle krullenbol vooral gedijt in een echte countertactiek. Het is echter vooral de manier waarop de transfer tot stand kwam die tot de verbeelding spreekt. De 27-jarige Cerci, opgeleid door Roma, gelanceerd als huurling bij Pisa, volwassen geworden bij Fiorentina en uiteindelijk doorgebroken bij Torino, koos van de zomer voor een transfer naar Atlético Madrid. Een opvallende move, gezien de warme belangstelling die Milan en Inter toen ook al in hem toonden.

 

Belangstelling die nooit over ging, getuige de saga die een half jaar later plaatsvond. Een meeslepend transferdrama, met als middelpunt een speler die bij de regerend kampioen van La Liga slechts één keer in de basis startte, nota bene in de beker. De twee rivalen uit Milaan roken hun kans, waarbij Milan een belangrijke troef in handen had: een zogeheten contropartito tecnico oftewel een andere speler als ruilmiddel. Fernando Torres. Kind van Atléti, worstelend in de Serie A. Naar verluidt spelend met een kapotte enkel, waarvoor geen tijd is hem te laten herstellen. Na een hoopgevend begin zakte El Niño ver terug en met slechts één doelpunt uit tien optredens verdween de gevallen topspits zelfs definitief uit beeld bij trainer Filippo Inzaghi.

 

Het was deze troef die Milan aan de winnende hand hielp. En Galliani zou Galliani niet zijn, als hij de zaak niet middels een ingenieuze constructie had vormgegeven. Torres was namelijk nog eigendom van Chelsea, dus die werd voor een paar miljoen definitief overgenomen. Op die manier kunnen de beide aanvallers gedurende achttien maanden met elkaar geruild worden, waarna - zo heeft Galliani plechtig beloofd - ook Cerci definitief zal worden vastgelegd. Eén en ander is nodig omdat de Italiaanse dribbelaar nog voor de helft eigendom is van een Qatarees investeringsfonds, één van de weinige transfermanieren die in Italië niet erkend worden.

 

De zaak leek op kerstavond al beklonken, maar toen begon de soap pas echt. Voor een akkoord zijn naast de clubs ook de handtekeningen van de betrokken speler benodigd. Waar Torres liever gisteren dan vandaag zou terugkeren naar zijn geliefde thuishaven, daar zou Cerci liever naar het Inter van Roberto Mancini verkassen. Die deed namelijk al achter de rug van werkgever Atlético om verwoede pogingen om de speler te verleiden tot een overgang naar de blauwzwarten. Tegen de regels, maar nog meer tegen het zere been van de overige betrokkenen, die uiteraard in woede ontstaken. 'Milan of een halfjaar op de bank', luidde het botte antwoord van de Spaanse topclub op de gang van zaken. Bovendien dreigden Los Colchoneros om Inter officieel aan te geven bij de UEFA. En dus: benvenuto Cerci, addio Torres.

 

Serie B: heb je nog geen rood, dan tel je niet mee

In tegenstelling tot de Serie A, is de Serie B wel precies op de helft. Eenentwintig van de 42 speelronden zijn achter de rug, en wat opvalt is het grote gat dat het nietige Carpi (daar hadden we het al eerder over) heeft geslagen: negen punten voorsprong heeft de club die nog nooit op het hoogste niveau uitkwam. Dat geldt overigens ook voor achtervolger Frosinone, dat op gelijke hoogte staat met degradant Bologna. En nummer vier Spezia kwam in 1925 voor het laatst uit in wat toen nog de Prima Divisione heette, de voorloper van de Serie A.

 

Voor praat over promotie en degradatie is het echter nog veel te vroeg. De nummers drie tot en met acht spelen aan het eind van het seizoen playoffs en het zegt genoeg dat het gat tussen de tweede en de vijftiende plaats (Bari) momenteel even groot is als de kloof aan kop.

 

Dat de Serie B zo onvoorspelbaar is, heeft mede te maken met het surrealistisch grote aantal rode kaarten. In 231 duels werd de onverbiddelijke sanctie al 125 keer uitgedeeld, wat neerkomt op ruim één kaart per twee wedstrijden.  Speelronden 5 en 14 delen het laagterecord met 'slechts' driemaal rood, terwijl in de tiende en vijftiende speelweek liefst elf rode prenten werden getrokken. Afgelopen zondag kleurde de boel ook behoorlijk rood, met negen wegzendingen op de diverse velden. Zoals het duel Frosinone-Vicenza (1-0), dat eindigde in negen tegen negen.

 

Liefst 95 spelers ontvingen al één of soms ook meerdere keren rood, goed voor grofweg eenderde van het aantal gebruikte voetballers door alle 22 clubs tezamen. Maar om nu te zeggen dat de Serie B een onsportieve en grove competitie is? Het lijkt er niet op. De kaarten betreffen voor het overgrote deel dubbele boekingen, waarbij het merendeel ook in de slotfase van een wedstrijd viel.

 

Het is bovenal het resultaat van de verzengende spanning in de Serie B; uitslagen met meer dan één doelpunt verschil vormen absolute uitzonderingen. Van de 231 duels eindigden er namelijk liefst 175 in een gelijkspel of een marge van één. Exemplarisch voor de twee competitie van Italië is dit moment uit de afgelopen speelronde, waarbij een mee naar voren gekomen doelman (de 37-jarige Uruguyaan Nicolas Bremec van Vicenza) een tegenaanval onschadelijk maakt en dat moet bekopen met rood. Zijn tweede van het seizoen bovendien.

maandag 29 december 2014

Lionels Nieuwjaarsvisie: Niki en Stan

Beste Wouter,

In de laatste visie van het jaar 2014 kun je natuurlijk nog een keer verhalen over de kopbal van Robin van Persie. Je kunt een analyse loslaten op de haar die Jan Smeekens tekort kwam op zijn Olympische 500 meter en waarom dat voor de rest van Nederland perfect uitpakte. Maar je kunt het ook niet doen. Er was namelijk zoveel meer.

Het nadeel van uitzonderlijke prestaties is dat ze uitmuntende prestaties ondersneeuwen. Uitmuntende prestaties zijn van het soort exceptioneel maar niet onwaarschijnlijk. Zoals de clean sweep op de vijfhonderd meter en de 1-5 tegen de uittredend wereldkampioen voetbal dat wel waren. Het is daarom ook volkomen logisch dat die twee prestaties het meest zijn blijven hangen.

Ik wil echter een aantal sportmomenten uitlichten die in 2014 zijn gepasseerd die we eigenlijk alweer bijna vergeten zijn. Zo won Stanislas Wawrinka in januari de Australian Open. Een ieder die ons een beetje volgt weet dat wij de next generation in het tennis tegen beter weten in ontzettend omhoog schrijven. We zijn namelijk wel een beetje klaar met de Big Four. Dat Stan the Man dan ook voor het eerst in vijf jaar de Grand Slam titel uit de handen van Djokovic, Federer, Nadal en Murray wist te houden verdient nog één laatste saluut. De afgelopen vierenveertig toernooien kenden namelijk 38 keer één van de grote vier als eindwinnaar.

Ook Zdenek Stybar verdient een kleine pluim. Styby pakte begin februari, zonder noemenswaardige voorbereiding, zijn derde wereldtitel veldrijden in vijf jaar tijd. Wetende dat hij ook de Eneco Tour en een etappe in de Vuelta a Espana (in 2013, voorafgaand aan zijn wereldtitel) wist te winnen kunnen we stellen dat we met één van de grootste geweldenaren op de fiets aller tijden te maken hebben. Zelden wist een renner namelijk tegelijkertijd in beide disciplines tot de top te behoren.

En als we het dan toch over de fiets hebben. Het was de afgelopen tien jaar kommer en kwel in de geliefde wielrennerij in Nederland. 2014 was op vele fronten de eindelijke ommekeer. twee zeges dienen nog maar eens extra benadrukt te worden. Niet alleen werden beide overwinningen geboekt op de heilige Noord-Franse grond in en om Roubaix, ook rekenden 'we' af met twee syndromen.Allereerst was daar Niki. De sympathieke Noord-Hollander NIki Terpstra zag zijn kans schoon om de meest gevreesde koers op aarde, Parijs-Roubaix, voor de neus van alle favorieten weg te kapen. Twaalf jaar na de laatste Nederlandse klassieke overwinning. Het was een overwinning die ook Lars Boom, die net als Niki al vele jaren met de top meedoet in de jaarlijkse krachtmeting, maar al te graag wilde boeken.

Wat Boom toen nog niet wist is dat zijn pech in Roubaix zich dubbel zou uitbetalen in Arenberg. Die etappe, nummer vijf in de Tour de France van 2014, kenmerkte zich vooral als het startschot van de verbazingwekkende zegereeks van Vincenzo Nibali die uiteindelijk in een gele trui in Parijs met een achttal minuten voorsprong zou leiden. Meer nog betekende het de grootste prestatie van Boom als profrenner. De Brabander zette zich vanaf de eerste kasseienstrook op kop om als een baas het gehele peloton, groepje voor groepje, van zich af te schudden. Ook in de Tour werd al vele jaren op Nederlands succes gewacht.

Ik wil graag de ongekende zegereeks van de jonge Marc Marquez in de MotoGP benoemen. Ik wijs graag op de fascinerende strijd van het duo Leiws Hamilton en Nico Rosberg, daarmee de hegemonie van Red Bull in de formule 1 doorbrekend. Ik wil vooral ook even wijzen op de eerste Europese club die het tiental Champions League/ Europa Cup zeges weet te volmaken: Real Madrid. Ik wil tot slot ook Dennis Kimetto uit Kenia noemen, de nieuwe wereldrecordhouder op de marathon. Zelfs ik was bijna Stefan Groothuis als Olympisch kampioen alweer vergeten.

2014 was een wonderlijk jaar, niet in de laatse plaats omdat wij het allemaal van dichtbij zijn gaan meemaken met ons project Sportpreview. In 2015 leggen we de lat hoger, naar nog meer zeges, nog meer wereldrecords, gouden medailles en snoekduikkopballen. Waar wij met Sportpreview nog dichter bovenop zullen zitten.

Ik spreek je in het nieuwe jaar!



Lionel

zondag 28 december 2014

Terugblikken op de Bundesliga (Het elftal)

Bij Sportpreview snappen we best dat kijken naar de Bundesliga er wel eens bij inschiet. Er is ook zoveel voetbal te zien tegenwoordig. Bovendien kun je niet alle achttien clubs tegelijk volgen. Bundesliga-expert Lionel Stute praat je daarom na iedere speelronde op frisse toon bij.

De winterstop is begonnen. Daarom gebruiken we de komende zondagen om terug te blikken en vooruit te kijken. Te beginnen met een keuze voor het beste team van de eerste seizoenshelft. Daarbij hebben we gekozen voor een andere benadering dan de statistische. Wij kozen elf spelers die opvielen om hun prestatie. Dat kan over langere periode zijn maar ook door toedoen van momenten. Om volledig te zijn voegen we in onderstaande afbeelding wel het statistische team van de eerste seizoenshelft zoals dit berekend is door Whoscored.com toe.

WhoScored Bundesliga Team

Het team van Sportpreview ziet er als volgt uit.

SportpreviewBundesligaTeam

De keeper
Om de beste keeper van de Bundesliga kan niemand meer heen. Manuel Neuer kreeg minder doelpunten tegen in de eerste zeventien duels dan elke andere keeper in de hoogste afdeling van het Duitse voetbal ooit heeft gekregen. De prestatie is misschien wel extra knap als men dan toch even naar de statistieken kijkt, zijn verdedigers worden niet gekenmerkt als de allergrootsten in de Hinrunde. Neuer redde in het laatste duel voor de winterstop, tegen FSV Mainz 05, een punt voor zijn club. Bayern kende een moeilijke dag en vlak voor Arjen Robben in de blessuretijd de verlossende 2-1 maakte Neuer zijn faam als voetballende keeper eens te meer waar door een duel aan te gaan halverwege zijn eigen helft. Het is kenmerkend voor de keeper van de eerste seizoenshelft.

De verdedigers
De verdediging wordt op rechtsback ingevuld door Paul Verhaegh. De Nederlander is namelijk flink op dreef. Zo scoorde hij bijvoorbeeld al vijf goals, mede omdat hij de strafschoppen neemt. Dit betekent dat Verhaegh één op de vijf (Augsburg scoorde tweeëntwintig keer) doelpunten van zijn ploeg voor zijn rekening neemt. Wetende dat FC Augsburg een doelsaldo van +1 heeft kan het niet anders dan dat Verhaegh punten heeft gepakt voor zijn ploeg.

Centraal in de verdediging staat Naldo. De Braziliaan die al een eeuwigheid in Duitsland vertoeft maakt op zijn tweeëndertigste het seizoen van zijn leven door. Net als Vehaegh scoorde ook Naldo al vijf keer. Belangrijker nog is dat de centrale verdediger zijn ploeg verdedigend dient. Zo staat hij op een tweede plek in het klassement van bal-onderscheppingen.

Naast Naldo staat een andere oude rot in het vak Emir Spahic van Bayer 04 Leverkusen. Spahic leeft namelijk de nachtmerrie voor verdedigers en komt daar goed uit. Zijn ploeg is namelijk enigszins naïef als het gaat om de aanvalslust. Met erkende pingelaars als Hakan Calhanoglu, Karim Bellarabi en Heug-Min Son in de voorhoede wordt namelijk nog wel eens de halve ploeg op het verkeerde been gezet op het moment van balverlies. Dat Leverkusen toch nog altijd meedoet om de bovenste plekken is vooral te danken aan de exceptionele scherpte die de Bosniër dit seizoen toont. Vooral in de lucht Spahic één van de sterkere verdedigers in de Liga.

Net als op de rechtervleugel vinden we ook op links een speler van FC Augsburg. Abdul Rahman-Baba is de revelatie van de eerste seizoenshelft. Rahman-Baba viel vooral op door zijn scherpe voorzet. In de Bundesliga moet hij slechts een handvol aanvallers voor zich dulden waar het gaat om assists (denk aan De Bruyne, Müller en Firmino). Rahman-Baba is ook verdedigend van grote waarde gebleken, zo is hij per wedstrijd vier tot vijf keer succesvol in de tackle, meer dan iedere andere speler.

Het middenveld
De plek rechts op het middenveld gaat naar Karim Bellarabi. De kersverse Duits international is één van de meest inspirerende verhalen van de eerste seizoenshelft in Duitsland. Hij werd namelijk afgeschreven door de clubleiding en mocht vertrekken. De Tunesische Duitser vocht echter terug, verdiende een basisplek, scoorde de snelste Bundesligatreffer ooit (acht seconden) en schopte het tot international. Bellarabi is de de bealngrijkste kandidaat om de 'grote wintertransfer' van dit jaar te worden.

Xabi Alonso verdient als nieuwkomer ook een plek op de ruit op het middenveld. Net als Neuer heeft ook Xabi een groot aandeel in de verdedigende prestatie van zijn ploeg dit jaar. Juist omdat Xabi, die pas laat aansloot bij de Rekordmeister excelleert valt de middelmaat van de verdediging niet op bij de ploeg van Pep Guardiola.

Normaal gesproken kan er maar één de absolute ster zijn. In Duitsland zijn het er echter twee. De ene zien we straks in de aanval, de andere is Kevin De Bruyne. De Belgische spelmaker is de absolute koning van de assist. Al tien keer was hij de aangever, bij één op de drie doelpunten dus. De vraag is hoe sterk VfL Wolfsburg in de tweede seizoenshelft voor de dag kan komen nu het eindelijk ook nog eens een echte spits , Bas Dost, kan opstellen.

SC Paderborn 07 verdient als meest opvallende verschijning in de competitie een speler in het sterrenelftal. Die eer komt toe aan Moritz Stoppelkamp. De linkermiddenvelder is de duurste clubaankoop uit de geschiedenis. Stoppelkamp staat ook symbool voor het seizoen van de Paderborners, de eerste weken top, daarna wat minder, maar nog altijd in de middenmoot. Zijn grootste wapenfeit was het schot van de eigen zestienmetergebied tegen Hannover 96. Het schot van 82 meter afstand was de goal die de grootste afstand overbrugde in de geschiedenis van de Bundesliga.

De aanvallers
In onze tweemansaanval waren de plekken snel verdeeld. De ene is voor een loper en de andere voor een afmaker. Een combinatie die bovendien steeds vaker in allerlei elftallen te zien is.

De loper is de beste speler die de Bundesliga momenteel rijk is: Arjen Robben.De cijfers spreken voor zich, tien goals en drie assists. Daarmee is hij vaker bij een goal betrokken geweest dan dat hij duels heeft gespeeld (Robben kwam twaalf keer binnen de lijnen). Robben is bovendien vaker dan eens matchwinner geweest. Zo scoorde hij op de laatste speeldag van de Hinrunde de winnende goal tegen FSV Mainz 05 in de blessuretijd. Robben is de absolute ster onder de sterren in München.

Naast Robben staat de grote verrassing van dit jaar. De oude Alex Meier is het prototype van de vechtvoetballer. Meier werd namelijk al heel vaak afgeschreven en het talent wat hem als tiener werd toegedicht kwam nooit tot volle wasdom in zijn profcarrière. Tot dit jaar. Meier is op zijn eenendertigste ineens topscorer van de Bundesliga en maakt in één helft net zoveel goals als hij de afgelopen tien jaar gemiddeld per twee seizoenen maakte.

De bank
Tot slot een zevental eervolle vermeldingen. Doelman Jaroslav Drobny van HSV heeft zijn ploeg al meerdere malen op de been gehouden en hoewel zijn ploeg onderin staat is hij één van de minst gepasseerde keepers in de liga. Robin Knoche groeit naast Naldo uit tot een sterke centrale verdediger met veel toekomst. Zoals ook Niklas Süle van Hoffenheim dat deed tot zijn blessure. Op het middenveld verdient zijn ploeggenoot Roberto Firmino de credits, de Braziliaan staat in de belangstelling van vele topclubs. Een andere middenvelder die een vermelding verdient is Lars Bender van Bayer Leverkusen. Voorin zijn er plekken voor Franck Ribery van Bayern München en Joselu van Hannover 96.

zaterdag 27 december 2014

Wesley in Turkije, de recensie

Tekst: Wouter Pennings & Lionel Stute

De onbereikbaarheid die de voetbalwereld in steeds hogere mate uitstraalt heeft een tegenbeweging gekregen. Voetballiefhebberij is hot tegenwoordig. Dat kun je terugzien aan het exponentieel aantal groeiende (fan)blogs. Dat is ook af te meten aan het succes van #SerieADreamteam, één van onze meest gelezen verhalen van dit jaar. Maar ook aan projecten zoals het boek Wesley in Turkije: de brieven. De deze week uitgebrachte brievenbundel heeft de eer om de allereerste boekrecensie te zijn op Sportpreview.nl.

Toegegeven, het heeft iets incestueus als je een boek waar je zelf aan hebt meegewerkt (wat geldt voor tweevijfde van de Sportpreview-redactie) gaat recenseren. Het gevaar dat je beticht wordt van preken voor eigen parochie is groot genoeg voor een Defcon 1. Maar Wesley in Turkije is vooral gewoon een fijn boek om te lezen. Met name in een periode waarin een zekere grote speler in het sportmedialandschap het vooral interessant vindt om het ene na het andere buitensporige levensverhaal van ex-voetballers uit te brengen, waarmee ook nog eens geen enkele Nederlander zich kan identificeren.

Een onafhankelijk project als Wesley in Turkije laat namelijk een keer een ander geluid horen: dat van de fan, de liefhebber, de voetbalgek die met een krat bier binnen handbereik het spel in al haar facetten beleeft. Hoewel het lijkt te gaan over één van 's Nederlands meest succesvolle vedettes en diens worsteling om uiteindelijk ook als de koning van de Bosporus te komen bovendrijven, biedt de bundel namelijk vooral een prachtig karakterologisch inzicht in de moderne voetbalfan.

Initiator Yordi Yamali besloot eens werk te maken van zijn niche, het schrijven over zijn voetbalbeleving. Zijn liefde voor Galatasaray kreeg een podium toen Wesley Sneijder in dienst trad van de geelrode leeuwen. Yordi noemt zichzelf ergens in het boek zelfs een Sneijder-journalist - een specifiekere afbakening van een onderwerp bestaat er niet. In 2012 besloot hij een rubriek te beginnen op zijn blog; wat begon als een nonchalante uitwisseling van ideeën - soms over de Utrechtse middenvelder, soms over de club, soms over het Turkse voetbal in het algemeen - mondde uit in een briefwisseling waarvoor al snel menig schrijver, journalist, fervent twitteraar en blogger zich meldde.

De reeks, met bijvoorbeeld Özcan Akyol, @DuBlanqeBogarde, Bart Zeilstra (ooit Baas B) en Sjoerd Mossou, groeide op die manier uit tot een boekwaardige verzamelingen verhalen, herinneringen, beschouwingen en zelfs hele filosofische uiteenzettingen, waarvoor de avonturen van de kleine spelmaker met het verwoestende schot uiteindelijk slechts een handig voorzetje bleken.

Wij, Wesley Sneijder
Hoewel het de bedoeling is dat het boek om Wesley Sneijder draait is Yordi de echte hoofdpersoon in het verhaal. Yordi beantwoordt namelijk drieëntwintig van de brieven en is één keer zelf degene die de correspondentie opent. De lezer leert meer over een Turks-Nederlandse twintiger uit de regio Amsterdam dan over de Utrechts wereldburger met voetbalkwaliteiten van de buitencategorie.

Het leuke aan Wesley in Turkije is dat je als lezer langzaam maar zeker steeds meer sympathie voor het Turkse voetbal gaat voelen. De verschillende schrijvers (waaronder een flink aantal van enige naam en faam) schrijven namelijk stuk voor stuk niet veel op te hebben met de Turkse Süper Lig. Turks voetbal is een rariteitenkabinet. Yordi countert de brieven zonder uitzondering met een relaas over waarom het allemaal niet zo slecht is als wij allemaal menen. Die Turkse trots, waarop je - zoals een enkele briefschrijver ook opmerkt - als nuchtere Nederlander stiekem jaloers bent, vermengd met een herkenbare verbondenheid met zijn cluppie, of het stadion nu om de hoek staat of drieduizend kilometer verderop, maakt het boek voor iedere voetballiefhebber een onmisbare toevoeging aan zijn verzameling.

Daarnaast voert Yordi ons mee langs zijn overpeinzingen. Met de grootmacht uit Istanbul als leidraad voelen wij mee met zijn verdriet, zijn pijn, zijn blijdschap, zijn vertwijfeling, kortom de complete achtbaan van emoties waar iedere voetbalfan onvermijdelijk al meermaals doorheen is gegaan. Op poëtische wijze beschrijft de auteur zijn liefde voor de Turkse recordkampioen, die zijn aandacht wel moet delen met het dichter bij de deur gelegen Ajax ('Maar als ze me allebei tegelijk roepen: Yordi, ga met mij mee, dan kies ik voor Gala').

Het onderhoudende verhaal van Yordi zou op zichzelf al niet misstaan in de boekhandel, ware het niet dat zijn bundel een extra dimensie bevat door de correspondentie met vierentwintig andere voetbalgekken. Fans of juist haters van Sneijder, wel of geen kenners van de Turkse voetbalbeleving, maar ieder op zijn (of haar) eigen manier een beetje vergroeid met de speler die ook de kleuren van Ajax, Real Madrid, Internazionale en natuurlijk het Nederlands elftal verdedigde. Wesley Sneijder is van ons allemaal een beetje en op onze beurt zijn met z'n allen een beetje van Wesley Sneijder, publieksspeler als geen ander.

Spectrum
Wesley in Turkije leert je dat de glorietijd van het Turkse voetbal ver achter ons ligt, maar de voetballiefhebber als nooit tevoren hoogtij viert. Zelfs de kleine typ- en spelfoutjes dragen bij aan de sfeer. Een uitwisseling van brieven zoals alleen pure liefhebbers die met elkaar zouden houden. Vragen, antwoorden, meningen, feiten, ze lopen vrolijk door elkaar. Het boek in al haar eenvoud is vooral echt en tegelijkertijd zeer onderhoudend voor een eenvoudige verzameling post. De epistels zijn bovendien allemaal doordrenkt van de humor, van de kenmerkende zelfspot die fans van volkssport nummer één zonder uitzondering met zich meedragen.

Het is het volledige kleurenspectrum van belevingen, een relaas van de alledaagse voetballiefhebberij. De sfeer opsnuiven in binnen- en buitenlandse stadions, met een huiskamer vol kameraden scheldkanonnades afvuren op dat vervloekte beeldscherm of juist in stilte de bange momenten ondergaan, lijdzaam toeziend hoe jouw ploeg in de dying seconds ten onder gaat. Ook mooi: iedereen bekent kleur. De één is PSV'er, de ander fervent Zwolle-aanhanger, terwijl weer iemand anders helemaal vergroeid is met het Franse voetbal.

Het boek is vooralsnog alleen te verkrijgen via de website van de auteur.

vrijdag 26 december 2014

Wouters Kerstvisie: Uitkijken naar een nieuw wielerseizoen

Beste Lionel,

 

Fijne periode altijd wel, kerst. De aanblik van een nog maagdelijke sportkalender, waarop je alle resultaten nog zelf in gedachten kunt invullen, geeft een gelukzalig gevoel. Je kunt naar hartenlust vooruitblikken en dat is ook precies hetgeen ik nu ga doen. Op het nieuwe wielerjaar welteverstaan. Zo’n sport waarin alles keurig van begin tot eind van een kalenderjaar verloopt.

 

Elk jaar opnieuw ben ik geneigd om het niveau dat sporters gaan halen te rooskleurig in te zien. Van tevoren zie je namelijk alleen wat iemand eerder al gepresteerd heeft en je telt daar vervolgens heel simpel zaken als meer ervaring, betere training en specifiekere voorbereiding bij op. Rekening houden met onzekere factoren als het effect van meer druk en domme pech is er niet bij.

 

Ik zie bij voorbaat jonge renners als Fabio Aru, Warren Barguil, Thibaut Pinot, Romain Bardet en onze eigen Wilco Kelderman automatisch een volgende stap zetten in hun ontwikkeling. Terwijl je maar aan een paar voorbeelden genoeg hebt om te zien dat prestaties in het voorbije jaar absoluut geen garantie zijn op verbetering of zelfs maar evenaring.

 

Zoals Andrew Talansky, de Amerikaanse rookie die in 2013 tiende werd bij zijn debuut in de Tour de France. Daarbij gaf hij een keurig vervolg aan zijn Vuelta van het jaar ervoor, maar de renner van Garmin-Sharp was dit jaar in de grote rondes geen schim meer van zichzelf in de twaalf maanden daar aan voorafgaand. Hetzelfde geld voor Michal Kwiatkowski, die een geweldig voorseizoen reed en in het najaar de wereldtitel voor zich opeiste, maar tijdens de Ronde van Frankrijk niet in de buurt kwam van zijn niveau in de vorige editie, toen hij als debutant een fraaie elfde stek bemachtigde.

 

En wat dacht jij van Tom Dumoulin? Het ligt in de lijn der verwachtingen dat de Limburgse tijdrijder, die in 2013 negende werd in de lange vlakke tijdrit in Frankrijk en dit jaar alleen Tony Martin nog voor zich hoefde te dulden, een serieuze gooi kan gaan doen naar de winst, bijvoorbeeld al in de veertien kilometer lange chronoproef waarmee La Grande Boucle in Utrecht van start gaat. Laten we onszelf niet gek maken: Martin is nog steeds van een aparte klasse en naast andere opkomende tijdrijders zal ook Chris Froome in topvorm niet voor Dumoulin onderdoen.

 

Over Froome gesproken: ik verwacht dat hij weer niet zal eindigen in de gele trui. Naast de kasseien is namelijk zijn grootste tegenstander Alberto Contador, die op zijn beurt alleen van zichzelf kan verliezen. Toch is het mooi dat alle kanonnen eens samen aan het vertrek staan. De grootste wielerwedstrijd die er bestaat maakte het niet vaak mee dat de beste klassementsrenners van het moment met z’n allen tegelijk op het toneel verschenen, laat staan in hun beste vorm. En zo zie ik automatisch Bauke Mollema weer lager eindige dan het jaar ervoor, wat dit jaar ook al het geval was. De Groninger is misschien de meest harde werker van het hele peloton, maar ik kan er zo tien opnoemen die intrinsiek beter zijn.

 

De renner die mij het meest benieuwt kan er echter maar één zijn: Peter Sagan. De Slowaak presteerde afgelopen jaar namelijk niet beter dan het seizoen ervoor. Amper zes zeges, waarvan maar één eendagskoers (E3-Prijs Harelbeke) schudde de alleskunner uit zijn mouw. Het kan voor Peto dus alleen maar beter worden, met zijn prachtige transfer naar de ploeg der ploegen: Tinkoff-Saxo.

 

De brigade van Oleg Tinkov en Bjarne Riis gaat sowieso een Real Madrid-achtige dominantie tentoonspreiden. Als het niet in de uitslagen zelf te zien is, dan op zijn minst wel in het koersverloop waar de geelblauwe trein voortdurend op de voorposten te vinden zal zijn. Het zal geen geheim meer zijn dat eigenaar Tinkov wel op mijn sympathie kan rekenen. Mensen vinden zijn uithalen naar zijn werknemers in het openbaar niet kunnen, maar die worden toch navenant betaald, bovendien uit Tinkovs eigen zak? De Russische bankier had het gelijk al aan zijn zijde toen Alberto Contador dit seizoen beter presteerde dan ooit, totdat een pijnlijke val in de Vogezen zijn plannen doorkruiste.

 

Daarom vind ik zijn poging om dit jaar wraak te nemen in zowel de Giro als de Tour zo schitterend. Groot denken. Het past bij de beste klassementsrenner die er op deze aartkloot rondloopt. Dat blijft namelijk een gegeven, ongeacht zijn prestaties in het komende seizoen.

 

Ik ben benieuwd naar jouw verwachtingen voor volgend jaar.

 

Voor iedereen alvast een prettig uiteinde,

 

Wouter

donderdag 25 december 2014

De Lionel Stute top vijf van 2014

Nu de sportwereld tot een halt komt vanwege het onvermijdelijke kerstreces biedt dat Sportpreview.nl een mooie gelegenheid om zich aan de gebruikelijke terug- en vooruitblikken te wagen. Om te beginnen duiken we in de archieven om vijf pareltjes uit ons oeuvre een tweede leven in te blazen. Redacteur Wouter Pennings koos vijf verhalen van redacteur Lionel Stute die absoluut het (her)lezen waard zijn.

5. Een ode aan Nasri (en andere haatvoetballers)

Het zou makkelijk geld verdienen zijn als je erop kon wedden dat niemand dit stuk kan lezen zonder minimaal een brede glimlach rond de mondhoeken te krijgen. Lionel verheft het tot ware kunst: het vereren van al wat er maar gehaat wordt in sportland. En dan zijn juweeltjes zoals deze column een logisch gevolg.

 

4. De Luikse puinhopen van Feyenoord

Dit is voorbeschouwen zoals voorbeschouwen bedoeld is. Geef Lionel een willekeurig niemendalletje, in dit geval het Europese onderonsje tussen de grootste volksclubs van de lage landen, en uw redacteur schiet gegarandeerd met scherp op die ene opvallende rekening die nog open staat...

Lees hier het verhaal over de miskopen Leonard en Vidmar.

 

3. Rivaliteit of gestreden strijd?

Nog zo'n kolfje naar Lionels hand: de wereld van de rivaliteiten in supportersland. En met name de hinderlijke mythes daaromheen. Lionel schroomt niet ze keihard door te prikken. Het recept is verbluffend eenvoudig: doop je pen in de feiten en laat je onvervalste Rotterdamse cynisme verder het werk doen.

Lees hier waarom Chelsea-fans de zogenaamde 'vijand' Arsenal dus totaal niet serieus nemen.

 

2. De harde realiteit van België versus Nederland op tennisgebied

Een verhaal waarvan je haren recht overeind gaan staan. Iedere keer opnieuw. Waar Nederland al jarenlang faalt om ook maar een beetje in de buurt te komen van een fatsoenlijke ranking, spuugt het veel kleinere België de ene na de andere tennistopper uit. Met talent heeft het allemaal weinig te maken. Met het kweken van de juiste mentaliteit des te meer.

Nederland kan nog de nodige lessen leren van de zuiderbuur.

 

1. Hoe Messi zijn eigen probleem werd

Terugblikken op een decennium Messi. Laat dat maar over aan een supporter van de club die misschien wel de meeste vernederingen door de kleine Argentijnse beul heeft moeten ondergaan. Maar de Madridista in Lionel (what's in a name!) ziet vooral hoe de Spaanse Primera Division is afgegleden tot een figurantenfestijn, waar twee roofdieren hun jachtterrein zo goed als kaal hebben gevreten.

Messi, dus, koning van een uitgehold voetballand. Met recht hét Sportpreview-verhaal van afgelopen jaar.

woensdag 24 december 2014

Kerstcadeau: Ebook Visie

Het is kerst en dus willen we onze trouwe lezers en volgers een cadeau aanbieden. Over wat het moest gaan worden hoefden we niet lang na te denken.

Vol trots presenteren wij Visie. Een ebook, dat je kunt lezen op alle mogelijke dragers, van laptop tot tablet tot ereader, van 153 pagina's. Vol met columns uit het eerste half jaar Sportpreview.nl.

Het boek is gratis te downloaden voor iedereen door hierop te klikken.

Als jullie ons een cadeau terug willen geven, deel dit bericht dan met jullie vrienden en volgers!

dinsdag 23 december 2014

De zeven mooiste clubnamen in het Amerikaanse honkbal

Na de algemene lijst en de specifieke lijst is het nu de beurt aan Amerika's favoriete spelletje: honkbal. Wij zwoegden door vele lijsten met teamnamen en vonden de zeven meest geweldige.

7. Montgomery Biscuits
Het mooiste aan Montgomery Biscuits is het logo. De ploeg uit van het AA-nveau (derde divisie) lijkt namelijk te spelen met een reclame voor een chocoladereep op de borst en op de cap. De Biscuits zijn nog niet zo heel oud, de ploeg zag het levenslicht in 1973. In die tweeënveertig jaar werden de Biscuits wel twee keer kampioen van de Southern Division, in 2006 en 2007. Promoveren en degraderen deden ze nooit, de Southern Division is een gesloten competitie.

Website: http://www.milb.com/index.jsp?sid=t421

6. Corpus Christi Hooks
Corpus Christi staat bekend als de visstad van Amerika. Dus als je dan een professioneel sportteam binnen de stadsmuren vormt moet je daaraan referenen. Het logo en de mascotte van de club zijn dan ook vishaakjes. Corpus Christi Hooks heeft in zijn bestaan overigens vele namen gedragen, bij iedere verhuizing (in Amerika niet ongewoon) werd de naam veranderd. Ook de Hooks komen uit op AA_niveau. In 2005, het eerste jaar als Hooks in de Texas League, werd direct de enige titel in het bestaan van de club gevierd.

Website: http://www.milb.com/index.jsp?sid=t482

5. Modesto Nuts
Wat we eerder al bij Corpus Christi Hooks zagen geldt ook voor Modesto Nuts. In de omgeving van Modesto (Californië) worden namelijk vele soorten noten verbouwd. Het logo van de club is dan ook een nootje zoals je dat koopt om aan de apen in de dierentuin te voeren. De club is echter alles behalve een dierentuin. De club won de California League al acht keer sinds 1950. Daarbij moet gezegd worden dat Nuts op het niveau Class A Advanced speelt, wat gelijk staat aan de beloftecompetitie op de maandagavond zoals we die in het Nederlands voetbal kennen.

Website: http://modesto.nuts.milb.com/index.jsp?sid=t515

4. Lakeland Flying Tigers
Als de trots van je stad de luchtvaartschool is. En je bent een satellietploeg van Detroit Tigers. Dan plak je die dingen natuurlijk gewoon aan elkaar. Zo werd Lakeland Tigers in 2007 Lakeland Flying Tigers. Het team uit de vierde divisie bestaat al ruim vijftig jaar speelt in de Florida State League en werd vier keer in de geschiedenis kampioen van die competitie, de laatste titel dateert uit 2012.

Website: http://lakeland.flyingtigers.milb.com/index.jsp?sid=t570

3. Chattanooga Lookouts
Het is natuurlijk al grappig dat er een plaats bestaat die Chattanooga heet. Dat de spelers altijd op de uitkijk staan komt door de omgeving van Chattanooge, die is heuvelachtig. Lookout Mountain is een plek die een centrale plek in de geschiedenis van de USA inneemt. Zo was het zowel in de strijd met de indianen als tijdens de burgeroorlog plaats van een groot slagveld. De club, die maar liefst sinds 1885 bestaat, werd in die bijna 130 jaar slechts vijf keer kampioen. Wel speelden de Lookouts, derdedivisonist, in de jaren dertig eens tegen de grote New York Yankees. De Lookouts stelden een zeventienjarig schoolmeisje op als pitcher en zagen de jongedame grootheden als Lou Gehrig en Babe Ruth drie slag toebrengen. In het afgelopen seizoen won Lookouts een divisietitel (vergelijkbaar met een periodetitel in de Nederlandse Jupiler League).

Website: http://www.milb.com/index.jsp?sid=t498

2. Lehigh Valley IronPigs
De stalen varkens uit Lehigh Valley zijn het op één na grootste team van Amerika dat niet in bezit is van een Major League licentie. IronPigs is dan ook afgeleid van pig iron de naam voor staal dat wel gesmolten is maar nog niet bewerkt is tot eindproduct. Opnieuw komt de naam voort uit datgene waar de stad bekend om is, het smelten van ijzer. Hoewel de club een flinke waarde vertegenwoordigd is dit niet zozeer gebaseerd op prestaties. In de Triple-A League (eerste divisie) werd IronPigs alleen kampioen in 1995.

Website: http://www.milb.com/index.jsp?sid=t1410

1. Reading Fightin Phils
De Fightin Phils werden ooit opgericht als opleidingsploeg voor Major League organisatie Philadelphia Phillies (onder de naam Reading Phils). Zevenenveertig jaar later vervullen ze die rol nog altijd. En niet zonder succes. Na de eerste titel in 1968, het jaar na oprichting dus, werd nog driemaal een kampioenschap gevierd. IN 2013 werd 'Fightin' aan de naam toegevoegd en veranderde het logo in een boksende struisvogel. Alhoewel niemand een duidelijke verklaring heeft waarom.

Website: http://www.milb.com/index.jsp?sid=t522

Mayweather versus Pacquiao, het is nu of nooit

2014 was voor de echte boksfans een mooi jaar met vele mooie en spannende gevechten. Maar in 2015 staat misschien wel het grootste gevecht sinds de ‘Rumble in the jungle’ op het programma. Ik gebruik met opzet het woord ‘misschien’, omdat de twee boksers in kwestie, Floyd Mayweather en Manny Pacquiao, te vergelijken zijn met een verliefd stel dat al jaren lang om elkaar heen draait maar niet toe durft te geven. Alle boksfans wachten al zeker vijf jaar op het gevecht der gevechten, maar helaas is het er tot op heden nog niet van gekomen. 2015 moet het jaar worden, of toch misschien weer niet.

Wat maakt beide boksers nu zo speciaal en waarom is deze ontmoeting nu het gevecht der gevechten. Eigenlijk is het logisch want beide boksers worden gezien als de twee beste boksers ter wereld en ze komen op dit moment ook uit in dezelfde gewichtsklasse, het weltergewicht. Om het met voetbal te vergelijken, worden de boksers gezien als Ajax en Feyenoord en de fans van beide kunnen elkaar niet uitstaan. Op de internetfora kom je ontzettend veel Flomo’s (fans van Mayweather) en Pactards (Fans van Pacquiao) tegen, die beweren dat hun bokser de beste is en de andere bokser verafschuwen. Ook qua uitstraling en levensstijl zijn de boksers water en vuur.

Floyd Mayweather is iemand die leeft als een hip-hop-ster. Hij was in 2013 de beste verdienende sporter ter wereld (en zal dit in 2014 waarschijnlijk ook weer zijn). En dit voor slechts tweemaal twaalf rondes in de ring staan. Dus kort gezegd heeft hij in 2013 slechts 72 minuten in de ring gestaan en daarmee maar liefst 84 miljoen euro verdiend. Dit verklaart ook gelijk zijn bijnaam ‘Money’. Floyd Mayweather is een merk. Hij wordt door velen gezien als misschien wel de beste bokser aller tijden. Hij heeft in de afgelopen achttien jaar al zijn 47 gevechten winnend afgesloten en hij is hard op weg naar het record van Rocky Marciano die in de jaren vijftig, maar liefst 49 gevechten op rij wist te winnen en ook ongeslagen zijn bokscarrière beëindigde.

De levensstijl van Mayweather is extravagant. Hij laat foto’s van zichzelf plaatsen terwijl een van zijn bediendes zijn rug insmeert in een bubbelbad. Hij is bevriend met Justin Bieber en geeft Bieber bokslessen. Dezelfde Justin Bieber staat hem ook bij als hij naar de ring loopt, dit allemaal terwijl Lil' Wayne hun al rappend naar de ring begeleid. Floyd Mayweather, die inmiddels 37 jaar is, besloot in 2007 al een keer te stoppen met boksen. Over aandacht had hij niet te klagen, want in zijn ‘sabbitical’ stond hij nog steeds in de ring. Deze keer in de worstelring op het grootste WWE-evenement van het jaar, Wrestlemania.

Pacquiao



Manny Pacquiao is de beste en meest beroemde Filipijnse sporter aller tijden. Pacquiao is niet alleen bokser, maar is ook politicus. Hij is lid van het Filipijnse Huis van Afgevaardigden. Een beetje te vergelijken met de Nederlandse tweede kamer, zie jij Geert Wilders al in de ring staan? Pacquiao is een voorbeeld voor velen. Is gelukkig getrouwd en gedraagt zich altijd als een echte gentleman. Hij heeft er eigenhandig voor gezorgd dat boksen de nationale sport is geworden op de Filipijnen. Tijdens zijn gevechten zit iedereen voor de televisie en er gaat zelfs een mythe dat er in het noorden van de Filipijnen waar een burgeroorlog woedt tijdens zijn gevechten een wapenstilstand is.

Zijn vier gevechten tegen de Mexicaan Juan Manuel Marquez worden gezien als de meest heftige rivaliteit tussen twee boksers van de huidige bokssport. Het laatste van deze vier gevechten (8 december 2012) eindigt in de meest spectaculaire knock-out van het afgelopen decennium. Na een gelijk opgaande strijd incasseert Pacquiao in de laatste seconden van de zesde ronde een magistrale rechterstoot. Pacquaio gaat tegen het canvas en blijft roerloos liggen. Zijn vrouw komt overstuur de ring in en er wordt zelfs gevreesd voor zijn leven. Na meer dan een minuut komt Pacquiao weer bij. Hij houdt er geen blijvende schade aan over maar blijft wel bijna een jaar uit de ring. Hierna maakt hij zijn comeback en wint driemaal een gevecht om de wereldtitel.

Tegen elkaar



Beide boksers hebben in de media al meerdere malen geuit dat ze tegen elkaar willen vechten. Echter moeten beide promoters, die elkaars bloed ook kunnen drinken, het wel eens worden over een gevecht tussen de twee. Ook het financiele kostenplaatje zal rond moeten komen, want een gevecht tussen de twee zal beiden waarschijnlijk zo’n vijftig miljoen euro opleveren! Op 2 Mei zal Floyd Mayweather wederom in de ring staan. Naast Manny Pacquiao worden ook de Engelsman Amir Khan en de ongeslagen Amerikaan Danny Garcia genoemd als tegenstander. Maar alle fans hopen nu toch dat het gevecht der gevechten nu eindelijk zal gaan plaatsvinden. Het is werkelijk nu of nooit. Mocht het gevecht nooit gebeuren, dan zal de rivaliteit tussen Mayweather en Pacquiao de geschiedenis ingaan als de grootste koude oorlog in de boksgeschiedenis.

De Wouter Pennings top vijf van 2014

Nu de sportwereld tot een halt komt vanwege het onvermijdelijke kerstreces biedt dat Sportpreview.nl een mooie gelegenheid om zich aan de gebruikelijke terug- en vooruitblikken te wagen. Om te beginnen duiken we in de archieven om vijf pareltjes uit ons oeuvre een tweede leven in te blazen. Redacteur Lionel Stute koos vijf verhalen van redacteur Wouter Pennings die absoluut het (her)lezen waard zijn.

5. Het portret van Antonio Conte
Wouter introduceerde de longread bij Sportpreview. Een formaat waar we sindsdien meer en meer naartoe gekropen zijn. De opener was het toch wel onverwachte vertrek van Antonio Conte bij Juventus.
Lees hem hier nog eens terug.

4. De transfer van Stefan de Vrij
Dat Sportpreview met Wouter een Italië-kenner in huis had kwam goed uit toen de transfer van Feyenoordverdediger De Vrij rondkwam. Een analyse volgde.
Lees hem hier.

3. Het portret van Davide Rebellin
Een andere tak van sport, dezelfde verfijnde schrijfstijl. Een portret van de 43-jarige Davide Rebellin, die nog altijd gelooft terug te kunnen keren op het hoogste wielerniveau.
Lees hem hier.

2. Column over Silvio en Joop
De vaste column op vrijdag bracht ook een aantal pronkstukken voort. Zoals deze, over Joop Munsterman en Silvio Berlusconi.
Hier kun je hem lezen.

1. Lang zal Pantani leven
Mede omdat zijn herinnering levend wordt gehouden door verhalen als deze. Niet alleen in de Wouter Pennings Top 5 maar ook één van de beste verhalen op Sportpreview.nl dit jaar.
Hier terug te lezen.

maandag 22 december 2014

Lionels Weekvisie: Juichen voor de vijand

Beste Wouter,

Sommige dingen zal ik nooit helemaal begrijpen. Vooral extreme schoolmeisjesachtige verering van helden is mij vreemd. Het type groupie heb ik nooit kunnen doorgronden. Nog vreemder wordt het als diezelfde groupies vervolgens juichen voor de vijand. Toch was dat precies wat ik zag gebeuren afgelopen zaterdag in Essen, België.

Aldaar, waar je in Vlaanderen bent maar je jezelf nog altijd in Nederland waant, vond een 'speelronde' uit de Bpost Bank Trofee plaats. Deze beker is één van de vier grote prijzen die een cyclocrossseizoen telt. Het is een totaalklassement zoals ook de Superprestige en de wereldbeker dat zijn. Beter gezegd is het, zoals men het in de Vlaamse wielersport noemt, een regelmatigheidscriterium. De renner die het beste presteert over een heel seizoen mag de beker op de schoorsteenmantel zetten.

In het geval van de Trofee moet je dat regelmatig presteren heel letterlijk nemen, er zijn namelijk geen punten te verdienen. De totaaltijd van de wedstrijden wordt voortdurend bij elkaar opgeteld. Zoals dat gebeurt bij een klassement in een etappekoers op de weg. Degene die de minste tijd nodig had voor alle wedstrijden aan het eind van het seizoen wint. Vrijwel de gehele wereldtop, minus de wereldkampioenen, was dan ook aanwezig om in het mekka van de veldrijsport acte de presence te geven.

Wielrennen in het algemeen en veldrijden in het bijzonder is letterlijk religie voor de Vlamingen. Een religie met vele goden wier namen en beeltenissen met trots op de kleding worden gedragen door de supporters. Elke renner, ook de niet-Vlamingen, heeft zijn eigen fanclub. Sterker nog, elke renner heeft in iedere Belgische stad en in ieder dorp zijn eigen fanclub. Waarvan de leden dat ook uit dragen. Motorjacks met het opdruk Supportersclub Sven Nys Baal of truien met de naam Fanclub Marianne Vos Gooink worden met trots getoond. Het zijn de oorlogskleuren van de cyclocrossfanaat. Een prima voedingsbodem voor haat en nijd lijkt me.

Hoewel de Vlaamse leeuw al decennia lang bij de mannen koning van de veldrijjungle is, is dat pas sinds dit seizoen voor het eerst het geval bij de dames. Deze leeuwin in kwestie heet Sanne Cant en is de afgelopen weken vrijwel onverslaanbaar gebleken. De grote tegenstrever van Cant, zeker wanneer alleskunner Marianne Vos niet meedoet, heet Sophie de Boer. De Nederlandse De Boer voert het klassement om de Trofee (de wedstrijden om de verschillende bekers lopen kris kras door elkaar) zelfs ruimschoots aan. Toch had zij sinds 1 november al niets meer gewonnen terwijl Cant op die dag (ze werd derde) voor het laatst eens niet won.

Veldrijden is een emotionele sport. Het heeft iets heroisch om mannen en vrouwen zo te zien ploeteren in een kunstmatig aangelegd modderbad. De expressie die van de gezichten is af te lezen omdat je zo dichtbij kunt komen en het tempo van de sport nu eenmaal van nature niet hoog is werkt echt op jou als toeschouwer in. Deze uitwerking heeft de sport op alle volgers en maakt oerinstincten, die zich vooral uiten in wild gebrul, los. De uitdrukking gedragen worden door het geluid is hierop zeer van toepassing. Toen ik, naar mate de dameskoers zijn einde naderde, dichter naar het finishdoek toe kroop maakte verbazing zich echter meester over mijn emoties. Wat ik zag was een verzameling cyclocross hooligans van Vlaamse komaf die keihard juichten en schreeuwden voor Nederlandse Sophie. Terwijl zij toch echt de Belgisch troef letterlijk aan het vernederen was.

Het deed me denken aan het WK Allround schaatsen van 1987, gehouden in Thialf en gewonnen door De Sovjet Nikolaj Goeljajev. De liefhebbers zagen dat er iets bijzonders aan de gang was en toonden daar hun waardering voor. Ineens wilde iedereen dat Sophie haar overmacht tot het einde kon tentoonspreiden. Het is van het soort verbroedering in de sport dat tegenwoordig nog maar zo zelden te vinden is. In tijden waarin supporters van de uitclub tijdens voetbalwedstrijden letterlijk in plexiglaskooien worden gepropt en als een veekudde van en naar de wedstrijd worden vervoerd. Vaak als gevolg van eigen gedragingen in het verleden. Een tijd ook waarin men zich steeds vaker afkeert van de onbereikbare helden die duidelijk niet meer in dezelfde wereld leven als zij die hen komen bewonderen.

Gezamenlijk bewonderden ze Sophie en in mijn eentje bewonderde ik hen.

Ik spreek je vrijdag!

Lionel

zondag 21 december 2014

Ondertussen in de Serie A (speelronde 16)

Wij van Sportpreview hebben alle begrip voor het feit dat je niet alle ontwikkelingen in het Italiaanse voetbal ieder weekend even goed kunt volgen. Er gebeuren teveel interessante dingen op teveel velden tegelijk. Vandaar dat Serie A-expert Wouter Pennings speciaal voor jou de hele speelronde weer samenvat in een prettig leesbaar overzicht.

 

Ook Zeman kan dit Juventus niet stoppen

Velen zullen blij zijn dat de winterstop nu is begonnen, want het begint eentonig te worden: Juventus dat zonder moeite wint. Ditmaal, al op donderdag in verband met de Italiaanse Supercoppa die maandagavond in Qatar tegen Napoli gespeeld wordt, moest Cagliari eraan geloven. Dankzij de 1-3 overwinning op Sardinië werd 2014 het meest succesvolle kalenderjaar voor De Oude Dame. Bovendien haalde ook nooit eerder een andere club 95 punten in de Serie A tussen 1 januari en 31 december, verdeeld over 37 wedstrijden.

 

Hoewel de titelstrijd – die inmiddels definitief gereduceerd lijkt tot een aangelegenheid tussen Juve en Roma – nog verre van beslist is, wordt de succesperiode onder Antonio Conte tot nu toe ‘gewoon’voortgezet door Massimiliano Allegri. De trainer die met Milan in drieënhalf seizoen in aflopende volgorde alle podiumplaatsen bereikte, waarna een historisch slecht najaar hem de kop kostte, heeft het elftal ogenschijnlijk zelfs nog sterker gemaakt.

 

Veel hoefde Allegri niet te veranderen aan de formatie en de personele invulling van de ploeg, maar de oefenmeester paste bijvoorbeeld wel naadloos de van Udinese gehuurde (!) Argentijn Roberto Pereyra in als nummer tien, een positie die onder zijn voorganger Conte niet bestond. Dat had als consequentie dat de middenvelders Andrea Pirlo, Arturo Vidal, Claudio Marchisio en Paul Pogba in een subtiel roulatiesysteem zijn beland. Laatstgenoemde kreeg dit keer rust.

 

Het duel met Cagliari was er één waar op voorhand likkebaardend naar werd uitgekeken. De rossoblù staan weliswaar in de onderste regionen, maar proberen onder trainer Zdenek Zeman altijd hun eigen spel te spelen. De 67-jarige Tsjech staat in Italië al ruim veertig jaar bekend om zijn spektakelteams; ploegen die altijd hoog eindigen in de lijstjes met zowel voor- als tegendoelpunten.

 

Bij de eilandclub is dat tot nu toe nog niet echt het geval, maar Zeman is in het laarsvormige land ook nog eens berucht om iets anders: zijn nimmer aflatende kritiek aan het adres van topclub Juventus. Als trainer van Roma was halverwege de jaren negentig bijvoorbeeld de eerste die openlijk de beschuldiging van dopinggebruik uitte, iets dat later ook door het gerecht werd bevestigd. ‘Juventus motiveert mij altijd’, liet de tacticus dan ook weten voorafgaand aan de wedstrijd.

 

Van de hooggespannen verwachtingen kwam echter niets terecht. De lijstaanvoerder nam al na iets meer dan twee minuten een voorsprong dankzij Carlos Tévez en was na vijftig minuten al helemaal klaar, na aanvullende treffers van Vidal en Fernando Llorente. Luca Rossettini redde voor de thuisploeg nog wel de eer, maar Cagliari wist geen moment de indruk te wekken het Juve lastig te maken. Het kan te maken hebben met het systeem dat Zeman koos. Sinds de jaren zestig zweert Il Boemo bij het klassieke 4-3-3, ditmaal opteerde hij echter voor een gesloten 4-4-2. De tegenvallende resultaten zouden Zeman zelfs al op de schopstoel hebben doen belanden. Verschillende media meldden zondag dat maandag meer nieuws volgt over het al dan niet aanblijven van de ervaren trainer.

 

Lof oogstend Milan onder Inzaghi één en al positiviteit

Bij weinig clubs is in één jaar tijd zoveel veranderd als bij Milan. Aan het eind van 2013 stond de ploeg van – toen nog – Massimiliano Allegri op 19 punten uit 17 duels, waar er deze keer zes lengtes meer zijn behaald uit één wedstrijd minder. Echter stond de oudste club van de modestad wel in de achtste finale van de Champions League, terwijl men dit seizoen niet de grens over hoeft.  Een gevolg van de eindklassering (zevende) onder Clarence Seedorf, die 35 punten haalde in de 19 optredens die hem gegund waren en daarmee aanzienlijk beter scoorde dan zijn opvolger Filippo Inzaghi, tot nu toe goed voor 1,56 punten per wedstrijd.

 

Seedorf vaarde blind op zijn oogappel Mario Balotelli, de grote vedette die het loodzware gewicht van de behoorlijk omlaag gedonderde grootmacht bijkans alleen moest dragen. Ondanks de niet onaardige resultaten, zeker vergeleken met het halfjaar ervoor, was er slechts sprake van onvrede. Tussen de clubleiding en de beginnende trainer, die op zijn beurt weer op gespannen voet leefde met zijn spelers. En die maakten als groep ook een allesbehalve eensgezinde indruk.

 

Hoe anders is alles op dit ogenblik. Inzaghi begon met veel enthousiasme, volledig gesteund door zowel de familie Berlusconi als door technische baas Adriano Galliani. De ploeg speelde in het begin ‘leuk’ voetbal en had mede dankzij een doelpuntrijke wedstrijd tegen Parma een tijdje de productiefste aanval, maar niet veel later kwam de klad erin, met een moeizaam verloren pot tegen Genoa (1-0) als dieptepunt. Milan ondernam niets, creëerde niets en kreeg dus niets.

 

Inzaghi besloot in te grijpen en rehabiliteerde de in ongenade gevallen verdedigers Philippe Mexès en Pablo Armero, maakte dankbaar gebruik van de herstelde Riccardo Montolivo en verwees Fernando Torres definitief naar de reservebank, om in de punt een vrije rol te kunnen geven aan de overtuigende Jérémy Ménez. Ook de al twee jaar kwakkelende Stephan El Shaarawy moest plaatsmaken om de energieke Giacomo Bonaventura de kans te geven als hangende linksbuiten. De vruchten hiervan werden meteen geplukt tegen Napoli vorige week en zaterdag borduurde de voormalige sluipschutter hier op voort tegen Roma.

 

Op bezoek bij de enige overgebleven achtervolger van Juventus ontsnapte Nigel de Jong voor rust dan wel aan een strafschop voor een duidelijke handsbal; dat deed niets af aan de nagenoeg perfecte uitvoering van Inzaghi’s strijdplan. De Romeinen, met Kevin Strootman opnieuw negentig minuten op de bank, hadden het in fases lastig met de felle rossoneri en hadden op hun beurt geen klagen over een makkelijk gegeven rode kaart voor een handsbal aan Armero, die een einde maakte aan de hoop op meer dan een punt voor de bezoekers, die ook in de helse slotfase de 0-0 vasthielden.

 

Vriend en vijand strooide na afloop met complimenten voor de 41-jarige oefenmeester, die zelf liet weten dat ‘de juiste weg is ingezet, maar we hebben nog veel werk te doen.’ Het goede gevoel over de gekozen route komt uiteraard ook voort uit de geringe afstand met de derde plaats, goed voor de Champions League-playoffs. Keek Milan vorig jaar rond deze tijd tegen een kloof van 14 lengtes met nummer drie Fiorentina aan, is nu het trio Lazio-Napoli-Sampdoria slechts op twee puntjes afstand. Voor de recordhouder qua gespeelde Champions League-finales (zes) meer dan een wereld verschil.

 

Lazio stopt te vroeg met voetballen tegen veerkrachtig Inter

Die twee punten hadden er vier kunnen en eigenlijk ook wel móeten zijn. Na de 2-0 overwinning van Napoli op hekkensluiter Parma op donderdagavond (eveneens vanwege de Supercoppa) stonden de Partenopei tijdelijk solo op de derde plaats, maar hadden zowel Sampdoria als Genoa en Lazio de kans om daar overheen te gaan. De twee stadgenoten uit Genua lieten die mogelijkheid echter liggen, respectievelijk thuis tegen Udinese (2-2, waarbij de late gelijkmaker werd gescoord door de afzwaaiende Manolo Gabbiadini, die zo goed als zeker naar Napels verkast in januari) en uit bij Torino (2-1), nota bene nadat beiden eerst op voorsprong waren gekomen. Lazio zat twintig minuten voor het einde op bezoek bij Inter dankzij een haast perfecte wedstrijd op rozen middels een 2-0 voorsprong, maar zag de Milanezen daarna alsnog op gelijke hoogte komen.

 

De ploeg van Stefan de Vrij (en normaliter ook de enkele weken uitgeschakelde Edson Braafheid) liet echter wel een boodschap achter: houd serieus rekening met twee clubs uit Rome in de Champions League volgend seizoen. Dat zou echter niet iets unieks zijn: in zowel 2001/2002 als 2007/2008 namen beide hoofdstedelingen deel aan het kampioenenbal. Dat Roma één van de twee rechtstreekse tickets zal opeisen lijkt wel duidelijk, terwijl de strijd om het resterende toegangsbewijs zich voorlopig uitstrekt tot minimaal zeven clubs.

 

Lazio maakt van al deze ploegen de meest solide indruk. Er zit veel voetbal in het elftal, dat daarnaast echt een eenheid vormt en geen zwakke plekken lijkt te kennen. Van de ervaren klasbak Federico Marchetti in het  doel tot aan de makkelijk scorende spitsen Miroslav Klose en Filip Djordjevic, van wie er slechts één tegelijk in de basis kan staan. Aanvoerder Stefano Mauri vervangt de laatste weken zonder problemen de geblesseerde rechtsbuiten Antonio Candreva, terwijl de van origine middenvelder  die positie op een heel andere manier invult. Verder kan trainer Stefano Pioli wekelijks bijna dezelfde equipe de wei in sturen.

 

Tegen Inter startten de biancocelesti furieus en was het uitblinker Felipe Anderson die de score opende. De Braziliaanse linksbuiten speelde een halfuur later ook een counter voortreffelijk uit, waarmee het duel in het slot gegooid leek. Temeer daar de Lazio-defensie onder leiding van de steeds beter aan de Serie A gewend rakende De Vrij absoluut geen krimp gaf.

 

Totdat in de tweede helft de worstelende ploeg van Roberto Mancini aan een tegenoffensief begon. Er was al enkele minuten sprake van een ander Inter, toen de twintigjarige middenvelder Mateo Kovacic een afgeslagen bal ineens op de pantoffel nam, op twintig meter van het doel. Zijn streep liet Marchetti volslagen kansloos en vanaf dat moment kwamen de bezoekers niet meer in het stuk voor. Uitgerekend Rodrigo Palacio kopte de 2-2 in de touwen. De Argentijnse spits, steevast één van de eerste namen op het wedstrijdformulier, zowel onder Walter Mazzarri als onder diens opvolger Mancini, stond het hele seizoen nog droog. Pas in z’n zeventiende officiële wedstrijd was het raak, 225 dagen na zijn laatste treffer, nota bene ook toen thuis tegen Lazio.

Bijpraten over de Bundesliga (Speelronde 17)

Foto: Deutsche Post

Bij Sportpreview snappen we best dat kijken naar de Bundesliga er wel eens bij inschiet. Er is ook zoveel voetbal te zien tegenwoordig. Bovendien kun je niet alle achttien clubs tegelijk volgen. Bundesliga-expert Lionel Stute praat je daarom na iedere speelronde op frisse toon bij.

Vier
In de huidige staat waarin de Bundesliga verkeert verdient een club die weet te scoren tegen Bayern München al een eervolle vermelding in de round up. Al helemaal wanneer die club het één van de toppers van Europa echt moeilijk wist te maken. FSV Mainz 05 bracht de Beierse ploeg pas de vierde tegentreffer in de competitie toe. Daarmee brak Bayern München eens te meer een Bundesliga record. Nooit eerder kreeg een ploeg voor de winterstop slechts vier goals tegen. De ploeg van Pep Guardiola hoeft geeneens een record te breken in de tweede seizoenshelft om de minst gepasseerde verdediging ooit in de Duitse hoogste klasse te worden. In 2013 kreeg Bayern elf goals tegen in de terugronde. Het minste aantal tegengoals over een heel seizoen staat op achttien.

Lange tijd leek het erop dat het ongenaakbare Mùnchen toch te bestrijden is. Tot de negentigste minuut stond het namelijk 1-1. Mainz was al vroeg op voorsprong gekomen maar die werd net zo snel teniet gedaan door de teruggekeerde Bastian Schweinsteiger. Bayern dankte de zege aan Arjen Robben, die alweer zijn tiende goal van het seizoen maakte.

Negen
Waar bovenaan de ranglijst een record werd gebroken als het gaat om minste aantal tegengoals werd in de onderste regionen een record maar net ontweken als het gaat om aantal gescoorde doelpunten. Nota bene door één van de traditionele rivalen van Bayern, Hamburger SV (de Nord-Sud derby).

De ploeg van Rafael van de Vaart vindt ongeveer eens per twee wedstrijden het net sinds augustus. Het extreem lage aantal van negen gescoorde goals is slechts één doelpunt beter dan Tasmania Berlin in 1968/'69 en van Eintracht Frankfurt in 1988/'89 die beiden acht goals scoorden in de eerste seizoenshelft. HSV kan zich aan die laatste optrekken. Eintracht wist zichzelf uiteindelijk via play-offs te handhaven dat jaar om het jaar erop door te stoten naar de top drie van de Bundesliga. Een plek waar HSV zichzelf maar al te graag weer wil terugvinden.

Dost komt erdoor
Eindelijk lijkt ook Bas Dost, blessurevrij en topfit, zijn draai te hebben gevonden in Wolfsburg. Tegen 1. FC Köln tekende Dost, die opnieuw in de basis begon, voor de openingstreffer. De spits speelde zelfs zo goed dat hij ditmaal wel de volle negentig minuten mocht blijven staan.

VfL Wolfsburg is de enige ploeg die enigszins kan tippen aan het niveau van Bayern München maar ondervond tot op heden hinder van het feit dat het de ploeg ontbrak aan een echte afmaker in de punt van de aanval. Door de blessure van de Nederlander moest de oude meester Ivica Olic het grootste gedeelte van het seizoen de honeurs waarnemen. Met Dost in de punt en de koning van de assist, Kevin De Bruyne, in zijn rug kan Wolfsburg nog wel eens een hele gevaarlijk outsider zowel binnen als buiten de landsgrenzen worden in de tweede seizoenshelft.

Bremen klopt Borussia met 'Dortmund-methode'
In Dortmund kunnen ze wel huilen als ze naar de ranglijst kijken. Één na laatste staat de ploeg die anderhalf jaar geleden de Champions League finale nog speelde. Speelronde 17 werd in stijl afgesloten met een kansloze 2-1 nederlaag in en tegen Werder Bremen.

De Bremense ploeg besloot al vroeg dit seizoen van trainer te wisselen. Daarbij koos men om de onervaren Viktor Skripnik de baan te gunnen, de coach was immers als trainer van vierde divisieclub Werder II al in dienst en dus makkelijk vast te leggen. De Oekraïner deed wat men de afgelopen jaren in Dortmund deed, de talenten uit de jeugdopleiding een kans gunnen. Zoals we ook vorige week al schreven blijkt de aanpak te werken. De voormalig kampioen van Duitsland begint zich zelfs te meten met de echt goed voetballende ploegen van het lang: Bayern, Wolfsburg, Leverkusen en Augsburg.

In Dortmund daarentegen beginnen de rode lampen inmiddels echter steeds feller te branden. Spits Ciro Immobile blijft een zorgenkindje en inmiddels vangen Pierre Aubameyang en Adrian Ramos de problemen als het gaat om doelpunten maken ook niet meer op. De verdediging lijkt elkaar bovendien niet te verstaan, ook tegen Bremen liepen de vier in de laatste linie alle kanten op behalve de goede. Misschien moet ook Borussia maar eens kijken in de derde divisie, waar ook zij met een jeugdploeg vertegenwoordigd zijn (een divisie hoger dan de tegenstander van afgelopen weekend dus).

Derbyday in de 2. Bundesliga
Twee weken geleden wezen we al op het ongelofelijke aantal toeschouwers (30.000) bij de 3. Liga streekderby tussen Hansa Rostock en Dynamo Dresden. Afgelopen zaterdag deden twee Beierse clubs uit de 2. Bundesliga een schepje bovenop. Bij 1. FC Nürnberg- Greuther Fürth kwamen maar liefst 47.501 fans hunn clubs aanmoedigen.

De ploegen, met Dave Bulthuis op de bank bij Nürnberg, zijn niet meer dan middenmoters in de tweede liga. Toch is deze wedstrijd van grote waarde voor de Duitse voetbalgeschiedenis, het is namelijk de oudste, nog bestaande derby bij onze Oosterburen. Dit was ontmoeting nummer 258. De wedstrijd werd echter alleen in de begindagen op het hoogste niveau uitgevochten, Fürth en Nürnberg waren de grootmachten van Duitsland tussen 1910 en 1930. Het was ook in die tijd dat de rivaliteit ontstond. Nürnberg wilde Fürth graag toevoegen aan het grootstedelijk gebied. De inwoners voelden daar echter niets voor en de wedstrijd is een heetgebakerde sindsdien. Zelfs het sinds 2008 op de kalender staande 1. FC Nürnberg II- SPvVG Greuther Fürth II (in de Beierse Regionalliga) moet achter hekken worden afgewerkt. Zaterdag bleef het 0-0.

zaterdag 20 december 2014

Alex Meier, tien jaar na de belofte

Ooit was hij lid van een illuster gezelschap dat het Duitse voetbal moest gaan redden. Na twee duels verdween hij alweer uit beeld. Tien jaar later is hij terug, als topscorer van de Bundesliga. De wonderlijke carrière van Eintrachts topspits Alexander Meier.

De voetballoopbaan van Alexander Meier is er één die zich niet onder een noemer laat vangen. Een voetballer met een vergelijkbaar verhaal bestaat niet. Al vanaf jongs af aan is Meier onderwerp van een discussie over zijn kwaliteiten. Duitse voetbalfans zijn sinds zijn jeugdjaren in twee kampen te verdelen als het over de puntspeler van Eintracht Frankfurt gaat: Hate it or love it.

Hamburger ben je voor even
Als de plaatselijke amateurverenigingen in en om zijn geboorteplaats Buchholz van zijn vijfde tot zijn twaalfde om de gunsten van de kleine Alex hebben gevochten is één ding duidelijk: Meier staat een grote toekomst te wachten. Hamburger SV slaat dan ook direct toe en haalt de twaalfjarige spits naar het jeugdcomplex van de club. Op zijn vijftiende krijgt hij echter te horen dat een profcarrière meer vergt dan hij kan bieden en dat bij HSV andere talenten de voorrang zullen genieten. Geen probleem voor de tiener, die gewoon weer terug gaat naar de amateurs. Al binnen een paar maanden krijgt men spijt, Alex moet zo snel mogelijk terug naar HSV gehaald worden. De missie slaagt, in 1999 speelt Meier opnieuw in het witte shirt van de club uit de havenstad.

Toch redt Meier het niet op zijn achttiende moet hij opnieuw vertrekken. Dit keer verkast hij naar St. Pauli, dat in die jaren pendelt tussen Bundesliga en 2. Bundesliga. Het is bij die cultclub waar Meier zijn debuut als prof maakt, nota bene in de derby tegen Hamburger SV. Omdat St. Pauli dat jaar opnieuw degradeert volgt een leegloop in de selectie. Meier ruikt zijn kans en grijpt hem, hij scoort zeven goals bij de club die direct nog een keer degradeert en in de derde divisie moet gaan spelen. Meier gaat echter in tegengestelde richting, terug naar het hoogste niveau, terug naar HSV.

Team 2006
De jonge spits uit de tweede Bundesliga is ook onderdeel van een select clubje voetballers dat de toekomst van Die Mannschaft moet waarborgen. De nationale ploeg is immers net tweede geworden op het wereldkampioenschap in Japan en Zuid-Korea en over vier jaar moet die prestatie in eigen land minimaal geëvenaard worden. Onder de futuristische naam Team 2006 worden 73 jonge voetballers getest. Bekende namen zijn bijvoorbeeld Simon Cziommer, Robert Enke en Mario Gomez. Vier van hen zullen uiteindelijk in de selectie voor WM2006 belanden. Meier is er niet bij.

De aanvaller is ondertussen namelijk voor de derde keer mislukt bij 'zijn' HSV. Er zit niets anders op dan de vertrouwde omgeving verlaten. Hij gaat het opnieuw in de tweede Bundesliga proberen, de liga die hem zo gunstig gezind was in het verleden. Eintracht Frankfurt stelt zijn diensten op prijs. Meier voelt zich op zijn plaats bij de Frankfurters en naarmate seizoen 2004/'05 vordert verschijnt zijn naam steeds vaker op het scoreformulier. Zo helpt hij Eintracht naar de hoogste afdeling en zichzelf aan een nieuwe plek in een nationale ploeg, Jong Duitsland. In dat team speelt hij onder andere met David Odonkor, Per Mertesacker en de genaturaliseerde Nando Rafael. Ook ditmaal valt hij af voor de selectie van het eindtoernooi van Portugal 2006.

Einmal Eintracht, Immer Eintracht
De spits besluit al snel dat Frankfurt zijn vaste standplaats moet blijven. Het legt Eintracht geen windeieren want voor het eerst in lange tijd blijft de club enkele seizoenen achtereen in de Bundesliga en wordt zelfs Europees voetbal afgedwongen. De naam van Meier sluimert altijd wel rond tijdens transferperiodes, in Duitsland zijn spitsen immers dun gezaaid, maar hij blijft de club trouw. Ook wanneer hij eerst zijn plek kwijtraakt aan Theofanis Gekas en daarna moet toezien hoe Frankfurt degradeert.

Gekas stapt op maar Meier blijft. En in zijn geliefde 2. Bundesliga komt hij opnieuw op stoom. Zeventien goals later is hij gedeeld topscorer van de competitie en keert Eintracht direct terug naar de Bundesliga. Duitse fans wensen zelfs dat de topscorer van Frankfurt, als tweede divisionist, een plek in de Ek-selectie van 2012 moet toekomen. Het is niet een mening die bondscoach Löw deelt. Meier (dan 29 jaar) laat zelf enkele maanden later in de Duitse media weten niet teleurgesteld te zijn dat die vlieger niet opgaat. "Ik ben te oud, geef jongeren de kans," zegt de spits.

Topscorer
Als Meier niet scoort wint zijn ploeg dit jaar ook niet en verliest vaak zelfs met een flink aantal doelpunten. Opvallend is dat de enige wedstrijd waarin Eintracht wel scoorde maar Meier niet ook verloren ging. Het was het duel met HSV, Meiers echte liefde. Nog opvallender is dat Meier in september Frankfurt na tien jaar trouwe dienst bijna toch verlaten had. De nieuwe coach, Thomas Schaaf, geloofde namelijk niet in een spits die zijn linkervoet alleen gebruikt om zijn evenwicht mee te bewaren. In de slotweek van de transferwindow komt Schaaf echter terug op zijn mening. De spits krijgt een basisplaats en Schaafs mannen beginnen te winnen. Meier gaat de laatste speeldag van het kalenderjaar 2014 in als topscorer van de Bundesliga met twaalf goals.

Het heeft hem de bijnaam Fussballgott opgeleverd. Hem niet opstellen staat gelijk aan godslastering menen de fans. Toch had Schaaf het niet helemaal mis. Meier was niet zo fit meer en in zijn fitte jaren scoorde hij alleen dubbele cijfers in de seizoenen die hij niet op het hoogste niveau doorbracht. Met zijn lange haar, enorme staat van dienst bij de club en tegenwoordig bij tijd en wijle ook de aanvoerdersband om zijn arm is hij echter een cultheld en de persoon die de club bij de hand neemt in moeilijke tijden. Tijden die hij zelf maar al te goed kent. Tijden die ongetwijfeld ook dit seizoen nog zullen komen.

donderdag 18 december 2014

Wouters Weekendvisie: Vrede met deze bekeruitschakeling

Beste Lionel,

 

Voordat de mensen denken dat ik sta te juichen: dat is allerminst het geval. Tot mijn afgrijzen moest ik constateren dat Ajax ook in 2015 De Dubbel weer niet zal winnen. Het wachten daarop duurt nu al voort sinds 2002 en dat wordt op deze manier een regelrechte obsessie. En dat nu je met doelman Diederik Boer wél een heuse bekerhouder in de gelederen hebt. De manier waarop mijn club door Vitesse met z’n zwaktes werd geconfronteerd stemt me echter wel tevreden.

 

Je kunt namelijk niet top worden, zonder fouten te maken. En ik reken het hebben van een ‘off-day’ wel tot die categorie. Want wat is een off-day? Vergeet alsjeblieft dat geouwehoer in de trant van ‘ze nemen de beker niet serieus’ of ‘ze hadden er geen zin in’. Ook hoeven de obsessieve statistici even niet aan te komen met een paar passes vooruit zus of een bepaald aantal ballen achteruit zo. Voetbal is voor alles een dynamisch spel, dat zich nooit zal laten vangen in tabellen en grafieken op ruitjespapier.

 

Natuurlijk was de vertoning – nog meer qua veldspel dan de aanblik van het scorebord – teleurstellend voor het publiek. Dat begon echter na de 0-1 al met fluiten, en kreeg zodoende precies waar het om vroeg. Vitesse wist op dat moment al dat het Ajax bij de strot had en het kreeg natuurlijk vleugels bij dat besef. Als je met een op drie plaatsen plus doelman gewijzigde opstelling aantreedt, waarbij de oudste veldspeler Nick Viergever is. Tsja. ‘Het viel te verwachten’ is een domme dooddoener. Wat hier gebeurde, was echter wel gewoon één van de reële scenario’s.

 

De ploeg van Frank de Boer is – en dat maakt de stroom aan titels zo bijzonder – continu in opbouw. Is de belangrijke positie ‘op 6’ bijvoorbeeld net een maandje in vaste handen, moet je alweer een achttienjarige klaarstomen omdat de betrokken speler na de winterstop lang weg zal zijn naar de Afrika Cup. Bovendien probeert men aanvoerder Niklas Moisander in de winterstop naar de uitgang te dirigeren, om zo de weg vrij te kunnen maken voor de al anderhalf jaar aan de poort rammelende Stefano Denswil. Ook op de vleugels is er een onstuimige situatie gaande, terwijl het erop lijkt dat er sinds een paar weken eindelijk een definitieve keuze in de spits is gemaakt.

 

Bij zo’n ontwikkeling horen nu eenmaal ups en downs. Denk je nu echt dat je van Ricardo Kishna en Anwar El Ghazi mag verwachten dat ze allebei elke wedstrijd schitteren? Dat Davy Klaassen in een lineaire lijn zijn stappen richting de top zet? Dat Arek Milik het allemaal wel oplost als het om hem heen voor geen meter functioneert?

 

Ik houd nu m’n hart al vast voor die jonge knaap uit Noorwegen, Martin Ødegaard. Die maakt dan wel al op z’n vijftiende spectaculaire acties in de Noorse competitie, waar hij speelt tegen mannen die zijn vader hadden kunnen zijn, maar vergeet niet dat Lucas Andersen niet veel ouder was toen hij er al bovenuit stak op het Deense hoogste niveau. Los van de vraag of Ødegaard wel voor Ajax kiest, aangezien bijna nergens anders zoveel concurrentie loopt op zijn positie als op De Toekomst. Daar dartelt alleen al in de A1 een handvol talenten van de buitencategorie. Die werden laatst trouwens ook met 3-0 weggecounterd, thuis tegen SC Heerenveen.

 

Geef die jonge gasten lekker de ruimte om te falen. De ene keer om te ontdekken wat het inhoudt om vol opgejaagd te worden in een mannelijk tempo, de andere keer om te leren hoe je toch het doel kunt vinden, ondanks dat daar een bus voor geparkeerd staat. Ik kijk er niet van op, als er daardoor dit seizoen niet eens sprake is van de landstitel. Liever zie ik jongens als Jaïro Riedewald vroegtijdig klaargestoomd worden. Dan is Ajax volgend seizoen misschien eindelijk eens klaar voor De Dubbel.

 

Ik hoor je maandag weer.

 

De groeten,

Wouter Pennings

Bijpraten over de Bundesliga (Speelronde 16)

Bij Sportpreview snappen we best dat kijken naar de Bundesliga er wel eens bij inschiet. Er is ook zoveel voetbal te zien tegenwoordig. Bovendien kun je niet alle achttien clubs tegelijk volgen. Bundesliga-expert Lionel Stute praat je daarom na iedere speelronde op frisse toon bij.

RekordBayern
We kunnen deze midweekse speelronde niet anders dan beginnen in Beieren. Daar gaf Bayern München een hele nieuwe dimensie aan het begrip Rekordmeister. Tegen het hulpeloze SC Freiburg werd niet in doelpunten uitgedrukt hoe groot de overmacht van de sterkste club van Duitsland was. 2-0 was veel te mager gezien de overmacht. Om een beeld te geven: de kampioen van 2014 had maar liefst 82 procent balbezit en haalde een passingpercentage van negentig procent.

SC Freiburg kwam met een nieuw systeem op de proppen om de mannen van Pep Guardiola af te stoppen± 6-2-1-1. Anders gezegd, zes verdedigers en twee poortwachters er vlak voor. Het mocht niet baten. De schoten verhouding was 31 tegen 2. Die twee schoten van Freiburg, die ook nog eens niet tussen de palen kwamen, werd pas in de laatste tien minuten op doelman Neuer afgevuurd. Op dat moment hadden twee spelers van Bayern al iets te vieren. Allereerst was Manuel Neuer 1.100 minuten niet gepasseerd en hield het ook dinsdag negentig minuten vol, de reeks is nog altijd gaande. Helemaal aan de andere kant van het veld zag hij Arjen Robben zijn honderdste voor Bayern maken. Het Herbstmeisterschaft was al binnen maar de slagroom op de taart is nu ook opgespoten.

Sechspunktenspiel
Het kan niet langer ontkend worden; het is geheel terecht dat VfB Stuttgart en Hamburger SV in de degradatiezone staan. In Hamburg stonden de nummer achttien en veertien tegenover elkaar voor wat in Duitsland een sechspunktenspiel heet. Het was ook een confrontatie tussen landgenoten, Huub Stevens tegenover Rafael van der Vaart, een duo dat ooit gezamenlijk HSV uit de zorgen trok (in 2007).

Naar voorbeeld van de nationale ploeg en Bayern München probeert men in heel Duitsland een frivool aanvalsspel te spelen. Sommigen beheersen dat meer dan behoorlijk (VfL Wolfsburg, Bayer 04 Leverkusen), sommige bij vlagen (FC Augsburg, 1899 TsG Hoffenheim) en bij een aantal zit de klad er even in (Borussia Dortmund). In Stuttgart en Hamburg valt men daarom extreem uit de toon met het ongeïnspireerde, slordige 'uitlooptrainingsspel' dat men speelt. Stuttgart won met tien man van HSV en daarmee is de gehele samenvatting gegeven.

Spektakelclub Hertha
Wie meer geeft om spanning dan om goed voetbal komt dit jaar aan zijn trekken in de hoofdstad. Hertha BSC versloeg bijvoorbeeld VfB Stuttgart met 3-2 en boekte een zwaarbevochten 1-0 zege op VfL Wolfsburg. De hoofdstedelingen nemen hun toevalsvoetbal ook mee op reis, zo bleek in Frankfurt. De Nederlandse enclave van trainer Jos Luhukay (Met Roy Beerens en John Heitinga maar ook met 'halve Nederlanders' Salomon Kalou en Peter Niemeyer) verloor eerder al met 4-2 van Bayer Leverkusen en met 3-2 van Borussia Mönchengladbach. Er bleek echter nog meer in het vat te zitten tegen Eintracht Frankfurt.

Hertha zag de helft van zijn passes (44%) mislukken, schoot slechts acht keer waarvan vijf op doel, maar stond na 37 minuten wel met 0-3 voor. Eintracht kwam terug tot 2-3, dacht tien minuten voor tijd uitgeschakeld te zijn toen Peter Niemeyer 2-4 binnen werkte maar kwam in blessure tijd toch nog langszij dankzij de verrassende topschutter van de Liga, Alex Meier die in de eenennegentigste en tweeënnegentigste minuut raak schoot. Beide ploegen schoten er weinig mee op.

Best of the rest seizoen
Bayern München loopt met grote passen weg van de concurrentie. Waar de club uit de Oktoberfeststad de laatste vijf duels op rij won is verder geen enkele van de zeventien overige clubs in staat gebleven de afgelopen twee duels op rij te winnen. Sterker nog, slechts Wolfsburg en Gladbach verloren niet in de laatste drie duels (zij speelden wel gelijk).

Het lijkt er dus op dat achter Bayern, dat al elf punten is uitgelopen, een gevecht om plek twee de enige overgebleven optie is. Het gat tussen nummer drie Gladbach en nummer achttien Werder Bremen is namelijk slechts dertien punten, inderdaad, slechts twee punten groter dan het gat tussen de nummers één en twee.

woensdag 17 december 2014

Herinneringen ophalen aan PSV-Feyenoord

Foto: ANP Archief

Tekst: Luuk Zegers en Lionel Stute

De Nederlandse voetbalfan is ruwweg in vier groepen in te delen: Ajacieden, Feyenoorders, PSV-fans en de rest. De grote drie zijn ook vertegenwoordigd binnen de redactie in de persoon van de columnisten Wouter (Ajacied), Luuk (PSV'er) en Feyenoordman Lionel. Wanneer de ploegen tegen elkaar spelen is dat dan ook reden om samen tot een productie te komen. Voor PSV-Feyenoord graafden Luuk en Lionel naar hun herinneringen bij drie typische ontmoetingen tussen de Eindhovenaren en de Rotterdammers.

Hoewel er door de jaren heen vele mooie duels tussen PSV en Feyenoord zijn uitgevochten, denk aan de 0-1 die Feyenoord terug aan de Nederlandse top bracht in 1991 of de 7-2 die het begin bleek van de dominantie van PSV eind jaren negentig en begin 2000, hebben we uitsluitend voor wedstrijden uit de eenentwintigste eeuw gekozen.

14 maart 2002, kwartfinale UEFA Cup


Luuk: De laatste wedstrijd van dit tweeluik staat voor altijd in mijn geheugen gegrift. Mijn broer is Feyenoorder, ik ben PSV-er. Wat ik nog weet van die pot is dat Mark van Bommel de bal van een ongekende afstand vernietigend in het doel schoot. Uit de herhaling bleek dat hij ‘m waarschijnlijk fout raakte en dus per ongeluk scoorde – het leek namelijk een punter en dat kon nooit de bedoeling zijn van zo ver. Ik weet ook nog dat Feyenoord bleef bikkelen en ik mijn broer zat uit te lachen. “Maak maar een doelpunt, Van Bommel kegelt ‘m toch weer erin”, hoonde ik. O wat had ik een pret – ooo wat was ik in mijn nopjes. In die tijd had ik volgens mij nog niet van afkloppen gehoord, en zo wel dan ben ik het in ieder geval vergeten te doen. In de allerlaatste minuut van de reguliere speeltijd kwam mijn straf. Pierre van Hooijdonk legde me over z’n knie en gaf me billenkoek. Ik verdrietig. M’n broer blij. Toen lachte hij mij uit. Vooral na de strafschoppenserie.



Lionel: De hele UEFA Cup reeks van 2002 is speciaal maar deze dubbele ontmoeting met PSV blijft daarin het absolute hoogtepunt. Vooral omdat het 210 minuten en een penaltyreeks lang nagelbijtend spannend was. Veel meer nog dan tegen SC Freiburg, Glasgow Rangers, Inter en Borussia Dortmund. Ik denk dat dat komt omdat de PSV-wedstrijden de zwaarst bevochten duels waren. Voor mij blijft dit duel gelden als de doorbraak van Robin van Persie. Pas twee maanden eerder debuteerde hij samen met zijn maatje Glenn Loovens in het eerste elftal. Hoewel velen menen dat de thuiswedstrijd tegen Glasgow Rangers een ronde eerder de beste wedstrijd is die Van Persie ooit voor Feyenoord speelde blijf ik erbij dat het deze wedstrijd in Eindhoven was. Elke aanval met hem was dreigend. Toen Feyenoord dit duel overleefde ging ik voor het eerst in een stunt geloven. En die kwam er ook.

27 januari 2010 Kwartfinale KNVB Beker


Luuk: Ik kan wel gaan liegen maar deze wedstrijd ben ik vergeten. Waarschijnlijk omdat hij te beschamend was vanaf de PSV-kant. Als ik de krantenstukjes teruglees zie ik echter een duidelijke oorzaak voor de 0 – 3: Isaksson. Hoe kan je claimen een topclub te zijn en zo’n pauper op goal zetten? Hij is vast heel erg aardig en goed in de groep ofzo, maar qua kwaliteit kan je gewoon niet zo iemand tussen de palen zetten. Daarbij was Dzsudzsák (aka ons scorend vermogen) geschorst en speelde Amrabat in zijn plaats: een leuke speler… voor VVV Venlo. Eindstand 0 – 3: schandalig, maar wel typerend voor de donkerste periode die ik heb meegemaakt als PSV-fan.

Lionel: De afstandsknal van Gio! Een half jaar later zou hij exact hetzelfde doen op het WK tegen Uruguay. Feyenoordsupporters zoals ik denken altijd tegen beter weten in dat het verleden zich herhaalt. De bekerwedstrijd tegen PSV in 1991 betekende ook het einde van een 'zwarte periode'. Het ging ook nu al vijf jaar heel slecht met Feyenoord dat drie keer op rij geeneens bij de beste vijf in de eredivisie eindigde. Ook deze wedstrijd had de ommekeer moeten worden. Niet wetende wat er tien maanden later in dit stadion nog stond te gebeuren was ik dolenthousiast over de 'doorbraak' van El Ahmadi. Zoals Feyenoord na deze wedstrijd heel lang geen enkel niveau meer haalde kwam ook die doorbraak uiteindelijk pas in de winter van 2012 van de grond. Deze slag was gewonnen maar de gifbeker bleek nog lang niet leeg.

24 Oktober 2010, Eredivisie


Luuk: Als je op Wikipedia zoekt op 24 oktober, zie je wat er allemaal is gebeurd op die dag. Belangrijke gebeurtenissen, zoals de geboorte van Luuk Zegers het Fenomeen (1990), en minder belangrijke gebeurtenissen, zoals het begin van de Grote Depressie (1929), wisselen elkaar af. De allerbelangrijkste gebeurtenis is echter die van 2010. Op mijn twintigste verjaardag schonk PSV mij het mooiste cadeau dat een voetbalfan kan krijgen: een winst met dubbele cijfers. 10 – 0. Wat weet ik nog van deze pot? Onder andere dat mijn grote held van dat moment Jonathan – El Junky – Reis de score opende met een verwoestende knal met links in de verre hoek. Ik weet nog dat deze man een hattrick maakte. Ik weet nog dat hij een hakje gaf op Afellay, die vervolgens perfect voorgaf op Ola Toivonen. Hij kopt ‘m fraai binnen. Ik weet nog van de prachtige counters. Ik weet nog dat zelfs Engelaar wist te scoren. Ik bedoel: Engelaar… kom op man! Vanaf dat moment kreeg ik zelfs een beetje medelijden met Feyenoord. Maar toen dacht ik: fuck it. Wij zijn PSV.

Lionel: Deze wedstrijd zelf bleek ik grotendeels verdrongen te hebben. Uit deze samenvatting kwam alleen de blessure van Fer me nog bekend voor. Wat ik me vooral kon herinneren was Mario Been die al tijdens de wedstrijd zijn spelers probeerde te beschermen als een soort schaapsherder. Ik zag dat hij bewust buiten zijn dug out bleef staan om de opmerkingen van de PSV-supporters naar zijn hoofd te krijgen. De dagen hierna kan ik me beter herinneren. Ik heb drie dagen gedacht dat het over was met mijn club. Op woensdagavond speelden we tegen VVV, ik was de hele dag misselijk.