zondag 30 november 2014

Bijpraten over de Bundesliga (Speelronde 13)

Bij Sportpreview snappen we best dat kijken naar de Bundesliga er wel eens bij inschiet. Er is ook zoveel voetbal te zien tegenwoordig. Bovendien kun je niet alle achttien clubs tegelijk volgen. Bundesliga-expert Lionel Stute praat je daarom na iedere speelronde op frisse toon bij.

Het Huub Stevens-effect
De Bundesliga round up kan deze week niet anders beginnen dan met een lofzang over Huub Stevens. De coach beleefde een perfektes comeback bij VfB Stuttgart en wist tegen SC Freiburg direct te punkten. De superlatieven schoten dan ook tekort voor de teruggekeerde crisismanager.

Stevens begon daar waar hij in mei 2014 eindigde, met overwinningen. SC Freiburg werd genadeloos opzij gezet (1-4). Het was dan ook alsof Stevens nooit was weggeweest uit zijn geliefde Bundesliga. In de hem zo karakteriserende houding met de armen over elkaar en de onbedoeld ietwat norse blik, zorgde Stevens dat de zogenaamde zes punten wedstrijd in het voordeel van VfB werd beslecht. Stuttgart, dat op de allerlaatste plek stond bij aanvang van dit weekend, heeft nog een lange weg te gaan maar onder Stevens liet de ploeg die een hele reeks aan internationals herbergt eindelijk een glimp van zijn potentieel zien.

Stevens was overigens niet de enige Nederlander die op dreef was. Zo scoorde Klaas-Jan Huntelaar drie goals in de 4-1 zege van zijn ploeg FC Schalke 04 tegen FSV Mainz 05. De Gelsenkirchers zijn sinds de komst van coach DiMateo zeven plaatsen op de ranglijst gestegen en strijden inmiddels om de Europese tickets. Ook waren zowel Rafael van der Vaart (0-1) als Paul Verhaegh (3-1) trefzeker in de 3-1 overwinning van FC Augsburg op HSV. Arjen Robben mocht bovendien de openingstreffer in Berlijn (zijn eerste uitdoelpunt in meer dan een jaar) aantekenen tegen Herthe BSC. Het bleek direct de matchwinner te zijn.

Der Klasikersandwich
De Duitse Bundesliga ligt al sinds de jaren zestig in de houtgreep van twee ploegen: Bayern München en Borussia Dortmund. Het is niet voor niets dat de ontmoeting tussen deze twee ploegen de Duitse equivalent van Feyenoord-Ajax, het is Der Klasiker. Minder dan twee jaar geleden nog was het zelfs de affiche voor een Champions League finale.

Hoe anders het nu is, is met een blik op de ranglijst te zien. Waar Bayern München als nummer één langzaam maar zeker wegloopt van de concurrentie is Borussia Dortmund sinds 19.15 officieel hekkensluiter. Slechts elf punten uit dertien duels en een negatief doelsaldo zijn het resultaat van een schijnbaar eindeloze stroom aan blessures. Zo raakte Marco Reus vorige week opnieuw zwaar geblesseerd en is ook Ilkay Gundogan nog altijd niet op volle sterkte. Ook de leegloop in recente jaren (Götze, Lewandowski) lijkt niet goed verwerkt te worden. Vervangers Henrik Mhkitaryan en Ciro Immobile kunnen simpelweg niet hetzelfde niveau aantikken.

Vooralsnog hoeft coach Jürgen Klopp zich geen zorgen te maken. De resultaten in de Champions League bewijzen dat Borussia het voetballen nog niet is verleerd. Bovendien zijn de gaten onderin nog klein, tussen de laatste plek en de veilige plek 15 zit welgeteld één punt verschil. Het is zelfs zo dat een Champions League ticket slechts tien punten weg is. Ploegen als SC Paderborn en Mainz 05 lijken hun winning streak inmiddels kwijt te zijn en mogen nu gaan proberen de jagende grootmachten, waartoe naast Dortmund ook Stuttgart, HSV en Werder Bremen behoren, van zich af te houden.

De grootste kleine rivaliteit
Tot slot stond er op het derde niveau een wel heel bijzondere streekderby op het programma op zaterdag. Hansa Rostock kreeg SG Dynamo Dresden op bezoek. Ooit was dit een topper in de DDR-Oberliga. Het betreft immers de laatste twee kampioenen voor deze voormalige Oost-Duitse competitie werd opgeheven.

Het waren ook Hansa Rostock en Dynamo Dresden die zich in 1992 bij de Bundesliga mochten voegen (zie ook dit verhaal). Tweeëntwintig jaar spelen de eens zo sterke teams uit communistisch Duitsland zelfs geeneens meer in de marge maar ver daar onder hun potjes. Toch is de rivaliteit nog altijd springlevend. Het duel in de 3. Liga was uitverkocht, hetgeen neerkomt op dertigduizend bezoekers.

De gemoederen raakten ook flink verhit. Dresden, dat voor rust een voorsprong nam, had duidelijk de overhand. Toen na rust de door Rostock op het scorebord gezette 1-1 opnieuw werd omgezet in een achterstand besloot het publiek dat het tijd werd voor vuurwerkbommen op het veld. Het arbitrale trio besloot vlot om het duel stil te leggen. De uit te spelen minuten leverden ook nog de 1-3. Dynamo Dresden steeg daardoor maar liefst zes plekken van 11 naar 5 terwijl het Hansa Rostock (nog altijd de meest succesvolle Oost-Duitse club sinds de samenvoeging) voor het eerst naar de degradatieplek 18 drukte. De Rostockers moeten snel nieuw elan vinden anders is een teruggang naar de semi-profs onafwendbaar.

zaterdag 29 november 2014

Derby du Rhône: De felste burenruzie van Frankrijk

Frans clubvoetbal geniet wereldwijd niet hetzelfde aanzien als het Engelse, Spaanse, Duitse en Italiaanse. Toch herbergt de Ligue 1 voldoende verborgen schatten. De grootste schat is de Derby du Rhône. Het duel tussen AS Saint Etienne en Olympique Lyon is één van de felste burenruzies van Europa.

Iedere voetbalfan jonger dan dertig jaar kan het zich waarschijnlijk moeilijk voorstellen; niet Lyon maar Saint Etienne is de echte voetbalhoofdstad van Frankrijk. Het was daar waar het Franse voetbal tot volle wasdom kwam, tot afgrijzen van de buren uit het veel grotere Lyon. Daar, aan de Rhône, werden sterren als Michel Platini en Laurent Blanc opgeleid. Daar waar Saint-Etienne de meest succesvolle club van de twintigste eeuw was, is Olympique Lyon dat tot op heden echter in de eenentwintigste eeuw. Zij brachten Karim Benzema en Florent Malouda voort. Het zijn enkele van de vele feiten die deze rivaliteit zo interessant maken. Juist de wisselende periodes van grote overmacht maakt dit duel tot een echte topper.

De strijd begint al in de vorige eeuw. Het valt daarbij op dat beide clubs in het vooroorlogse Frankrijk totaal geen rol spelen. Lyon, de stad van de handel, ligt bovendien slechts vijftig kilometer verwijderd van Saint Etienne, de stad van de mijnwerkers. Het is daarom des te opvallender dat de clubs, in tegenstelling tot vele andere historische derby's in Europa, pas voor het eerst in oktober 1951 tegen elkaar uitkomen. Het is ook om die reden dat het duel in alle competities bij elkaar net iets vaker dan honderd keer is gespeeld. Daarbij komt dat AS Saint Etienne regelmatig met degradatie te kampen heeft gehad. Zo werd de ploeg in 1957 kampioen, degradeerde, werd in '63 kampioen in de tweede divisie om vervolgens in '64 direct ook weer kampioen in de Ligue 1 te worden.

'Lyon zal voor eeuwig de buitenwijk zijn'
De regio Rhône-Alpes, waarin beide steden liggen, is de meest succesvolle voetbalprovincie van Frankrijk. Met tien titels voor ASSE en zeven voor l'OL blijft het zelfs Parijs en Marseille samen ruimschoots voor. Saint Etienne is nog altijd gedeeld koploper in de hoogste afdeling van Frankrijk als het gaat om het aantal gewonnen titels, hoewel het laatste kampioenschap alweer drieëndertig jaar geleden werd gevierd.

Het is des te opvallender dat de eerste titel van Lyon op dat moment nog eenentwintig jaar op zich zou laten wachten. Pas in 2002 wordt Lyon voor het eerst gekroond tot beste van Frankrijk. Om vervolgens een ongekende reeks van zeven titels op rij neer te zetten. Temeer opvallend omdat juist Lyon de hoofdstad van de regio is. Een feit dat ten tijde van de hoogtijdagen van Saint Etienne maar al te graag benadrukt wordt. De legendarische ASSE-voorzitter Roger Rocher (ooit zelf een mijnwerker in Saint Etienne) is nog altijd een cultheld onder supporters van de club. Zijn uitspraak: "In het voetbal zal Saint Etienne altijd de hoofdstad zijn en Lyon slechts een buitenwijk" is een lijfspreuk van de harde kern geworden.

Zwart geld dooft de strijd
Het is diezelfde Rocher die de streekderby voor lange tijd de strop om doet. De club die eerder nog de grootste Franse voetballer aller tijden, Michel Platini, heeft voortgebracht komt in het jaar na zijn laatste titel in grote problemen.

De voorzitter voelt al aan het begin van de jaren tachtig aan dat het verschil tussen arm en rijk in het voetballandschap van Europa een grote rol zal spelen. Hij richt daarom en slush fund op. In dit geheime potje, van niet aan de belastingdienst opgegeven inkomsten, zit twintig miljoen Franse francs. Het geld wordt tussen 1977 en 1982 gebruikt om diverse grote sterren, en mogelijk ook de coach, te behouden. Als de zaak echter aan het licht komt moet iedereen de club verlaten met als gevolg dat ASSE in 1984 degradeert naar de toenmalige Divison 2. Het duurt tot 2013 voordat de club weer eens een prijs pakt, als dan de Franse Coupe de la Ligue wordt gewonnen.

Eeuwige rivalen
Dat de Derby du Rhône veruit de meest tot de verbeelding sprekende streekrivaliteit van Frankrijk is komt vooral door de plek die de wedstrijd in de gemeenschap heeft. De eerder genoemde tegenstelling tussen arm en rijk is hier de belangrijkste brandstof voor. De door Saint Etienners als enigszins snobistisch omschreven Lyonse supporters menen op hun beurt dat Saint Etienne is gebouwd voor een bevolking van inteeltkinderen.

Het is zelfs in recente jaren tot een algeheel supportersverbod gekomen. Wedstrijden in lege stadions zijn meerdere malen het geval geweest. Tegenwoordig wil men supporters weer toelaten en ook vanavond zullen de tribunes bevolkt zijn. Nu de absolute toptijd van l'OL achter ons ligt en ASSE juist terug naar boven komt zal zich een fascinerende strijd ontspinnen.

Zo ging het vorig jaar:

Winnend middenveld te koop

Yohan Cabaye, Sami Khedira, Paulinho en Xherdan Shaqiri hebben veel gemeen. Allen zijn ze twintigers, allen hebben grote prijzen gewonnen en vooral; allen staan in de uitverkoop bij hun respectievelijke clubs. Waarom een winnend middenveld in januari voor het oprapen ligt.

Het viertal is exemplarisch voor de huidige voetbalcultuur. Hoewel dat voor Khedira op een andere manier geldt dan de overige drie. Dat drietal is 'ten onder gegaan aan het eigen succes'. Dat wil zeggen dat een goede periode aanleiding was voor de kapitaalkrachtige clubs van Europa om direct tot vastleggen over te gaan. Nu blijkt dat het niveau dat bij de kleinere clubs wel werd gehaald niet zomaar doorgezet kan worden bij de titelfavorieten moeten de heren plaats maken voor de volgende lichting mogelijke toppers.

Teveel sterren aan de Parijse hemel
De achtentwintigjarige Cabaye vertrok elf maanden geleden naar Paris Saint-Germain na een periode als absolute voortrekker bij het Engelse Newcastle United. Het is niet voor niets dat Newcastle United in de tweede helft van seizoen '13/'14 en de eerste maanden van '14/'15 reddeloos oogde zonder de Fransman. Gezien zijn leeftijd zou Cabaye nu diezelfde voortrekkersrol bij de rijkste club van Frankrijk moeten vervullen. In werkelijkheid is hij na zijn terugkeer uit Brazilië, waar hij tijdens de zomermaanden met de Franse nationale ploeg speelde, op het tweede plan geraakt.

Cabaye is op zijn achtentwintigste eigenlijk al een 'oude man' bij zijn club. Van de spelers waar hij tegen moet afleggen is alleen Blaise Matuidi (27) van gelijke leeftijd. Middenvelders als Javier Pastore (25), Marco Verratti (22), Lucas Moura (22) en coming man Adrien Rabiot (19) bewijzen bovendien nu al voortrekkers te zijn bij de Parijse topclub. Zowel qua defensieve arbeid (tackles en onderscheppingen) als aanvallend (assists, passes, dribbels) voeren de jongelingen de ranglijsten aan.

Toch is Cabaye een speler die al een leven lang een handvol assists en twee handenvol goals aflevert. In Engeland, het land dat hij in januari 2014 verliet, zien de grote clubs hem maar al te graag komen. Arsenal, Liverpool en Manchester United dingen naar zijn handtekening. Cabaye kwam vorig jaar voor de soms van €24.000.000,- voor drieënhalf jaar naar Parijs, hetgeen hem zeer waarschijnlijk een 'koopje' maakt voor de club die hem uiteindelijk inlijft.

Koning van de Copa
De zomer van 2013 was de tijd van de geboorte van de volgende superster die Brazilië op de voetbalvelden bracht. In een elftal vol met klinkende namen als Ramires, Marcelo, Oscar en Neymar liep een kleine middenvelder rond met de kenmerken van Edgar Davids. Paulinho (26) nam zijn team bij de hand (een parallel met Cabaye) en dirigeerde de Selecao naar de winst in de Confederations Cup.

De middenvelder viel vooral op door al het vuile werk voor de excellerende Oscar op te knappen. Bovendien wist de protegé vam Luis Felipe Scolari wat hij moest doen als hij de bal veroverde, maar liefst 91,5% van zijn voortzettingen kwam aan bij de gekozen bestemming. Het resultaat was niet alleen de bekerwinst maar ook een gevecht om zijn diensten tussen een reeks aan gerenommeerde Europese clubs. Paulinho had zijn ja-woord al aan Tottenham Hotspur gegeven maar kreeg spijt, wie wil immers nou niet voor Real Madrid of Chelsea spelen? Zeker wanneer je ploeggenoten je gek maken met mooie verhalen.

Inmiddels is Tottenham Hotspur de spijt hebbende partij. In de Premier League moest de Braziliaanse terriër het doen met twee invalbeurtjes met een totaal van veertig schamele speelminuutjes. Het opvallende is dat de club echter laat weten Paulinho niet kwijt te willen. Mogelijk is dit een verdediging tegen binnenlandse dreiging, de Londenaren moeten er niet aan denken dat hun 'zorgenkindje' de grote ster bij concurrenten elders in de stad (Arsenal, Chelsea) wordt.

Baselse 'Boy Wonder´ in Beieren
Stel: je speelt de wedstrijd van je leven precies op het moment dat je in de, op dat moment, grootste wedstrijd van je leven staat opgesteld. Het is het verhaal van Xherdan Shaqiri in een notendop. De middenvelder was ondanks zijn negentien jaar aan het begin van dit decennium één van de sleutelspelers van de nog altijd voortdurende opmars van het Zwitserse FC Basel.

Zijn optreden tegen Bayern München in de Champions League poulefase van 2010/'11 staat nog altijd in de geheugens van vele Duitsers gegrift. Samen met zijn al even jonge maatje Granit Xhaka maakt hij het de toppers van de verliezend finalist van de vorige jaargang uiterst lastig, pas in de laatste minuut van het uitduel weet Bayern de zege naar zich toe te trekken. De leiding van de Zuid-Duitsers twijfelt geen moment, Shaqiri wordt direct gecontracteerd.

Een extra jaar rijpen bij FC Basel ten spijt heeft de kleine dribbelaar nooit kunnen doorgroeien naar het absolute topniveau. Hoewel Shaqiri best aardige cijfers kan overleggen (vier goals in dertien Bundesliga optredens in zijn eerste jaar, zes uit tien in zijn tweede seizoen) is de concurrentie simpelweg te sterk voor de Zwitser. Thomas Müller en Mario Götze wonnen al eens een wk en Franck Ribery en Arjen Robben zijn verliezend finalist op een wereldkampioenschap. Het viertal weet zich jaarlijks op de shortlist voor de voetballer van het jaar verkiezing. Het is Shaqiri bijna niet kwalijk te nemen dat hij zich er niet tussen weet te wringen.

Shaqiri liet zich inmiddels ontvallen best oren te hebben naar een transfer. De drieëntwintigjarige vindt het tijd om te spelen en wil daarvoor best de sterkste club van de afgelopen jaren verlaten. Het mag geen verrassing heten dat de Zwitser op de lijstjes staat van Liverpool, Manchester United en Arsenal.

Het geval Khedira
In tegenstelling tot zijn drie kompanen op ons fictieve middenveld is Khedira lange tijd onomstreden geweest bij zijn club. De Duitser van Tunesische afkomst weet zich afgelopen zomer dan ook in een bijzonder eliteclubje: hij was zowel onderdeel van de club die de Champions League won als het landenteam dat het wereldkampioenschap won.

Sami Khedira (27) heeft met een ander probleem te kampen dan bijvoorbeeld Cabaye en Paulinho, hij is niet minder gaan spelen, anderen zijn hem simpelweg voorbij gestoken. Het is het gevolg van het zwakke gestel van de verdedigende middenvelder. Khedira is bovengemiddeld vaak geblesseerd. Tel daarbij op dat Real Madridvoorzitter niet alleen prestaties op het veld maar ook prestaties in de fanshops zwaar laat wegen en het is in te denken dat de afschrijving op Khedira al is gedaan. In de coulissen wacht opvolger Lucas Silva, die niet alleen jonger en fitter is maar ook miljoenen Real Madridshirts in zijn thuisland kan verkopen.

Khedira is gewild in zowel zijn thuisland als in Engeland. Zijn oude trainer José Mourinho probeerde hem in de zomermaanden al te verleiden naar Chelsea te komen. Zijn maatje en oud-teamgenoot Mesut Özil probeerde ondertussen hetzelfde voor Arsenal. Ook Bayern München en Liverpool informeerden al naar de kansen om Khedira in te lijven.

Statistieken verkregen via Whoscored.com

donderdag 27 november 2014

Wouters Weekendvisie: Wat zou Vino hiermee opschieten?

Bovenstebeste Lionel,

 

Dit is nu precies wat ik bedoelde. Precies waarvoor ik in juli al waarschuwde, niet wetende dat het allemaal nog veel erger zou worden. Al vijf berichten over een betrapte Astana-renner achter elkaar gaat het steeds ongeveer zo, de reacties van door weinig kennis van zaken gehinderde sportvolgers thuis op de bank: 'Verrassend, nu één keer raden wie de volgende is.'

 

Vincenzo Nibali won een onthoofde Tour de France met bijna acht minuten voorsprong, maar bungelt dientengevolge ergens onderaan de lijst der geloofwaardigheid. En nee, dat is dus niet vanwege die twee wanhopige broers en die drie overmoedige stagiairs die zich hebben laten betrappen. Die feiten worden slechts aangewend als munitie om de toch al met argusogen bekeken Astana-ploeg tot in het uiterste door het slijk te halen.

 

En waarom? Omdat Alexandre Vinokourov er de baas is. Omdat het enge Kazachen zijn. Omdat er bovendien een uitgebreide Italiaanse enclave is neergestreken. Omdat de ploeg niet als een stel schijnheiligen iedere keer vooraan staat als het gaat om zogeheten vooruitstrevende ideeën. Maar vooral omdat er altijd een zondebok moet zijn.

 

Treurig genoeg valt er geen zinnige dialoog te voeren met domoren die elk dopinggeval in het wielrennen op de grote hoop gooien. Die de waardevolle technische informatie uit Hans Vandeweghe's meesterwerk Wie gelooft die renners nog? domweg negeren. Daaruit leren we bijvoorbeeld dat anabole steroïden, waarop de drie jongens uit de opleidingsploeg positief testten, vooral in de jaren tachtig een populair middel waren. Het effect ervan is echter te verwaarlozen, terwijl het de gezondheid niet ten goede komt.

 

Het is de verdomde paradox die het wielrennen in een stevige greep houdt. De sport werd ooit uitgevonden om de krantenoplages de hoogte in te stuwen. Vervolgens was de sport ook op de radio een ware sensatie, om tenslotte in het televisietijdperk ook nog steeds een geweldig spektakel te zijn. Onmenselijke heldendaden, waar Jan met de pet maar wat graag voor thuisblijft. Sport draait om heldendom. Maar helden die van hun voetstuk lazeren vormen een al even mediageniek fenomeen. Dat bleek toen dopinggevallen steevast gigantisch scoorden zolang ze 'schandalen' werden genoemd.

 

En dat is wat ik bedoel. Er is helemaal niets schandaligs aan als professionals doen wat ze moeten doen om hun contract te behouden of te verdienen. Als ze gesnapt worden, verdienen ze straf en die krijgen ze ook, conform de reglementen. Gevalletje ingecalculeerd risico dus. Dat gold ook voor de drie stagiairs die in hun bewijsdrang hebben gegrepen naar relatief goedkope verboden middelen, omdat een contract in de World Tour de sleutel is naar een goed bestaan. Ze hebben gegokt en verloren. Je zou het 'dom' kunnen noemen, zoals Nibali en ook Vinokourov in hun ontzetting deden. Ik ben geneigd het met ze oneens te zijn. Stel dat het ze was gelukt en ze hun contract hadden verdiend, al dan niet bij een andere ploeg dan Astana, zou jij ze dan dom genoemd hebben?

 

Voor zover de wielerwereld nog niet in rep en roer is, luidt mijn advies dus: wees hier blij mee. Dat de broertjes Iglinskiy en de opleidingspupillen Davidenok, Fedosseyev en Okishev positief testten, duidt immers op de werking van de tests. Maar eerst en vooral legt het duidelijk een belangrijke parallel bloot. Davidenok won de obscure Chinese Tour of Qinghai Lake en verder reden deze mannen weinig deuken in een pakje boter. Denk je echt dat de grote Vino op 'schandalen' met dit soort jongens zit te wachten?

 

Ik spreek je na het weekend weer.

 

Groet,

Wouter

Clasie en Krychowiak: Het verschil tussen goed en top

Wie meer dan alleen het resultaat van een wedstrijd belangrijk vindt zit goed vanavond. In Rotterdam staan Feyenoord en Sevilla FC tegenover elkaar. Het duel tussen een herintreder en de houder van de Europa League zal voor kenners slechts om één vraag draaien: wie is de betere, Jordy Clasie of Gregorz Krychowiak?

In Sevilla FC ontmoet Feyenoord de club die zich de ultieme subtopper van Europa mag noemen. Sevilla won mei jongstleden voor de derde keer in negen jaar de Europa League. De drie deelnames aan de Champions League leverden aan de andere kant geen enkel memorabel moment op. Waar andere Europa League winnaars uit het recente verleden, Atlético Madrid, FC Porto en Shachtar Donetsk bijvoorbeeld, zich tegenwoordig in ieder geval tot de beste zestien van Europa mogen rekenen blijft Sevilla zitten waar het zit. Sevilla is voorloper van een verzameling clubs waar Feyenoord zelf maar al te graag toe zou behoren.

Opleidingsfunctie



Op één gebied is een duidelijke overeenkomst tussen de twee kemphanen van vanavond te vinden. Zowel Feyenoord als Sevilla zijn, beide op hun eigen niveau, voortbrenger van nieuw talent voor een hoger niveau. Verkocht Feyenoord in recente jaren Ron Vlaar, Karim El Ahmadi, Bruno Martins Indi, Stefan de Vrij, Daryl Janmaat en Graziano Pelle aan Europese subtoppers, Sevilla deed hetzelfde één trede hoger. De ploeg uit Andalusië bracht José Antonio Reyes, Sergio Ramos, Alberto Moreno en Jesus Navas voort maar was ook ontdekker van Braziliaans talent als Dani Alves en Julio Baptista. Afgelopen jaar was huidige Barcelona-ster Ivan Rakitic de grote meneer van de club.

Beide clubs hebben een nieuw ijzer in het vuur. Toevalligerwijs spelen de beide groeibriljanten ook nog eens op dezelfde plek. Waar de clubs vooral bezig zijn met de vraag wie zich de sterkste club van poule G mag noemen zijn de scouts van Europa met een hele andere strijd bezig: wie is de beste nummer zes van de Europa League?

Feyenoord is Clasie

Haarlemmer Clasie (23) domineert al weken lang de spelersklassementen van de Nederlandse media. Met PSV-spits Memphis en Ajax-middenvelder Davy Klaassen gaat de motor van Feyenoord dit jaar uitvechten wie zich de beste speler van de Nederlandse velden mag noemen. Tijdens de zomermaanden stond Clasie al op vele lijstjes van Europese subtoppers. Southampton en FC Porto klopten nadrukkelijk op de deuren van De Kuip. Clasie had dit mede te danken aan zijn spel tegen Brazilië op het wereldkampioenschap van afgelopen zomer.

De verdedigende middenvelder is in de eredivisie voor Feyenoord het startpunt van de aanval. De bal gaat naar Clasie als er iets moet gebeuren en de spelers die hem omringen leveren het speeltuig bij iedere balverovering bij hem in. Het zijn echter juist die balveroveringen die hem in Europa in het oog hebben doen springen. Geen speler in het tweede Europese bekertoernooi die zo vaak als winnaar na een tackle met de bal er vandoor ging als Clasie. Ook wanneer er en bal onderschept en wegwerkt moet worden spreken de Europese cijfers van Clasie boekdelen, de middenvelder moet gemiddeld dubbel zo vaak ingrijpen als de tegenstander van buiten de landsgrenzen komt.

Baas boven baas



Hoewel Clasie prima verdedigende cijfers kan overleggen blijft hij aanvallend enigzins achter. Dit is een bekend manco van de kleine spelverdeler. Ook in de eredivisie is hij slechts met moeite dreigend. Het is ook die aanvalsdrang die hem parten speelt in zijn 'strijd' met Gregorz Krychowiak.

De Pool is, zonder het zelf van elkaar te weten, de grootste plaaggeest van Clasie. Krychowiak werd als junior opgepikt door Girondins de Bordeaux in Frankrijk. Daar slaagde hij niet maar even verderop in Reims, bij Stade, vond hij wel zijn draai. De cijfers die hij overlegt zijn bijna exact gelijk aan die van Clasie. Het verschil? Krychowiak maakt vier tot vijf goals per jaar. Het bracht hem deze zomer in beeld bij Sevilla, waar sterkhouder Ivan Rakitic opgevolgd moest worden.

De nieuwe omgeving deed de Pools international duidelijk goed want sinds hij in La Liga zijn kunsten vertoont zijn al zijn gemiddeldes met een punt gestegen. Hij tackelt meer, verdedigt beter en passt acurater. Het bracht hem in beeld bij het Engelse Arsenal dat hem na zes maanden in Spanje graag alweer weg zou halen. Clasie bewijst zichzelf en het Nederlands voetbal een grote dienst als hij vanavond, op een keerpunt in de voetbalgeschiedenis, zijn Poolse evenknie de baas kan zijn.

woensdag 26 november 2014

Fury vs Chisora: Bad Boy vs Bad Boy

De maand november was voor alle boksfans een maand om van te smullen met veel zinderende gevechten. Komende zaterdag staat de uitsmijter van deze maand op het programma met in de hoofdrol de twee Engelse bad boys van het zwaargewicht, Tyson Fury en Dereck Chisora.

Het begon allemaal met Sergey Kovalev, die bewees de beste licht zwaargewicht ter wereld te zijn door veteraan Bernard Hopkins te domineren. Een week later liet Wladimir Klitschko er geen gras over groeien en bewees nog steeds de koning van het zwaargewicht te zijn door Kubrat Pulev (op papier de nummer 2 van de wereld) te overweldigen en in de vijfde ronde knock-out te slaan. Vorige week was de rematch tussen Tony Bellew en Nathan Cleverly live te bekijken op de Nederlandse TV en liet de Filipijnse held Manny Pacquiao zien dat hij nog steeds tot de beste boksers ter wereld behoort door de ongeslagen Amerikaan Chris Algieri in twaalf ondes weg te blazen en maar liefst zes keer tegen het canvas te werken.

Derek Chisora



Dereck Chisora is natuurlijk bekend door zijn gevechten met Vitali Klitschko en David Haye. Tijdens de weging van het gevecht met Klitschko, gaf hij Vitali een ‘bitchslap’ in het gezicht. Iets wat absoluut not done is. Hij ging nog verder toen hij in de ring voor aanvang van de partij, Vitali’s broer Wladimir in het gezicht spuugde. Nadat hij verloor kreeg hij het in de persconferentie na de partij aan de stok met David Haye. De twee gingen elkaar te lijf en Chisora zou Haye gestoken hebben met een kapot glas. Hierna werd Chisora geschorst door de Britse boksbond en raakte hij zijn Britse bokslicentie kwijt. Dit was overigens niet zijn eerste schorsing, want eerder in zijn carrière had hij reeds een Mike Tyson imitatie gedaan door een tegenstander in zijn oor te bijten. Nadat hij verloor op KO van David Haye, gooide Chisora het roer om. In 2013 vocht hij viermaal en won de Europese zwaargewicht titel. Het meest opvallende was wel dat hij zijn ‘attitude’ had verloren en volwassener bokste.

Tyson Fury is één vann de grootste talenten in het zwaargewicht. Hij is nog maar 26 jaar, maar heeft reeds zes jaar ervaring als een prof. Hij verloochend zijn afkomst niet. Hij komt uit een boksfamilie en wordt gecoacht door zijn oom en is een trotse zigeuner, of zoals de Engelsen het noemen, een traveller. In de afgelopen twee jaar kwam Tyson Fury slechts tweemaal in actie. Zijn afgelopen jaren zijn met een woord te omschrijven … pech.

Vorig jaar zou hij zijn grootste gevecht in zijn carrière boksen tegen David Haye. Iedereen keek uit naar het gevecht dat in de herfst van 2013 zou plaatsvinden. Helaas werd het gevecht uitgesteld nadat David Haye twee weken voor het gevecht een snee opliep boven zijn oog. Tyson Fury was furieus en verweet Haye dat hij de snee bij zichzelf had aangebracht, omdat hij bang was om met hem in de ring met hem te staan. Het gevecht werd uitgesteld. Tot overmaat van ramp was het gevecht van de baan toen Haye geopereerd moest worden aan zijn schouder en het doktersadvies kreeg om te stoppen. Tyson Fury was woest en dusdanig teleurgesteld dat hij op Twitter officieel maakte per direct te stoppen met boksen. Een bericht dat door alle media snel werd opgepakt en leidde tot een schok in Engeland. Gelukkig was dit enkel een uiting van frustratie over het aflasten van het Haye-gevecht, want begin dit jaar stond hij weer in de ring en sloeg Joey Abell binnen vijf rondes knock-out. Het gevecht tegen Chisora stond al gepland voor eerder dit jaar, alleen moest Chisora een week voor aanvang afzeggen met een blessure. Hierna zou Fury het opnemen tegen de Wit-Rus Alexander Ustinov. Helaas moest Tyson Fury deze keer afzeggen omdat zijn oom en oud-trainer Hughie Fury op sterven lag.

Tegenover elkaar



Komende zaterdag is dan eindelijk de lang verwachte rematch tussen Tyson Fury en Dereck Chisora. Het eerste gevecht werd meer dan drie jaar geleden gewonnen op punten gewonnen door Tyson Fury. Beide zijn nu drie jaar verder en voor beide is het gevecht cruciaal. In de eerste persconferentie gebruikte Tyson Fury dusdanige straattaal, dat hij een boete kreeg van de Britse boksbond. In de tweede persconferentie nam Fury plaats met ducttape op zijn mond met daarop de letters BBBOC, de British Boxing Board of Control. De toon voor het gevecht is hierdoor gezet. Mocht Tyson Fury winnen, dan stijgt hij in de ranking en zou hij wel eens de volgende tegenstander van Wladimir Klitschko kunnen worden. Ook voor Chisora geldt dat bij winst hij grotere gevechten tegemoet kan zien. Voor beide dus een absolute sleutelwedstrijd in hun carrière.

In het voorprogramma van dit gevecht is overigens nog een leuke match-up tussen twee ongeslagen Engelse middengewichten. Bradley Joe Saunders is de eerste Europese kampioen ooit met een traveller achtergrond. Hij neemt het op tegen de zoon van mijn favoriete bokser aller tijden, Chris Eubank Jr. Beide maken elkaar al tijden lang het leven zuur via verschillende media. Beide zijn nog jong (25 jaar) en bij een overwinning ligt de weg naar een wereldtitel open.

Het boksgala van komende zaterdag is het antwoord van promoter Frank Warren op de huidige dominantie van Eddie Hearn en het Sky-imperium. Waar Hearn nog wel eens wordt verweten zijn boksers zwakke tegenstanders te geven, zet Warren zijn beste boksers tegenover elkaar. Hij neemt de nodige risico's waardoor het zaterdag een waar spektakel belooft te worden.

dinsdag 25 november 2014

Virgil Misidjan, 'vergeten' Nederlander in de Champions League

Foto: Ludogorets

Nederlandse clubs zien we er al jaren niet meer maar hoeveel Nederlandse spelers zien we na de jaarwisseling nog in de Champions League? Een verrassing is in de maak in Bulgarije. Zijn naam: Virgil Misidjan.

Misidjan is hoofdpersoon in één van de meest opvallende voetbalverhalen van dit moment. Als jongeling komt hij uit voor Willem II en op zijn achttiende breekt hij bij de Tilburgse club door in het eerste elftal. Misidjan blijft gelijk staan en mede door zijn inbreng klimt Willem II in het late voorjaar van 2012 naar de vijfde plek in de Jupiler League. Daarmee is het slechtste seizoen in de clubgeschiedenis op het randje gered. De Tilburgers mogen meedoen aan de promotie/degradatie play-offs.

Ook in de play-offs eist Misidjan een hoofdrol op, sterker nog de ploeg promoveert aan de hand van de tiener naar de eredivisie. In 2012/'13 speelt zijn eerste volledige, en tevens enige, seizoen op het hoogste niveau in Nederland. Zijn spel valt de kenners op. Het is Misidjan voor wie René van der Gijp zijn gevleugelde uitspraak 'hij is op de brommer' uitvindt. De geboren Brabander is de enige die overeind blijft in een ploeg die eigenlijk nog niet klaar is om in de eredivisie te spelen.

Bulgaarse onbekende
De prestaties van de aalvlugge buitenspeler vallen niet alleen binnen de landsgrenzen op. Halverwege augustus 2013, Misidjan is nog geen maand geleden twintig geworden, komt het opzienbarende bericht naar buiten dat hij samen met zijn generatiegenoot Jeroen Lumu de overstap maakt naar PFK Ludogorets 1945. De club uit Bulgarije geldt als totale onbekende in Nederland en de collectieve gedachte is dat twee jonge talenten voor eeuwig verloren zijn gegaan voor het Nederlands voetbal. HP/De Tijd meent zelfs dat de transfer van Misidjan exemplarisch is voor de staat van het Nederlands voetbal. Het bestempelt Ludogorets als een 'provincieclubje'.

Dat Ludogorets bij de kenner geen belletje doet rinkelen is niet vreemd. Hoewel de toevoeging 1945 anders doet vermoeden bestaat Ludogorets pas officieel sinds 2001. De club is het product van een hele reeks fusies en faillissementen. In 2009 komt Ludogorets nog uit op het derde niveau van Bulgarije. Het is tevens het laatste jaar waarin geen kampioenschap wordt gevierd. Na eindoverwinningen in de derde divisie in 2010 en de tweede divisie in 2011 wordt de club driemaal op rij landskampioen.

Ook in Europa gaat het de ploeg voor de wind. In Nederland leert men de ploeg kennen als het PSV in de Europa League over de knie legt. Misidjan is de matchwinner. Maar er is meer, zo schakelde het vorig jaar in de Europa League niet alleen PSV maar ook Lazio Roma uit voordat het Spaanse Valencia een maatje te groot bleek. Dit jaar vecht het na vier speelronden nog altijd met grootmacht Liverpool en reuzendoder FC Basel om de tweede plaats in poule B van de Champions League.

Rustig brengen
Tegen de vooroordelen in (Oostblok voetbal is slecht voor de ontwikkeling denkt men) wordt Misidjan niet overrompeld in het voormalige Oostblokland. Waar zijn kompaan Jeroen Lumu, de derde Nederlander Mitchell Burgzorg en ook oud-Real Madridverdediger Francesco Pavon zich niet staande weten te houden en al snel weer vertrekken blijft de buitenspeler rustig werken aan zijn toekomst.

In zijn eerste jaar in Bulgarije komt hij drieëntwintig maal in actie. Hij speelt echter slechts zes volledige wedstrijden. Coach Georgi Demensjev is zuinig op zijn groeibriljant. Want potentie om te groeien heeft de vleugelaanvaller zonder twijfel. Zo maakte hij in die 23 optredens maar liefst negen goals. Omgerekend naar aantal speelminuten per goal scoort hij iedere tweeënhalve wedstrijd een doelpunt. In zijn tweede jaar mag hij al bijna wekelijks in de basis starten en ook dit seizoen scoort hij eens per tweeënhalf duel, Misidjan staat tot nu toe op vier goals na vijftien duels.

In de kijker
Vreemd genoeg mocht Vura, zoals zijn shirt vermeldt, zich nooit in de belangstelling van de verschillende bondscoaches van (Jong) Oranje verheugen, slechts één uitnodiging in 2013 is zijn deel. Wetende dat de jongeling al over meer internationale ervaring op clubniveau beschikt dan bijvoorbeeld Terence Kongolo en bijvoorbeeld al meer prijzen won dan, pakweg, Leroy Fer en Georginio Wijnaldum een opvallend gegeven.

In Europa kent men hem inmiddels wel al overal. Hoewel de transfergeruchten nog niet loskomen (slechts Crystal Palace informeerde naar de diensten van de Goirlenaar, een ander gerucht waarin de naam van Manchester United werd genoemd bleef slechts hangen in het obscure blogcircuit) is Misidjan wel met zijn club al te gast geweest bij Liverpool, Real Madrid, Lazio Roma, Valencia en FC Basel. Het maakt hem één van de weinige landgenoten die de internationale sportprogramma's op dit moment weet te halen.

Tegen Liverpool mag Misidjan zich vanavond zelfs voorzichtig manifesteren als aanvalsleider bij de club. Door het ontbreken van de door Manchester United begeerde Sloveense Spits Roman Bezjak moet de Bulgaarse kampioen de vijfvoudig Europa Cup winnaar aan de Mersey waarschijnlijk bestrijden met twee spitsen. Het tekent de mate van vertrouwen die Demensjev in hem heeft. Tegen Liverpool kan een grote stap richting Europees overwinteren of zelfs een tweede ronde in de Champions League worden gezet. Een plek waar slechts vier van onze internationals straks op kunnen bogen. Het maakt Misidjan met recht maar ook ten onrechte de 'vergeten Nederlander'.

Statistieken via whoscored.com en soccerway.com

maandag 24 november 2014

Jong supertrio heeft alles wat Ajax zich wenst

Formeel heeft het duel met Paris Saint-Germain eigenlijk geen waarde voor Ajax, dat sowieso over twee weken thuis tegen APOEL overwintering in de Europa League nog in eigen hand heeft. Interessant wordt de ontmoeting wel. De hoofdstedelingen kunnen vrijuit spelen tegen de tot op het bot gemotiveerde sterrenploeg, die groepswinst voor het grijpen heeft. Een unieke kans voor de drie meest tot de verbeelding sprekende talenten van Frank de Boer.

 

Groot is hun potentie, wisselvallig is hun doortastendheid. Waar de al iets rijpere Davy Klaassen het dit seizoen meer en meer lijkt op te pakken, moeten nu ook de nieuwe coming men die volgende stap zetten. Lucas Andersen, Anwar El-Ghazi en de uitblinker van dit weekend, Ricardo Kishna, kunnen natuurlijk elke dag op YouTube kijken naar Zlatan Ibrahimovic. Lijf-aan-lijf gevechten met kerels als Thiago Motta,Blaise Matuidi en Thiago Silva maken ze echter alleen bij dit soort gelegenheden mee.

 

Vermoedelijk zullen ze niet alledrie in de basis staan. Dan zou Lasse Schöne plotseling geslachtofferd worden of een andere rol krijgen. De Deen is echter onomstreden als buitenspeler en gezien het ‘op scherp staan’ van El-Ghazi ligt het extra voor de hand dat Kishna zich vanaf de aftrap mag bewijzen tegen PSG. Ook Andersen heeft zijn positie de laatste weken geclaimd met zijn alsmaar groeiende spel. Dat de drie grootste voorbeelden van excellente jeugdscouting in ieder geval speeltijd krijgen is wél zo klaar als een klontje. Voor liefhebbers met een Ajax-hart is dat mooi: ieder van hen belichaamt namelijk, hoewel slechts voor een deel opgeleid op De Toekomst, een aspect van De Ideale Ajacied.

 

Schoonheid

Zonder het toe te lichten snapt iedere Ajax-volger wat dit betekent: Lucas Andersen lijkt gemaakt om het wit-rood-wit te dragen. De 20-jarige Deen koppelt een ragfijne techniek aan een esthetisch perfecte motoriek, een subliem spelinzicht en een lichtvoetige tred. Dromende romantici kost het weinig moeite hem te zien in de traditie van Jari Litmanen, Dani, Richard Witschge, Gerald Vanenburg, Rafael van der Vaart, Ronald de Boer. De voormalige speler van Aalborg heeft van allemaal wel iets.

 

Over Ronald de Boer gesproken. Die adviseerde zijn gevolg niet voor niets om, bij het bezichtigen van een training van Andersen, ‘een zakdoekje mee te nemen om het kwijl bij je mond weg te vegen.’ En over trainingen gesproken: nog maar enkele weken geleden sprak trainer Frank de Boer de angst uit dat ‘hij niet de nieuwe Ronald de Boer moet worden. Die was ook de koning van het trainingsveld, maar in de wedstrijden kwam het er lange tijd niet uit.’ Misschien gaven die woorden wel de aanzet tot de aanzienlijke groei van Andersens prestatiecurve.

 

Bravoure

Hij droomt ervan net zo goed te worden als Cristiano Ronaldo. Het talent heeft ‘ie wellicht, al bestaan er twijfels over zijn fysieke gesteldheid. Maar Ricardo Kishna hoeft op één aspect alvast niet onder te doen voor zijn Portugese idool. De brutaliteit waarmee hij zich bij zijn debuut in De Kuip manifesteerde is er nog altijd en ook buiten het veld schuwt hij niet om de scherpe kanten van zijn zelfverzekerdheid te tonen.

 

Het is wat de supporters graag zien, maar dan wel gekoppeld aan prestaties. Een grote mond leidt namelijk ook in Amsterdam tot afkeuring bij de minste of geringste verslapping, en ook Kishna heeft na een paar mindere beurten zijn portie al gehad. Het zegt wel iets over het karakter van de jonge Hagenaar dat hij zich er niet door van de wijs heeft laten brengen. Stoïcijns vervolgt hij zijn weg, met de branie en flair die hopelijk nooit meer uit zijn spel verdwijnen.

 

Winnaarsmentaliteit

Zonder dit aspect zou de prijzenkast in het Ajax Museum niet eens een fractie zijn geweest van de respectabele omvang die hij nu heeft. Het is niet voor niets dat zelfs in de gouden jaren zeventig, toen een voorhoede met Cruijff, Keizer en Swart tweewekelijks over het veld van De Meer wervelde, het knusse stadionnetje voornamelijk met mopperkonten gevuld was. Kun je nagaan hoe de sfeer soms in de ArenA is, waar het heden qua netto zilvergewicht soms schril afsteekt bij het rijke verleden.

 

Daarom doet het de mensen zo’n plezier om Anwar El-Ghazi te aanschouwen. Je ziet een gozer die er alles aan doet om het maximale te bereiken. Die na het weggestuurd worden bij Feyenoord een knop in z’n hoofd omzette: vanaf nu volledige toewijding. Ook onder de hoede van de trainers op De Toekomst had de oud-Spartaan nog een dosis aansporing nodig, maar nu is het alleen een kwestie van tijd eer de negentienjarige vleugelflitser de vruchten gaat plukken. Zolang El-Ghazi zich beseft het in eigen hand te hebben, zit Ajax gebakken.

Ondertussen in de Serie A (speelronde 12)

In de onoverzichtelijke chaos die het leven tegenwoordig pleegt te zijn, komt het weleens voor dat prioriteiten van volgorde veranderen. Zo ook de Italiaanse voetbalcompetitie. Waar de Serie A in lang vervlogen tijden de bakermat van het volwassen voetbal was, is ze nu slechts nog een archeologische snoepwinkel, van waaruit de echo's van het verleden weerklinken in de schrijfsels van expert en kenner Wouter Pennings over het heden.

 

Onophoudelijke scoringsdrift stuwt Di Natale naar de tweehonderd

De eregalerij van de Serie A is weer een grootheid rijker. Hoewel hij het al niet slecht deed, schoot Antonio Di Natale zichzelf afgelopen zondag naar het magische aantal van tweehonderd doelpunten. Een mijlpaal die tot dusver alleen werd geslecht door zes anderen: Silvio Piola (274), Francesco Totti (237), Gunnar Nordahl (225), Giuseppe Meazza (216), José Altafini (216) en Roberto Baggio (205).

 

De aanvoerder van Udinese deed dat door op slag van rust de ban te breken in het thuisduel met Chievo, dat eindigde in 1-1. Dat het juist in deze wedstrijd moest gebeuren maakt het extra speciaal; Di Natale vierde zijn vierhonderdste optreden op het hoogste Italiaanse niveau. Hij speelde er zestig in dienst van Empoli, waarmee de Napoletaan in 2002 vanuit de Serie B was gepromoveerd. En 340 namens Udinese, Di Natale’s werkgever sinds de zomer van 2004.

 

‘Totò’, zoals zijn typische zuidelijke koosnaam luidt, ontdekte eigenlijk pas relatief laat de grote schutter in hem. In het seizoen 2009/2010, met het vertrek van spits Fabio Quagliarella naar Napoli, nam hij diens plek centraal in de voorhoede in. Het leverde meteen 29 treffers op, die de honger naar doelpunten juist aanwakkerden. Sinds de zomer van 2010 produceerde Di Natale in 148 wedstrijden nog eens 98 goals, een opmerkelijk aantal gezien zijn leeftijd. In oktober werd de 43-voudig international immers al 37 jaar.

 

Spektakelstuk beloond met fluitconcert

Voetbalsupporters, het zijn rare wezens. Het bleek maar weer eens na afloop van Napoli-Cagliari, een wedstrijd die zondagmiddag het vooraf beloofde vuurwerk volledig waarmaakte. Nadat de thuisploeg een voor rust verkregen 2-0 voorsprong uit handen had gegeven, leek Jonathan de Guzman – in de basis wegens de blessures van Lorenzo Insigne en Dries Mertens – in de tweede helft de drie punten alsnog binnen te slepen. De bezoekers kwamen echter toch weer langszij, hetgeen de fans in Stadio San Paolo deed besluiten massaal de vingers in de mond te stoppen.

 

Wat hadden ze dan verwacht, bij het affiche tussen hun verdedigend kwetsbare, maar aanvallend bij tijd en wijlen oh zo swingende ploeg en het Cagliari van Zdenek Zeman, dat na een moeizaam begin alle contouren van een typisch door de Tsjech getrainde formatie in zich draagt? Napoli-Cagliari was precies wat het moest zijn. Emoties. Passie. Fouten. Nog meer fouten. En dus spektakel.

 

De goal waarmee de score werd geopend was wat dat betreft al exemplarisch voor het duel. Een ingooi in de buurt van de middenlijn bereikte zomaar Gonzalo Higuaín, die ongehinderd uit de Sardijnse verdedigingslinie kon weglopen om vervolgens doeltreffend uit te halen. Na de 2-0, een knappe uithaal van Gokhan Inler, wist de ploeg van Rafa Benítez zich even geen raad meer met de bloedfanatiek jagende tegenstander. Tevens had Marek Hamsik nog een strafschop moeten hebben toen hij een grote kans hoog over knalde wegens een forse duw in de rug.

 

Ze willen zo graag, daar in Napels. En ze hebben er de voorhoede voor. Maar als de defensieve kwaliteit ontbreekt, heb je meer collectieve discipline nodig dan de Partenopei wekelijks laten zien. Maar dan nog verdient spektakel altijd applaus. Bij het gedrag van het publiek past echter slechts een striemend fluitconcert.

 

En verder…

…blijft het bovenin hetzelfde liedje. Juventus walste in Rome zonder problemen over Lazio heen (3-0), nadat achtervolger Roma een snelle achterstand te boven kwam op bezoek bij Atalanta (2-1). Het verschil tussen de twee regisseurs van de Serie A bleef drie punten, terwijl het gat met nummer drie Napoli groeide naar zes. (Genoa kan zich daar nog bij voegen, mits het vanavond wint van Palermo.)

…kreeg Parma nog maar eens een mokerslag. Thuis tegen promovendus Empoli verloor de ploeg van Roberto Donadoni met 2-0. Met nagenoeg dezelfde selectie als waarmee vorig seizoen officieel Europees voetbal werd bemachtigd (een ticket dat door financiële nalatigheid echter werd vergeven aan Torino) staan de gialloblù nu stijf onderaan met maar zes punten. Vanaf woensdag gaat de selectie in trainingskamp voor het duel met Palermo, maar het is de vraag waar dat van betaald wordt. Tot dusver maakte eigenaar Tommaso Ghirardi, die bezig is de club te verkopen, pas één maand salaris over, plus de bonussen van vorig seizoen. De malaise (het tekort ligt inmiddels al tussen de vijftien en twintig miljoen euro) zal ook al zeker een puntenstraf tot gevolg hebben. In Italiaanse media wordt gesproken over twee tot vier punten aftrek.

…werd er, goed dat je het zegt, ook nog een Derby della Madonnina afgewerkt. Een boeiend, maar kwaliteitsarm schouwspel tussen Milan en Inter, die elkaar zowel qua doelpunten (1-1) als qua gemiste kansen in evenwicht hielden. Filippo Inzaghi en Robert Mancini, de dienstdoende trainers, hebben allebei 156 doelpunten in de Serie A achter hun naam. Aantallen waar hun jonge aanvallers Stephan El Shaarawy en Mauro Icardi nooit aan zullen komen als ze oog in oog met de doelman dezelfde fouten blijven maken als zondagavond.

Lionels Weekvisie: Nummer 9, koning voor honderdvijftig voorbijgangers

Beste Wouter,

Je zal maar een topper zijn in een sport die niemand kijkt. De kanokoning of de sultan van de squash van Nederland. Je zal de velden van Nederland maar domineren zonder dat iemand het ziet. Je zal maar een atleet zijn die niemand kent. Je zal maar uitblinken in een sport waarin je niets meer kunt winnen dan eer alleen. Je zal maar rugby'er in Nederland zijn.


Mijn moment van het afgelopen weekend is door mij en hooguit honderdvijftig anderen waargenomen. Mijn moment komt namelijk uit een rugbywedstrijd uit de Nederlandse ereklasse. Ik nam namelijk afgelopen zaterdag voor het eerst in mijn leven plaats op de tribune van een ereklasser. Op uitnodiging van clubwatcher en goede vriend Sander keek ik naar een fascinerend schouwspel tussen de nummer drie van de ranglijst, Cas RC, en de nummer twee, RC Hilversum. Een wedstrijd waarin binnen twintig seconden HIlversum op voorsprong kwam maar negenenzeventig minuten later, twintig seconden voor het eind, Cas met de zege aan de haal ging. Dat is nog eens iets anders dan een bloedeloze 0-0 in de UEFA Europa League.

Wat ik voorgeschoteld kreeg achtervolgt mij sindsdien. Het mateloos fascinerende schouwspel dat tachtig minuten lang over het gehele speelveld bewoog bracht de toeschouwers in vervoering. De superlativen gingen van 'een aardige pot', naar 'de beste wedstrijd in lange tijd' en uiteindelijk 'het beste duel dat we ooit gezien hebben.' Bij gebrek aan een referentiekader geloof ik ze meteen.

In het meeslepende gevecht viel mij één man vanaf de eerste minuut op. Bij gebrek aan een naam noemen we hem bij zijn nummer, Negen. Negen speelde in het geel en zwart van Cas RC. Negen bleek uit een totaal ander hout gesneden dan de negenentwintig andere veldspelers. Waar zijn ploeggenoten en tegenstanders een massief gespierde schouder en borstpartij accentueerden met een te grote buik voor de strakke tenues zag Negen eruit als een bodybuilder uit de lichtgewichtklasse. Zelden heb ik een Nederlandse atleet gezien die zowel zoveel kracht als zoveel dynamiek uitstraalde. Misschien Churandy Martina. Misschien Remy Bonjasky. Misschien.

Negen is een iconisch nummer in de Nederlandse sport. Drie voetbalspitsen die een significante bijdrage aan de laatste drie grote prijzen die Nederland won leverden droegen het bijvoorbeeld: Marco van Basten, Patrick Kluivert en Pierre van Hooijdonk. Opvallend daarbij is overigens dat zowel Van Basten (12) als Kluivert (15) het nummer niet droegen tijdens die grote bijdrages, de finales van '88 en '95.

Heel veel anders ziet de arbeid die Negen moet verrichten ten opzichte van al deze vergelijkingen er niet uit. Maar waar Churandy en Remy de camera's op zich gericht wisten en Marco, Patrick en Pierre zowel in de dug out als de televisiestudio een plek verkregen leeft Negen voor zijn sport uitsluitend voor het plezier en de eer. Je gunt types als Negen een groter podium, een podium zoals dat van negens in andere sporten. Onze Negen zal na deze column gewoon weer in de anonimiteit verdwijnen. Levend op vermeldingen van Sander in zijn artikelen voor de regionale krant.

Ik spreek je vrijdag,

Lionel

zondag 23 november 2014

Bijpraten over de Bundesliga (Speelronde 12)

Bij Sportpreview snappen we best dat kijken naar de Bundesliga er wel eens bij inschiet. Er is ook zoveel voetbal te zien tegenwoordig. Bovendien kun je niet alle achttien clubs tegelijk volgen. Bundesliga-expert Lionel Stute praat je daarom na iedere speelronde op frisse toon bij.

Vroege beslissing?



Het mag duidelijk zijn dat Bayern München al bij aanvang van het seizoen titelfavoriet nummer één was. Na het twaalfde weekend, op een derde van het seizoen, lijkt de champagne in ieder geval alvast uit de kelder gehaald te kunnen worden. De Zuid-Duitsers deelden zaterdagmiddag een ferme tik uit aan de volledige concurrentie.

De ploeg van Pep Guardiola is de enige constante factor in de bundesliga. Bayern zette één van de meest frivole ploegen van dit seizoen vrij gemakkelijk opzij. Thuis tegen TSG Hoffenheim 1899 werd het 4-0. Voor de Hoffenheimers was het na een lange periode van ongeslagenheid de tweede nederlaag op rij. Werd er in het kleinste profdorp van Duitsland heel voorzichtig al gedroomd van een titelrace, het mag inmiddels duidelijk zijn dat 2015 nog te vroeg komt. Wetende dat Roberto Firmino (Manchester United) en Kevin Volland (Borussia Dortmund) ook nog eens in de nadrukkelijk belangstelling van kapitaalkrachtige clubs staan is het maximale misschien zelfs al bereikt.

De concurrentie van Bayern liet zoals gezegd de nodige steken vallen. Nummer twee VfL Wolfsburg had slechts een schrale troost aan de uitverkiezing van Kevin De Bruyne tot doelpuntenmaker van het jaar. De Volkswagenploeg legde het af tegen het langzaam op stoom komende Schalke 04, 3-2. Wolfsburg is tot op heden de enige ploeg die qua veldspel gelijke tred kon houden met Bayern München maar het gat is inmiddels al opgelopen tot zeven punten. Dat is nog altijd drie punten kleiner dan het gat tussen München en Borussia Mönchengladbach. Ook de Borussen verloren voor de tweede keer op rij, ditmaal thuis tegen Eintracht Frankfurt. De enige die wel won was Bayer Leverkusen. De ploeg vanm trainer Schmidt deed dat ook nog eens tegen directe concurrent Hannover 96.

Kiessling: net geen tien



Bij Bayer Leverkusen was Stefan Kiessling één van de doelpuntenmakers. In de goal zat enorm veel symboliek opgesloten. Bayer Leverkusen begon dit seizoen met het allersnelste doelpunt in de geschiedenis van de hoogste afdeling van het Duitse voetbal ooit gemaakt. Ook Kiessling, topschutter van het seizoen 2012/'13, trof al snel in het seizoen doel. Maar daarna werd het stil rond de spits.

Kiessling stond maar liefst 859 minuten droog. Nooit in zijn twaalfjarige profcarrière zat er een dergelijk lange periode tussen twee goals van de scherpschutter. Niet alleen Kiessling raakte bevrijd. Heel Leverkusen trok zich op aan de successen van de leider. Voor het eerst in zes duels werd de overwinning weer eens mee naar huis genomen. Het moment kon door de reeds genoemde verliespartijen van de concurrentie niet beter. Leverkusen gold voor velen als de outsider voor zowel de Bundesliga als voor een lange deelname aan het Champions League seizoen. Beide zijn nog altijd mogelijk, zeker nu de spits het vizier weer op scherp heeft.

SC Paderborn houdt stand in de streekderby



Het voetbalsprookje van Duitsland speelt zich dit jaar af in Paderborn. De Paderborners genoten in Duitsland uitsluitend bekendheid als de spil in het Hoyzerschandaal. Voor wie het niet meer weet. In de aanloop naar het wereldkampioenschap van 2006, in Duitsland, wordt bekend dat scheidsrechter Robert Hoyzer wedstrijden die hij floot heeft verkocht. De wedstrijd waarin hij tegen de lamp loopt is een duel in de DFB Pokal tussen het grote HSV en de semi-profs van SC Paderborn 04 in augustus 2004.

Tien jaar later is alles anders. SC Paderborn 04 is één van de clubs die heeft geprofiteerd van de invoering van de semi-profklasse 3. Liga. Door de vrijgekomen gelden kan de club bijvoorbeeld het stadion uitbreiden. De gelden die door de verhoogde recette binnenstromen worden vervolgens weer geïnvesteerd in de spelersgroep. Een reeks van promoties heeft ervoor gezorgd dat de ploeg uit de fruitverwerkingsstad inmiddels in de Bundesliga terecht is gekomen. Voor het eerst in het ruim honderdjarig bestaan.

SC Paderborn is bovendien al vanaf dag één in het linkerrijtje te vinden. Eerder werd HSV al opzij gezet en werd bijvoorbeeld een grootmacht als Bayer Leverkusen met tien man op 2-2 gehouden. Het meest werd echter uitgekeken naar de streekderby met het grote Borussia Dortmund. Het wedstrijdverloop kan niet anders omschreven worden als het absolute droomscenario. Na goals van Aubameyang en Reus leek Dortmund al voor rust de zege binnen te hebben. Zelfs de tegentreffer van verdedigende middenvelder Lukas Rupp leek dat niet te verhinderen.

Trainer Moritz Breitenreiter deed vervolgens echter een gooi naar de tactische vondst van het jaar. Met minder dan tien minuten te gaan bracht hij namelijk een aanvallende wissel; centrale verdediger eruit, aanvaller erin. De durf werd direct beloond want in minder dan een minuut tijd bracht Mahir Saglik (de aanvaller in kwestie) de 2-2 eindstand op het bord. Waarmee Paderborn nog een week langer boven de uiterst succesvolle buurman blijft staan.

Tot overmaat van ramp raakte Borussia Dortmund ook nog een Marco Reus opnieuw kwijt. De aanvaller lijkt opnieuw enkele maanden aan de kant te staan en kan wel eens zijn laatste wedstrijd in het geel en zwart hebben gespeeld.

zaterdag 22 november 2014

[video] Waarom Milan toen met 6-0 van Inter won

Vanavond, klokslag kwart voor negen, wordt in San Siro afgetrapt voor de 296ste Derby della Madonnina; de altijd beladen broedertwist tussen Milan en Internazionale. De twee grootmachten, die tot het moment dat Real Madrid ‘La Decima’ binnensleepte lange tijd Milaan tot absolute voetbalhoofdstad maakten, verkeren echter in een allesbehalve denderende vorm. Dat was ook zo in de lente van 2001, toen de roodzwarten als uitspelende ploeg hun seizoen een beetje redden met een vernietigende 6-0 zege op de rivaal.

 

Het was bij uitstek de wedstrijd van Serginho. De Braziliaanse vleugelflitser stond die avond als linkermiddenvelder geposteerd in een 4-4-2 formatie en tekende voor drie assists (waaronder de snelle 1-0 en 2-0) en een doelpunt. Ontketend strafte Milan genadeloos alle fouten van het reddeloze Inter af. De eerste twee treffers werden gemaakt door Gianni Comandini, die pas zijn eerste seizoen in de Serie A meemaakte en daarin nog droog stond.

 

Enkele namen van het wedstrijdformulier: Laurent Blanc, Javier Zanetti, Luigi Di Biagio, Christian Vieri, Alvaro Recoba en invaller Clarence Seedorf aan de kant van Inter; Alessandro Costacurta, Paolo Maldini, Gennaro Gattuso, Kakha Kaladze, Leonardo en Andriy Shevchenko aan de zijde van Milan. Maar ook veel vergeten voetballers: Stéphane Dalmat, Vratislav Gresko, Francisco Farinos, Dario Simic, Benoît Cauet die het zwartblauw droegen, terwijl waarschijnlijk ook weinigen zich meer iets van milanisti als Roque Junior, Federico Giunti, Andres Guglielminpietro en José Mari zullen herinneren.

 

Het seizoen 2000/2001 was niet bepaald een succesverhaal voor de twee clubs uit de modestad. Op vijf speelronden van het einde bevonden ze zich op een troosteloze vijfde en zesde plaats, net genoeg voor Europees voetbal. Inter had zich na één speelronde al ontdaan van succestrainer Marcello Lippi, die nooit een goede match vormde met de nerazzurri. De legendarische Marco Tardelli, bekend van De Schreeuw in de gewonnen WK-finale van 1982, volgde hem op. En bij Milan kostte de sportieve malaise de kop van Alberto Zaccheroni, die in maart was opgevolgd door het duo Cesare Maldini en Mauro Tassotti.

 

Javier Zanetti kan zich de dagen rond de grootste vernedering in zijn loopbaan nog goed herinneren. En met name de fratsen van trainer Tardelli, die hij ‘verreweg de slechtste trainer uit mijn carrière’ noemt in zijn biografie Giocare da uomo (spelen als een man). De Argentijn was destijds al aanvoerder en gerespecteerd om zijn typische manier van spelen, gebaseerd op het niet willen verliezen van de bal. Dat beviel Tardelli echter geenszins, zo merkte de verbaasde nummer 4 op de eerste werkdag van de oefenmeester. ‘Jij moet de bal eerder afgeven’,  bitste Tardelli tegen zijn captain, die antwoordde dat er dan een probleem zou ontstaan. ‘Dat zijn juist mijn eigenschappen.’

 

Maar niet alleen in de omgang schoot Tardelli te kort: op technisch en tactisch gebied was de coach een totale ramp, als we Zanetti moeten geloven. Binnen de selectie was men allesbehalve overtuigd van het systeem met drie verdedigers dat Tardelli graag speelde. ‘(…) En toen kwamen verschillende medespelers met mij praten: ‘Aanvoerder, het gaat slecht’ (…) – ‘Wat hebben jullie in gedachten?’ – ‘Met 4-4-2 zullen we compacter zijn, zo ga je tenminste wat punten halen.’ – ‘Capitano, jij moet met de trainer gaan praten.’

 

Niet voor het eerst deed Zanetti wat hem gevraagd werd. Monter, maar wel met enige onzekerheid over de reactie van Tardelli, stapte hij op de coach af. Diens antwoord, nog voor de Argentijn het concrete voorstel uit de kleedkamer had kunnen uitspreken, was verbijsterend: ‘Oké. We doen het meteen zoals jullie willen. Spoedig, echter, zullen jullie merken ongelijk te hebben. Prima, laten we dat beroemde 4-4-2 maar doen, dat jullie zo na aan het hart gaat.’

 

De resultaten bewezen echter vooral het gelijk van de spelersgroep. De 4-2 overwinning bij Fiorentina bijvoorbeeld, en de 3-0 zege op Atalanta in het weekend voor de stadsderby. Een week van voorbereiding op de cruciale ontmoeting gaat voorbij, als plotseling, één dag voor de wedstrijd, Tardelli zijn mannen in vertwijfeling achterlaat. Zonder enige uitleg laat hij weten dat ze weer met de driemans achterhoede gaan spelen. Zanetti: ‘We weten dan al dat Serginho enorme ruimtes zal krijgen.’

 

En zo gebeurt het ongelooflijke. Milan, dat onder leiding van technisch directeur Maldini, de legendarische vader van de nog legendarischer Paolo, een behoorlijke opleving had doorgemaakt, liet Inter alle hoeken van het veld zien. Comandini, Comandini voor rust, Giunti, Shevchenko, Shevchenko, Serginho in de tweede helft. 6-0. Een uitslag die in de derby van het volgende seizoen groots wordt herbeleefd in de vorm van een meters lang spandoek met daarop uiteraard een tennisracket en zes ballen.

 

Dat was ook de eerste keer dat Filippo Inzaghi Il Derby zou meemaken. Enkele seizoenen later maakte Inter voor het eerst kennis met Roberto Mancini, die vanavond zijn tweede periode als trainer van de club begint. De kans op een nieuwe tardelliaanse vertoning lijkt klein, en daarom nog maar eens wat beelden van de vorige (geniet ook van het commentaar van Milan-watcher Carlo Pellegatti!):

 

[embed]https://www.youtube.com/watch?v=H8T03NmhHTM[/embed]

Abu Dhabi: Een keerpunt in de autosport

Degene die morgen in Abu Dhabi als eerste zijn wiel over de finishlijn drukt tijdens de Grand Prix kan wel eens de laatste winnaar in de Formule 1 'oude stijl' worden. De koningsklasse van de autosport staat op een keerpunt op meerdere gebieden. Te beginnen met de puntentelling.

Hoewel het Yas Marina circuit pas sinds 2009 in gebruik is krijgt het parcours in de oliestaat na zondag, ongeacht de afloop, een permanente plek in de geschiedenisboeken. Voor het eerst in de geschiedenis worden dubbele punten uitgedeeld in de afsluitende race van het seizoen. de regel is aangenomen om de spanning in de hand te werken. Of er echt van enige spanning gesproken kan worden valt echter te bezien. Slechts wanneer Mercedesbaas Toto Wolff besluit dat zijn beide rijders Lewis Hamilton en Nico Rosberg, de laatste twee overgebleven kandidaten voor de titel, het tegen elkaar mogen opnemen mag enige spektakel verwacht worden.

De uitkomst kan wel eens heel belangrijk zijn voor de toekomst van de sport. Hamilton liet al vaker doorschemeren niet helemaal gelukkig te zijn met de status van zijn teamgenoot. De Brit vindt zichzelf namelijk de nummer één van Mercedes GP en wenst ook zo behandeld te worden. Stel dat de teamleiding van Mercedes een vrij gebruikelijke tactiek hanteert: vanaf de start tot de eerste bocht mag er gevochten worden, degene die als eerste bocht één uit komt moet door de nummer twee vanaf dan beschermd worden. In dat geval is Nico Rosberg in het voordeel met zijn pole position in het voordeel.

Mocht het bovenstaande scenario zich aftekenen dan tekent men daarmee ook de ontslagbrief van Hamilton, die het team dan vrijwel zeker de rug toe zal keren. Verder speculeren levert dan op dat na dit seizoen een oud-wereldkampioen, of Hamilton of Fernando Alonso (die zijn plek bij Ferrari kwijtraakte aan Sebastian Vettel), wel eens uit de sport zou kunnen verdwijnen. Ieder een heel contingent vaste fans met zich mee nemend.

Verdere toekomst



Het echte keerpunt zal pas na morgen volgen. De grote baas, Bernie Ecclestone, wil al jaren zijn deelnemersveld dolgraag uitbreiden. Hetzij met het toetreden van het Amerikaanse Haas en het Roemeense Squadra Forza Rossa of met het uitbreiden van twee naar drie rijders van de grote teams.

Ecclestone liet drie jaar geleden ook al vier nieuwe teams toe. Ook toen moest eens stap gezet worden naar een sterker en groter deelnemersveld. Het resultaat na vier jaar: Team USA heeft nooit daadwerkelijk deelgenomen, Team Hispania verdween in 2012 en de teams Caterham en Marussia namen de afgelopen twee races al niet meer deel en lijken na dit seizoen een einde aan de activiteiten maken. Daarnaast sluimeren geruchten over problemen bij Sauber, Force India en zelfs het aloude Renault. De sport is toe aan snelle financiële hervorming voor de races straks een karikatuur op sport worden met duels tussen een zestal coureurs.

Ecclestone is naarstig opzoek naar nieuwe groeimarkten. Niet alleen Abu Dhabi heeft een plek op de kalender gekregen de afgelopen jaren, ook China, Rusland, Bahrein en Singapore mogen jaarlijks een flinke donatie doen in ruil voor een bezoek van het circus van Bernie. In de komende jaren komen daar de opkomende economieën van Mexico en Azerbeidzjan bij en is ook Las Vegas een reële optie.

Het elektrische gevaar



Tot slot is er nog een gevaar van een heel andere orde, die van de duurzaamheid. Dit seizoen is namelijk de nieuwe Formula E klasse begonnen. Een tak van sport die uitsluitend beslecht wordt door elektrische auto's in surrealistische straatdecors als Londen, Peking, Miami en Berlijn.

De klasse staat nu nog in de kinderschoenen maar gezien de trend van de duurzaamheid en de steun van sterke partijen als Virgin-topman Richard Branson en kompanen kan deze klasse wel eens binnen afzienbare tijd een serieuze bedreiging worden. Het grootste verschil tussen '1' en 'E' is het economisch model. Waar de koningsklasse volgens de vrije markt werkt en de rijkste teams dus vaak het beste materiaal hebben is de klasse van de toekomst er één waarin alle bolides gelijk zijn. Niet de auto maar de coureur maakt daarmee het verschil.

De gedachten van vele fans zullen morgen bij oude meesters als Michael Schumacher, Ayrton Senna, Graham Hill, Niki Lauda en James Hunt zijn. Vanaf 2015 kan het wel eens nooit meer hetzelfde zijn.

vrijdag 21 november 2014

Wouters Weekendvisie: Nieuw perspectief voor de Serie A

Beste Lionel,

 

Als zelfverklaard specialist op dit gebied kan ik verzekeren dat het pijn deed, dat #SeriaADreamTeam van vorige week. Er werd een pijnlijk  contrast met het heden blootgelegd. Aanstaande zondag vechten Milan en Inter bijvoorbeeld de Derby della Madonnina uit, maar hoewel de befaamde burenruzie nog wel op prime time geprogrammeerd staat, staan de ware schijnwerpers allang niet meer gericht op deze kraker die geen schim meer is van de grote gevechten uit het zelfs nog recente verleden.

 

Maar: het lachen zal ze snel vergaan, de beschimpers van het edele Italiaanse calcio. Geniet er nog van zo lang het kan jongens, want de ingedutte reus zal spoedig weer ontwaken, nu er serieus wordt doorgepakt  in de strijd tegen de kwalitatieve verarming van de nationale competitie.

 

Natuurlijk: zoals in de jaren tachtig zal het nooit meer worden. Zeker niet in De Laars, waar destijds een transfer van René van de Kerkhof naar Lazio werd afgeblazen vanwege een gedwongen terugzetting naar de Serie B waar buitenlanders niet waren toegestaan. Die jongens van in den vreemde zullen blijven, maar dat is niet de kern van het probleem. Het gaat vooral om de spelers van eigen bodem. Die sneeuwen onder in de onophoudelijke opmars van aankopen uit tropische oorden, die als een klassiek gevalletje 'het gras is groener bij de buren' structureel worden verkozen boven vergelijkbaar lokaal talent.

 

In de nieuwe opzet mag een selectie maximaal vijfentwintig elementen bevatten (en dus geen kan club zich meer eindeloos breedteaankopen veroorloven), waarvan er minimaal vier door de club zelf moeten zijn opgeleid, terwijl er nog eens van minstens datzelfde aantal aan spelers uit het land zelf aanwezig moeten zijn. Logischerwijs mag je de boel wel ongelimiteerd aanvullen met spelers jonger dan 21 jaar.

 

Het moge duidelijk zijn dat ik zeer verguld ben met deze verandering. Niet dat ik het kopen van spelers veroordeel, of per se allemaal onervaren en onrijpe talenten de kans zie krijgen. Ik ben evenmin een voorstander van het opwerpen van quota om meer evenwicht te creëren in bepaalde werelden. In de voetballerij is het echter noodzakelijk om de excessen van het vrijemarkt-systeem aan banden te kunnen leggen.

 

Die sympathieke bevordering van het vrije verkeer van werknemers tussen EU-landen onderling laat namelijk nogal wat ongewenste krassen achter in volkssport nummer 1, die vanwege het succes van vele exotische verrassingen vaak in dezelfde fokkerij naar nog meer gouden eieren zoekt, om vervolgens zichzelf echter misselijk te eten aan de veel te grote smakeloze omelet die het voetbal bijkans geworden is. Tweede- en derderangs Braziliaanse en Argentijnse garnituur; het komt allemaal veel te eenvoudig in groten getale de Zuid-Europese competities in, vanwege de verre familiebanden.

 

In Italië is gelukkig het begin gemaakt om te stoppen met deze onzin. En levert het sportief onverhoopt toch geen meerwaarde op, dan kunnen de fans tenminste nog leven met het idee dat er plaatselijke helden ten tonele verschijnen, in plaats van hordes dertien-in-een-dozijn Zuid-Amerikanen en Afrikanen. Bovendien: hoe meer landen dit voorbeeld volgen, hoe rooskleuriger de positie van ons eigen brave Nederland weer wordt.

 

De nieuwe bondsvoorzitter Carlo Tavecchio werd bij zijn aanstelling nog massaal weggehoond omdat hij de zoveelste bejaarde ex-politicus was die van zijn invloedrijke vrienden - zoals Milan-directeur Adriano Galliani en Lazio-eigenaar Claudio Lotito - langs zijn directe tegenstander werd geloodst: de frisse veertiger én ex-prof Demetrio Albertini. Behoudende achteruitgang in plaats van progressieve verandering. Niets blijkt echter minder waar. De volgende stap lijkt trouwens ook al aanstaande: de competitie terugbrengen naar het meer realistische aantal van achttien ploegen, om de Serie A in de breedte nog sterker te kunnen maken.

 

Met deze wetenschap in het achterhoofd kun je het aanzien van een draak van een Milanese derby dus wel in perspectief plaatsen. Ik hoor maandag weer van je!

 

Groetjes,

Wouter

 

Arsenal-Manchester United: De echte Premier League topper

Afbeelding: Commons.wikimedia.org

De Premier League staat bijna wekelijks garant voor een topduel. Met Arsenal, Chelsea, Manchester City, Manchester United en Liverpool kent de competitie dan ook vijf grootmachten. Gedurende het seizoen gaan we op zoek naar de verhalen achter de duels. Dit weekend: Arsenal-Manchester United.

Geen wedstrijd in Engeland die zijn faam meer te danken heeft aan de invoering van de Premier League dan Arsenal-Manchester United. De Gunners en de Red Devils belichamen als geen andere de comeback van het Engels voetbal sinds de jaren negentig. De oorzaak is vooral dat de twee traditieclubs tegelijk met de invoering van de nieuwe competitie en de daarbij behorende media-aandacht een periode van hoogtij beleefden. Daarbij komt dat de tweestrijd net voor invoering van de nieuwe hoogste afdeling van het Engels voetbal was losgebarsten.

Tussen 1894 en 1990 waren de clubs elkaar al meer dan 150 maal tegengekomen in de toenmalige First Division en de verschillende bekertoernooien die Engeland rijk is. En hoewel beide ploegen ook de nodige successen kenden was van echte haat en nijd geen sprake. Pas als Sir Alex Ferguson in 1986 aantreedt als manager bij United en de club aan een opmars begint beginnen ook de confrontaties tussen de beide selecties in hardheid toe te nemen. Het blijft bij onschuldige pesterijtjes over gemiste strafschoppen en verloren duels. Tot 20 oktober 1990.

Als de twee teams elkaar in Old Trafford ontmoeten slaat in de tweede helft de vlam in de pan. Arsenal is tegen het einde van de eerste helft door een enigszins controversieel doelpunt van Anders Limpar aan de leiding gekomen (was hij over de lijn of niet). Als Limpar en Manchester United-verdediger Denis Irwin in een duel om de bal verwikkeld zijn komt Arsenalverdediger Nigel Winterburn onbesuisd tussenbeide. Wat volgt is een klein opstootje zoals je ze zo vaak ziet op de velden. Toch is de FA er klaar mee en geeft beide ploegen strafpunten, Arsenal raakt twee punten kwijt, United één. Het is tot op heden nog altijd de enige keer dat de Engelse voetbalbond clubs punten afneemt naar aanleiding van gedragingen van spelers op het veld. NIgel Winterburn zegt jaren later tegen The Independent zich bewust te zijn dat hij waarschijnlijk de aanstichter van het kwade bloed tussen beide ploegen sindsdien is.



Invoering van de Premier League
Het duel in Old Trafford wordt door de harde kernen gezien als het officiële startschot van de rivaliteit. De rivaliteit komt helemaal los als Arsenal enkele maanden later in het eigen Highbury bovendien ook nog eens de titel in de wacht sleept in de wedstrijd tegen Manchester United. Het is een tijd waarin het Engels voetbal nog voornamelijk door Britse spelers worden bevolkt. De wedstrijd van 20 oktober zag bijvoorbeeld een Manchester United met één Ier, tien Britse basisspelers en twee Britse invallers. Arsenal stelt een Zweed op tussen de Engelsmannen en brengt in de tweede helft nog een Ier.

Daar komt vanaf begin jaren negentig verandering in. Twintig clubs, waaronder Arsenal en United, besluiten dat het Engelse voetbal aan hervorming toe is. Vanaf 1992 komen de twintig founding fathers uit in de Premier League. De grote winnaar is Manchester United. Sir Alex Ferguson heeft op dat moment vijf jaar aan zijn ploeg kunnen werken en de kroon op zijn werk is Eric Cantona. De Fransman heeft Leeds United in 1992 de laatste kampioen van het pre-Premier League tijdperk gemaakt.

Arsenal wordt in het eerste jaar van de nieuwe competitie slechts tiende maar pakt wel de FA Cup en de League Cup. Toch zullen de twee in de twaalf jaar die volgen de competitie domineren. SLechts één jaargang ('94/'95, Blackburn Rovers) grijpen beide ploegen naast de titel. De eerste jaren is het vooral United dat domineert. Het keerpunt volgt bij het aantreden van manager Arsène Wenger bij Arsenal. Al direct bij het eerste duel tussen de ploegen met Wenger aan het roer raakt de sfeer verhit. Zijn het eerst nog Uniteddoelman Peter Schmeichel en Arsenalspits Ian Wright die het op en om het veld aan de stok krijgen, in de duels die volgen beginnen Ferguson en Wenger elkaar te bestoken met hatelijke opmerkingen. Zo meent Ferguson dat Wenger zo weinig ervaring heeft dat hij alleen een mening over Japans voetbal mag hebben.

Wenger slaat echter keihard terug door het heersende United in 1998 van de troon te stoten door de dubbel te pakken met Arsenal. Het verschil tussen de twee grootmachten in de eindstand is één punt. Arsenal verzamelt 78 punten, United 77. Het is de voorbode voor wat de komende vijf jaar gaat komen. In ´99 pakt United de titel met een punt voorsprong (78) op Arsenal. Ook in 2000 en 2001 blijft United de Londenaren voor tot in 2002 Liverpool zich tussenbeide mengt, United wordt slechts derde, het slechtse resultaat in de Premier League geschiedenis.

Verhitte confrontaties
Vanaf seizoen 2002/'03 vindt de strijd ook buiten de zestien meter gebieden van de kemphanen plaats. Zo deelt Sol Campbell een elleboogstoot uit aan Ole Gunnar Solskjaer in 2002. Het is valk voor het hoogtepunt (of dieptepunt) van de strijd.

Het Arsenal van 2003/'04 is onverslaanbaar. De ploeg wordt zonder verliespartij kampioen van Engeland. Hoewel dat slechts een haar scheelt. In Manchester krijgt sterkhouder Patrick Vieira tien minuten voor tijd de rode kaart, hij trapt na, na wild inkomen van Ruud van Nistelrooy. Ryan Giggs heeft dan al eens op de paal geschoten. De wedstrijd blijft tot diep in blessuretijd de 0-0 stand houden. Dan mag Van Nistelrooy aanleggen voor een strafschop.



Het missen van de strafschop en de verhitte reacties, met name van Martin Keown, die erop volgen gaan de geschiedenis in als The Battle of Old Trafford en The Great Ruud van Nistelrooy Incident. Na het laatste fluitsignaal krijgen maar liefst vier spelers alsnog de gele kaart.

Niet veel later volgt opnieuw een confrontatie die een titel heeft gekregen alsof het een bokspartij betaamt: The Battle of the Buffet. Opnieuw is het een controversiële strafschop, ditmaal wel benut door, Van Nistelrooy, die de wedstrijd uit de hand doet lopen. Door de zege van Manchester United blijft de ongeslagen recordreeks van Arsenal steken op 49 wedstrijden.

Opkomst van nieuwe grootmachten en verkoeling
De Battle at the Buffet is de laatste echte grote confrontatie tussen de twee grootmachten. De opkomst van eerst Chelsea en later Manchester City (opvallenderwijs afkomstig uit dezelfde steden), de strategische keuze van het Arsenalbestuur om te investeren in een nieuw stadion in plaats van de selectie en de recente val van Manchester United doen de gemoederen iets verkoelen. Sir Alex laat zich zelfs positief uit over zijn voormalige rivalen als Arsenal het op moet nemen tegen Chelsea.

In augustus 2011 lijkt de rivaliteit nieuw leven in geblazen te worden als United met 8-2 van Arsenal wint. Het is voor het eerst in meer dan honderd jaar dat The Gunners acht doelpunten in een duel tegen krijgen. Het blijkt echter niet veel effect te hebben op de supporters. Zelfs de controversiële overstap van Arsenal boegbeeld Robin van Persie naar United in 2012 doet niet heel veel stof opwaaien.

In 2014/'15 betekent Arsenal-Manchester United op 22 november een duel tussen de nummer 6 en 7 van de ranglijst. Clubs die bovendien na een derde van de competitie meer wedstrijden niet wonnen dan wel. Twee teams die bovendien ook al gemiddeld meer dan één goal per wedstrijd tegen kregen tot nu toe. Koploper Chelsea is al ruim uit zicht verdwenen en zelfs de felbegeerde Champions League plekken worden bezet door clubs met een aardige puntenvoorsprong. De uithangborden van beide clubs zijn bovendien vier spelers die werden afgedankt in een competitie die de Engelse qua populariteit voorbij is gestoken: Falcao, Angel Di Maria, Mesut Özil en Alexis Sanchez kwamen in het recente verleden allen uit voor Spaanse clubs.

Tot slot is ook Sir Alex van het toneel verdwenen en heet Arsène Wenger het tegenwoordig drukker met Chelsea-manager José Mourinho dan met Louis van Gaal. Het maakt de wedstrijd die het succes van de Premier League ooit definieerde tot niets meer dan een duel in de marge.

donderdag 20 november 2014

Kijk naar Duits bewijs: de tweede divisie moet terugkeren

Begin oktober kwam naar buiten dat de KNVB zich sterk maakt voor de herinvoering van de tweede divisie. De competitie die tussen 1956 en 1971 al onderdeel van de voetbalpiramide was. In de tweede divisie moeten veertien amateurclubs en vier reserve-elftallen een plek krijgen. Een betoog voor invoering aan de hand van Duitse bewijsstukken.

Al vele jaren probeert men bij de KNVB het gat tussen amateurs en profs te verkleinen. Van hoger hand (UEFA) is immers bepaald dat in heel Europa het voetbal een open competitiestructuur moet hebben. Dit betekent dat degraderen naar en promoveren uit de amateurdivisies naar de profs mogelijk moet worden. De eerste stap die hiertoe gezet werd was de invoering van de topklasse in 2010. In plaats van zes regionale hoofdklasses, drie op zaterdag en drie op zondag, werden de beste amateurverenigingen van het land ondergebracht in twee landelijke hoogste amateurdivisies. Hoewel de topklasse veel weerstand kreeg van de betreffende amateurverenigingen, zij waren bang hun regionale karakter te verliezen, is de nieuwe competitie uiteindelijk toch van de grond gekomen. De topklasse wordt tegenwoordig, slechts vier jaar na invoering, al door het overgrote deel van Nederland serieus genomen.

In het originele plan was het de bedoeling dat de algeheel amateurkampioen, te bepalen na een finale tussen de zaterdag- en de zondagkampioen, jaarlijks zou promoveren naar de Jupiler League. De hekkensluiter van die competitie zou dan een stap terug moeten doen. Daarmee werd het eerste probleem, de gesloten Jupiler League en het amateurplafond van de hoofdklasse, opgelost. Toch hebben pas één degradatie en slechts twee promoties plaatsgevonden sinds de invoering. De verplichte promotie/degradatieregeling werd omgezet in een optionele promotie en kwam nooit echt van de grond. Daarbij kwam ook nog eens dat bestaande Jupiler League clubs als Veendam, RC, HFC Haarlem en AGOVV faillisement moesten aanvragen. Geen reclame voor amateurverenigingen met nog minder financiële slagkracht om eens een sprong in het diepe dat profvoetbal heet te wagen.

Lees het hele artikel (leestijd 6 minuten) in MyJour hier.

woensdag 19 november 2014

Sporttrends van 19 november #MalkyMackay, #AbuDhabiGP en #JasonCollins

Afbeelding: David Perreira, Wikimedia Commons

Iedere dag rond de klok van 18.00 brengt Sportpreview jouw het belangrijkste sportnieuws van de dag. Handig verzameld in een bericht met een leestijd van twee minuten. De mate van belangrijkheid bepaalt Twitter, dagelijks bespreken we de drie grootste trending topics op sportgebied.

#MalkyMackay
Malky Mackay wordt de nieuwe coach van Wigan Athletic. Tenminste, als de FA de Schot niet schorst. Mackay wordt namelijk verdacht van racisme. In zijn tijd als manager van Cardiff City zou Mackay smsjes met seksistische, racistische en homofobische lading hebben rondgestuurd. Mackay vindt zichzelf geen racist en zegt in therapie te zijn geweest. De Engelse voetbalbond FA heeft nog altijd een lopend onderzoek naar de zaak. Het is de tweede keer in een week tijd dat een controversieel figuur in het Engelse voetbal opduikt. Vorig week liet tweede divisie ploeg Ched Evans, net vrij na een celstraf wegens verkrachting, meetrainen.

#AbuDhabiGP
De slotrace van het formule 1 seizoen komt steeds dichterbij. De fans en teams zijn inmiddels gearriveerd zodat morgen de eerste kilometers in de vrije trainingssessies gemaakt kunnen worden. Onder die teams is ook het geplaagde Marussia GP. Marussia, en ook Caterham, miste de afgelopen twee races vanwege financiële problemen. Mogelijk is het de laatste race van beide teams in het oliestaatje.

#JasonCollins
Er gebeurt van alles in de grootste basketbalcompetitie op aarde. Zo stopt Jason Collins van Brooklyn Nets ermee. Collins was pas negen maanden in dienst van de New Yorkse ploeg. Collins werd vooral bekend nadat hij anderhalf jaar geleden in het tijdschrift Sports Illustrated openbaarde homoseksueel te zijn. Collins was daarmee de allereerste atleet in de vier grote sporten van de VS (basketbal, honkbal, American football en ijshockey) die voor zijn geaardheid durfde uit te komen. De reacties op zijn openbaring waren volgens Collins zelfs over het algemeen positief. Collins was dertien jaar actief in de NBA.

dinsdag 18 november 2014

Sporttrends van 18 november #AdrianPeterson, #Oranje en #F1

Afbeelding: David Perreira, Wikimedia Commons

Iedere dag rond de klok van 18.00 brengt Sportpreview jouw het belangrijkste sportnieuws van de dag. Handig verzameld in een bericht met een leestijd van twee minuten. De mate van belangrijkheid bepaalt Twitter, dagelijks bespreken we de drie grootste trending topics op sportgebied.

#AdrianPeterson
Voor de tweede dag op rij haalt een American football onderwerp de trends van de dag. Adrian Peterson van Minnesota Vikings hoorde vandaag zijn straf. Peterson moet een jaar aan de kant moet blijven. De NFL kampt met een groot imago probleem. Vele spelers worden betrapt bij, of beschuldigd van geweldsdelicten. Peterson zou bijvoorbeeld buitensporig veel geweld bij het bestraffen van zijn zoon hebben gebruikt. Volgers vinden de straf (een jaar schorsing en geen salaris) te mager.

#Oranje
Het Nederlands elftal blijft ook het nieuws halen. Volgens het Algemeen Dagblad is Guus Hiddink in maart geen bondscoach van Oranje meer. Toch is het dat andere Oranje dat de headlines heeft overgenomen. Het Nederlands vrouwenvoetbalelftal Voor de WK-kwalificatie play-off tegen Italië zijn een recordaantal toegangsbewijzen verkocht. In Den Haag zullen 10.000 fans de Oranje Leeuwinnen aanmoedigen.

#F1
De Formule 1 is vooral in Groot-Brittannië een hot topic. En niet onterecht. Lewis Hamilton gaat nog altijd aan de leiding in het klassement en zondag wordt de laatste grand prix verreden. Hamilton kan door de nieuwe regels (dubbele punten te verdelen bij deze race) nog voorbij gestoken worden door zijn Duitse ploegmaat Nico Rosberg. De afgelopen vier jaar werd een andere Duitser wereldkampioen, Sebastian Vettel. Daarvoor waren twee Britten de besten: Jenson Button in 2009 en Lewis Hamilton in 2008.

De wisselvallige resultaten van carrièreswitchers

Afgelopen weekend was een droog gespierde Tim Wiese te bewonderen tijdens het WWE-evenement van Frankfurt. WWE is de organisator van het vooral in de jaren tachtig populaire showworstelen. Voormalig Werder Bremen en Hoffenheimdoelman Wiese ziet in zichzelf wel een deelnemer aan het theater van Hulk Hogan, Stonecold Steve Austin en The Rock. De resultaten van eerdere sportcarrièreswitchers ondersteunen die denkwijze niet. Een klein betoog waarom Wiese beter in de sportschool kan blijven.

Als Wiese besluit 'wedstrijden' te worstelen wordt hij de zoveelste sporter in een lange reeks van carrièreswitchers. Terwijl Wiese de WWE instapt, stapt leve legende CM Punk er juist uit om richting UFC te gaan. Op die lijst staan overigens niet alleen mindere goden. Ook meervoudig schaatswereldkampioen Rintje Ritsma en de, door velen beschouwd als, beste basketballer aller tijden Michael Jordan waagden zich ooit aan een overstap naar een andere sport. Vrijwel nooit leidde de verhuizing tot het gewenste succes. De reden daarvan is bovendien vaak hetzelfde: verkeerde motivatie.

De vader van Michael



De overstap die het meeste stof deed opwaaien is zonder twijfel die van Michael Jordan. His Royal Airness besloot na drie NBA-kampioenschappen met Chicago Bulls dat het wel genoeg was op de basketbalcourts en stapte in de zomer van 1994 over naar de diamond van het honkbalveld.

Het beoefenen van meerdere sporten op hoog niveau is in Amerika overigens minder bevreemdend dan in Europa. Jonge atleten spelen vaak American Football én honkbal of basketbal. Een aantal uitblinkers wordt bij het verlaten van de schoolbanken zelfs gedraft door teams uit verschillende sporten. Het meest bekende voorbeeld is ex-honkballer Dave Winfield die als schoolverlater kon kiezen uit het honkbalteam van San Diego Padres (waarvoor hij koos), de basketbalploegen Atlanta Hawks (NBA) en Utah Stars (ABA) en de American Footballers van Minnesota Vikings.

Dit geldt niet voor Jordan. Al op de middelbare school wordt duidelijk dat Jordan zich het beste kan richten op basketbal. Dat dit de juiste keuze is blijkt uit zijn statistieken: zes keer NBA-kampioen, tien keer topscorer, vijfvoudig MVP, zesvoudig NBA-finals MVP en veertien keer all-star om slechts de bij het grote publiek bekende prijzen op te sommen. De lijst verdeelt zich in twee periodes, de eerste tussen 1984 en 1993 en na een adempauze van anderhalf jaar een tweede tussen 1995 en 1998.

Die adempauze gebruikt Jordan om zich te richten op zijn honkballoopbaan. In oktober 1993 belegt hij een persconferentie waarin hij uitlegt geen ambitie meer te hebben in de basketbalsport na drie kampioenschappen op rij. Ook de moord op zijn vader, eerder in 1993 speelt een belangrijke rol in zijn beslissing te stoppen als basketballer. Zijn pensioen als profsporter is echter van korte duur als hij in februari 1994 een klein contract bij Chicago White Sox tekent. Een honkbalploeg. De reden van de overstap laat zich raden, de vermoorde Jordan senior had meer dan eens laten blijken dat zijn grote droom niet een basketbalcarrière maar een honkbalcarrière voor zijn getalenteerde zoon was. Jordan voelt zich verplicht die droom uit te laten komen. Dat de teameigenaar van White Sox, ook de grote baas van Jordans eerdere werkgever Chicago Bulls is komt daarom goed uit.

Dat de honkbalwereld in het eerste kwartaal in staking is de redding voorde zwak spelende Jordan. Bij de satellietteams van White Sox (de zogenaamde minor league teams) komt aan het licht dat Jordan vele malen minder aanleg voor honkbal dan voor basketbal heeft. De eerste maanden brengt hij door bij Birmingham Barons waar hij in slechts één op de vijf slagbeurten een bal raakt (.202). In de herfst kreeg hij een kans bij Scottsdale Scorpions waar hij iets zich verbeterde (.252) maar nog altijd ver achterbleef bij de jonge talenten die bij Barons en Scorpions zijn gestald om ervaring op te doen. Een jaar na zijn intrede belegt Jordan een nieuwe persconferentie. Jordan keert terug naar de Bulls, een illusie armer maar een vrachtlading aan motivatie rijker.

Voetballers in de NFL Europe



De lijst aan Amerikaanse toppers die meer dan één sport beoefenden is eindeloos. Zo speelde American Footballgrootheid John Elway voor satellietteams van de honkballers van New York Yankees en Kansas City Royals, werd NFL-speler Ed 'Too Tall' Jones kortstondig profbokser en werd onlangs bekend dat shorttrackschaatser Eddy Alvarez (niet te verwarren met de gelijknamige MMA-vechter) de zilveren medaille op de estafette op de Olympische spelen van Sotsji een mooi moment vond om te stoppen. De 24-jarige werd in juni gecontracteerd door de honkballers van Chicago White Sox, inderdaad de ploeg die ook Jordan ooit binnenhaalde.

In Europa is vooral aan het einde van de jaren negentig een stortvloed aan switchers te vinden. De reden is de nieuw opgerichte NFL Europe League. Een professionele American Football competitie door heel Europa. Zo wordt de Engelse ex-international Clive Allen (speler voor onder andere Chelsea, Arsenal, Manchester City en Tottenham Hotspur) twee jaar na zijn pensioen ingelijfd door London Monarchs. Allen krijgt de rol van Placekicker, de man die de afstandsschoten moet afvuren bij fieldgoals en extra points. Allen houdt het slechts een seizoen vol. Allen heeft nooit de ambitie een echte topper in zijn nieuwe sport te worden en dat laat zich blijken. Allen is niet meer dan een karikatuur. Hetzelfde overkomt de Duitser Manfred Brugsmüller en ex-Barcelona keeper Mariano Angoy. De voormalige voetbalprofs lijken vooral tew zijn ingezet als publiekstrekkers.

Anders is dat voor Silvio Diliberto. Ook Diliberto wordt placekicker in de NFL Europe League. Hij verovert in 1997 een plek bij de succesvolle Amsterdam Admirals. Ook Diliberto was al afgezwaaid als voetbalprof na een carrière bij Sparta Rotterdam, Roda JC, HFC Haarlem en FC Eindhoven. Als hij in 1997 onder contract komt te staan bij Admirals volgt hij een andere voetbalprof op, Hans Werdekker. Diliberto doet het een stuk beter dan Allen en Werdekker en blijft tot 2004 de kicker van de Amsterdammers. Diliberto is daarmee één van de weinigen die kan terugkijken op een succesvolle overstap. Met Diliberto wordt de ploeg drie keer derde in de competitie.

Schaatsers en fietsers



In Nederland is vooral de overstap van de schaats naar de fiets een populaire. Eind jaren tachtig was Ingrid Haringa de sprintkampioene van Nederland. Op de korte afstanden won ze vier keer op rij goud op het nk. Op de Olympische spelen van Calagry werd ze vierde. Een mooi moment om over te stappen naar de fiets. In haar debuutjaar 1991 wordt Haringa direct tweevoudig wereldkampioene op de baan, ze verovert goud op de sprint en de puntenkoers. Ook in de jaren die volgen zal ze wereldtitels en Olympische medailles veroveren.

Het omgedraaide geldt voor Jan Bos. De allereerste Nederlandse schaatswereldkampioen op de sprintmeerkamp. Als zijn jongere broer Theo een begenadigd baanwielrenner blijkt die vele wereldtitels in de wacht sleept besluit Jan Bos samen met Theo en met Teun Mulder de teamsprint op de wielerbaan aan te pakken. Hij doet dit gewoon naast het schaatsen. Hoewel hij geen tastbare prijzen wint op de verschillende toernooie heeft hij er indirect wel profijt van, zijn enigszins verminderde schaatsprestaties verbeteren weer en in 2006 staat hij na zeven jaar weer eens op het podium bij een wk sprint.

Momenteel is de Tsjechische Martina Sablikova te vinden in beide disciplines. Dat het schaatsen haar primaire doel is, is af te lezen aan haar uitslagen in het wegpeloton. Haar deelnames aan de diverse wereldkampioenschappen in de afgelopen jaren laten zich niet anders omschrijven dan startlijstvulling.

Tot slot is er nog Rintje Ritsma. De beer uit Lemmer is nog altijd één van de beste schaatsers die de wereld ooit gekend heeft. Na zijn carrière, die hij in 2009 afsloot, Stortte Ritsma zich op de racesport. Zo deed hij mee aan de BMW130i Cup, behaalde hij zijn racelicentie in de motorklasse Superbike en nam hij dit jaar zelfs deel aan de vermaarde Dakar-rally. Dat Ritsma het racen als hobby ziewt heeft hij nooit onder stoelen of banken gestoken.

maandag 17 november 2014

Sporttrends van 17 november #Redskins, #ArjenRobben en #RobinvanPersie

Afbeelding: David Perreira, Wikimedia Commons

Iedere dag rond de klok van 18.00 brengt Sportpreview jouw het belangrijkste sportnieuws van de dag. Handig verzameld in een bericht met een leestijd van twee minuten. De mate van belangrijkheid bepaalt Twitter, dagelijks bespreken we de drie grootste trending topics op sportgebied.

#Redskins
Het belangrijkste sportgespreksonderwerp vandaag werd vooral in de Verenigde Staten besproken. De geplaagde Washington Redskins hebben niet alleen een naam die waardeloos is verklaard, ook de selectie blijkt niet veel soeps. De ploeg, die deze zomer het Amerikaans patentenbureau het copyright op de naam Redskins hoorde intrekken, verloor op zondag opnieuw en wordt volgens de twitteraars langzamerhand een treurige vertoning in de NFL. Met name quarterback Robert Griffin III, de spelverdeler heeft niet de benodigde handelingssnelheid voor het hoogste niveau en moet uit de basisopstelling verdwijnen volgens de polls.

#ArjenRobben
Een Nederlands onderwerp dat hoge ogen gooit in het buitenland, dat is Arjen Robben. De buitenspeler gaf zijn shirt aan een gehandicapte fan, leidde zijn land langs Letland en blijkt ook nog eens met de Belg Eden Hazard te strijden om de titel dribbelkoning van Europa. Van die zaken was vooral de eerste reden om zijn naam vaak terug te zien in de tweets. Onder andere het populaire TheSportBible, het blog Bleacher/Report en de krant The Independent gaven het shirtje ruilen van de Groninger aandacht.

#RobinvanPersie
Het laatste onderwerp van vandaag is Robin van Persie. De aanvoerder van Oranje sprak zich duidelijk uit over Selfiegate. De Selfie van Memphis Depay die via Leroy Fer op de website van van Voetbalzone terecht kwam leidde tot een tsunami aan racistische commentaren. Voetbalzone besloot daarop de foto van de website te halen en een verklaring tegen racisme te publiceren. Een dergelijke verklaring liet ook de aanvoerder van Oranje na de gewonnen wedstrijd tegen Letland optekenen.

Lionels Weekvisie: Een sportweekend van niets

Beste Wouter,

Vaak bedenk ik op vrijdag alvast een aantal mogelijke onderwerpen voor de column van maandag. Ik neem de evenementen van het weekend door en onderstreep waar wel eens iets interessants in kan zitten. Nederland-Letland, Tsaar Guus, Wladimir Klitsjko, Novak Djokovic en Roger Federer. En wat denk je? Het werd allemaal niets.


Te beginnen in Londen. Met namen als Kei Nishikori en Milos Raonic op de deelnemerslijst van de ATP Finals dacht ik een goede insteek voor het einde van een tennisdynastie te hebben. De Japanner en de Canadees kunnen al het gehele jaar op mijn sympathie rekenen zoals ook de Bulgaar Grigor Dimitrov en de Australiër Nick Kyrgios dat kunnen. Tegen beter weten in predik ik al het gehele tennisjaar dat dit toch echt de laatste Federer-Nadal, Nadal-Djokovic of Djokovic-Federer ontmoeting in een grote finale zal worden en dat de nieuwe generatie klaar staat.

Na de US Open van afgelopen september leek ik eindelijk mijn gelijk te krijgen. Nishikori-Cilic was de eerste finale in vele jaren zonder één van de Big Four van het mondiale tennis als deelnemer. In de aanloop naar de finale van gisteren zagen we Djoker en Fed-Express echter keihard terugslaan. Beide heren verloren in de poulefase minder games aan hun drie tegenstanders dan elke andere tennisser ooit op het officieuze wereldkampioenschap had gedaan. Ik scherpte mijn pen om over een glorieus einde van een tijdperk te schrijven. Totdat naar buiten kwam dat Federer geblesseerd afhaakte.

Dan Wladimir Klitsjko, ook al zo'n onaantastbare dynastie waarvan ik al tijden roep dat het zijn beste tijd heeft gehad. Hoewel de ene helft van de gebroeders Klitsjko, oudste broer Vitali, het geweld in de ring heeft verruild voor het geweld van de politiek hangt de bokswereld nog altijd in de stalen houtgreep van de jongste telg van de familie. Ook zaterdag jongstleden was binnen een minuut al te zien dat de Bulgaar Kubrat Pulev de zoveelste scalp voor Wladimir zou zijn. Al in de eerste ronde ging de uitdager twee keer tegen het canvas. Terwijl ik mijn pen al in de zwarte inkt had gedoopt. Pulev was tot aan het gevecht met Dr. Steelhammer namelijk ongeslagen in zijn profcarrière. Zoals ook recente voorgangers Mariusz Wach, Francesco Pianeta, Alexander Povetkin en Alex Leapai dat waren voordat ze tegen 'De Onaantastbare' in de ring kwamen.

Wladimir Klitsjko werd zaterdag na zijn overwinning eens te meer uitgedaagd door Shannon 'The Cannon' Briggs. De vijftiger die maar niet kan accepteren dat hij nooit een topper in het zwaargewicht is geworden. Briggs heeft er zijn levenswerk van gemaakt Wladimir als een soort groupie achterna te reizen over de gehele wereld. Op YouTube zijn zelfs video's verschenen van The Cannon die ergens in een lunchroom Wladimir zijn lunch afpakt en hem opeet. Ook zaterdag was hij aanwezig, enkele dagen eerder had hij een vlucht van Washington naar Hamburg gepakt om toch vooral zijn stem te laten horen en zijn biceps te tonen. De boodschap: Wladimir, kom eens tegen een echte man uit. Hoewel The Cannon misschien niet die echte man is zijn er inderdaad voldoende klasse-boksers die wel een kans verdienen: Tyson Fury en Deontay Wilder voorop.

En dan is er nog de Australische Tsaar uit Nederland: bondscoach Guus Hiddink. Reikhalzend keek iedereen uit of Aussie Gus dan toch echt de allergrootste blamage uit het Nederlands voetbal op zijn naam ging krijgen. Verliezen tegen Letland zou een nationale ramp zijn geweest die de Zwarte Pieten discussie had doen verstommen. Ook ik had mijn pen al geslepen om Tsaar Guski eraan te rijgen. Helaas, of in dit geval misschien gelukkig, bleek al binnen vijf minuten dat zondag de zestiende niet de dag des oordeels was. Oranje liep uit naar 6-0, Guus ruziede wat met Jack van Gelder en tot maart blijft alles rustig.

Het bleek al met al een weekend van niets.

Ik spreek je vrijdag,

Lionel