zaterdag 31 januari 2015

Dit is geen Super Bowl preview

Dit is geen Super Bowl preview. Het is geen vooruitblik op de negenenveertigste uitgave van de finale van de NFL. Dit verhaal gaat niet over verdedigend kampioen Seattle Seahawks of over het grootste team sinds de millenniumwisseling New England Patriots. De Super Bowl is het grootste eendaagse sportevenement op aarde maar ook dat speelt geen rol. Op Sportpreview zal je geen uitgebreide voorbeschouwing vinden.

Dit is geen Super Bowl preview. Ook al kijken we al naar de Super Bowl sinds Dallas Cowboys op 31 januari 1993 de Vince Lombardi trofee claimde, veel weten we er niet van. Dit verhaal gaat daarom niet over Ray Rice of over Adrian Peterson. Ook niet over Odell Beckham JR.. Het gaat niet over Bill Belichick en Tom Brady. We spreken ook niet over Marshawn Linch en Russell Wilson. We weten niets over het Regular Season of over de Play Offs. We hebben ook geen kennis van College Football of de Pro Bowl.

Dit is geen Super Bowl preview. We schrijven niet over Roger Goodell of Washington Redskins. Vandaag spreken we niet over Spy Gate of over Deflate Gate. Niemand heeft het nog over Fail Mary. Sportpreview weet niets van The Defending Champion of van The Team of the Decade. We beschikken niet over cijfers van de Best offence of de Best Defence. We weten niets van Passing of Rushing.

Dit is geen geschiedenisles
Dit is geen Super Bowl preview. Dit artikel gaat niet over Broadway Joe Namath of over Joe Montana. Het gaat ook niet over John Elway of Jim Brown. En zelfs niet over Ray Rice of Emmitt Smith. We hebben het niet over Vince Lombardi of Hank Stram. Het gaat niet over Green Bay Packers versus Kansas City Chiefs. Of over Seattle Seahawks versus Denver Broncos. Het gaat niet over Pittsburgh Steelers of Dallas Cowboys. Maar ook niet over Minnesota Vikings of Chicago Bears.

Dit is geen Super Bowl preview. Vandaag hebben we het niet over Doug Wilson of The Catch. Dit is geen verhaal over Manning to Tyree of over wat er twaalf maanden geleden gebeurde. Dit is simpelweg een beknopte geschiedenis van de NFL. Het is een kleine kroniek in vierhonderd woorden van een sport die beter verdient dan de liefde van de Verenigde Staten alleen. Het is de opstap voor de ontdekkingsreiziger in de sport, op zoek naar onontgonnen gebied. Daar waar de bal niet rolt en het gras niet geurt. Maar het is absoluut geen Super Bowl Preview.

Underdogs favoriet op WK Veldrijden

Worden het rhino's, grifo's, pipistrello's of kiest men toch nog de onvolprezen glasband? Het is slechts één van de vele vraagtekens in de jacht op de regenboogtrui. Toch wijzen meerdere factoren het uit: op het WK Veldrijden in Tabor zijn twee underdogs de te kloppen mannen.

Natuurlijk valt er weinig af te dingen op de door de pers likkebaardend gepresenteerde tweestrijd. Holland-België; andere smaken zijn slechts bijgerechten in het winterse Tabor. Thuisrijder Martin Bina, de Zwitser Julien Taramarcaz of oosterbuur Philip Walsleben maken op voorhand alleen kans bij een collectief falen van de oranje en lichtblauwe troepen, die op volle oorlogssterkte naar Tsjechië zijn afgereisd. Maar waar de aandacht met name uitgaat naar de Nederlander Mathieu van der Poel en zijn Vlaamse evenknie Wout Van Aert, is het parcours dat hen wacht meer op het lijf geschreven van Lars van der Haar en Kevin Pauwels.

Pauwels won immers in 2011 en 2012 de wereldbekercross op dezelfde omloop, terwijl hij vorig seizoen als tweede finishte achter Van der Haar, die op zijn beurt met een tweede plek achter Pauwels in Tabor het jaar voordien zijn eerste world cup-eremetaal behaalde. Het tweetal is bij uitstek gemaakt voor snelle veldritten, waarvoor het Zuid-Boheemse stadje altijd garant staat. Het parcours dat voor het WK werd uitgetekend telt weliswaar veel scherpe bochten, maar is zelfs met een modderige ondergrond bovengemiddeld vlot.

Dat Mathieu van der Poel en Wout Van Aert de zware crossen in de Lage Landen beheersten, zegt niet zoveel over de titelstrijd van zondag. Met hun lange benen ploegden ze zich het soepelst voort door de drassige  bossen en ook de vele loopstroken en trappen verteerden de twintigjarige raspaardjes beter dan hun met minder lange ledematen gezegende collega's. In Tabor treffen ze een omloop met slechts één trap en één balkenzone. Voor de rest is het een kwestie van gezwind door de bochten manoeuvreren en geen stuurfoutjes maken.

Wat Pauwels en Van der Haar extra gevaarlijk maakt, is dat de concurrentie vooral kijkt naar de twee jonge kannibalen. Die bombarderen elkaar ook tot topfavoriet, maar zowel de renner van Sunweb-Napoleon Games als de kopman van de Giant-Alpecin formatie worden in eigen kamp wel degelijk als favoriet gezien. Veelzeggend was de opmerking van Pauwels' ploegbaas Jurgen Mettepenningen, onmiddellijk na de Belgische titel van Klaas Vantornout, een ander speerpunt van zijn equipe: 'Op het WK is Kevin onze man.' En Van der Haar, gevraagd naar zijn mening over de keuze van VDP tussen de beloften en de elite: 'Ik zou zijn hulp goed kunnen gebruiken.'

Djokovic-Murray, de traditionele januari sluiting

Foto: Carine06/ Flickr.com

De laatste zondag van januari, of de eerste van februari, is gereserveerd voor de finale van de Australian Open. Die finale is regelmatig decor van een ontmoeting tussen Novak Djokovic en Andy Murray. Het begint inmiddels een traditie te worden. Wat kan de echte fan verwachten morgen?

Djokovic-Murray is een echte moderne tennisrivaliteit. Het is al de vierentwintigste keer dat de twee elkaar treffen, de tiende maal in een ATP-finale. Cijfers die de kracht van het tweetal aangeven. In het tennis geldt immers dan men elkaar vaker ontmoet naar mate de uitslagen beter worden, de beste spelers blijven immers over het algemeen het langst actief op de toernooien. Het is ook al de derde keer dat Djokovic en Murray elkaar in de finale in Melbourne ontmoeten. De Zwitser Stan Wawrinka mag dan tegenwoordig de naam Mister January dragen vanwege zijn goede prestaties, de Serviër en de Schot strijden in werkelijkheid om de prijzen in de eerste kalendermaand. Sinds 2008 kwam het slechts twee keer voor dat geen van beide tot de allerlaatste wedstrijd in het toernooi bleef, in 2009 en 2014.

Vaker winst Murray in finales



Het is opvallend dat Murray juist in de onderlinge ontmoetingen in finales leidt, 5-4 tot aan de finale van de Australian Open 2015. Djokovic wint immers juist gemiddeld twee van de drie onderlinge wedstrijden, 15-8. Toch zal Muzza zoals Murray genoemd wordt, niet geheel gerust zijn op zijn finalevorm tegen Nole, de bijnaam van Djokovic. Het is juist in Australië waar de Schot maar niet voorbij de Serviër geraakt. Zowel de finales van 2011 en 2013 als de halve finale van 2012 waren prooi voor de huidige nummer 1 van de ATP ranking.

Het is bovendien al anderhalf seizoen geleden dat een Djokovic-Murray finale werd gespeeld. De straight sets overwinning van Muzza op Wimbledon was vooralsnog zijn laatste grote wapenfeit. Een rugblessure vroeg in het seizoen verpestte heel het jaar 2014 voor de Schot. Het kostte hem zelfs tijdelijk zijn lidmaatschap aan de grote vier. Murray bleef maar net binnen de mondiale top tien. De head2head statistieken van atpworldtour.com spreken wat dat betreft boekdelen. Djokovic won alle vier de keren dat de twee tegenover elkaar stonden in het afgelopen jaar. Waarmee de 15-8 tussenstand in een heel ander licht komt te staan.

Rivaliteit van grote kwaliteit



Djokovic-Murray is, ondanks het Big Four tintje, een rivaliteit die geen grootse bekendheid geniet. Wedstrijden tussen de grote vier, met naast Djokovic en Murray ook Roger Federer en Rafael Nadal, komen zo vaak voor dat het al haast geen bijzonderheid meer is. Daarbij herinnert men zich de finales in Australië, vermoedelijk vanwege het tijdstip op de kalender en het tijdsverschil met Nederland, altijd minder sterk dan bijvoorbeeld die van Parijs en Londen. Finales waarin Federer en Nadal beter presteren dan in Australië, altijd ten koste van één van de twee kemphanen van morgen.

Toch stonden de heren ook op het gras van Wimbledon tegenover elkaar op de laatste zondag van het toernooit. Laat nu net die Londense finale van 2013 de enige saaie ontmoeting tussen de twee zijn. De thuisfavoriet rekende destijds in drie sets af met de Serviër. Zoals ook de ontmoeting op de Olympische Spelen van 2012 op datzelfde gras relatief gemakkelijk in handen van Murray kwam, 7-5 7-5. Alle verdere Djokovic-Murray duels op Grand Slam toernooien stonden garant voor lange gevechten. waarbij de bijna vijf uur durende US Open finale van 2012 het meest in het oog springt. Ook die werd gewonnen door Murray. Toch delft Muzza vaak het onderspit op de harde ondergrond zoals die in Melbourne en New York ligt. Djokovic leidt met 13-6.

Ook over de toernooivorm valt moeilijk een voorspelling te maken. Beide heren verloren nauwelijks punten in de afgelopen twee weken. Djokovic liet tot de halve finale zelfs geen set liggen. Maar met in het achterhoofd dat beide heren een fiks duel moesten uitvechten in hun halve finales kan de vroege zondagavond (plaatselijke tijd) wel eens in het teken komen te staan van een uitputtingsslag tussen de twee beste spelers die de tenniswereld anno januari 2015 te bieden heeft.

vrijdag 30 januari 2015

Wouters Weekendvisie: van dubbelkampioen tot degradatieknokker

Foto: Calciomercato24 op Flickr

Beste Lionel,

In de historie van het edele voetbalspel was hij een van de weinige spelers die zijn stempel drukte op liefst twee landskampioenschappen in één seizoen. Gezegend met een fluwelen linker en een intrinsiek bijna perfecte techniek. En dat moet Urby Emanuelson nu aanwenden voor een bikkelharde degradatiestrijd.

 

Want vandaag maakt Urby definitief een nieuwe, enigszins vreemde, stap in zijn carrière. Zoals eigenlijk alle stappen na Ajax op z'n minst opmerkelijk te noemen zijn. Had 'ie eindelijk zijn draai gevonden in Amsterdam, als dragende kracht van een ploeg die aan de vooravond stond van een jarenlange vaderlandse dominantie, verruilde hij alles wat hij had kúnnen hebben voor een onzeker bestaan bij Milan.

 

Tussen basis, bank en tribune, zoekende naar een positie omdat zijn manier van invulling van de linksbackpositie niet bepaald strookte met de Italiaanse wijze. Met het Nederlands elftal dat niet wist wat het met hem aan moest, om de hierboven vermelde reden. Dat niet hij, maar A-junior Jetro Willems de honneurs waarnam op het EK in Polen en Oekraïne, had de man met de meest fluwelen linker van het westelijk halfrond alleen al vanwege die merkwaardige clubkeuze volledig aan zichzelf te wijten.

 

En nu zat 'ie in Rome met een contract van één jaar op zak, met de optie voor nog twee erbij. Ook al geen logische stap, naar een ploeg die een veel strakker 4-3-3 hanteert en op de linkervleugel naast de falende grote naam Ashley Cole ook de Griekse gigant José Holebas heeft rondlopen. Maar waar Milan hem nog regelmatig speeltijd opleverde, liep het avontuur aan de boorden van de Tiber desastreus af: geen inschrijving voor de Champions League en slechts dankzij het feit dat in de Serie A elf wissels zijn toegestaan, kwam hij in de competitie namens Roma nog tot vijftien minuten (!), tussen het zeventien keer de bank warm houden door.

 

En nu dus naar Atalanta Bergamasca Calcio, de club die samen met Cagliari, Chievo en Empoli het gevecht voert om de salvezza, het lijfsbehoud, waarvoor de zeventiende plaats volstaat. De nerazzurri staan momenteel vijftiende.

 

Is het een manier om in de kijker te blijven van Oranje, met het oog op EURO 2016 in Frankrijk? Het is ten eerste de vraag of hij een basisplaats zal weten te veroveren in het doorgaans halfvolle Stadio Atleti Azzurri d'Italia. En dan, wat als Atalanta degradeert en Urby weer op zoek moet naar een andere club? Ongetwijfeld zal zaakwaarnemer Mino Raiola dan weer verschillende opties weten te creëren, maar wat is wijsheid?

 

Zover is het nog niet. Eerst wachten er voor de club uit Lombardije nog achttien spreekwoordelijke finales, waarvan de eerste komende zondag meteen in eigen huis tegen directe concurrent Cagliari. Het wordt erop of eronder. Counteren dat het een lieve lust is, terwijl messcherpe slidings een must zijn. Aan trainer Stefano Colantuono de taak om daarin een rol voor Urby te vinden.

 

En als die fluwelen linker maar vaak genoeg het hoofd van afmaker German Denis weet te vinden, is alles mogelijk...

 

Fijn sportweekend!

Wouter

donderdag 29 januari 2015

Past Mathieu van der Poel in dit lijstje?

Als we de Belgen mogen geloven, komen de koningen van de cross dit jaar alleen naar Tabor om plichtmatige rondjes te rijden. Onze zuiderburen komen om te leren of om uitgezwaaid te worden en hebben het volgens de kenners vooral druk met elkaar in de wielen rijden. De echte titelfavoriet is een Nederlander: Mathieu van der Poel.

De Nederlanders doen pas 35 jaar mee aan het front van de internationale cyclocross top. De eerste Oranjeklant die een medaille wist te veroveren was de peetvader aller Nederlandse fietscrossers, Hennie Stamsnijder. In 1980 veroverde hij brons in het Zwitsers Wetzikon. Het was Stamsnijders eerste medaille van in een reeks van vijf binnen zeven jaar. Het is bovendien het startschot van een periode van twintig jaar, tot en met de wereldtitel van Richard Groenendaal, waarin bijna ieder seizoen een Nederlander het podium op mag.

Spaanse geluksgrond
De eerste winnende Nederlander is ook Stamsnijder. Op 22 februari 1981 valt het muntje meerdere malen de kant van de man uit Enter op. Stamsnijder is gebaat bij een zwaar parcours en wordt op zijn wenken bediend. In het Spaanse Tolosa sneeuwt het namelijk op de dag van het wereldkampioenschap. Bovendien is Roland Liboton bij hoge uitzondering eens niet goed op het moment van de wedstrijd. De volgens velen beste veldrijder aller tijden wint in de jaren voor en na 1981 onafgebroken de regenboogtrui, maar de sneeuw en diepe zware modderstroken zijn hem te machtig.

Het is opvallend dat de eerstvolgende ontmoeting op Spaanse bodem ook de eerstvolgende Nederlandse wereldkampioen oplevert. Het is sowieso de grootste dag uit de geschiedenis van het Nederlandse veldrijden. Achter de winnende Henk Baars eindigt Adrie van der Poel voor de derde keer op rij als tweede op een WK. Het is al de vierde zilveren medaille uit zijn carrière. Met Frank van Brakel op plek vier is de Hollandse zegetocht compleet.

Vader Adrie en diens rivaal
Mocht Mathieu van der Poel de trui zondag mogen aantrekken dan is hij niet de eerste in de familie. Vader Adrie heeft het genoegen namelijk ook mogen smaken. Na de bronzen medaille van Wim de Vos neemt hij de rol van voortrekker op zich. Poeleke is nog altijd de grootste Nederlandse cyclocrosser aller tijden. Na vijf zilveren en één bronzen medaille is het in 1996 in het Franse Montreuil eindelijk zijn dag van glorie. De man uit Hoogerheide verslaat de torenhoge favorieten Daniele Pontoni en Luca Bramati uit Italië in de sprint. In 1999 zou Adrie ook nog een bronzen plak aan zijn prijzenkast toevoegen. Met een totaal van acht WK-medailles blijft hij Stamsnijder (vijf) ruimschoots voor.

Dat Van der Poel in 1996 kan triomferen heeft hij mede te danken aan zijn vaderlandse rivaal Richard Groenendaal. De man die in de voorgaande twee edities ('94 en '95) zilver heeft weten te veroveren is mede-favoriet voor de regenboogtrui. In de aanloop naar de wedstrijd in Montreuil heeft het duo het met elkaar aan de stok. Toch houdt Groenendaal de benen stil op het moment dat Van der Poel de aanval zoekt. Lange tijd lijkt hij zijn grote kans gemist te hebben. Tot hij in 2000 in zijn thuisstad Sint Michielsgestel alsnog aan het langste eind trekt. Groenendaal wordt daarmee de vierde Nederlandse nummer één van de wereld.

Boom, Styby en de Belgen
Na de titel van Groenendaal nemen de Belgen, altijd al een sterke vertegenwoordiger in de veldrijdsport, definitief het heft in handen. Maar liefst tien van de veertien titels gaan naar onze Zuiderburen. Slechts drie titels van de Tsjech Zdenek Stybar en één moment van Hollands glorie onderbreken de hoogtijdagen van de Vlamingen. Dat moment is voor Lars Boom. De Vlijmenaar is al jaren de grote belofte, hij heeft al meerdere wereldtitels bij de jeugd veroverd, als hij in 2008 bij de profs start en direct de titel voor zich opeist. Boom wordt dat jaar, als lid van de opleidingsploeg van Rabobank, ook nationaal kampioen op de weg. Hij kiest uiteindelijk voor het asfalt.

Met een medaille voor Lars van der Haar in Kentucky in 2013 is de Nederlandse rekening op het wereldkampioenschap veldrijden voorlopig gesloten. Van der Haar wordt door velen naast Van der Poel als één van de favorieten voor de titel dit jaar gezien. Hoewel hij een minder jaar doormaakte dan de afgelopen twee seizoenen pakte hij toch een aantal goede zeges. Het parcours in het Tsjechische Tabor zou hem bovendien op het lijf geschreven zijn. Krijgt de lijst der Nederlandse kampioenen uitbreiding in 2015?

woensdag 28 januari 2015

De wegselectie voor het WK Veldrijden

Foto: Flickr

Zondag 2 februari wordt in het Tsjechische Tabor gestreden om één van de meest iconische trofeeën in de sportwereld, de Regenboogtrui. Dan gaat het om de wereldkampioenstitel in het veldrijden. Sportpreview blikt vooruit. Later in de week serieus, maar eerst met een knipoog. Welke wegrenners zouden op het WK veldrijden geen modderfiguur slaan?

Dat de combinatie tussen het veld en de weg te maken is, is in het verleden meer dan eens bewezen. De huidige wereldkampioen, Zdenek Stybar, won in de aanloop naar die wereldtitel vijf World Tourwedstrijden op de weg, waaronder het eindklassement van de Eneco Tour. Ook Lars Boom, afgelopen jaar de eerste Nederlander in negen jaar die een Touretappe won, mocht zich al eens wereldkampioen in het veld noemen. In verder verleden was Adri van der Poel zowel winnaar van een wereldtitel als van wegklassiekers als Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Vlaanderen.

Veldrijders maken met grote regelmaat de overstap naar de weg. Talent Mike Teunissen werd in de jeugd eerst tweede en daarna eerste op het cyclocross wereldkampioenschap voor junioren maar is (na winst in Parijs-Roubaix en Parijs-Tours voor junioren) zich inmiddels ook aan het richten op een wegcarrière. De omgekeerde weg bewandelt men echter zelden. Mede ingegeven door het soort wedstrijden dat bovengenoemde coureurs wonnen (veel kasseienwedstrijden) hebben wij negen renners gezocht die een kans zouden maken om op het WK veldrijden langer dan één ronde in het wiel van toppers als Lars van der Haar, Wout van Aert en Sven Nys te blijven.

Krachtmensen en Flandriens



Als er één renner zonder twijfel de power in de benen heeft om een uur lang door het veld te ploegen, dan is het het krachtmens onder krachtmensen Fabian Cancellara wel. We schrijven Spartacus dus als eerste op ons wedstrijdformulier. Drie keer Ronde van Vlaanderen, drie keer Parijs-Roubaix, drie keer E3 Prijs Harelbeke en twee keer Strade Bianche op zijn palmares, opgeteld bij zijn eindeloze reeks tijdritzeges, rechtvaardigen zijn plek.

Peter Sagan heeft een verleden als mountainbike- en cyclocrosskampioen in de jeugd. Hij won in beide disciplines de Europese titel in 2007. In 2008 werd hij wereldkampioen op de MTB en tweede in het veld. Bij de profs op de weg won hij Gent-Wevelgem, de Brabantse Pijl, etappes in de Driedaagse De Panne en de E3 Prijs Harelbeke. In de grote stenenklassiekers en de Strade Bianche reed hij ook al meerdere ereplaatsen bijeen. Peter Sagan krijgt ook een plek in onze ploeg.

Allrounder Michal Kwiatkowski is de regerend wereldkampioen op de weg. Hij was ook al eens wereldkampioen tijdrijden bij de junioren. Buiten zijn indrukwekkende zege in de Strade Bianche vorig seizoen, waar hij Peter Sagan klopte, heeft hij weinig referenties in de 'crosswedstrijden' op de weg. Toch geloven wij in zijn inhoud en vermogen een veldrit tot een goed einde te brengen. Dankzij zijn veelzijdigheid krijgt de Pool een kans in ons team.

Andere krachtpatsers die wij een kans zouden gunnen zijn de Welshman Geraint Thomas, die al enkele jaren voorin meestrijdt in de kasseienklassiekers, de Fransman Sebastièn Turgot en de Vlaming Sep Vanmarcke. Thomas wist al een handvol top tien klasseringen te verzamelen en was bovendien goed in een andere wielerdiscipline, de verschillende onderdelen op de baan. Turgot reed verschillende top tien plaatsen bijeen in de bekende klassiekers, met als hoogtepunt zijn tweede plek in Parijs-Roubaix in 2012. Vanmarcke werd in 2010 tweede in Gent-Wevelgem, in 2012 won hij Omloop Het Nieuwsblad, in 2013 werd hij tweede in Parijs-Roubaix en vorig jaar pakte hij de derde plek in de Ronde van Vlaanderen.

Buitenbeentjes



Naast de geijkte namen die het voorjaar kleuren kunnen drie renners op een selectie voor het Sportpreviewteam rekenen die minder snel in het oog springen in de wedstrijden op de macht. Van hen is Greg Van Avermaet misschien nog wel de meest logische. Van Avermaet is immers een alleskunner die zowel de top tien van de stenenklassiekers als die van de heuvelklassiekers Luik-Bastenaken-Luik en Milaan-San Remo wist te behalen. Ook won hij het puntenklassement in de Vuelta a España al eens. Waarom dan niet een modderkoers?

Laatbloeier Jean Christophe Peraud werd afgelopen jaar op 37-jarige leeftijd ineens tweede in de Tour de France. Bij zijn Tourdebuut in 2011, toen hij 34 was, werd hij ook al eens negende. Dat Peraud pas laat tot grote hoogten steeg op de weg heeft alles te maken met zijn succesvolle mountainbikecarrière. In 2005 werd hij Europees kampioen. Wat hij op de MTB en de wegfiets kan moet hij ook in de cyclocross kunnen.

De wild card in onze ploeg gaat naar regerend Maillot Jaune Vincenzo Nibali. Nibali is één van slechts een handvol wielrenners in de geschiedenis die alle drie de grote rondes op zijn naam wist te schrijven. Afgelopen jaar volmaakte de Italiaan de trilogie met zijn eindzege in de Tour de France. Een belangrijke slag sloeg hij in de beestachtige kasseienrit naar Arenberg, gewonnen door Lars Boom. In zijn debuutjaar, 2006, eindigde hij bovendien op de derde plaats in de Eneco Tour, destijds hield hij zich ook goed staande op de moeilijke wegen van de Lage Landen. Buiten dat is de Siciliaan een erkend meesterdaler. Zelf zei hij daar al eens over: 'vroeger mountainbikede ik veel, daardoor weet ik mijn fiets goed te besturen.' Of beschikt Nibali gewoon over een verborgen talent?

Sportpreview presenteert: Supercross. Hoe smeriger, hoe geliefder

Foto: velocity635 (Flickr)

Grootheid Ryan Villopoto werd maar één keer genoemd in onze lijst met meest aansprekende sporters van dit millennium. De onbekendheid van die held alhier noodzaakt tot uitbreiding van Sportpreview en daarom verzorgt kenner Bart Wernik vanaf nu verslagen en nabeschouwingen over Supercross, de meest spectaculaire tak van de motorcross. Maar eerst een inleiding. Laat je onderdompelen in een fenomeen dat aan deze kant van de oceaan niet de aandacht krijgt die het verdient.

Bar banging action

Het is waar. De dominantie van genoemde Ryan Villopoto in Supercross was zo groots dat hij vanaf dit jaar maar in Europa moet gaan racen. De concurrentie krijgt dit jaar ook eens een kans en Tony Cairoli krijgt dit jaar ook eens concurrentie. Mooie wisselwerking. Tijdens het Supercross seizoen van 2014 (en 2013, 2012, 2011…) was het na een aantal races redelijk duidelijk: niemand heeft zijn snelheid en agressie en als hij de kop pakt is hij verdwenen. Eenzaam naar de finish. Jeffrey Herlings-style. De officiële berichten stellen dat de viervoudig kampioen dit jaar niet op tijd klaar kon zijn. Prima. Hij is verdwenen, dat telt.

 

Maar waar maakt Villopoto dit jaar geen deel van uit? Van groot spektakel. Het motorcrossen in honk- en footballstadions, op harde, krappe banen met korte bochten en metershoge schansen. Hij zal dit jaar geen agressieve block-passes komen inzetten en dus niemand van z’n motor duwen. Normaal inhalen is namelijk niet aan de orde en eigenlijk volstrekt onmogelijk. Een plaats opschuiven tijdens de race betekent afsnijden en vijanden maken, ook dat zullen de achterblijvende concurrenten voor hem moeten gaan doen. In de VS noemen ze dit fenomeen bar banging action, dat dekt de lading wel redelijk. Villopoto kijkt vanaf de bank hoe zijn opvolger zich met bloed, zweet en tranen, maar zonder angst, richting het kampioenschap rijdt.

 

Nee, voor alle duidelijkheid: de tedere en fragiele topvoetballer heeft niets te zoeken in een sport waar het veelvuldig en smerig je tegenstanders van de baan rijden je een mooie bijnaam oplevert, in plaats van een schorsing, toch Bam Bam?

Kleine verschillen

Er wordt geracet in twee klassen. De 250cc 4-takt machines worden bemand door de opkomende garde. Voorheen heette het ook wel de lites-class. Dit zijn jongens op een leeftijd waarop ze doorgaans aan een schoolcarrière moeten werken, in plaats van zich willen bewijzen in deze sport (Google eens: Red Bull – The heart of motorcross, en je weet wat ik bedoel). Wanneer deze jonge jongens goed genoeg zijn, kunnen ze doorstromen naar de koningsklasse. Daar wordt op 450cc 4-takt motoren de strijd gestreden. Hier draait het om. De grote namen verzamelen zich hier in de top tien. Opgemerkt dient te worden dat de verschillen tussen de twee klassen qua rondetijden doorgaans maar klein zijn, laat je dus niet verrassen door het verschil in cilinderinhoud en/of leeftijd van de bestuurders. Afgelopen weekend was het verschil tussen de twee snelste rondetijden bijvoorbeeld maar 0.4 seconde.

 

De punten voor het kampioenschap worden verdeeld in het main event waarvoor men zich middels heats en semi’s moet kwalificeren. Het missen van een main event is zeer pijnlijk voor het kampioenschap, maar het mooie is dat de meesten gaandeweg het seizoen wel een slecht weekend kennen. Consistency is key – is een veel gehoord adagium. Ken Roczen, mijn favoriete oosterbuur, is de enige presterende Europeaan in deze sport. Hij heeft afgelopen weken veilig met de rode plaat in de rondte gereden en leek af te stormen op een formidabel seizoen. Dit weekend maakte hij een foutje, schakelt zichzelf nagenoeg uit, verliest leiding in kampioenschap en dus mag hij volgende week concurrent Ryan Dungey de rode plaat op z’n factory KTM zien schroeven. Het leven is hard.

 

Vanaf volgende week dus, zullen er raceverslagen verschijnen op Sportpreview. Vier van de achttien manches zijn al verreden; komend weekend staat in Anaheim, Californië nummer vijf op het programma. Gaandeweg het seizoen zal vanzelf meer duidelijk worden over de achtergronden van de rijders en de oorsprong van deze magnifieke sport.

dinsdag 27 januari 2015

Ondertussen in de Serie A (speelronde 20)

Terwijl Juventus weer een stap dichterbij de vierde landstitel op rij is en de grootmachten uit Milaan tezamen weer eens nul punten vergaarden, kreeg de crisis bij Parma een nieuwe climax. Serie A-deskundige en kenner Wouter Pennings beschouwt als vanouds na op een enerverend weekend calcio.

 

Juve en Pogba gaan maar door, Roma kan alleen gelijk spelen

Koploper Juventus won ogenschijnlijk simpel van Chievo, dat tegen de zwart-witte overmacht niet verder kwam dan enkele speldenprikjes.  Stond er zwart-witte overmacht? We bedoelen natuurlijk vooral de Paul Pogba-overmacht. De man van honderd miljoen, althans zoveel is de jonge Fransman waard volgens trainer Massimiliano Allegri. Thuis tegen de Veronezen waren twee schoten van de alleskunner op het middenveld genoeg voor de zege. Het eerste zeilde rechtstreeks tegen de touwen, terwijl het tweede nog wel door doelman Albano Bizzarri werd gestopt, waarna het voor Stephan Lichtsteiner van dichtbij eenvoudig was om te scoren.

 

Voor Roma wachtte ’s avonds vervolgens de taak om de De Oude Dame bij te blijven, maar dat bleek op bezoek bij Fiorentina geen eenvoudige opgave. De uit de as herrezen Mario Gomez bezorgde de Viola een snelle voorsprong, waarna de Romeinen verder in het nauw werden gedreven door het uitvallen van Kevin Strootman. Weer deed het pijn en weer was het die linkerknie, maar maandag bleek de middenvelder zich slechts uit voorzorg te hebben laten wisselen. Na rust leek Adem Ljajic met een razendsnelle gelijkmaker zijn ex-club richting een nederlaag te duwen, doch het aanvalsspel van Francesco Totti en de zijnen was uiteindelijk te vrijblijvend. Door het vijfde gelijkspel in de laatste zeven competitieduels is de achterstand inmiddels zeven punten en daarmee is plek drie sinds lange tijd dichterbij dan de koppositie.

 

Het laatste CL-ticket: wankel Napoli blijft met wat hulp op het goede spoor

Bepaald niet van een lijen dakje gaat het bij Napoli. De Partenopei beschikken meer dan welke ploeg ook over aanvallende kwaliteiten, maar zo genereus als men voorin met de kansen omspringt, geeft de ploeg van Rafa Benítez het achterin helemaal weg. Tegen Genoa, in een twist tussen twee historisch verbonden en bevriende clubs, leek Napoli het zichzelf te kunnen verwijten de derde plek niet tegen elke prijs te willen. En dat terwijl men al wist dat behalve Lazio voor de rest de volledige concurrentie weer punten had gemorst. In een spetterende wedstrijd, waarin de beide ploegen al counterend om beurten razendsnel voor elkaars neus opdoken en scheidsrechter Gianpaolo Calvarese on-Italiaans veel toeliet, waren de beide vuurlinies niet op hun scherpst.

 

Slechts Gonzalo Higuaín deed wat hij moest doen: binnen tien minuten genadeloos een rebound binnen koppen, al had die treffer wegens buitenspel niet toegekend mogen worden. Exemplarisch was een grote kans die door Jonathan de Guzman nonchalant over het doel werd gestift. Na rust zette Iago Falque geheel in lijn met het spelbeeld de bezoekers op gelijke hoogte. Toen was Mbaye Niang al binnen de lijnen gebracht. De van Milan gehuurde Fransman, ooit veelvuldig vergeleken met Mario Balotelli en inmiddels twee onzichtbare jaren verder, had echter een verlammend effect op de aanval van de ploeg van Gian Piero Gasperini. Toch was een overwinning voor de Grifoni nog altijd reëeler dan dat de drie punten in Stadio San Paolo bleven, ware het niet dat Calvarese en de zijnen de gastheren opnieuw toeschietelijk waren. De bal ging op de stip, Higuaín bewees opnieuw zijn koelbloedigheid en de Azzurri kunnen zelfs voorzichtig kijken naar plek twee. Op papier althans, want met het spel kan geen Napoletaan tevreden zijn.

 

Milan en Inter ploeteren voort

Voor een goede dosis voetbalclichés moet u in Milaan zijn, heden ten dage. Open deuren over ‘voetbal gaat in cycli’, ‘crisis’, ‘het geld is op’, ‘slecht aankoopbeleid’ wisselen elkaar in rap tempo af. Maar een cliché is niet voor niets een cliché. Dat Milan en Inter ook gegeven de situatie niet doen wat van ze verwacht mag worden, ziet zelfs Andrea Bocelli. Milan speelde een schrijnende 89 minuten op bezoek bij Lazio, in een cruciaal duel dat van tevoren bestempeld werd als de wedstrijd van de wederopstanding. ‘Milan mag niet meer falen’, ‘Inzaghi’s laatste kans’, kreten van die orde waren in overvloed te horen. Maar ondanks de best start die je jezelf kunt wensen, een kapitale fout van rechtsback Dusan Basta die doortastend werd uitgecounterd door Jérémy Ménez, leek de formatie van Filippo Inzaghi op deze zaterdagavond wel behekst.

 

De snelle voorsprong werd verdedigd noch gepoogd uit te bouwen. De ploeg had simpelweg geen idee. Wonder boven wonder (maar vooral met dank aan de wederom uitblinkende goalie Diego Lopez) konden de Rossoneri zonder kleerscheuren de rust in, maar binnen vijf minuten na de pauze hadden Marco Parolo en Miroslav Klose de zaken al omgedraaid. Ook deze nogal indringende wake-up call was aan Milan niet besteed. Zelfbenoemd regisseur Riccardo Montolivo stond als een derde klasse amateur ballen achterin weg te roeien, Stephan El Shaarawy (die na afloop weer eens geblesseerd bleek en wellicht het eind van het seizoen niet eens meer haalt) kwam opnieuw geen man voorbij. Marco van Ginkel, die weer eens een kans in de basis kreeg en na 55 minuten geslachtofferd werd, werd daags nadien door La Gazzetta dello Sport zelfs vaderlijk toegesproken: ‘Kop op, jongen, ga voetballen, laat zien dat je op dit niveau wilt thuishoren.’ Het verre van hoogstaande spel van Lazio, dat ook één van haar slechtste wedstrijden van het seizoen afwerkte, ging alsnog twee tempo’s te snel voor de Milanezen. Zonder overdrijven zag het eruit alsof men zich bij voorbaat had neergelegd bij een nederlaag. Een potsierlijke vertoning, welhaast een opzichtige weigering waar Ibrahim Kargbo zich nog voor geschaamd zou hebben. Parolo maakte er nog 3-1 van, door een bal binnen te schieten die door clubtopscorer Filip Djordjevic nog gemist werd. De Serviër trapte namelijk in de grond en brak daarbij zijn enkel. In de blessuretijd bleek Milan toch nog over wat buskruit te beschikken. Philippe Mexès kreeg rood voor protesteren na natrappen van Lazio-captain Stefano Mauri, waarna de stoppen even doorsloegen bij de opvliegende Fransman. De verdediger, die begin dit seizoen al lange tijd buiten de selectie werd gehouden, lijkt het daarmee definitief verbruid te hebben bij Inzaghi en de clubleiding.

 

Terwijl het in de media gonst van de geruchten dat Inzaghi dinsdag écht zijn laatste kans krijgt als trainer – berichten dat eigenaar Silvio Berlusconi het duel bekeek in gezelschap van Luciano Spalletti, ex-coach van Roma en Zenit Sint-Petersburg, worden categorisch ontkend – eist de fanatieke aanhang het hoofd van algemeen directeur Adriano Galliani. Dat scandeerden de meegereisde fans al luidkeels tijdens wedstrijd in Stadio Olimpico en maandag verscheen er een snoeiharde open brief op de officiële website van de Curva Sud Milano. Clubicoon Inzaghi (‘Slechts de zoveelste trainer die wordt opgezadeld met een ploeg van laag niveau, die wordt bezongen als ware het de beste ter wereld’) wordt door de supporters in bescherming genomen, die ook een lans breken voor voortzetting van het beleid van Barbara Berlusconi, directrice van de marketingafdeling, ‘waar de enige positieve berichten vandaan komen.’ Haar vader wordt gevraagd verdert te investeren, maar vooral te doen ‘wat men in elk bedrijf zou doen, en wat hij beter weet dan wij: de technisch eindverantwoordelijke ontslaan. (…) De Coppa Italia, de trofee waarvoor wij altijd onze neus hebben opgehaald, is nu ineens de prijs die de zoveelste mislukte transfercampagne moet wegpoetsen’, zo valt te lezen in het statement, die veelzeggend wordt beëindigd met een opsomming van de ranglijst op basis van betaalde spelerssalarissen in de Serie A. Daarin legt Milan het alleen af tegen Juventus en Roma, in dezelfde volgorde als in de competitiestand, terwijl nummer vier Inter het al met twintig miljoen minder doet.

 

Bij Internazionale ziet het er allemaal minder hopeloos uit dan bij de buurman, maar ook de Nerazzurri hebben grote moeite met winnen. Thuis tegen Torino kwam de ploeg van Roberto Mancini zondagmiddag niet door de muur van de bezoekers heen, om in de 94ste minuut tot overmaat van ramp de deksel zelf op de neus te krijgen. Een corner werd verlengd door Maxi Lopez en ingekopt door Emiliano Moretti. Een historische driepunter voor de Granata, die daarmee voor het eerst sinds 1988 wonnen in een blauwzwart San Siro en bovendien voor het eerst sinds 1995 twee uitzeges op rij boekten. Inter en Milan staan ondertussen allebei op 26 punten uit twintig optredens, een laagte die niet meer voorkwam sinds het seizoen 2000/2001, toen ze zich uiteindelijk allebei wel plaatsten voor de UEFA Cup. Sportpreview schat in dat dat ook dit seizoen gewoon mogelijk moet zijn. Al was het maar op basis van de betaalde salarissen.

 

Cassano neemt onmiddellijk afscheid van Parma: ‘Zeven maanden voor de gek gehouden’

‘Het was iedere keer: morgen krijgen jullie je geld en dat ging de volgende dag en de dag daarna net zo. Ik ben er klaar mee.’ Was getekend: Antonio Cassano, onafhankelijk voetbalmiljonair, die zijn hart maandag uitstortte op televisie. De absolute vedette besloot zijn contract in te leveren bij Parma, waar de spelersgroep al een half jaar wacht op salaris. ‘Maar ik doe dit ook voor de gewone werknemers, van wie er sommigen al een paar jaar geen euro hebben gekregen.’ De creatieve aanvaller is er klaar mee. ‘Voor mij is geld gelukkig geen probleem. Ik laat hier vier miljoen liggen, maar ik ga liever op vakantie met mijn kinderen. Als het moet de komende twintig jaar.’

 

Op de vraag aan wie zijn woede nu vooral gericht is, gaf Cassano een veelzeggend antwoord: ‘Ik weet niet eens wie de nieuwe eigenaren zijn! Er zijn vier voorzitters in vijftien dagen langs geweest. De vorige eigenaren hebben Parma kapotgemaakt, maar onder de nieuwe is er niets veranderd.’ De voormalige international vertelde verder geen gebrek aan steun te hebben gehad van ploeggenoten en fans. Na afloop van Parma-Cesena, waarin de Ducali met 1-2 de punten lieten aan een rechtstreekse concurrent tegen degradatie, zocht de nummer 99 ook de confrontatie met zijn supporters, waarvan hij er eentje het veld op liet (zie VIDEO). ‘Dat was in het geheel niet bedreigend. Deze man praatte met mij met een fatsoen dat heel vreemd is in het Italiaanse voetbal. Hij huilde zelfs om onze situatie. En ook mijn medespelers begrepen mij. Ik ben in de positie om dit te doen en iedereen had het wel verwacht.’

 

De aandelen van Parma Football Club werden vorige maand, samen met moederbedrijf Eventi Sportivi S.p.A., overgenomen door een Russisch-Cypriotisch consortium, dat sindsdien al diverse voorzitters naar voren heeft geschoven. Vrijdag berichtte de website parmaquotidiano.info dat de nieuwe voorzitter van de voormalige Europacup II-winnaar, de 29-jarige Albanees Ermir Kodra, een schuldenlast van tenminste 64 miljoen euro ('maar slechts bij openheid bedrijfsgegevens zal de ware situatie duidelijk worden') heeft overgenomen, waarvan meer dan de helft dit jaar nog te betalen. De grootste schuldeiser is de Italiaanse fiscus, terwijl de holding zelf ook krediet heeft uitstaan aan... de voetbalclub zelf. Maandag kregen de spelers op trainingscomplex Collecchio bezoek van de leiding van de Italiaanse spelersvakbond, die ze op hun rechten wees in deze situatie. Volgens de Gazzetta di Parma wachten de spelers nu tot 16 februari. Bij uitblijven van betaling liggen de ontslagbrieven klaar, die door de club vervolgens alleen met een onmiddellijke betaling kunnen worden gepareerd. In dat geval heeft het bestuur volgens de regels tot 30 juni om aan alle contractuele verplichtingen te voldoen, of de spelers zijn rechtens de FIFA-bepalingen contractvrij.

maandag 26 januari 2015

Lionels Weekvisie: Against against modern football

Waarde Wouter,

Sepp Blatter is de as van al het kwaad. Eigenlijk had The coalition of the Willing na Bagdad en Kaboel rond 2005 door moeten stoten tot in Zürich om de derde grote misdadiger in de wereld op te ruimen. Het lef van die kleine, volgevreten dikkerd om...

Nu de verkiezingen om het Fifa-voorzitterschap met rasse schreden dichterbij komen probeert iedereen een straaltje spotlight mee te pikken. Van David Ginola tot Mino Raiola. Leuke namen, natuurlijk, maar laten we daarbij vooral het Platini-scenario niet vergeten, met z'n Financial Fair Play stokpaardje. En dan is er ook nog een man die Champagne heet, denk je echt dat die man Spaatjes blauw gaat drinken als hij eenmaal op de troon zit? De machtwelustige geldkwestie bestond al in de tijd van Julius Caesar en zal ook nog lang na Sepp Blatter blijven bestaan.

We schaffen de Champions League af, buitenlanders mogen alleen nog maar in tweetallen op het veld (is dat niet de verkiezingsleus van de familie Le Pen?) en elke clubeigenaar met een paar euro's in zijn zak wordt gestenigd tijdens de volgende wk-openingsceremonie. Al die loze beloftes, het gaat allemaal nergens meer over. In het wielrennen is het al niet veel beter. En toen de Ier Pat McQuaid niet kon leveren werd de Engelsman Brain Cookson gewoon de voorzittershamer in de handen gedrukt.

Ik zal je eens vertellen waar ik nu zo moe van word. Die eindeloze verheerlijking van sport voor 1988. Ik daag al die voetbal- en wielerromantici uit om nog eens naar de hele reeks Europa Cup miskramen die PSV speelde op weg naar de titel van dat jaar te kijken. Zelfs Almere City speelt een beter spelletje anno 2015. Of zoek de banden van willekeurig welke Tour de France uit de zestiger en zeventiger jaren anders eens op, kijk hoe spannend het was om naar de eeuwig solerende Eddy Merckx te kijken iedere julimaand, dag in, dag uit.

Het meest stoort het me nog dat die afschuw gespuwd wordt via het protestpamflet van de eenentwintigste eeuw, het internet. Nota bene het ultieme symbool van diezelfde vooruitgang die ze zo krampachtig proberen te beteugelen. Wie zegt dat we consequent moeten zijn?

Manchester City en Real Madrid zijn nu de rijken en wie betaalt, bepaalt. Leef er maar mee. Ook in Astana en Moskou weten ze nu hoe een fiets werkt, big deal! Het zou alle nostalgiepelgrims sieren als ze gewoon eens toegaven dat ze iedere avond in hun bedje liggen te huilen omdat hun clubs en renners het niet meer kunnen winnen. Als de vogels op jouw kop schijten is het ineens minder leuk dan toen ze het nog bij een ander deden. Incasseren blijkt vele malen moeilijker dan uitdelen. De godenzonen blijken van vlees en bloed dus zijn ze eigenlijk nu niet meer zoveel beter dan jij en ik. Geef het maar toe.

Al die loze kreten als support your locals en het verdedigen van de eer van je stad uit clubliefde, zouden ze daar zelf nog in geloven? Denk je dat ze echt niet door hebben dan zulke principes in de global village ontzettend achterhaald zijn? De wereld houdt al vele jaren niet meer op bij de gemeentegrens. Ook voor sporters niet. En al helemaal voor de handelsgeesten niet. Is een Premier League club een goed vehikel? Dan pompen we daar ons geld in, ongeacht de thuisbasis of geschiedenis.

Persoonlijk heb ik totaal geen moeite met het veranderde voetballandschap. En de wielerwereld is er al helemaal op vooruit gegaan. Stel je voor dat alles bij het oude was gebleven, dan was het nu net zoiets als schaatsen (voor de Hollanders), veldrijden (voor de Vlamingen) of bowls (voor de Britten) geworden. Stuk voor stuk niet om aan te gluren. Beeldbuisvervuiling van het kaliber Bobo's in de bush.

In werkelijkheid is er niets veranderd. Vroeger was je de baas op basis van geografie, kwam je uit een grote stad in een welvarend land, dan was de kans op rijkdom en succes groot en mocht de rest van het land (en in goede jaren, Europa) zich in dienst van jou stellen. Maar nu diezelfde handelswijze wordt afgedwongen door een handvol rijke industriëlen is het in eens allemaal zo oneerlijk. Ze zijn alweer vergeten dat datzelfde PSV uit '88 een trendsetter in het moderne voetbal was. Die hadden tenminste het lef om, met een forse cheque en een stereotoren in het vooruitzicht, de sleutelspelers bij de reuzen uit de Damsteden weg te roven. Je kunt niet met droge ogen zeggen dat we daar in Nederland minder van zijn geworden. Duitsland kreeg op vergelijkbare wijze Bayer 04 Leverkusen en VfL Wolfsburg erbij.

Als het aan mij ligt gunnen we Sepp nog een termijn, wint Manchester City de Champions League, wordt Vitesse kampioen van de eredivisie en promoveert een zesdeklasser met de steun van één of andere Start up magnaat binnen een jaar of tien naar de eredivisie. Het liefst uit een dorp met vijftien inwoners. Waarvan er elf van origine uit de Braziliaanse favela's komen.

Ik spreek je vrijdag,

Lionel

zondag 25 januari 2015

Bijpraten over de Bundesliga (Sleutelwedstrijden en sleutelspelers)

Bij Sportpreview snappen we best dat kijken naar de Bundesliga er wel eens bij inschiet. Er is ook zoveel voetbal te zien tegenwoordig. Bovendien kun je niet alle achttien clubs tegelijk volgen. Bundesliga-expert Lionel Stute praat je daarom na iedere speelronde op frisse toon bij.

Het lange wachten is eindelijk bijna voorbij. Vanaf komende vrijdag wordt er eindelijk weer gevoetbald in het hoogste afdeling van het Duitse voetbal. De lagere divisies volgen ook al snel. Om dit heugelijke feit te vieren (en omdat Bijpraten vorige week erg kort was) pakken we deze week uit met een dubbele uitgave van onze wekelijkse Bundesliga round up. De eerste pagina bevat de sleutelwedstrijden van de tweede seizoenshelft. De tweede bespreekt een aantal mogelijke verrassingen onder de spelers.

VfL Wolfsburg-Bayern München
Hoewel niemand in de voetbalwereld er echt aan twijfelt dat Bayern München opnieuw de titel voor zich op zal eisen hangt veel af van de start. De allereerste wedstrijd van de tweede seizoenshelft in de Bundesliga is namelijk die tussen de nummer twee VfL Wolfsburg en de koploper. Bayern is daarbij de bezoekende ploeg in de Volkswagen Arena. De ploeg van Pep Guardiola begint aan de serie terugwedstrijden in de wetenschap dat het elf punten voor staat op de naaste concurrent.

Die concurrent, Wolfsburg dus, dankt zijn tweede positie vooral aan de tot op heden excellerende Kevin De Bruyne en Naldo. De creatieve middenvelder en centrale verdediger weten zich echter gesterkt door een solide collectief. Toch zal de ploeg van Arjen Robben zonder grote vrees richting Wolfsburg trekken. op 22 augustus van vorig jaar werd in eigen huis met 2-1 gewonnen. Het laatste bezoek aan Wolfsburg, in maart 2014, werd afgesloten met een 1-6 overwinning. Dezelfde uitslag stond in 2013 al op het bord tijdens de DFB Pokalontmoeting. Voor de laatste overwinning van Wolfsburg moeten we terug naar april 2009. Toen werd het maar liefts 5-1.

VfB Stuttgart-Borussia Dortmund
In het verleden zou deze wedstrijd misschien ook in de reeks sleutelwedstrijden worden opgenomen. Alleen zou dan gedoeld worden op de rol die Stuttgart en Dortmund in de titelrace speelden. Tegenwoordig is dat anders. Bij aanvang van de tweede seizoenshelft staat Borussia Dortmund een na laatste met slechts vijftien punten. VfB Stuttgart staat slechts twee plekjes hoger, net boven de degradatiestreep, met slechts twee puntjes meer.

Huub Stevens en zijn mannen zullen enigszins beducht op deze ontmoeting, in de laatste twintig keer dat de ploegen tegenover elkaar stonden (zowel in Stuttgart als in Dortmund) won VfB slechts vier keer. Bovendien liep VfB zowel in het afgelopen seizoen als in het seizoen ervoor tegen een rode kaart aan in het thuisduel met Dortmund. Beide ploegen willen weg van de onderste plekken en zullen veel van dit duel laten afhangen.

FC Schalke 04-Bayer 04 Leverkusen
Op zaterdagavond 21 maart om 18.30 kan wel eens bepaald worden wie de derde plek gaat pakken. Onder voorbehoud dat Bayern München en VfL Wolfsburg vormbehoud tonen zal het gevecht namelijk om de derde Champions League plek gaan. Twee belangrijke gegadigden zijn FC Schalke 04 en Bayer 04 Leverkusen. Die ploegen ontmoeten elkaar op voorgenoemde datum.

De heenwedstrijd werd in november, ondanks een rode kaart, gewonnen door Bayer Leverkusen (1-0). De voormalige fabrieksploeg van de farmaceut is sowieso vaker de bovenliggende partij in onderlinge ontmoetingen. De laatste keer dat men tegenover elkaar stond in Gelsenkirchen was in 2013. Op 31 augustus van dat jaar en won Schalke 04 met 2-0. De afgelopen drie bezoeken aan de Veltins Arena eindigden allen niet in een overwinning voor Leverkusen.

Hertha BSC-SC Paderborn
Op het eerste gezicht is dit een duel in de middenmoot zonder enige spanning. Paderborn is koploper van het rechterrijtje met negentien punten. Hertha volgt op plek dertien met een punt minder. Toch hebben we het hier over twee promovendi. De ploegen hebben dan ook misschien een beetje boven hun stand geleefd. Paderborn won geen enkele van de laatste vijf wedstrijden, Hertha wel één maar verloor er ook drie. Op 5 april, wanneer dit duel op de agenda staat, kan het wel eens zo zijn dat we een wedstrijd om directe degradatie te zien krijgen.

Zelden waren twee ploegen meer in evenwicht dan deze twee. zes duels gespeeld, ieder zes goals, twee zeges ieder en een gelijkspel in het midden. De belangrijkste zege werd echter geboekt door SC Paderborn. De ploeg van trainer Breitenreiter won namelijk het eerste duel van dit seizoen, in Paderborn, met 3-1. Dit is de enige keer dat de Paderborners en de hoofdstedelingen tegenover elkaar stonden in de hoogste Duitse voetbaldivisie.


Cleber, HSV
Cleber Reis kwam eind augustus de verdediging van de ploeg van Rafael van der Vaart versterken nadat hij zich vorig seizoen in de kijker had gespeeld bij het grote Corinthians in zijn thuisland. CLeber had een kleine aanloopperiode nodig maar stond inmiddels als zes keer in de basis. Na zijn goal tegen FSV Mainz 05, de openingstreffer, jubelde Van der Vaart: "Cleber is los." Van der Vaart scoorde overigens zelf de 2-0 in dat duel.



Salif Sané, Hannover 96
De in Frankrijk geboren Senegalese verdediger Salif Sané begon het jaar in het tweede elftal van Hannover 96. Dat is de 24-jarige niet vreemd want dat gebeurde hem in 2011, 2012 (beide bij Nancy) en 2013 (bij Hannover 96) ook. Toch maakte hij voldoende indruk om te worden opgeroepen om Senegal te vertegenwoordigen op de Afrika Cup. Sané bereikte voordat hij richting Equatoriaal Guinee trok de basiself van zijn club en was direct Man of the Match.



David Kinsombi, Eintracht Frankfurt
Congolees met een Duits paspoort en een Duitse voetbalopleiding. Ooit het grootste talent van talentenfabriek FSV Mainz 05 maar voor hij er het eerste elftal bereikte al weggeplukt door Eintracht Frankfurt. Mocht zijn debuut maken in het uitduel met Hannover 96 in november. Bij die 63 minuten bleef het vooralsnog. Wij verwachten dat hij vaker in het veld zal komen in de terugronde.



Holger Badstuber, Bayern München
Badstuber behoeft geen introductie. De 25-jarige verdediger van Bayern München draait immers al vijf jaar op het hoogste niveau mee. Hem overkwam echter veel blessureleed. Hetgeen hem bijvoorbeeld het afgelopen, succesvolle, wereldkampioenschap deed missen. Ook in de eerste seizoenshelft kwam hij nauwelijks in actie. Nu is hij terug en verwachten wij vuurwerk.



Melvyn Lorenzen, Werder Bremen
Werder Bremen is aan het verjongen. Één van de jongelingen die van die koers profiteert is Melvyn Lorenzen. Lorenzen mocht twee keer meedoen tot nu toe. Schoot in ieder duel een keertje op doel. En één van die twee schoten deed het net nog bollen ook. Wij verwachten hem vaker te zien vanaf de hervatting.

zaterdag 24 januari 2015

Een All Star Game, kan dat ook in de eredivisie?

Zondag 25 januari staat in het teken van de NHL All Star Game. In de Verenigde Staten, maar misschien nog wel meer in Canada, staat de tijd even stil. Ook in het basketbal en honkbal wordt ieder jaar grofweg halverwege het seizoen een duel tussen de beste spelers in de league gespeeld. Zelfs de NFL heeft een eigen variant, de Pro Bowl, als afsluiter van een jaargang. Zou zoiets ook in de eredivisie kunnen?

Het is alweer drie jaar geleden dat de NHL All Star Game werd georganiseerd. Het normaal gesproken jaarlijks terugkerend evenement had immers in 2013 te lijden onder de staking in de sport. In 2014 zaten de Olympische Spelen in Sotsji in de weg. Dat neemt niet weg dat het festijn vanaf morgen weer iedere laatste zondag van januari op de kalender moet komen, met uitzondering van Olympische jaren. Sinds sportjournalist Arch Ward van The Chicago Tribune opperde om in 1933 de beste honkballers van het land in twee teams tegen elkaar uit te laten komen is dit immers gebruikelijk in alle grote Amerikaanse sporten.

Destijds leek het de columnist een leuk extraatje op de Wereldexpo in Chicago en was het slechts als éénmalig oefenduel bedoeld. Tegenwoordig worden hele weekenden uitgetrokken om de All Star Games te vieren. Zo komen in het basketbal en het honkbal een dag eerder ook de grootste talenten tegen elkaar in het veld als opwarmer voor het echte duel. Ook worden er allerlei behendigheidswedstrijden georganiseerd. Denk aan de iconische dunk van basketballer Michael Jordan in de slamdunkcontest van 1988. Het beeld van die winnende score werd later het logo van de naar hem vernoemde sneakerlijn.

Een selectie samenstellen



Een All Star Game is niets anders dan de beste spelers in een competitie in een duel tegen elkaar laten uitkomen. De selecties kunnen worden gemaakt op basis van geografische ligging (oost tegen west, noord tegen zuid), op basis van divisieverdeling, bijvoorbeeld de subleagues die het Amerikaanse honkbal kent tegen elkaar, of op basis van nationaliteit, de beste spelers van eigen bodem tegen de beste buitenlanders. Het is zelfs mogelijk om een All Star team tegen een opponent naar keuze te laten spelen.

De keuze van de spelers gaat per definitie via een stembiljet. De stemmers zijn over het algemeen de coaches van de clubs en een select clubje journalisten. Fans kunnen bovendien (in recente jaren) door middel van voorkeursstemmen één of meerdere spelers op het veld krijgen. De selecties zijn vaak groter dan een normale wedstrijdselectie voor een competitiewedstrijd. Via de voorkeursstemmen van de fans kan ook de basisopstelling nog wel eens bepaald worden.

Hoe past een Game in de eredivisie?



De vraag is waarom het Europese voetbal geen All Star Games kent. Is het puur een sentimentskwestie? Dat wat die rare Amerikanen met hun sporten doen willen we hier niet hebben? Dat zou kunnen. In De Amerikaanse MLS, de Australische A-League en de Japanse J-League vinden we de All Star Game namelijk wel terug. En waarom ook niet. Zoals gezegd zijn er vele manieren om de teams samen te stellen. Ook in de eredivisie moet dit mogelijk zijn.

De geografische variant geniet daarbij in ieder geval niet de voorkeur. Hoewel in recente jaren bijvoorbeeld FC Twente en Vitesse in opkomst zijn ligt het zwaartepunt wat betreft de top in het westen van Nederland. Dit zou betekenen dat een gecombineerd Feyenoord en Ajax (hoewel misschien goed om de onderlinge sentimenten wat te bekoelen) het op zou nemen tegen een team van Arnhemmers en Enschedeërs en dat de rest van de clubs langs de zijlijn mag toekijken. Dit is overigens een veel gehoorde klacht in het voetbal. Zo stapte de Amerikaanse MLS van deze variant af in 2004 en speelt ook de Australische All Star selectie geen binnenlands duel.

Een betere variant is de Nederlanders tegen de buitenlanders. Met name vanwege de keuze per positie betekent dit dat spelers van 'kleinere clubs' nog wel eens een plekje in de opstelling kunnen krijgen. Om het een voorbeeld uit de huidige eredivisie te noemen, de kans dat Albert Rusnak van (toen nog) Cambuur Leeuwarden het had gehaald was meer dan reëel. Zoals ook Eric Botteghin (FC Groningen) en Bartolomew Ogbeche (Cambuur Leeuwarden) grote kans op selectie hadden gemaakt.

Bel de KBVB



Toch blijft een binnenlandse aangelegenheid van de All Star Game maken eigenlijk niets anders dan nog een (overbodige) extra datum op de speelkalender. Zoiets als de traditionele nieuwjaarswedstrijd van de oud-internationals. Een nog betere optie is het om de winterstop te gebruiken om een duel tussen de toppers van de eredivisie het op te laten nemen tegen de grootste sterren uit een buurland. Vanwege het enorme niveauverschil met buren als Duitsland en Engeland geniet daarbij wat ons betreft België de voorkeur.

Eredivisie versus Jupiler Pro League, het klinkt als een eerste aanzet tot de innigere samenwerking waar al zovele jaren over gespeculeerd wordt. Na de uitwisseling der leidsmannen die vele jaren werd gedaan en het oprichten van de BeNeleague in het damesvoetbal zou een All Star game de ideale volgende stap zijn.

Lionels Klassiekervisie: Zaterdag voor De Klassieker

Beste Wouter,

Vol goede moed schrijf ik je een extra brief. De zaterdagen voor De Klassieker zijn voor Feyenoorders als ik namelijk altijd het lekkerst. Op de dag voor de apocalyps is alles nog mogelijk. Feyenoord heeft De Klassieker op geen enkele andere dag zo vaak gewonnen als op zaterdag. Jammer dat ze hem nooit op zaterdag spelen.

Op de dag voor dè dag maak ik altijd een lijstje. Een opsomming van alle redenen waarom 'we' morgen met de drie punten uit Amsterdam vertrekken. Klaassen doet niet mee, dat centrum van ze is slap, Lexie draait lekker, Vilhena is getergd, Clasie boezemt angst in en Vermeer is de man. Met de veldbezetting aan beide kanten zit het dus wel goed. Het is alweer negen en een half jaar geleden, we zijn in redelijke vorm en we zijn op ons best als we uit de underdogpositie moeten vechten. Ook de psychologische factoren zitten mee. Kazim komt los, Dammers breekt door en Boëtius is weer top, zelfs de gunfactor is in ons voordeel. Dit kan niet misgaan.

Dan dringt de realiteit door. Dat het allemaal nog steeds niet zo best is in Rotterdam-Zuid wordt al vier jaar een beetje verbloemd. Onder Ronald Koeman deden we het in de eredivisie, behalve op de beslissende momenten, best leuk. Met Fred Rutten is er eindelijk weer eens wat te juichen in Europa maar ook daar zullen we sterven in schoonheid. Dat de basis elf echter maar twee, en met een beetje goede wil misschien drie, jongens herbergt die bovengemiddeld goed kunnen voetballen zegt heel veel. Bovengemiddeld maar nog altijd geen echte top. Leuk dat Lexie lekker draait maar wie is die Lex nou eigenlijk? En Kazim, denk je echt dat hij er nu ineens wel drie maakt? Vast niet.

De zondagen van De Klassieker zijn voor Feyenoorders zoals ik altijd het vervelendst. Op de dag van de apocalyps zijn alle verhoudingen weer duidelijk. Alle lijstjes kunnen weer in de prullenbak, niets kwam uit. Dat centrum had geen kind aan Kazim, Lexie raakte geen knikker en Clasie kwam niet aan spelverdelen toe. Het was weer eens een zondag zoals zovelen. Ik denk dat ik volgend jaar niet meer kijk.

De voetbaldooddoener onder de voetbaldooddoeners, de klassieker is een wedstrijd op zich, stelt ook al niet meer op het gemak. Vroeger geloofde ik daar nog wel in, in die onvermoede krachten die los konden komen. Tegenwoordig weet ik dat David tegen Goliath slechts op papier werd uitgevochten. We hebben het gezien, eerder dit seizoen. In de heenwedstrijd domineerde mijn Feyenoord van seconde één tot en met minuut zesennegentig. Uitslag? 0-1. In de eredivisie blijft Calimero altijd klein.

En toch zal het deze zondag anders zijn, Lexie is in vorm, van Clasie worden ze bang en Vermeer is de man. Dat centrum bakt er niks van en jouw VDB is vast niet zo goed als je me wilt doen geloven. Ik zet het bier vast koud. Zaterdagen voor De Klassieker, altijd lekker.

Veel plezier morgen!

Ik spreek je maandag,

Lionel

vrijdag 23 januari 2015

Wouters Weekendvisie: Het is tijd voor VDB

Beste Lionel,

 

Uiteraard is het altijd vervelend, als je vlak voor een belangrijke wedstrijd te maken krijgt met het afhaken van een belangrijke speler. Maar de kwetsuur van Davy Klaassen is het uitgelezen moment om van je zwakte je kracht te maken.

 

Het uitvallen van Klaassen is namelijk helemaal niet per se een aderlating. Die holle term wordt te pas en te onpas erin geslingerd, vaak ingepakt in een dikke laag dramatiek. 'We missen onze beste speler vandaag, dan weet je dat het moeilijk wordt.' Die kan zo in het handboek 'Van jezelf verliezen voor dummies'. Waardeloos, kortom, zo'n instelling.

 

Ik zou zeggen: draai het eens om. In het voetbaltijdperk waarin we leven is de video-analist welhaast essentiëler dan de voorzitter en ook de trainer is in wezen niet meer dan iemand die de aangeleverde informatie filtert en vertaalt naar de praktijk van het trainingsveld. Vanuit alle hoeken en standen heeft ook Fred Rutten dus al kunnen waarnemen hoe het elftal van zijn aanstaande opponent Frank de Boer over het veld beweegt. Waar de zwaktes liggen en welke mogelijke scenario's zich voltrekken in geval van balbezit, balverlies, omschakeling, enzovoort.

 

En omdat Ajax bijna geen wedstrijd meer betwist zonder de blonde Hilversummer als zogeheten 'loper' binnen de driehoek in de middenlinie, kent Klaassen zo goed als geen geheimen meer voor de tegenstander. Een tegenstander, die er in algemene zin al vaak genoeg in slaagt zich prima te wapenen tegen Ajax, simpelweg omdat de zelfbenoemde Godenzonen altijd maar in dezelfde eentonige patronen voetballen, enkele hoopgevende uitzonderlijke momenten daargelaten. Zélfs Feyenoord, dat het meestal als één van de weinige ploegen voor elkaar krijgt om zich door dat voorspelbare tikkie-breed voetbal van Ajax in de luren te laten leggen, was begin dit seizoen heer en meester tegen de Amsterdammers. Hoog tijd dus, voor wat verrassing.

 

De wetenschappers achter hun monitor hebben vierkante ogen van het kijken naar Davy Klaassen en daarom is het logisch dat nu juist in Rotterdam-Zuid de paniek toeslaat. Hebben ze hun spelers de hele week gedegen voorbereid op een tentamen over de Gouden Eeuw, blijkt twee dagen voor de toets ineens dat de vragen over de Michiel de Ruyter niet zullen doorgaan en in plaats daarvan een minder bekende held uit die tijd een substantieel gedeelte van het formulier zal beslaan. Welke, dat zullen ze zondag wel merken.

 

Als ik Frank de Boer was, dan zou ik het wel weten. In de A1 loopt ook een blond kereltje met nummer 10, die ook wel lijkt te snappen hoe de werking van het ronde speeltuig in elkaar steekt. Voordat hij eerdaags ook is vastgeroest het 4-3-3-met-de-punt-naar-achteren, moet je nog van elke seconde jeugdige bravoure genieten. En profiteren.

 

Het is tijd voor Donny van de Beek. Mede mogelijk gemaakt door het veelgeprezen gevoel voor timing van Davy Klaassen.

 

Fijn sportweekend,

Wouter

donderdag 22 januari 2015

Dit zijn de sporthelden van Generatie Y

Sportpreview zocht uit welke sporters de helden van de Millennials zijn. Welke prestaties maakten de grootste indruk op Generatie Y? Dat deden we door op geheel millenniale manier te werk te gaan, we vroegen het onze sociale netwerken. Over de grootste prestaties en verrassende keuzes. Van Lionel Messi tot Sidney Crosby met Ireen Wust er tussenin.

De Millennials, of Generatie Y, zijn volwassen geworden. Geboren in de jaren tachtig, opgegroeid in de nineties en zeroes en nu de drijvende kracht van de productiemaatschappij. Millennials zijn onlosmakelijk met de opkomst van internet verbonden. Heldenverering heeft in voor deze generatie dan ook een hele nieuwe wending gekregen door de opkomst van het wereldwijde web. Sportmannen en -vrouwen zijn dichterbij dan ooit, nooit verder dan een paar muisklikken weg. Tegelijkertijd zijn ze nog nooit zo onaanraakbaar geweest door de zorgvuldige afscherming. Niet langer tellen alleen de sportprestaties maar ook alles om de grote sterren heen.

Het Amerikaanse 120 Sports, bekend van de twee minuten durende sportvideo's, besteedt ontzettend veel aandacht aan welke atleten en sportmannen de grootste invloed op Generatie Y uitoefenen. Wij deden het op onze eigen manier. We sneden de randzaken weg en vroegen de dames en heren puur op hun sportieve prestaties te beoordelen.

Door de methode van onderzoek moeten we met een kleine disclaimer beginnen. De enige vraag die gesteld werd luidde: Wie zijn de meest indrukwekkende sporters sinds het jaar 2000? Een ieder die de vraag onder ogen kreeg op Twitter, Facebook, of via Whatsapp mocht zijn stembiljet invullen.​ Het aanspreken van de eigen netwerken brengt als nadeel met zich mee dat de kans bestaat dat groepen ondervertegenwoordigd zijn. Zo valt op dat helden uit de vier grote Amerikaanse sporten: football, honkbal, basketbal en ijshockey, sterk in de minderheid zijn. Het noemen van slechts één ijshockeyer, een quarterback uit de NFL, twee basketballers en twee sterren uit de MLB is een opvallend gegeven. Te meer omdat een Amerikaan uit een hele andere tak van sport, snowboarder Shaun White, wel enkele stemmen verzamelde. White is anderzijds wel de enige atleet uit een 'moderne' sport die zich mag verheugen op een plek in de Hall of Fame van de eenentwintigste eeuw. Zowel de echte Amerikaanse sporten als de New sports krijgen minder aandacht op Sportpreview dan bijvoorbeeld voetbal, tennis en wielrennen krijgen en zullen daarom ook minder onder de volgers leven. Volgers van de American Sports en extreme sports zoeken hun heil immers ergens anders.

Een duidelijke, en ook te verwachten, schifting is te maken tussen de grote sporten en de sporten die in Nederland nauwelijks enige faam genieten. Zo werd achtvoudig wereldkampioen rallyracing Sebastian Loeb slechts twee keer genoemd. Terwijl bijvoorbeeld Steven Gerrard, die voor voetbalbegrippen weinig prijzen won, wel vaker werd genoemd. Zoals ook Arjen Robben en zelfs wielrenner George Hincapie, beiden geen veelwinnaars als het om de echte grote prijzen gaat, stemmen kregen. Een out of the box voorbeeld van een ondergewaardeerde sportheld op basis van sportcultuur is de Australische cricketgrootmeester Shane Warne. In grote delen van de wereld zal Warne absoluut opduiken in een lijst van meest tot de verbeelding sprekende sportsterren van deze generatie. Warne wordt immers alom gezien als de beste aller tijden in zijn sport. In Nederland, waar cricket totaal geen aandacht krijgt, werd hij geen enkele maal in de lijstjes van de stemmers opgenomen.

Consistentie versus piekmomenten



Voordat de lijst inhoudelijk wordt besproken is het interessant om te bekijken welke prestaties meer indruk maken. Vooraf werden immers geen voorwaarden gesteld wat betreft het aantal behaalde prijzen en ander eremetaal. Door die non-voorwaarde kon zonder voorbedachte rade een tweede conclusie worden getrokken. Het optellen van de stemmen maakt duidelijk dat consistentie zwaarder weegt dan tot eenmalig grootse hoogten stijgen. De piekmomenten van, pakweg, Martin Verkerk hebben twaalf jaar na dato nauwelijks nog enige blijvende waarde terwijl Pieter van den Hoogenband en Micheal Schumacher, beiden ook al jaren van het hoogste podium verdwenen, nog wel in het geheugen liggen.

Zo werden ook 'Bladerunner' Oscar Pistorius en Nederlandse cultheld op twee wielen Johnny Hoogerland slechts eenmaal genoemd ondanks de unieke prestaties en voorkomens. Ook vele eenmalige kampioenen en recordhouders zijn alweer in de vergetelheid geraakt zo lijkt het, denk aan schaatsers als Jochem Uyttehaage of aan gymnast Yuri van Gelder, ooit 'The Lord of the Rings'. Beiden verantwoordelijk voor een unieke prestatie in hun sport.

Sporters die sinds jaar en dag de sportkaternen domineren zijn daarentegen de overduidelijke winnaars van de verkiezing. Zelfs sportmannen uit teamsporten die al jaren meedraaien weten een plekje op de lijst te veroveren. Lange carrières worden gewaardeerd ongeacht de sport die beoefend wordt. Zo kregen bijvoorbeeld biathleet Ole Einar Björndahlen, formule 1-piloot Sebastian Vettel en rallycoureur Sebastian Loeb een schouderklopje op het stembiljet en werden voetballers als Zlatan Ibrahimovic , Ryan Giggs en Andrea Pirlo niet vergeten. Desondanks haalde bijvoorbeeld Wladimir Klitsjko en Floyd Mayweather, beiden al bijna de gehele eeuw titelhouder in hun respectivelijke boksklassen, nauwelijks stemmen. Zoals ook de Nederlandse K1-vechters weinig bijval kregen.

De lijst

Zonder enige omwegen beginnen we met de top 10 bij de mannen:

1. Lionel Messi
2. Roger Federer
3. Usain Bolt
4. LeBron James
5. Michael Phelps
6. Sven Kramer
7. Phil Taylor
8. Tiger Woods,
9. Fabian Cancellara
10. Lance Armstrong, Valentino Rossi


Deze lijst kent voor de geoefende sportliefhebber weinig verrassende namen. Opvallend is dat er op deze lijst slechts twee sporters staat die nooit een wereldtitel veroverden, teamsporters Lionel Messi en LeBron James. Dit kan overigens deels worden ontkracht als de wereldbeker voor clubteams in het geval van Messi wordt meegeteld. Daarnaast is duidelijk te zien dat de lengte van de carrières van alle heren een doorslaggevende rol heeft gespeeld. Niemand van de tien heeft minder dan tien jaar ervaring op het hoogste niveau. Wat verder opvalt is dat Lance Armstrong de enige sportman in de top 10 is die niet meer op het hoogste niveau actief is.

Wat daarnaast opvalt is dat het wielrennen nog altijd een tot de verbeelding sprekende sport is. Hoewel de wielrennerij bol heeft gestaan van de schandalen die het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw teisterden is de sport als enige met twee beoefenaars vertegenwoordigd, Fabian Cancellara en Lance Armstrong. Vooral de Amerikaan is opvallend, zijn hoofd werd op het hakblok gelegd om te kunnen afrekenen met het EPO-tijdperk toch zijn de zeven opeenvolgende Tour de France zeges even veel waard als de acht wereldtitels van motorcoureur Valentino Rossi. Dat Armstrong zijn titels op papier moest inleveren werd door meerdere deelnemende stemmers als een formaliteit beschouwd, de prestatie blijft staan.

Sven Kramer is de overduidelijke chauvinistische keuze. Gaven we eerder namen als Sebastian Loeb en Shane Warne op als afwezigen door toedoen van de Nederlandse sportculturr, Kramer is om diezelfde reden juist wel lid van de top tien. Dit neemt overigens niet weg dat de Fries op sportief gebied moeiteloos kan wedijveren met zijn mede-uitverkorenen. Kramer heeft immers zes wereldtitels en zes Europese titels op de schaatsmeerkamp veroverd en daarnaast nog een prijzenkast vol aan medailles en bekers voor andere prestaties op de schaats.

De vrouwen

1. Ireen Wüst
2. Serena Williams
3. Jelena Isinbayeva
4. Marianne Vos
5. Lucia Rijker


De in de eerste alinea's benoemde disclaimer treedt hier eveneens in werking. Vooraf maakten we geen onderscheid tussen sportmannen en -vrouwen. De dominante stem onder de kiezers was echter een mannelijke en de heren atleten zijn dan ook veel vaker gekozen dan de vrouwelijke evenknieën. Wanneer één lijst was gemaakt zou alleen Ireen Wüst de top 10 hebben bereikt, hetzij op het nippertje.

Zoals ook bij de mannen de prestaties die rond de millenniumwisseling plaatsvonden (denk aan Van den Hoogenband en Schumacher) alweer vervlogen lijken is dit ook het geval bij de vrouwen. Leontien van Moorsel werd geen enkele maal genoemd. Polstokhoogspringster Jelena Isinbayeva, tweevoudig wereldsportvrouw van het jaar, maakte wel genoeg indruk om de top drie te halen. Daarmee bleef ze bijvoorbeeld medaille veelvraat Marianne Vos nipt voor.

Opvallende namen



Vaak leveren verkiezingen ook enkele opvallende namen op. Namen die helaas niet altijd vermeld worden als de definitieve uitslag openbaar wordt gemaakt. De meest opvallende verschijiningen verdienen volgens ons toch een podium. Zo werd de jonge motorcrosser Jeffrey Herlings meerdere malen genoemd. Dit vooral opvallend omdat Herlings zelf maar nipt een Millennial is. Het Brabantse wonderkind werd namelijk in 1994 geboren, de officieuze ondergrens om tot Generatie Y te behoren. Motorcross heeft bovendien vele jaren geen grote aandacht gekregen in Nederland. Toch kreeg ook een tweede crosser een stem, de Amerikaan Ryan Villopoto, een sportman die in Nederland zo onbekend is dat er zelfs geen Wikipedia-pagina in het Nederlands over hem bestaat.

Het is ook vreemd om de naam Pieter van den Hoogenband op te zien duiken. Niet omdat Van den Hoogenband er de erelijst niet voor heeft, het lijkt echter alweer zo lang geleden. 'Hoogie' heeft echter alle recht om tussen de helden van de MIllennials te staan vanwege zijn prestaties tijdens onder meer de Olympische Spelen van 2000 en 2004. Zo werd ook de naam van Martin Verkerk geopperd. Verkerk baarde opzien door in 2003 uit het relatieve niets (de echte kenners wisten van zijn goede vorm) ineens de finale van het tennistoernooi van Roland Garros te halen.

Waar Roger Federer net niet de grootste sporter van deze generatie werd, daar werden de mannen waar hij dat mede aan te danken heeft een stuk minder vaak genoemd. Rafael Nadal en Novak Djokovic stonden onderin de lijst en zagen zelfs darter Phil Taylor en veldrijder Sven Nys vaker een kruisje achter hun naam krijgen. De vierde topper in tennisland, Olympisch kampioen Andy Murray, werd zelfs helemaal overgeslagen. De Amerikanen Tom Brady (NFL), Kobe Bryant (NBA) en Derek Jeter (MLB) verdedigen de eer van de USA. Zoals ook de Nederlandse, in Amerika groot geworden, honkballer Andruw Jones dat doet. Tot slot bungelen onderaan de lijst de namen van de Britten Chris Hoy en Ronnie O'Sullivan.

De aanwezigheid of juist het ontbreken van enkele namen heeft ons doen besluiten een terugkerend fenomeen van deze lijst te maken. Het lijkt ons, de redactie van Sportpreview, zeer interessant om de ontwikkeling te volgen en hierover te berichten. Verwacht daarom in de toekomst nog vele verhalen over de helden van de Millennials.

woensdag 21 januari 2015

World Tour realisme: Tour Down Under eruit, Tour de San Luis erin?

Het plan van begin deze eeuw was om een Champions League voor de wielersport te creëren. Een seizoenskalender met de beste wedstrijden die aan het eind een echte kampioen moest opleveren, vergelijkbaar met de Formule 1. Toch is er van alles mis met de World Tour, zoals de participerende wedstrijden.

De hedendaagse wielerliefhebber hoeft niet meer te wachten tot het laatste weekend van februari tot hij zijn ridders op de stalen ros weer in actie kan zien. De nieuwjaarskruitdampen zijn nog maar nauwelijks opgetrokken of bij de eerste koersen klinkt het startschot al. Zo begint de mondiale top aan zijn seizoen in Australië met de Tour Down Under en is de Argentijnse Tour de San Luis het decor voor de subtop. Althans, als we de waardering van de UCI mogen geloven. Een flinke miscalculatie.

In de eerste divisie van het mondiale wielrennen, de Pro Continental Tour, zijn een fiks aantal wedstrijden en etappes te vinden die menig wereldtopper knikkende knieën bezorgen. Zo zijn later dit jaar wedstrijden als de Italiaanse kasseienkoers Strade Bianche en etappewedstrijd Giro del Trentino te bekijken, rijdt men door de Oostenrijkse bergen in de Österreich Rundfahrt en wordt in de Verenigde Staten gestreden in de Tour of Utah en de USA Pro Challenge. Zelfs in Nederland staat een echte krachttoer gepland, de eendaagse kasseienkoers Ronde van Zeeland. De eerste grote krachtmeting komt echter morgenmiddag (plaatselijke tijd) al aan bod. Dan staat de beestachtige beklimming naar Alto del Amago op de kalender.

Lange adem



Op het eerste oog lijkt de Amago een alledaagse klim. Wie uitsluitend naar de cijfers kijkt ziet een berg van 10,5 kilometer tegen een stijgingspercentage van 7,6 procent met een uitschieter tot elf procent. Niets om bang van te worden. Voor wie weleens een Europese wielerkoers kijkt, denk bij deze cijfers aan de traditionele Giro d'Italia klim Mortirolo (vanuit Monno). Vele bergen boezemen meer angst in, van Alpe D'Huez tot Tourmalet, van Zoncolan tot Angliru. Schijn bedriegt. De klim, waarvan de top ook de finish van de etappe vormt na 142,5 kilometer, begint namelijk niet op 10,5 kilometer van het einde maar, schrik niet, op 110,5 kilometer van het einde. Al na een goede dertig kilometer begint de weg vals plat omhoog te lopen en worden al een goede vierhonderd hoogtemeters bevochten. Ook de laatste klim van zaterdag mag er zijn. Op Sierra Comechingones ligt de streep op maar liefst 2150 meter hoogte. Om op de slotdag af te sluiten met een plaatselijk parcours in en om San Luis waar de weg nooit recht vooruit loopt.

Het contrast van deze B-wedstrijd met de topkoers in Australië is dan ook groot. Waar vijf vlakke etappes slechts worden onderbroken door een klim die weliswaar stijl is maar niet voor niets de naam Willunga Hill in plaats van Willunga Mountain draagt. Met zijn zeven procent stijgingspercentage over een lengte van drie kilometer is hij geen partij voor heuvels als de Muur van Huy (8,7%, 1,5 kilometer), de Planche des Belle Filles (8,4%, 5,7 kilometer), La Redoute (9,4%, 1,5 kilometer) en de Stockeu (9.7%, 2,3 kilometer). Zelfs al wil de wedstrijdorganisatie de volger maar al te graag laten geloven van wel.

Opgeschoonde kalender



Om tot een echte Champions League in het wielrennen te komen zal de kalender eens te meer onder de loep genomen moeten worden. De bovenstaande vergelijking is zoals gezegd niet de enige 'scheefgroei' in wielerland. Zelfs binnen de continentale tour wordt om onduidelijke redenen (die zeer waarschijnlijk uitsluitend op sponsorbelangen zijn terug te voeren) een koers als de Dubai Tour, die slechts een handvol sprintaankomsten telt en nergens echt bergop gaat, zwaarder gewogen dan de eerder genoemde koersen in Argentinië, Amerika, Italië, Nederland en Oostenrijk.

Voorlopig, en zeer waarschijnlijk nog vele jaren, zal de Tour Down Under de World Tour voorkeur blijven krijgen boven de schitterende klimetappes in Zuid-Amerika. Als troost bieden we de beelden van een ontketende Nairo Quintana op de Alto del Amago in 2014. De Colombiaan reed het gehele peloton (op een onbekende Argentijn na) op meer dan een minuut. Zelfs binnen de top tien bleven renners niet op minder dan drie minuten afstand van het supertalent.

http://youtu.be/WJC5Zur52gQ

dinsdag 20 januari 2015

Pazienza is een schone zaak

foto: acmilan.com

Het laatste fluitsignaal voelt telkens als een zucht van verlichting. Vandaag de dag een volledige wedstrijd van AC Milan uitzitten is geen sinecure. Ook niet voor de liefhebber. De Milanese grootmacht is al tijden een karikatuur van zichzelf. In niets doet de huidige verzameling figuranten meer denken aan die gevreesde catenaccio-machine waarmee Milan de wereld veroverde. In bijna niets, dan. Het roodzwart gestreepte shirt is gelukkig nog niet zo verkracht als het tricot waarmee stadgenoot Internazionale dit seizoen schaamteloos het veld betreedt. Bløf’s Paskal Jakobsen bezong het tweeledige gevoel al eens treffend. “Liever kwijt zijn waar je echt van houdt, dan iets houden wat je toch niet mist.”

Ook dit weekend viel de roodzwarte brigade weer ten prooi aan een wervelwind van opgepompt Mediterraans testosteron. Het Milan onder leiding van clubicoon Filippo Inzaghi  verloor op eigen terrein met minimale cijfers van het petieterige Atalanta Bergamo. Voor de aanwezige tifosi reden genoeg om de slijptol eens flink langs de verbale messen te halen. Direct na afloop drong een horde supporters zich traditioneel op, op het bordes van San Siro. In het passionele Italië geldt: de lusten zijn je gegund, maar draag de lasten dan ook als een man. “Vaffanculo!

Het is weer eens crisis in Milaan. De onmacht op het veld snijdt door de ziel van de échte Milanista. Toch heeft die treurnis een onvermoede en waarachtig superbe keerzijde. Het moet de ware liefhebber van Associazione Calcio Milan namelijk doen beseffen hoe mooi hún club wel niet is. Een toonbeeld van elegantie en bravoure.

Il Presidente

Maar goed, wat nu? Dat ware liefde in zijn meest pure vorm boven komt drijven in precaire situaties is mooi, maar een continue stroom aan vernederingen is wellicht te veel van het goede. De zaadjes voor een gouden toekomst (lees: oplossing) blijken echter al geplant te zijn.

Terug naar het begin van dit epos. Ongeacht politieke voorkeur, Milan heeft ontegenzeggelijk de vruchten geplukt van drie decennia Silvio Berlusconi. De omstreden, charismatische voorzitter kocht halverwege de jaren tachtig een topclub dat danig in verval was. Een omkoopschandaal in de jaren voorafgaand aan het nieuwe tijdperk had Milan in alle opzichten – financieel en sportief – volledig gevloerd. Met historisch besef creëerde de presidente een team dat zijn gelijke vond in het succesvolle Milan van de jaren zestig – dat met de iconische Nereo Rocco, Gianni Rivera en Cesare Maldini in een catenaccio-systeem als eerste Italiaanse club de Europa Cup 1 omhoog mocht houden. Ditmaal luisterden de hoofdrolspelers naar de namen Ruud Gullit, Marco van Basten en Paolo Maldini. Het verdere verhaal is bekend.

De geschiedenis is wat het is. Uiterst waardevol, maar geen garantie voor de toekomst . Berlusconi laat geen moment onbenut om zichzelf als ‘de meest succesvolle voorzitter aller tijden’ te laten lauweren – feitelijk gezien geen speld tussen te krijgen – echter het Milan van 2015 is niet meer dan een holle echo uit het verleden. Géén Franco Baresi, géén Alessandro Nesta, géén Andrea Pirlo en géén Andriy Shevchenko.

Sterker, sinds de zomer van 2012 lijkt het gevoel voor Milan van Berlusconi en zijn amice Adriano Galliani te zijn veranderd. En niet ten gunste van de hartstochtelijke tifosi. De urgentie lijkt te ontbreken. De verkoop van sterkhouders Thiago Silva en Zlatan Ibrahimovic heeft de Milanese grootmacht sportief gezien bij lange na niet op kunnen vangen – hoewel het schijnt dat Il Cavaliere met de geïnde zestig miljoen euro de banen van enkele tientallen werknemers van zijn Mediaset heeft kunnen redden. Een nobel gebaar en voetnoot waard.

Casa Milan

Het leek een rationele financiële keuze, want het missen van succes kost ook geld. Iets waar dochter Barbara Berlusconi zich goed van bewust is. Zij nam eind 2013 de dagelijkse leiding bij de voetbalclub over en schreef een omvangrijk plan om Milan weer terug aan de top te krijgen. Speerpunt is de bouw van een nieuw onderkomen voor de Rossoneri. Het hoofdkantoor aan de Via Turati heeft al plaats gemaakt voor het hypermoderne Casa Milan en het nieuwe stadion moet medio 2020 haar deuren openen.

Om welke reden dan ook, het complete Italiaanse voetbal is té lang blijven hangen in een oud stramien. Een model dat in de hedendaags voetbalrealiteit simpelweg niet meer succesvol kán zijn. Lady Berlusconi pakt door. Iets waar zelfs de almachtige Galliani, die nog wel op technisch gebied de baas is, haar niet bij tegen kan houden. Exemplarisch was de verkoop van de spelersbus deze week, voor een bedrag van 150 duizend euro. Het vervoer wordt voortaan uitbesteed, hetgeen een belangrijke kostenpost moet opleveren. Geen noviteit: Inter en Juve gingen Milan hierin onlangs al voor.

Ondertussen brokkelt het imago van Milan met het jaar, nee, met de week harder af en wordt de roep om een vertrek van Berlusconi senior luider. In het mondaine Milaan vol mode en design is reputatie en identiteit belangrijker dan waar dan ook in de wereld. Tot overmaat van ramp is aartsrivaal Juventus inmiddels op vrijwel alle fronten superieur aan Milan. De Turijnse club klom na het Calciopoli-schandaal binnen vijf jaar op van de Serie B naar het winnen van de Scudetto. Goed voorbeeld doet volgen, zeg maar.

Langzaam maar zeker neemt dochter Barbara dus de touwtjes over van haar vader en beginnen de contouren van haar beleid zichtbaar te worden. Milan richt zich de komende jaren voornamelijk op het vastleggen van hoogwaardige Italiaanse talenten om in het nieuwe stadion te oogsten. Geen afgedankte, transfervrije dertigers meer. In verkapte taal vraagt de dertigjarige blondine de Milanista dan ook om geduld en begrip. “Our history is not the past. It is the way we have chosen to face the future. It is entertainment and passion. This is AC Milan: a matter of the heart, yours, ours.

Het loze geschreeuw ten spijt, Milan hoeft geen afscheid van Berlusconi te nemen. Milan heeft Barbara al.

Lionels Weekvisie: Eredivisie blijkt verkeerd te tellen

Beste Wouter,

Tot mijn grote schok kwam ik er gisteravond achter dat wij, de voetbalfans, al jaren voor de gek worden gehouden. De puntentelling van het driepuntensysteem blijkt totaal onjuist. De beste ploeg van de eredivisie staat namelijk niet bovenaan. Dankzij een fabrikant van scheergerei weten we nu gelukkig hoe het echt zit.

Wat blijkt, volgens het Gillette Pro Klassement, te zien in VI TV, zijn de vier beste spelers van de eredivisie langs de boorden van de Maas te vinden. Het viertal scoort ieder wekelijks om en nabij de zeven voor zijn prestaties. Vaker dan iedere andere speler in de competitie. Het kan dan ook niet anders dan dat Feyenoord, met deze Clasie, Toornstra, Vermeer en El Ahmadi in de gelederen, de echte leider van de eredivisie is. Kwaliteit komt immers altijd bovendrijven, toch? Dat de stand in de eredivisie een achterstand van twaalf punten aangeeft is simpelweg geen juiste weergave van de verhoudingen. Feyenoord liet bijna twee keer zo vaak punten liggen, scoorde zestien goals minder en kreeg er twee meer tegen dan PSV. Allemaal zand in de ogen statistieken blijkt nu.

Achteraf is mij nu ook duidelijk geworden waarom de club in 2012 werd gehuldigd in de Kuip na het behalen van de tweede plaats. Gudde en co. hadden allang door dat je je niets van de ranglijst aan moet trekken. Als jij vindt dat de waarheid anders is dan de cijfers weergeven, dan vind je vanzelf wel een weg om dat te bewijzen. Feyenoord was dus in 2012, in 2014, maar ook in 2015, de beste club van Nederland. De bondscoach zag het trouwens ook. Louis van Gaal wist dat de verdediging van Feyenoord in 2013/'14 meer goals tegen kreeg dan die van Ajax en FC Twente maar had direct door dat dat niets over de kwaliteiten van de laatste linie zei, Als hij maar genoeg Feyenoorders opstelde zouden zij de boel vanzelf dichthouden. vijf is beter dan vier is beter dan drie.

Ik hoor al dagen dat Feyenoord het komende zondag wel eens heel lastig kan gaan maken voor Ajax. Dit is namelijk de slechtste selectie die de Amsterdammers in jaren hebben kunnen beschikken. Ik voorspel daarom een 3-0 zege voor die slechte thuisploeg. Het lijkt me dan ook niet meer dan logisch dat zij straks in mei met 75 punten bovenaan de ranglijst eindigen. Je hoeft immers blijkbaar niet goed te kunnen voetballen om kampioen te worden. Sterker nog, het is beter om niet teveel kwaliteit te herbergen en erkende klassementsmannen te verkopen aan je naaste concurrent. Die wordt daarmee dan vervolgens derde want de beste selectie eindigt niet bovenaan. Het driepuntensysteem is een farce, bedacht om zwakkere ploegen beter te laten presteren.

Ik houd het zelf liever bij de werkelijkheid, Wouter. Feyenoord heeft met Jordy Clasie en Terence Kongolo twee hele sterke spelers in de gelederen waar de rest van het team zich tot op heden aan optrekt. Met de naar behoren presterende Lex Immers en Jens Toornstra erbij heb je dan in de eredivisie een ploeg die zich bij de bovenste drie handhaaft. Maar meer ook niet. De wedstrijden van Feyenoord zijn enigszins tumultueuzer en meeslepender dan die van PSV en Ajax. Waardoor de spelers van de Rotterdammers al snel een aura van heroiek om zich heen krijgen. Wat weer leidt tot een hogere, en eigenlijk zelfs te hoge beoordeling. Mijn Feyenoordhart schreeuwt om een overwinning in Amsterdam, niet alleen uit eergevoel maar vooral ook met oog op de ranglijst. Want de punten, daar gaat het nog altijd om.

Ik spreek je vrijdag,

Lionel

maandag 19 januari 2015

World Series of Boxing: amateurboksen bestaat niet meer

Afgelopen weekend is het vijfde seizoen van de World Series of Boxing (WSB) van start gegaan. De WSB is een landencompetitie tussen de beste boksers ter wereld die uitkomen op amateurniveau. Zestien landenteams, verdeeld in twee poules. De zestien landen die meedoen hebben de mogelijkheid om hun beste boksers op te stellen, aangevuld met boksers uit landen die niet meedoen aan de WSB. Zo komen er ook twee Nederlandse boksers in actie. Peter Mullenberg vecht voor het team van Marokko (Morocco Atlas Lions) en Enrico Lacruz komt uit voor Cuba.

Het amateurboksen zoals je dit vindt op de Olympische spelen bestaat uit wedstrijden van driemaal drie minuten. De boksers dragen hoofdbescherming en er zijn drie ringscheidsrechters die scoren volgens een zogenaamd treffer-systeem. Als één van de boksers een stoot plaatst en deze wordt door twee van de drie scheidsrechters gezien als treffer dan krijgt de bokser een punt. Al deze regels zijn afgeschaft voor de WSB. Er wordt gevochten in vijf rondes van drie minuten, de boksers dragen geen hoofdbescherming en het puntensysteem is gelijk aan de profs. Elke ronde wordt afzonderlijk gescoord. De winnaar van de ronde krijgt tien punten, de verliezer negen. Bij een knock-down of officiele waarschuwing komt er een punt in mindering.

Deze regels worden nu ook overgenomen bij andere amateurwedstrijden, zoals het wereldkampioenschap. Waarschijnlijk zal er bij de Olympische spelen van 2016 ook geen gebruik gemaakt worden van hoofdbescherming en het treffer-systeem. De World Series of Boxing heeft ervoor gezorgd dat de scheidslijn tussen amateurboksen en profboksen langzaam vervaagt. De boksers die uitkomen in de WSB vechten over de hele wereld en worden ook betaald door het team waarvoor ze uitkomen. Hierdoor kun je ze nauwelijks meer amateurs noemen. Het niveau van de WSB is hoog en doet zeker niet onder voor het profboksen. Gelukkig zijn alle wedstrijden van de World Series gratis en live te bekijken via de website van de AIBA (De Amateur-boksbond).

Deze veranderingen zorgen ervoor dat amateurs sneller kunnen overstappen naar de profs. Zo won meervoudig amateur-wereldkampioen Vasyl Lomachenko een wereldtitel in zijn derde profgevecht. De beste boksers uit de WSB kwalificeren zich voor de Olympische Spelen van Rio 2016. Het niveau van het amateurboksen is nog nooit zo hoog geweest, maar je kunt beter zeggen : Amateurboksen bestaat niet meer.

Hoe win je de UCI World Tour?

Data-analyse is het toverwoord. Moneyball is hot. Waren de Amerikaanse sporten en het voetbal al om, ook op de wielerwereld is het toe te passen. Zij het in versimpelde vorm. Sportpreview onderzocht welke type renners nodig zijn om in 2015 het ploegenklassement van de World Tour, mogelijk, te winnen.

We beginnen met een disclaimer. De wielersport is weliswaar een teamsport, toch zijn de teams totaal anders ingericht dan de genoemde sporten in de lead van dit verhaal. In de wielrennerij kun je namelijk geen wissels inzetten. De zes tot negen man die in een wedstrijd worden opgesteld moeten het doen en raakt een ploeg een mannetje kwijt dan moet je dus simpelweg met één man minder verder. Bovendien kun je niet in elke wedstrijd dezelfde ploeg opstellen omdat wedstrijden elkaar overlappen. De ideeën uit bijvoorbeeld het boek Moneyball van Michael Lewis (naar de filosofie van honkbalmanager Billy Beane) zijn dus niet één op één te kopiëren.

De wielersport is bovendien veel meer afhankelijk van niet beïnvloedbare factoren. Zo is het speelveld nimmer hetzelfde en spelen weersomstandigheden een grote rol. Regen maakt een kasseienwedstrijd als Parijs-Roubaix of de Ronde van Vlaanderen tot een andere strijd dan een voorjaarszon doet. Met deze verschillen in het achterhoofd gaan we aan de slag om toch de ideale selectie samen te stellen.

Enkele UCI World Tour 2015 spelregels
In de komende seizoenen worden de regels waaraan ploegen die deelnemen aan de World Tour moeten voldoen enigszins aangetrokken. Zo moeten de ploegen over twee jaar (2017) uit twee delen bestaan. In plaats van één topteam van dertig renners moet de ploeg tweeëntwintig renners van het hoogste niveau en acht ‘talenten’ die op het één na hoogste niveau gaan uitkomen onder contract hebben staan. Op dit moment mag een World Tour team echter nog gewoon bestaan uit dertig renners naar keuze.

De kalender van 2015 bestaat uit achtentwintig wedstrijden, vijftien eendagskoersen en dertien etappewedstrijden. De eerste wedstrijddag is op 20 januari als de Australische Tour Down Under van start gaat. De World Tour eindigt met de Ronde van Lombardije op 4 oktober. In tegenstelling tot de afgelopen drie edities maakt de Ronde van Peking geen deel meer uit van de World Tour cyclus.

De individuele punten van de beste vijf renners van een ploeg tellen voor het ploegenklassement. Dit betekent dat de de ploeg met de meeste punten theoretisch niet de eindwinnaar van het seizoen hoeft te worden. Bovendien worden in elke wedstrijd een aantal wildcards uitgedeeld aan Procontinentale en Continentale ploegen, de tweede en derde divisie van de wielersport. Dit betekent dat per jaar veertig tot vijftig renners punten verdienen die nooit worden uitgekeerd omdat zij wel aan de wedstrijd maar niet aan het klassement van de UCI World Tour deelnemen.

Punten worden als volgt verdeeld:
Etappepuntverdeling
Koerspuntverdeling Beelden: Wikipedia

Voorgaande winnaars
We vervolgen het onderzoek met een analyse van eerdere winnaars. We richten ons daarbij alleen op de afgelopen vier edities van de World Tour. De zes uitgaven van de Pro Tour tellen niet mee. Dit was weliswaar een nagenoeg gelijke cyclus van wedstrijden die de World Tour voor ging, de wisselingen in de deelnemende wedstrijden was te groot. Zo telden de grote ronden een aantal keer niet mee en verdween de Ronde van Duitsland na een aantal seizoenen. De lijst van winnaars ziet er als volgt uit:

Individueel
2014 Valverde
2013 Rodriguez
2012 Rodriguez
2011 Gilbert


Teams
2014 Movistar
2013 Movistar
2012 Tean Sky
2011 Omega Pharma-Lotto


Nog zonder de totale lijst van winnaars en verliezers van de wedstrijden door te nemen is te concluderen dat goed presteren in een grote, drieweekse ronde een belangrijke rol speelt in de eindoverwinning en dat twee topklasseringen nagenoeg zeker de eindzege betekent. Zo won Bradley Wiggins de Tour de France van 2012 en pakte Chris Froome er de tweede plek. Nairo Quintana won de Giro d’Italia in 2014 waarna zijn kopman Alejandro Valverde zowel in de Tour de France als de Vuelta A Espana bij de top vijf eindigde. In beide jaren werd de ploeg waarvoor de mannen uitkwamen eindwinnaar van de World Tour. Opvallend is verder dat de ploeg van de individuele winnaar niet per definitie ook het ploegenklassement won, naast Phillipe Gilbert won ook Omega Pharma-Lotto het klassement in 2011 en afgelopen jaar was er de dubbelslag voor Alejandro Valverde en Movistar.

Het eerste jaar van de UCI World Tour blijkt in zijn geheel een uitzonderlijk jaar. Omega Pharma-Lotto wint dit jaar het ploegenklassement terwijl het slechts één renner bij de beste twintig van de individuele ranking heeft staan, winnaar Gilbert. Ter vergelijking, het dan nog bestaande Leopard heeft maar liefst drie renners bij de eerste twintig en Liquigas, Team Sky en Lampre ieder twee. De eerst volgende Lotto-renner vinden we pas terug op plek 32, sprinter Andre Greipel.

Gilbert verzamelt zijn punten (718) door te winnen in Amstel Gold Race (80), Waalse Pijl (80), Luik-Bastenaken-Luik (100), Clasica San Sebastian (80), GP Quebec (80), 3e in Milaan-San Remo (70), 9e in Tirreno-Adriatico (4), 9e in RVV (10), ereplaatsen etappes TdF (46), 2e Eneco our (80), 3e in Montreal (50), 8e in Lombardije (20), en drie etappes in kleine rittenkoersen (18).

Gilbert is eigenhandig verantwoordelijk voor tweederde van het puntentotaal van Lotto. De overige punten komen op conto van Greipel (132), Van Den Broeck (125), Roelandts (66) en Jelle vanendert (60). Samen 1101 punten. Hiermee is het maximum van vijf bereikt.

In 2012 is alles totaal anders. Het zijn de hoogtijdagen van Team Sky. De Britse ploeg heeft zelfs meer renners bij de top twintig van het individuele klassement staan (6) dan worden meegeteld voor het ploegenklassement (5). De sterkhouder is Tour de France winnaar Bradley Wiggins die met 601 punten tweede wordt achter Joaquin Rodriguez. Wiggins verzamelt zijn punten als volgt: Eindklassement Tour (200), twee etappes (40), eindklassementen Parijs-Nice, Criterium de Dauphine en Ronde van Romandië (samen 300), vier etappezeges (samen 24), overige ereplaatsen in etappes (37).

Team Sky zag verder Christopher Froome (zevende, 376), Edvald Boasson-Hagen (elfde, 317), Rigoberto Uran (vijftiende, 199) en Michael Rogers (zeventiende, 194) punten scoren voor een totaal van 1687 punten. Tel daar nog tachtig punten van het WK ploegentijdrit bij op en het totaal komt op 1767. maar liefst 666 meer dan Omega Pharma-Lotto een jaar eerder.

De Movistarjaren
De Spaanse Movistar formatie heeft de afgelopen twee edities van het wielerspektakel op haar naam geschreven. De eerste keer, 2013, is daarbij het opvallendst. Allereerst staat Alejandro Valverde met zijn 540 punten slechts op de derde plaats van het podium. Anderzijds heeft Movistar wel maar liefst drie renners in de top tien van het eindklassement met naast Valverde ook Nairo Quintana (achtste, 366 punten) en Rui Costa (negende, 352). Met de 186 punten ven Benait Intxausti, de 86 van Javi Moreno en de 70 punten van de ploegentijdrit in Firenze komt Movistar op 1610 punten.

in 2014 wintValverde het individuele klassement (686) en staat ook Quintana opnieuw bij de beste tien (zevende, 346). Ook Intxausti (119) scoort opnieuw punten. Met Jon Izagirre 105, Juan Jose Lobato (74) en de Ploegentijdrit (110) komt de Spaanse ploeg op 1440 punten.

Conclusie
Uit de vier lijstjes is één ding direct op te maken, goede ronderenners zijn een absolute must. Slechts in het eerste jaar gaf een goede ronde niet de doorslag. Daarbij moet aangetekend worden dat in meer dan één wedstrijd gepresteerd moet worden. De Tour de France levert weliswaar 200 punten op, met minder dan zeshonderd punten voor minimaal één renner in de ploeg kom je er niet.

Dit betekent dat de speerpunt van de winnende ploeg een ronderenner met veel koersdagen moet zijn, mogelijk kan dat nog één keer Aljenadro Valverde of Joaquin Rodriguez zijn. Meer voor de hand liggend zijn echter Alberto Contador, Christopher Froome, Nairo Quintana. Nieuwe namen in dit kader zijn Fabio Aru, Rafal Majka, Thibaut Pinot en Romain Bardet.

Naast de kopman moet ook de tweede man een goede etappewedstrijdvorm etaleren. Mocht Romain Bardet zijn groei van de afgelopen twee jaar doorzetten en dit jaar definitief bij de top aansluiten, dan heeft zijn ploeg AG2R kansen. Het heeft namelijk ook Carlos Betancur, Jean-Christophe Peraud en Domenico Pozzovivo onder contract die allen in de top van de klassementen kunnen nestelen. Ook Movistar maakt opnieuw goede kans. Met Valverde en Quintana is al twee jaar succes geboekt. Movistar heeft de succesformule van 2013 en 2014 nog een jaar kunnen vasthouden. De derde topfavoriet is Team Tinoff-Saxo. Met Alberto Contador en Rafal Majka heeft het twee renners in huis die in staat moeten zijn om de prijzen te strijden. Het duo weet zich in de rug gesteund door Roman Kreuziger en heel misschien ook door de oude meester Ivan Basso.

Een gevaarlijke outsider is Cannondale-Garmin. De fusieploeg heeft vele renners die al eens hoge ogen gooiden in één van de drie grote rondes: Ryder Hesjedal, Andrew Talansky, Dan Martin en Tom Danielson. Bovendien gaat de Colombiaan Janier Acevedo aan zijn tweede jaar bij de World Tour formatie beginnen. In het geval twee van hen zijn beste prestatie neerzetten is de Italiaans/Amerikaanse ploeg in staat de World Tour te winnen. Ook Team Sky kan tot de outsiders worden gerekend. Nadat Wiggins in 2012 de Tour de France won en zijn topniveau kwijtraakte konden de Britten hun absolute top niet meer halen. Met Froome als speerpunt is de de zwarte trein al aardig op weg. Het is echter wel afhankelijk van Richie Porte, Sergio Henao, Leopold König en Peter Kennaugh. Één van de renners van dit viertal zal een podiumplek moeten behalen in een grote ronde.