dinsdag 31 maart 2015

Het beste en het slechtste van Nederland-Spanje

Nederland-Spanje is in de afgelopen vijf jaar uitgegroeid tot één van de meest interessante rivaliteiten van het mondiale interlandvoetbal. Dat was te danken aan een spijkerharde wk-finale in 2010 en een gigantische 'upset' tijdens het wk van 2014. Guus Hiddink zou Guus Hiddink niet zijn als hij totaal het tegenovergestelde deed van wat werd verwacht. Beter gezegd, zijn spelers deden dat. Binnen een kwartier stond het al 2-0 en uiteindelijk bleef het daarbij. We kozen zoals gebruikelijk de beste en de slechtste speler. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing

Beste Oranjespeler: Davy Klaassen



Het was een close call. Wat stond Kenneth Vermeer lekker te keepen. Wat was Memphis goed met zijn straattrucs en wat lieten die Spanjaarden zich door hem dollen. Toen de Sliedrechter verdedigend ook nog eens vroeg in de tweede helft een duel op de rand van zijn eigen zestien won leek hij de prijs binnen te hebben. Dat was echter buiten Davy Klaassen gerekend. De Ajacied was in zijn tweede interland op geen enkele fout te betrappen, won duels, strooide met schitterende passes en scoorde ook nog eens de 2-0 in de zestiende minuut. De roep om de jongere generatie wordt steeds luider en wanneer types als Memphis en Klaassen op een dergelijke manier invallen is een vaste plek straks onvermijdelijk.

Slechtste Oranjespeler: niet te bepalen



We hebben al een aantal malen de vierde keeper, het publiek en veilige keuze Arjen Robben als beste oranje-speler uitgeroepen bij gebrek aan beter. Vanavond mogen we eens hetzelfde doen bij de slechtste. Natuurlijk, Bruno Martins Indi liet zich een keer kinderlijk eenvoudig opzij zetten. En ja, Jethro Willems was wel eens slordig. Natuurlijk kwam Luciano Narsingh eigenlijk tekort en was Klaas-Jan Huntelaar vrijwel onzichtbaar. Toch verdient een overklassing van grootmacht Spanje het niet om een slechtste speler toegewezen te krijgen. Daarom strijken we onze handen over onze harten en vergeven bovenstaande spelers om genoemde acties.

maandag 30 maart 2015

Supercross review: St. Louis

De ongeëvenaarde dominantie van de fabrieksracers van KTM werd vorige week doorbroken door de dubbele winst van het fabrieksteam Geico Honda. Bogle (250) en Tomac (450) deden namelijk waarvoor ze zijn ingehuurd: winnen. Laatstgenoemde haalde zelfs Dungey in, op klasse. Hiermee is niet gezegd dat de punten in het kampioenschap meteen op scherp zijn gezet. Dungey en Muquin werden namelijk netjes tweede en beperkten de schade maximaal.

De baan in Detroit eiste wel zijn tol. De combinatie van een krankzinnige whoopsectie met een onmogelijke ritmesectie heeft meerdere seizoenen laten eindigen. Waaronder die van Trey Canard, die de tweede plaats in het kampioenschap bezette. Kleine toename van gevaar als gevolg van het ontwerp van de banen zodat het nog iets aantrekkelijker wordt, is ergens begrijpelijk. De ontwerpers hebben deze week in St. Louis gekozen om een split-lane aan te leggen, iets wat nog nooit tot enig spektakel heeft geleid. Mogelijk kwam daar dit weekend verandering in.

250 East klasse 



De regerend kampioen stofte vorige week zijn nr. 1 plaat af door te winnen. Prima prestatie. Het was te verwachten dat Musquin een vervelend object zou worden omdat hij met zijn 250 als snelste kwalificeerde. Als snelste in zowel de 250 klasse als in de 450 klasse, that is. Bogle kwam op een twaalfde plek te liggen na de holeshot terwijl Muquin en Martin voor de winst gingen rijden. Dat laatste gevecht duurde exact 1 ronde. Daarin maakte Musquin duidelijk wie de baas is, was en blijft. Zijn solo naar de finish, waar Bogle nog knap als vierde overheen kwam, zorgt ervoor dat hij nu 20pt voorsprong heeft in het kampioenschap.

In het KTM Factory kamp kan de champagne in feite besteld worden. De enige die Musquin dit seizoen gaat stoppen is Musquin zelf. De Fransoos had al enige jaren in de 450 klasse kunnen rijden, maar het lichaam werkte altijd tegen. Zijn manier van middelvingers opsteken naar het verleden is prijzenswaardig. Hij verdient dit kampioenschap meer dan ieder ander. Maar de east klasse krijg een aantal weken rust, dus hij zal nog geduld moeten opbrengen.

450 klasse 



De uitschakeling van Canard vorige week geeft op alle vlakken een nare smaak in de mond. De geteisterde kampioenschapskandidaat was een van de weinigen waarvan de snelheid kon matchen met Dungey en hij stond op een tweede plaats in het kampioenschap. Het is tekenend: zijn snelheid is er altijd geweest, evenals zijn blessureleed. Heeft al een seizoen gemist door een gebroken rug, viel het jaar daarop weer uit, en in beide instanties was hij bezig aan een perfect seizoen. Het adagium ‘you can’t win a championship in one day, but you sure can lose it in one day, lijkt op zijn (gehavende) lijf te zijn geschreven.

Ter zake.

Eli Tomac. Hij had met een achtste plaats niet de beste start maar hij was beslist de snelste man in de race. Reed op enig moment een halve seconde sneller dan de rest van het veld en denderde daarmee door de ranglijst heen. Hij passeerde gevestigde namen als Tickle en Peick alsof ze stilstonden. De inhaalacties deed hij bijna uitsluitend op de doorgaans zinloze split-lane, waarmee deze ook eens zijn bestaansrecht bewezen heeft.

Oh, en wat betreft de winst? Dungey had another day at the office. Saillant detail daarbij is wel: hij en Muquin zijn beiden de laatste weken achtereenvolgens op plaats 1, 2, 1, 1, 1, 2 en 1 geëindigd. Het lijkt bijna doorgestoken kaart.

Lionels Weekvisie: Mollema is al een concurrent kwijt

Beste Wouter,

Het moet een machtige zondag voor jou zijn geweest. Twee van de mooiste sportwedstrijden in de recente geschiedenis eindigden in een Italiaanse zege. Eerst trok Ferrari met Sebastian Vettel aan het langste eind in de GP Maleisië en daarna presteerde Luca Paolini buitenaards in Gent-Wevelgem. Tijdens die laatste wedstrijd begon ik vraagtekens te zetten bij de huidige tactiek van Team Sky. De zwarte trein is hard op weg de immer gewenste Tourzege te vergooien.


Met de intrede van de Engelssprekenden in het wielerpeloton is het zwaartepunt van het seizoen meer dan ooit naar de maand juli verschoven. Voor de Amerikanen (Lance Armstrong, Bobby Julich, Floyd Landis, Levi Leipheimer), Australiërs (Cadel Evans, Michael Rogers) en Britten (Bradley Wiggins, Chris Froome, David MIllar) telde niets anders dan het winnen van de Tour de France. Een gedachte die sindsdien in de gehele ploegstructuur doorweven is. Zo ook bij Team Sky. De Britten kenden er succes mee in 2012 met Wiggins en 2013 met Froome toen de gele trui mee naar huis genomen mocht worden.

Alle fiches op de Tour zetten heeft echter ook een keerzijde. Dat komt omdat de Internationale Wielerunie (UCI) al sinds het Tijdperk Lance alle mogelijke moeite doet om toch vooral de overige wedstrijden op de kalender te laten wedijveren met La Grande Boucle. Daarvoor bedacht het de Pro Tour en dwong het de ploegen verder te denken dan de negen man voor Frankrijk alleen. Je moet als wielerformatie ook een aantal mannen hebben die stenen kunnen vreten in Vlaanderen. Een handvol coureurs moet zich kunnen vastbijten in de heuvels rond Luik en Maastricht. En als het even kan moet een ploeg achter zijn beste ronderenner nog twee drieweekse toppers hebben staan die de Giro d'Italia en Vuelta a Espana kunnen beslechten.

Team Sky heeft als geen ander moeite om een dergelijk duiventil te managen. Het mag dan geld in overvloed hebben, tegen het vermoorden van ambitie kan geen enkele loonstrook op. Zo keerde beoogd vlaggenschip Mark Cavendish de ploeg al na een jaar de rug toe omdat hij als veelwinnaar niet kon leven naast de Tourambities van Wiggins en Froome. Ook brak de ploeg van manager Dave Brailsford de nieuwe Eddy Merckx al in de knop van zijn carrière, Edvald Boasson Hagen ging niet meer maar juist steeds minder wnnen. Tot zijn zegereeks zelfs volledig stokte en hij zijn heil bij MTN-Qubeka zocht. Tot overmaat van ramp nam ook de kroonprins van het rondewerk Rigoberto Uran het besluit te vertrekken, hij had wel lang genoeg gewacht op zijn kans. Omega Pharma-Quickstep bood hem het vurig gewenste kopmanschap maar wat graag.

Al die verliezen lijken Brailsford en co tot een koerswijziging te hebben aangezet. Om geen verliezen in het personeelsbestand meer te lijden lijken de 'helpers' nu ook hun eigen ambities te mogen vervullen. Wie de eerste maanden van het seizoen 2015 bekijkt ziet dat de mannen die in 2013 nog keurig in slagorde de Maillot Jaune van Froome verdedigden nu hun eigen gang gaan. Ian Stannard en Geraint Thomas rijden zich al weken kleurenblind door Vlaanderen, hetgeen ze twee zeges en een handvol ereplaatsen opleverde. Bijna duizend kilometer in zuidelijke richting is Richie Porte ondertussen bezig met het wereldkampioenschap Alberto Contador lossen. Ook de Australiër heeft al de nodige zeges geboekt, het nationaal kampioenschap tijdrijden en Paris-Nice stonden al op zijn palmares en gisteren kwam daar de Ronde van Catalonië (in de fantastische eindtijd 30.30.30) bij. Alles in het teken van zijn poging de Giro d'Italia te winnen.

Sky mag dan in de eerste maanden van het wielerjaar lekker bezig zijn, het hoogste doel lijkt er niet bepaald bij gebaat. In die wedstrijd in Catalonië werd Chris Froome eenenzeventigste op, schrik niet, 47.35 achterstand. Achter hem, op plek tweeënzeventig, eindigde zijn nieuwe vertrouwensman Leopold König op 47.39. Als dit duo al in vorm geraakt, wie van de uitgeblusten gaat hen dan nog bijstaan in de race van Utrecht naar Parijs? Wie verder kijkt dan de uitslag ziet dat Team Sky zijn eigen glazen met volle kracht aan het ingooien is. Met de machtstrijdjes binnen Team Sky groeien de kansen voor de concurrenten. Bauke Mollema bijvoorbeeld.

Ik spreek je vrijdag,

Lionel

zondag 29 maart 2015

Sportpreview Special: het #LaLigadreamteam

In zo'n weekeinde dat de grote competities stil liggen wegens interlands, is er niets mooiers dan mijmerend terugblikken op het verleden. Terugdenken aan die tijd dat voetballers nog geen uitgemarketeerde paspoppen zonder eigen mening waren. Hoog tijd voor een nieuwe Sportpreview Special, over een periode waarin één van Europa's grootste competities een totaal ander gezicht had.

Zeker, de Madrileense Galacticos van het tijdperk Florentino Perez I en het jaarlijks met geld smijtende FC Barcelona van voorzitter Josep Nuñez tilden het Spaanse clubvoetbal rond de millenniumwisseling al naar een nieuwe dimensie. Maar het zwaartepunt lag nog keurig verdeeld tussen de Bundesliga, de Premier League en Serie A (zie ook onze vorige special daarover), waardoor er van een massa-oversteek nog lang geen sprake was.

Via haar sociale kanalen vroeg Sportpreview welke spelers in het #LaLigadreamteam thuishoren, uiteraard met de restrictie dat ze in de jaren voordat Messi en C. Ronaldo opkwamen al toonaangevend waren. Tevens heeft het geen zin om verder terug te gaan dan het prille begin van de UEFA Champions League, om een eerlijke beoordeling zo goed mogelijk te kunnen nastreven.

De usual suspects


Dat de Primera Division in het pre-Messi tijdperk aanzienlijk evenwichtiger was dan nu, wil niet zeggen dat het Koninklijk wit en het Catalaans paarsblauw niet oververtegenwoordigd zijn in deze fantasieselectie. Op volgorde van positie: velen noemden de - vooral in zijn Valencia-dagen - excentrieke doelman Santiago Cañizares, vaak in één adem met de nooit ouder wordend lijkende Iker Casillas, alsook de snoeiharde mandekker Michel Salgado, veldheer Fernando Hierro, het brok graniet dat Carles Puyol heet en Roberto Carlos, wiens vlammende vrije trappen we waarschijnlijk nooit zullen vergeten.

De virtuele middenlinie zou overduidelijk bemand worden door de Bask Gaizka Mendieta, die met Valencia in 2000 en 2001 voor een huzarenstukje zorgde door de Champions League-finale te halen. Een jaar later deden Luis Figo en Zinedine Zidane voor hoe je die beker vervolgens ook moet winnen, hetgeen Fernando Redondo op zijn beurt in 1998 en 2000 al had gedaan. De trofee ontbreekt dan weer in de niet onaardig gevulde prijzenkast van Luis Enrique, die als trainer een unieke kans heeft die hiaat dit seizoen nog op te vullen. Minder aansprekend als persoonlijkheid dan wel als voetballer, maar wel met verreweg de meeste cups (waaronder de drie Met de Grote Oren tussen 1998 en 2002): Guti.

En dan de aanval, het paradepaardje van iedere ploeg en dus ook van het gezelschap grote namen dat La Liga in de jaren '90 en '00 voortbracht. Allereerst de man die alle moderne records in handen had voordat Messi ermee ging lopen, Raúl, die door geen respondent onbenoemd is gelaten. Zijn oude maatje in de spits, de doelgerichtere Fernando Morientes, kreeg ook veel stemmen. En hoewel hij bij Real Madrid vier seizoenen lang zo nu en dan nog schitterde als vanouds, lijkt Ronaldo zijn uitverkiezing met name te mogen danken aan zijn - toen nog - onwerkelijke doelpuntenaantal in dat ene seizoentje Barcelona. Onze volgers houden echter niet alleen van klinische productiviteit. Ook de grilligheid van een pure stylist als Rivaldo en het speeltuinachtige van professioneel jongleur Ronaldinho kunnen op de nodige waardering rekenen.

Cañizares


Michel Salgado     Hierro     Puyol        Roberto Carlos


Figo                                 Mendieta                         Redondo


Rivaldo


Morientes           Raúl



De Nederlanders


Van alle succesvolle Oranjehemden in de Primera Division in de voorbije twee decennia valt een aardige selectie samen te stellen, maar er werden maar enkelen genoemd als kandidaat voor het absoute vlaggenschip. Vanzelfsprekend Roy Makaay en Ruud van Nistelrooy, bewezen topschutters in het tijdperk dat vijfentwintig treffers in één seizoen maken nog als wereldprestatie gold. Dat aantal werd bij lange na nooit gehaald door Patrick Kluivert, maar de Amsterdammer heeft wellicht zijn grote staat van dienst bij het Nederlands elftal voor zich spreken. Dat geldt helemaal voor boezemvrienden Phillip Cocu en Frank de Boer, terwijl Clarence Seedorf in zijn tweeënhalf jaar bij Los Merengues dusdanig veel indruk maakte dat ook hij een vermelding kreeg. En de man die Nederland opnieuw op de kaart zette bij Barcelona: Ronald Koeman.

Overige vermeldingen


De meest uiteenlopende namen kwamen bovendrijven in dit kwalitatieve onderzoekje. Van de Valencia-helden Ruben Baraja, Miroslav Djukic, VicenteCarlos Marchena, Claudio Lopez, Aimar, David Albelda, Roberto Ayala, Angelo Carboni, Kily Gonzalez en Angulo tot de kern van het grote Deportivo La Coruña uit de eerste helft van het vorige decennium: Juan Carlos Valeron, Diego Tristan, Djaminha, Joan Capdevila, Manuel Pablo, José Francisco Molina en Francisco Juan Gonzalez Perez, beter bekend als Frán.

Maar ook aan eenlingen werd gedacht. Celta de Vigo's Savo Milosevic bijvoorbeeld. Of zijn ploeggenoot Alex 'de Tsaar' Mostovoj. Wat te denken van de Catalaanse krijger Ivan de la Peña. En natuurlijk dacht een enkeling ook nog aan sommige elementen van Johan Cruijff's Dream Team: Michael Laudrup, Romario, Hristo Stoichkov, Sergi en vanzelfsprekend Josep Guardiola, die naast redelijk coachen ook wel aardig kon voetballen.

MotoGP is weer sexy

Terwijl ‘we’ vanochtend in Maleisië, gestart vanaf de derde startrij, de eerste Formule 1-punten sinds lange tijd binnen sleepten, zijn die andere snelheidsduivels in Qatar neergestreken voor hun seizoensouverture. De MotoGP, want daar gaat het over, was in de afgelopen jaren jammerlijk verworden tot het debiele broertje van de Formule 1. Inmiddels staan de ronkende en esthetisch uiterst verfijnde tweewielers aan de vooravond van een nieuw tijdperk. Sportpreview nam je vrijdag nog mee langs de grote tenoren, vandaag de drie belangrijkste kwesties.


Wellicht is ‘het debiele broertje’ iets te scherp geformuleerd, maar het kan helemaal geen kwaad om de verhoudingen duidelijk weer te geven. Vooral het dalende aantal rijders in de koningsklasse was de afgelopen decennia een doorn in het oog van de liefhebber. Het seizoen 2011 was daarin symptomatisch; steeds kwam het aantal gefinishte coureurs niet boven de twaalf à dertien. Het idee om fabrieksteam Repsol Honda ook nog eens met drie volwaardige rijders aan het seizoen te laten beginnen was puur uit armoede geboren.

Kortom, aan het talent, de motoren en het geluid lag het niet, maar toch was de MotoGP een beetje saai geworden. Te weinig diversiteit. Je had Repsol Honda, Yamaha en ergens nog het rode ronkende gevaar uit Bologna – Ducati – maar dat was het wel.

Kostenreductie, strakkere regels omtrent gesleutel aan motoren en nieuwe aanwas – het zogeheten Claiming Rule Team’ bikes (CTR). De afgelopen jaren zijn er een aantal verstandige beslissingen genomen door de MotoGP-bobo’s om het hele circus van nieuw elan te voorzien. En het lijkt dat deze maatregelen zijn vruchten heeft afgeworpen.

Straks, aan de start op het circuit van Losail, staan liefst vijfentwintig rijders op de grid. Vervlogen tijden keren terug, met meerdere groepjes verdeeld over de hele baan die strijden voor elk plekje en punten voor het wereldkampioenschap. Een deel van dit organisatorische succes ligt opgesloten in de ‘Open Class’. Dit zou het gat, door middel van kleine mechanische voordelen voor de mindere goden die ingeschreven staan in die Open Class, tussen de fabrieksteams en de rest van het veld moeten verkleinen.

Overigens is het fabrieksteam Ducati het seizoen 2015 aangevangen als team in de Open Class. Volgt u het nog? De reglementen vangen deze keuze op door te stellen dat áls Ducati drie wedstrijden wint, ze weer ‘terugkeren’ in de Factory Class en hierdoor geen gebruik meer mogen maken van die mechanische voordelen. Alles om een ‘level playing field’ te creëren voor de fans. Meer concurrentie, meer spektakel.

Wie daagt Márquez uit?


Het is ongehoord voor een ventje van tweeëntwintig jaar, maar deze vraag zouden we ons wel eens de komende tien jaar kunnen stellen. De tweevoudig wereldkampioen Marc Márquez gaat dit seizoen namelijk op jacht naar zijn derde titel op rij. En dat terwijl hij pas twee volledige seizoen in de hoogste klasse van de motorsport achter de rug heeft. Drie-uit-drie is het doel in 2015.

Vorig jaar kende dan ook een bijzonder spannend verloop. Márquez wist alleen al de eerste tien – ik herhaal: 10(!) – races te winnen en noteerde in die zegereeks ook nog eens achtmaal de snelste ronde. Kortom, de jonge Spanjaard kroonde zich al vroeg in het ietwat saaie seizoen tot de grote kampioen. Ongenaakbaar.

Of 2015 weer een one-man-show van de Honda-coureur gaat worden, valt te bezien. De concurrentie lijkt, geholpen door de hierboven aangestipte beleidswijziging in de MotoGP, haar huiswerk iets beter te hebben gedaan. De sympathieke Spanjaard zal natuurlijk op landgenoot Dani Pedrosa moeten letten, die niet alleen hetzelfde vlaggetje achter zijn naam ziet staan maar ook een identieke motor onder zijn kont heeft. Verder straalt levende legende Valentino Rossi (Yamaha) weer als in zijn beste jaren en is gebrand om nog één keer die wereldtitel op te eisen, is Jorge Lorenzo tot op het bot gemotiveerd om zijn wereldtitel van 2012 te herhalen en probeert het Italiaanse duo Andrea Dovizioso en Andrea Iannone op hun geliefde Ducati voor een stunt te zorgen.

Guess who’s back?


Ten slotte, iets wat misschien nog wel het belangrijkste van alles is: de terugkeer van Suzuki en Aprilia in de hoogste motorklasse. Gaan beide teams meteen meestrijden om de prijzen? Nee, dat is niet de verwachting. Zeker Aprilia (met good old Marco Melandri en Alvaro Bautista op het zadel)  niet, hoewel Suzuki met Maverick Viñales en Aleix Espargaro wel degelijk toptalent in huis heeft. Toch is het goed voor de diversiteit in de MotoGP om deze twee zwaargewichten in de motorwereld terug te zien op het podium waar ze horen.

Met de stunt van Ducati's Dovizioso om gisteren de eerste pole-position van het seizoen te pakken, is het nu wachten op - hopelijk - een zinderend seizoen én... Kawasaki.

zaterdag 28 maart 2015

Het beste en het slechtste van Nederland-Turkije

De cijfers waren op voorhand van het duel Nederland-Turkije niet in het voordeel van de geplaagde bondscoach van Oranje. De laatste keer dat het Nederlands elftal namelijk verloor van Turkije was namelijk in 1997 onder leiding van diezelfde Guus Hiddink. En dan miste hij ook nog eens zijn veel geprezen aanvalsduo Robin van Persie en Arjen Robben. Konden types als Luciano Narsingh en Ibrahim Afellay, beiden geen publiekslievelingen, dit gemis opvangen? Het bleek een uiterst lastige, en uiteindelijk bijna onoverkomelijke opgave. De Turken leken tot in blessuretijd een 0-1 zege mee naar huis te nemen. Totdat in de drieënnegentigste minuut Wesley Sneijder het Nederlands elftal langszij schoot, 1-1. Oranje wankelt in zijn kwalificatiepoule, zeven punten na vijf duels.

Beste Oranjespeler: Wesley Sneijder


Het wordt steeds moeilijker om een beste speler van Oranje te kiezen. Ludieke acties als derde doelman Kenneth Vermeer en het publiek hebben we bij Sportpreview al eens uitgehaald en zoals gezegd waren Robben en Van Persie, de go to spelers in zulke situaties niet van de partij. Van de wissels bracht alleen Jethro Willems een klein beetje verbetering maar de Rotterdammer speelde dan weer te kort om echt een stempel te drukken. Gelukkig was daar Wesley Sneijder om de eer van Nederland te redden. Met zijn goal hield hij Oranje theoretisch in de race voor kwalificatie in voor het Europees kampioenschap in Frankrijk, komende zomer. Het gelukkige doelpunt was het enige positieve aan het Nederlands elftal vandaag.

Slechtste Oranjespeler: Ibrahim Afellay


Vanaf zijn wonderbaarlijke eerste uitverkiezing door Hiddink is herintreder Afellay onderwerp van discussie. De Utrechter is gewoon te ver van zijn ooit zo geprezen topvorm verwijderd. Ook vanavond wilde het maar niet lukken met de sierlijke middenvelder die ook nog eens door zijn beschermheer op een hem totaal onbekende plek werd neergezet. Afellay moest het doen als rechtsbuiten terwijl we hem toch echt allemaal kennen als man van de linkerkant, als buitenspeler of middenvelder. In de tweede helft mocht hij het als rechtshalf proberen, het geen nauwelijks verbetering betekende. Om het leed voor Afellay enigszins te verzachten, de gehele rechterkant, met Gregory van der Wiel, Georginio Wijnaldum en in de tweede helft Luciano Narsingh was erbarmelijk. Sterker nog, heel Oranje was ondermaats.

vrijdag 27 maart 2015

Wouters Weekendvisie: Waarom Raffie naar de MLS moet

Beste Lionel,

Vorig weekend moest je het zoals bekend stellen zonder mijn visie, aangezien ik vijf dagen lang druk bezig was mijzelf onder te dompelen in de Schotse sportcultuur. Dat is normaal gesproken inhoudelijk niet relevant, ware het niet dat zo'n andere omgeving verfrissend werkt voor je zintuigen.

Ik ben er namelijk achter dat het helemaal niet zo beroerd is, die Britse beleving van typisch eigen evenementen als darts, voetbal, rugby en alles wat daarmee samenhangt. Al het negatieve dat ik daar ooit over heb gezegd en geschreven zou ik bij dezen ook onmiddellijk willen terugnemen.

Vrijdagavond was ik bijvoorbeeld getuige van de kraker Motherwell FC-Hamilton Academic, twee van die broederlijk naast elkaar gelegen dorpen die elkaar vier keer per seizoen tot uit het diepst van hun tenen haten, hoewel het allemaal niet spannender wordt dan een beetje dronken gejoel over en weer. Wat een contrast met El Clásico van zondag, die inmiddels tot galactische proporties uitgegroeide superwedstrijd die ook in de pubs van Glasgow zeer tot de verbeelding sprak.

En toen dacht ik ineens aan Rafael van der Vaart, die ooit ook deel uitmaakte van dat miljardencircus en nu ver beneden zijn status voort ploetert in de kelder van de Bundesliga. Die sierlijke middenvelder, die ten tijde van zijn Madrileense periode in élke pass risico legde - verhoede de statistiekfetisjisten - ondanks zijn sterk gereduceerde speeltijd. Raffie moet doen wat Beckham, Del Piero, Kaká, Nesta en Lampard al deden/gaan doen: neem dat aanbod van Kansas City aan, ga naar Amerika.

Naar de MLS, de Major League Soccer. Naar de competitie van de toekomst, in ieder geval voor uitgerangeerde voetbalmiljonairs. Waar Frank en Ronald de Boer indertijd geen andere keuze hadden dan de 'zandbak', samen met onder anderen Guardiola en Batistuta, heeft de nieuwste generatie uitbuikende dertigers dat wel. Lucratieve mogelijkheden te over, zoals China, Rusland, Indonesië en al in mindere mate de oliestaten Qatar, Dubai en Saoedi-Arabië.

Alle factoren bij elkaar optellend haalt echter geen enkele het bij 'Murrica, zeker voor wie geld heeft nog altijd het land van de onbegrensde mogelijkheden. Maar nog meer het land waar alles tot in de perfectie georganiseerd is, waar 'onrealistisch verwachtingspatroon' in geen woordenboek te vinden is, waar eenvoudige soccer players gewoon over straat kunnen, waar de pers je privacy respecteert en waar de overige cultuur in wezen weinig verschilt van wat ze in het Westen sowieso al gewend zijn.

Maar wat mij persoonlijk nog het allermooiste lijkt: deze mannen kunnen nu de standaard zetten. Wat weten die Amerikanen nou van voetbal? De druk om kampioen te worden is voor alle ploegen ongeveer gelijk. Trainers - op Ruud Gullit na dan - kunnen nog een dermate groot verschil maken dat contractverlenging altijd dichterbij is dan ontslag. Maar het volk is er, zeker na de prestaties van Tim Howard & co op het afgelopen wereldkampioenschap, wel in grotere mate warm voor gemaakt.

Ik keek dus naar Barça-Madrid en ik zag het al helemaal voor me. Over enkele jaren moet het hele circus in ieder geval voor een deel in de Verenigde Staten zitten. Weg uit het zichzelf opfokkende Europa, waar de ooit zo eervolle Champions League verworden is tot een clownesk gedrocht dat zo snel mogelijk definitief opgeblazen zou moeten worden door sjeiks en oliegarchen. Als de Van der Vaarts, de Xavi's, de Lampards, de De Rossi's en de Gerrards zo snel mogelijk naar de VS verhuizen, volgen de Cristiano's en de Messi's vanzelf wel.

Zal de MLS ooit net zo sterk of sterker worden dan de top van de Europa? Dat zal nog wel even duren. Maar met Brazilië en Argentinië in de achtertuin en een prettig leefklimaat voor topvoetballers beschikt het land ook in voetballend opzicht over oneindige opportunities. Gewoon doen, Raf. In één van die wolkenkrabbers hebben ze vast nog wel een penthouse'je vrij.

Ik spreek je maandag,

Wouter

Een oog op het MotoGP-seizoen 2015

Het is alweer enige tijd geleden dat Sportpreview enige aandacht aan de koningsklasse van de motorsport besteedde. Dat is ook niet vreemd, de MotoGP werd in 2014 gedomineerd door een Spaanse wervelwind van amper 21 jaar. Kunnen we hetzelfde in 2015 verwachten of komt er een verrassing uit de hoge hoed?

Om alle hoop direct maar weg te nemen, Marquez gaat in 2015 rustig verder met datgene waar hij in 2014 aan begonnen was, de sport domineren. De kwalificatie voor de Grote Prijs van Qatar, de seizoensopener, sprak boekdelen. Marquez was de snelste, land- en ploeggenoot Dani Pedrosa bleef redelijk in de buurt en de rest van het deelnemersveld mocht ook plichtmatig zijn rondjes rijden. Toch is dit niet de blauwdruk van wat de liefhebber dit seizoen mag verwachten. Niet in het minst in de ogen van Marquez zelf.

Oude rotten Rossi en Lorenzo



Marquez was wel heel erg dominant in 2014. Dertien races schreef hij op zijn naam waaronder de eerste tien op rij. Dat vonden zelfs de vroegere dictatoren van de motorsport Valentino Rossi (negen titels) en Jorge Lorenzo (twee) een beetje te gortig. Dat moet dit jaar anders. Aan het begin van de week riep Rossi zelfs nog strijdlustig dat hij best nog wel een titel aan zijn toch al imposante prijzenkast kon toevoegen dit jaar. Zijn Yamaha is immers voorzien van enkele technische innovaties en dat moet hem net dat extra duwtje kunnen geven om de Honda's te verslaan. Een uitspraak waar hij misschien al snel op moet terug komen, vooralsnog komt hij niet verder dan startplek negen.

Dan zijn ploeggenoot Jorge Lorenzo. De zevenentwintigjarige Spanjaard dacht ook dat de nieuwe versnellingsbox (die min of meer te vergelijken is met automatisch schakelen) genoeg moest zijn om zijn tweeëntwintigjarige landgenoot na twee jaar eindelijk de voet dwars te kunnen zetten. Lorenzo leek immers na zijn titels in 2010 en 2012 voorbestemd om de nieuwe heerser van motorsportland te worden, niet wetende dat er slechts enkele honderden kilometers verderop een nog betere coureur in opkomst was.

Snelle leerlingen Miller en Laverty



De verrassing van dit seizoen kan wel eens de snelle leerling Jack Miller worden. Niet dat hij nu al enige hoop op de titel mag koesteren, hij krijgt wel al vlot de kans om zich te bewijzen op het hoogste niveau. De in januari twintig jaar geworden Australiër maakt dit seizoen zijn debuut in de koningsklasse. Let wel, vorig seizoen reed hij nog in de Moto3 klasse, twee divisies lager, en werd daarin geen wereldkampioen. Die titel moest hij aan Alex Marquez, nota bene de jongere broer van Marc, laten. Hij bleef steken op plek twee. Zijn fabrieksmachine van Honda zal niet sterk genoeg blijken om zich echt in de strijd om de prijzen te mengen maar als Miller boven verwachting weet te presteren is het slechts een kwestie van tijd voor er een team komt dat hem die kans wel kan bieden.

Dan is er nog de Ier Eugene Laverty, de man die de afgelopen jaren liet zien wat hij kan in het Superbike-kampioenschap. In de vier jaar waarin hij deelnam liet hij zien op motoren van verschillende makelij dezelfde prestatie te kunnen leveren. Zowel op een Yamaha, als een Aprilia als een Suzuki won hij races. Zijn topjaar 2013 eindigde in een tweede plek in het kampioenschap. Of hij bij zijn langverwachte debuut in de MotoGP hetzelfde kan bij het Asparteam valt te betwijfelen. Toch geldt ook voor hem hetzelfde als voor de jonge Miller geldt, mocht hij dit seizoen net iets boven de verwachting kunnen uitstijgen, dan is hij volgend seizoen mogelijk een kracht om rekening mee te houden.

donderdag 26 maart 2015

De zeven mooiste namen in het Amerikaanse basketbal

Na de algemene lijst, de specifieke voetballijst en de honkballijst is het nu de beurt aan basketbal. Wij zwoegden door vele lijsten met teamnamen en vonden de zeven meest geweldige.

7. Fort Wayne Mad Ants


Fort Wayne Mad Ants is een betrekkelijk jong team, 2015 is pas het achtste bestaansjaar. Het is daarom extra opvallend dat de ploeg de verdedigend kampioen van de NBA Development League is. De naam komt, zoals bij de meeste jonge teams in de USA, voort uit een name the team contest. In tegenstelling tot wat je zou denken hebben de Mad Ants weinig met mieren te maken. De naam is afgeleid van de bijnaam generaal Anthony Wayne, naamgever van de stad Fort Wayne, ze noemden hem Mad Ant. Het stadion draagt al een even mooie naam: Allen County War Memorial Colisseum. Veel wapengekletter dus. In 2014 won de ploeg voor het eerst het kampioenschap in de D-League.

Website: http://www.nba.com/dleague/fortwayne/

6. Inland Empire Invaders


Nog een team dat een korte geschiedenis kent. Een extreem korte geschiedenis zelfs, Inland Empire Invaders is pas aan zijn tweede levensjaar bezig. De ploeg uit Riverdale, Californië is een expansionteam in de ABA, een competitie die op zichzelf al een korte geschiedenis kent. Door de korte geschiedenis valt er ook niet veel over de ploeg te vertellen. Wel kun je er zelf prof worden, de Inland Empire Invaders houden namelijk nog altijd voor aanvang van ieder seizoen try-outs.

Website: http://www.abaieinvaders.com/

5. Holland Dream


Als Nederlanders vinden we het erg jammer dat Holland Dream geen deel meer uitmaakt van de Independent Basketball League. Thuishaven Holland, Michigan is namelijk gesticht door Nederlandse ontdekkingsreizigers en heeft nog altijd de grootste populatie Dutch Americans. Hoewel het team nog altijd staat ingeschreven bij de IBL speelt het al twee jaar geen duels meer. Vroeger, toen de ploeg nog in de Independent Basketball Association speelde, heette het team Holland Blast.

4. Rockford Rverdawgs


Rockford breekt een lans voor het fonetisch schrijven. En dus heet de IBA-ploeg uit de stad in Illinois Riverdawgs in plaats van Riverdogs. Wat zo'n rivierhond dan precies is niet duidelijk maar lekker bekken doet het in ieder geval wel. Roverdawgs deed in 2011 voor het eerst mee in de IBA. Dat was ook direct het beste seizoen met een tweede plaats in de eindranking. Na een minder seizoen '12/'13 werd vorig seizoen de halve finale van de play-offs bereikt. Riverdawgs heeft overigens een logo dat niet onderdoet voor een gemiddeld stripfiguur.

Website: http://www.riverdawgsbasketball.com/

3. USA All-Stars


De International Basketball League is op zichzelf al een bezienswaardigheid. Zo zijn er regelmatig teams uit China en Japan die een jaar op uitnodiging in de Verenigde Staten verblijven om aan de competitie deel te nemen. Ook is er een team dat iedere zes weken een andere selectie op de been brengt. Een team bovendien dat geen thuishaven heeft, Team USA All-Stars. Dit team is te vergelijken met het VVCS team dat ieder jaar tijdens de voorbereiding op een nieuw voetbalseizoen werkloze voetballers opstelt, spelers zonder club krijgen hier een kans zich in de kijker te spelen.

Website: http://www.iblhoopsonline.com/teamUSAallstars.asp

2. Bloomington Flex


Wie in Nederland aan Flex denkt, denkt aan twee dingen, flexibel en meegaand. Lekker rustig. Niets van dat alles voor de ploeg uit Bloomington die in 2015 al voor de derde maal in zijn korte bestaan van competitie veranderde. Sinds januari speelt Flex in de Midwest Professional League. Opvallend is dat het team, dat dus pas sinds 2012 bestaat, allebei de andere leagues waar het in uitkwam won. In 2012 won het de PBL, in 2013 won het de IBA. De prijzenkast is voller dan die van menig langlopende organisatie. Dit jaar speelt het in een league van zes teams die uitsluitend uit de staten Illinois en Missouri komen, succes verzekerd zo lijkt het.

1. HoopforLyfe


De onbetwiste winnaar van de Amerikaanse professionele basketbalteams is Hoopforlyfe. Dat klinkt inderdaad meer als een liefdadigheidsorganisatie dan een professioneel team. HoopforLyfe is (zoals we eerder bij USA All-Stars zagen) een travel team. Dat wil zeggen dat de ploeg alleen uitwedstrijden speelt omdat het geen thuisbasis heeft. Op die krachttoer langs de zestien andere deelnemers aan de Tobacco Road Basketball League komt het de ene na de andere mooie teamnaam tegen. Wat te denken van: All American Ballers, Bull City Legacy, D-Elite Flyers, Robeson County Showstoppers en Triangle Run 'n Gun? Greensboro Cobras valt simpelweg uit de toon met een naam die zo 'gewoontjes' is.

Website: http://www.trblproball.com/

dinsdag 24 maart 2015

Ondertussen in de Serie A (Speelronde 28)

Tien dagen rust. Tien dagen lang verplaatst heel voetbalminnend Italië de aandacht even naar datgene waarvan het zo zielsveel houdt, maar tegelijk zo moeilijk kan beminnen. En dus gaat deze Ondertussen in... ook over de Squadra Azzurra. Serie A-expert en kenner Wouter Pennings loodst u soepeltjes langs de belangrijkste ontwikkelingen.

Nieuwe polemiek: de immigranten bij de Azzurri


Terwijl je zou zeggen dat hij zich zorgen zou moeten maken om andere zaken, de allerminst rooskleurige tiende plaats van zijn Inter om maar iets te noemen, gooide Roberto Mancini afgelopen weekeinde een venijnig bommetje. In het nationale elftal zouden alleen geboren Italianen moeten spelen, aldus de momenteel geplaagde trainers.

Mancini reageerde hiermee op de twee nieuwste uitheemsen die zich tegen Bulgarije en Engeland in het azuurblauwe tricot mogen verheugen: Franco Vazquez (Palermo) en Eder (Sampdoria). De respectievelijke Argentijn en Braziliaan hebben vanwege Italiaanse familiebanden ook een paspoort uit De Laars en dat volstaat volgens de FIFA-reglementen om voor dat land uit te komen. Ze hebben immers nog geen interlands voor een andere bond achter hun naam.

De discussie bereikte zoals gewoonlijk weer een behoorlijke temperatuur (ter illustratie: bij een poll op gazzetta.it was meer dan driekwart het eens met Mancini), zoals iedere keer wanneer een Italiaanse bondscoach het waagt één of meerdere zogeheten Oriundi op te roepen. Daaronder wordt overigens niet een geval als Mario Balotelli genoemd; de wederom genegeerde aanvaller is een geboren en getogen Italiaan, zijn Ghanese etniciteit doet niet ter zake. Recente voorbeelden van spelers met een dubbel paspoort in de Squadra Azzurra zijn Mauro Camoranesi (wereldkampioen in 2006), Amauri, Ledesma, Osvaldo, Paletta en Schelotto.

Calciopoli: Proces gesloten met verjaring, sportieve straffen blijven staan


Wat is er belangrijker dan nieuws over de competitie van dit weekeinde? Nieuws over de competitie van negen jaar geleden! Zoals wel vaker in Italië, bijvoorbeeld met processen tegen corrupte politici en frauderende ondernemers, rechtszakenkampioen Silvio Berlusconi in primis, liep de strafzaak voor de betrokkenen met een sisser af.

De continue mogelijkheden tot beroep joegen het hele dossier in de lade 'verjaard', waardoor Luciano Moggi en de zijnen hun straf ontliepen. Maar het hof van cassatie bevestigde wel de eerder uitgesproken sportieve straffen, met als voornaamste gevolg dat Juventus de twee ontnomen landstitels van 2005 en 2006 definitief niet meer kan claimen.

Daniele De Rossi staat op als het moet


Officieel is hij niet fit genoeg om zich deze week te melden bij het keurkorps van Antonio Conte, maar dat er rond Daniele De Rossi meer speelt dan dat werd deze dagen wel duidelijk. De middenvelder van Roma, als geboren en getogen Romein de voorbestemde opvolger van Francesco Totti, lijkt namelijk eerder uit dat de hoofdstad te vertrekken dan de aanvoerder zelf. De wilde speculaties over zijn toekomst, zowel in club- als landverband, weerhielden Capitan Futuro er niet van om met de enige treffer van de wedstrijd een cruciale rol te spelen in de ontmoeting met Cesena: 0-1.

Gevoel voor timing kan de bestbetaalde speler van de Serie A - volgens La Gazzetta dello Sport toucheert hij zesenhalf miljoen euro netto per jaar - niet ontzegd worden. In Roma's vrije val van de laatste weken speelde ook de vice-captain geen onverdeeld positieve rol. Kritiek, aanzwellende geruchten over een vertrek naar de Verenigde Staten - of, mits Conte de honderdvoudig international nog als volwaardig kandidaat voor het EK 2016 beschouwt, eventueel een andere Europese club -, DDR kon al zijn frustraties erover kwijt na zijn rake knal kort voor rust. Maar belangrijker: Roma houdt de eveneens winnende stadgenoot Lazio voorlopig nog achter zich in de strijd om de belangrijke tweede plaats.

zondag 22 maart 2015

Bijpraten over de Bundesliga (Speelronde 26)

Bij Sportpreview snappen we best dat kijken naar de Bundesliga er wel eens bij inschiet. Er is ook zoveel voetbal te zien tegenwoordig. Bovendien kun je niet alle achttien clubs tegelijk volgen. Bundesliga-expert Lionel Stute praat je daarom na iedere speelronde op frisse toon bij.

Bayern München onderuit...



Het kon niet uitblijven. De maestro wankelt en nu neemt hij zijn orkest in zijn val mee. ANders gezegd, nu Arjen Robben met zijn gezondheid kwakkelt is ook Bayern München niet langer de onklopbare machine. Robben, net terug van een blessure, moest na minder dan een half uur het thuisduel tegen Borussia Mönchengladbach alweer laten voor wat het was. Een bekkenblessure, zo werd nog tijdens de wedstrijd bekend.

Het duel zelf ontspon zich ondertussen als een herinnering aan die bijzondere jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Toen Bayern en Gladbach het Europese clubvoetbal domineerden en elkaar bevochten zoals Real Madrid en FC Barcelona in deze tijd doen. De twee goals, één voor rust en één erna van Raffael zorgden bovendien nog voor een daverende verrassing ook, 0-2. De ploeg van Pep Guardiola maakte lang geen thuisnederlaag mee. Sterker nog, dit hele seizoen lieten de Beierse mannen nauwelijks iets liggen in de eigen Arena.

...maar VfL Wolfsburg profiteert niet



De nederlaag van de koploper had de spanning in de Bundesliga terug kunnen brengen. Vlak na de winterstop verloor Bayern München immers ook al van 'naaste' belager VfL Wolfsburg, een ploeg die ook nauwelijks iets laat liggen. Het is daarom extra opvallend dat dat precies in speelronde 26 wel het geval was. Nog voor Bayern München speelde kwam de ploeg van Dieter Hecking al in het veld. Zonder Bas Dost overigens, de Platvoetbomber mocht op de bank plaatsnemen omdat de Deen Nicklas Bendtner de voorkeur genoot. Dat zegt overigens niets over de status van Dost, ook Robin Knoche, Daniel Caliguri, Vierinha en Ricardo Rodriguez bleven aan de kant. Alleen spelers met meer dan twintig competitie-optredens achter hun naam dit seizoen.

De vele wisselingen kwamen de coach dan ook duur te staan. Binnen zeven minuten werkte FSV Mainz verdediger Niko Bungert de bal al tegen de touwen. Het bleek het begin van en moeizame strijd voor de Volkswagenclub van Dost. Met name uitblinker Johannes Geis, die in zich de kijker van vele grote clubs weet, bleek een ware plaag. Het kwam zowel Max Arnold als Luiz Gustavo op geel te staan. De laatste werd na zijn gelijkmakende goal zelfs uit voorzorg naar de kant gehaald. En zo bleef het bij slechts één punt.

Bayer Leverkusen richt zich op



Twee ploegen die zware Champions League weken achter de rug hebben ontmoetten elkaar zaterdagmiddag. Samen met het eerder genoemde Borussia Mönchengladbach strijden Bayer Leverkusen en FC Schalke 04 om de derde plek, die recht geeft op een ticket voor het miljoenen bal van volgend jaar. Gezien het verloop van dit seizoen, waarin beide ploegen slechts ternauwernood werden uitgeschakeld, mag worden gesteld dat dat zowel Leverkusen als Schalke zich hebben bewezen.

Het baarde opzien dat juist Bayer Leverkusen, dat dinsdag na strafschoppen capituleerde tegen Atlético Madrid, frisser oogde dan FC Schalke 04, dat een week eerder ook in Madrid, tegen Real, op krachttoer was gegaan. Beide ploegen deden in de Veltins Arena overigens nauwelijks voor elkaar onder, slechts het ongrijpbare 'laatste beetje' viel vaak in het voordeel van Leverkusen uit, dat dan ook won met 0-1. Schalke mag zich daarom verliezer van het weekend voelen, weten dat Leverkusen en Gladbach ineens een gaatje hebben geslagen door beide wel te winnen.

Het fenomeen Nils Petersen



Vorige week stond Bijpraten in het teken van een aantal opvallende spelers. Deze week moeten we daar nog één toevoeging aan doen: Nils Petersen. De spits van SC Freiburg, scoorde als invaller de 2-0 tegen FC Augsburg. Het was alweer zijn vierde goal in evenzoveel optredens voor de Freiburgers, die hem in de winterstop overnamen van Werder Bremen.

Bij de Bremers, die overigens beter draaien zonder Petersen dan met, kon het product van de jeugdopleiding van Bayern München nooit zijn draai vinden in 2014/'15. Dat was opvallend omdat hij in de twee voorgaande seizoenen juist een uitzondering was op de malaise die de club doormaakte. Zijn transfer heeft hem echter blijkbaar bevrijd. Niet alleen zijn aanvallende cijfers (Naast zijn goals is ook zijn passzuiverheid sterk verbeterd), ook zijn defensieve arbeid is beter dan het was. Petersen is een man om in de laatste twee maanden in de gaten te houden.

zaterdag 21 maart 2015

Sonny Colbrelli, verborgen hoop van Italië?

Acht edities, zo vaak werd er van Milaan naar San Remo gekoerst zonder Italiaanse zege. Fabian Cancellara fietste zelfs in zijn eentje meer podiumplekken bij elkaar in La Primavera dan alle profs uit de Laars bij elkaar. Wie gaat de vloek doorbreken? Is het Sonny Colbrelli?

Toegegeven, wie een blik op de verschillende wereldranglijsten werpt ziet in Colbrelli geen potentiële winnaar van één van de vijf monumenten. In ieder geval niet voor de editie van morgen. Wie zijn naam zoekt in de tussenstand van de UCI World Tour zoekt tevergeefs, hij rijdt een niveau lager, en wanneer het deelnemersveld van Milaan-San Remo naar prestaties wordt gerangschikt duikt Colbrelli op pas plek 24 op. Het moge duidelijk zijn, er is geen enkele reden om Sonny Colbrelli aan te kruisen op het toto-formulier. Of toch?

Daar waar de camera's niet komen



Colbrelli is op het eerste gezicht een coureur zoals er zovele zijn in Italië, broodfietser bij één van de vele kleinere ploegen die het land rijk is. Mannen die dag in, dag uit aan de start staan van wedstrijden die ver buiten beeld worden verreden. Maar anders dan zijn 'lotgenoten' wint hij die wedstrijden. Vorig seizoen mocht hij vier keer zijn armen in de lucht steken aan de meet. Niet slecht voor een piepjonge renner van Bardiani-CSF, menig World Tourcoureur kijkt er met enige jaloezie naar.

Juist omdat de wedstrijden die Colbrelli en zijn Bardiani-ploegmaats rijden ver buiten beeld blijven leeft de misvatting dat het niveau er niet al te hoog kan zijn. Ten onrechte, zo leert een studie van de deelnemersvelden en parcoursen. Neem zijn eerste zege van 2014 bijvoorbeeld. De Giro dell Appennino gaat op 24 juni tussen Novi Ligure en Genua over maar liefst vier bergtoppen. Van die reuzen van de Apennijnen spreken de Passo Della Castagnola (tot 17%) en Passo Della Bocchetta (tot 18%) het meest tot de verbeelding. In een grote ronde in de World Tour zou men dit een koninginnenrit noemen. Buiten de echte liefhebber kijkt echter niemand naar een duel op de flanken van de Italiaanse bergen om, een week voor de start van de Tour de France.

In zijn topmaand, september 2014, reed Colbrelli een tweede plaats in de Tre Valli Varesine (buitencategorie) en twee zeges in de Memorial Marco Pantani en GP Industria & Commercio di Prato bijeen. Allen koersen van een zelfde allooi als Giro dell Appennino. Hij sloot de maand af met een zestiende plek op het wereldkampioenschap. Slechts Daniele Bennati kon zijn 'tweederangs' ploegmaat bijhouden in die elite-wedstrijd bij uitstek. Een week later sloot hij af met winst in de Coppa Sabatini. Colbrelli is tot meer in staat dan zijn Europe Tour status doet suggereren.

Waarom geen World Tour?



Het is opvallend dat Colbrelli in 2015 opnieuw in de Europe Tour actief is. Bardiani-CSF is een prima opstap maar blijft een opstap, een plek waar jonge Italianen hun eerste kans krijgen. Ploeggenoten Boem, Pirazzi, Battaglin en Zardini, het verhaal is eigenlijk op allen toepasbaar. Toch steekt Colbrelli er bovenuit. Je vraagt je af waarom een renner van dergelijke allure niet op het allerhoogste niveau aan de start verschijnt.

Zeker wanneer je weet dat het kapitaalkrachtige Team Sky openlijk met hem flirtte in de wintermaanden. Zijn contract werd immers 'tijdelijk'ontbonden en hij was vogelvrij, een buitenkansje. De Britten rekenden echter buiten het eergevoel van de jonge Italiaan. Na zijn zege in de Coppa Sabatini vroeg het toonaangevende Gazzetta Dello Sport hem naar de interesse van de ploeg Froome, waarop Colbrelli alleen maar antwoordde: "Ik ga alleen weg wanneer alles naar tevredenheid van de familie Reverberi verloopt. Bardiani is altijd goed voor mij geweest. Ook al is Sky een geweldige kans."

Vader Bruno en zoon Roberto Reverberi zwaaien op sportief vlak al sinds het begin der tijden de scepter bij Bardiani en zijn voorlopers en zijn verantwoordelijk voor het ontdekken van massa's talent. Denk aan Paolo Lanfranchi, Luca Mazzanti, Emanuelle Sella, Mauro Finetto, Tiziano Dall'Antonia, Sacha Modolo, Gianluca Brambilla en vooral Domenico Pozzovivo. Renners die vaak enige moeite hadden aan te haken zonder hun 'wielervader en grote broer' in de buurt. Het is ook om die reden dat Sky bot ving bij Colbrelli, die besloot zijn contract te verlengen.

Kansen?



Met de bewezen topvorm van Fabian Cancellara en Greg Van Avermaet, de aanwezigheid van titelverdediger Alexander Kristoff en diens voorganger Gerald Ciolek alsmede het starten van hongerige wolven als Vincenzo Nibali, Philippe Gilbert en John Degenkolb lijkt Colbrelli niet direct topfavoriet. De dark horse rol past hem echter als een warme jas.

Wil hij winnen dan zal het koersverloop moeten meewerken. Colbrelli heeft bewezen sprints in kleine groepen aan te kunnen. Aankomst van een volledig peloton zal altijd in zijn nadeel zijn. En daar zit hem ook direct een zwaarwegend voordeel. Milaan-San Remo mag dan de laatste twee decennia in een sprintersklassieker veranderd zijn, twee van de laatste drie edities (2012 en 2013) eindigden niet met het complete peloton aan de streep. Het is voor Colbrelli dan ook te hopen dat het terugbrengen van de finish aan de beroemde Via Roma die trend niet doorbreekt.

vrijdag 20 maart 2015

Lionels Weekendvisie: 'Hij heeft wel iets' is niet meer genoeg voor AZ

Beste Wouter,

Twee dagen geleden bereikte ons het nieuws dat Billy Beane naar Nederland komt. AZ mag van zijn data-magie gebruik gaan maken. Het leidde tot vreugdevuren bij de cijferfetisjisten van Nederland. Het is ook koren op mijn molen, als hybridevolger van voetbal en honkbal. Tijd om de Moneyballmythe van enige context te voorzien.

Billy Beane begon zijn werkzame carrière als honkbalprof. Een minder dan gemiddelde honkbalprof. Hij speelde vijf seizoenen Major League en deed daarin niet bijster veel bijzonders. Hij kwam niet verder dan drie homeruns en negentwintig binnengeslagen punten. Hij deed dat in 148 duels (in een competitie die per jaar 162 duels per club beslaat). Voor de niet honkbalfans onder ons, het zijn Fernando Torres in zijn Chelseatijd cijfers. Vreemd genoeg was hij wel tot tweemaal toe lid van een selectie die de World Series won, in 1987 met Minnesota Twins en in 1989 met Oakland Athletics. Misschien dat daar dan ook de kiem van zijn latere successen ontsprong.

Beane verdiende zijn sporen als General Manager van diezelfde Oakland Athletics. Een baantje dat hij al sinds 1998 in handen heeft. Hij volgde zijn grote voorbeeld Sandy Alderson op, een man die Ball nog gewoon met Money speelde, in '89 was Oakland de rijkste ploeg in de league. Om gelijk de eerste fabel door te prikken, in de zeventien seizoenen onder Beane werd de ploeg geen enkele keer landskampioen. Sterker nog, het haalde zelfs geen enkele keer de World Series. Wel werd hij wereldwijd beroemd door het Moneyballprincipe, gegoochel met cijfers dat uiteindelijk een winnend team moet opleveren. Hij veroverde acht keer een play-offplek. Voor de niet honkballers: voorronde Europa League. Hij won veel maar hij won nooit genoeg. Hij stierf jaar in, jaar uit, in schoonheid.

Laten we voorop stellen, ik ben niet tegen data-analyse. Winnaars trekken alles uit de kast en daar hoort gedegen onderzoek in mijn ogen bij. Zeker nu het idee zich in de voetbalwereld nog in de pioniersfase bevindt kunnen early adopters er een voordeel uit halen. Wie niet rijk is moet slim zijn, dat besefte Beane als geen ander. Zeker nu duidelijk wordt dat de suikeroom vaak meer kwaad dan goed doet. Niet langer zijn oordelen als te dik, te dun, te lang, te kort, te oud, te jong, te langzaam of te snel een reden om een speler af te wijzen. Zoals 'hij heeft wel iets' niet langer reden mag zijn om de portemonnee te trekken. Een prima ontwikkeling. Moneyball draait om het uitsluiten van subjectiviteit. Het beste uit jezelf halen zonder excuses. Vroeger noemde je dit een topsportmentaliteit.

Men mag daarbij echter niet vergeten dat de menselijke hand altijd aanwezig blijft bij het leiden van een ploeg. Wedstrijden worden nooit achter een laptop gewonnen. Als je maar genoeg cijfers verzamelt word je kampioen, zo lijkt men te denken. Dit is simpelweg onjuist. Een voorbeeldje: na zestien mislukte missies wilde Beane nu ook wel eens een keer kampioen worden. Dus wat deed hij vorig seizoen, tijdens de mid-seizoen transferwindow ruilde hij toptalent Addison Russell en zijn, op dat moment, beste speler Yoenis Cespedes in voor Jon Lester en Jeff Samadzija, twee pitchers die binnen een jaar werden afgeschreven. Niet bepaalde een moneyballdaad. Het zal je niet verbazen dat Oakland slechts ter nauwernood de play-offs haalde en daarin na één potje klaar was. Slechter had Beane zelden gepresteerd.

Eerder deze week verscheen op De Correspondent een verhaal over de successen van de Deense club Midtjylland. Een club die zich uitsluitend laat leiden door statistieken en op dit moment de Deense competitie aanvoert. Één en één is twee denken de fans en dus pakt AZ de komende seizoenen de landstitel. Een beetje te voorbarig. Ik ben benieuwd wat Beane betekenen kan. Hij heeft vooralsnog een boekenkast vol getallen maar een vitrine vol spinrag. Gelijk met het verhaal op De Correspondent verscheen op het Grantland (het blog van ESPN) een verhaal onder de headline: Moet Beane het niet gewoon opgeven? Het is de spagaat waarin ik mij bevind.

Ik spreek je volgende week,

Lionel

woensdag 18 maart 2015

De enige reden waarom Manchester City FC Barcelona wil verslaan

Natuurlijk, de belangrijkste prijs van het mondiale clubvoetbal staat op het spel. Dat alleen al is genoeg om als overwinnaar van het veld te willen stappen. Toch geldt er in de bestuurskamer van Manchester City een andere, zwaarder wegende, reden om vanavond van FC Barcelona te willen winnen.


Bij de leiding van Blue Moon brandt diep van binnen een vurig verlangen. Niet alleen wil men de volste prijzenkast, het grootste stadion en de beste selectie, men wil ook iets wat zelfs met al het geld van de wereld niet te koop is. Men wil wereldwijd respect. Men wil een ieders 'tweede club' zijn, de favoriete club buiten de landsgrenzen van elke willekeurige voetbalfanaat. Men wil worden wat FC Barcelona is, de troetelclub van de voetbalwereld.


Men neme een oud-topman


If you can't beat them, hire them. Het is de filosofie van Manchester City in een notendop. Overal in de organisatie van de Citizens is de Barcaficatie te vinden. Opvallend genoeg nog het minst in de eerste selectie. Slechts Yaya Touré (wel direct de sleutelspeler bij uitstek van de Engelsen) maakte de directe overstap uit de Catalaanse hoofdstad. City heeft zich weliswaar gemanifesteerd als koopclub, de boodschappen worden zelden in Catalonië gedaan.


Anders is dat op eigenlijk alle andere plekken binnen de club. Te beginnen bij de dagelijkse leiding. Ferran Soriano was ooit vice-president van FC Barcelona onder Joan Laporte. Laporte, inmiddels niet meer zo geliefd bij de Socios, stond aan de wieg van de opmars van de club naar de absolute top vanaf 2003. Soriano was daarbij zijn steun en toeverlaat totdat het duo in 2008 in onmin raakte, hetgeen het vertrek van de huidige 'uitvoerder' van Manchester City betekende. Soriano vond eerst onderdak bij Spanair, een luchtvaartmaatschappij, maar toen die opging in Qatar Airways zag Sjeik Mansour Bin Zayed zijn kans schoon, de man die alles wist van de structuur van FCB was vogelvrij voor de hoogste bieder. En dus trok de sjeik uit Abu Dhabi direct zijn goed gevulde portemonnee.


En zo begint het nabouwen van de meest succesvolle voetbalorganisatie van de eenentwintigste eeuw. Vooral in het opzetten van een jeugdopleiding (een Academy zoals de Britten het noemen) zoals het uiterst succesvolle La Masia staat hoog op de verlanglijst. Direct succes is te koop maar de lange termijn moet geboetseerd worden. Aan faciliteiten geen gebrek op het hypermoderne complex van de Citizens, nu de know-how nog.


Rancune als motivator


Thank god for rancune moet men gedacht hebben toen zich eind 2013 een buitenkans van formaat voordeed. Wat wilde het geval, directe concurrent Liverpool FC ontdeed zich van een aantal jeugdcoaches. Waaronder het hoofd van de Academy. Deze bovenmeester van de Liverpoolse voetbalschool is niet zomaar een naam, het gaat om Rodolfo Borrell. De man die eerder La Masia bestuurde en spelers als Lionel Messi, Gerard Pique, Cesc Fabregas en Sergio Busquets opvoedde. Soriano springt nog net geen gat in de lucht als het nieuws tot hem komt en twijfelt geen moment, Borrell is zijn nieuwe hoofd jeugdopleidingen. Sterker nog, Borrell mag zijn kunsten niet alleen in Manchester vertonen maar mag ook de zusterclubs (Melbourne City, New York City) onder handen nemen.


Al snel worden de eerste vraagtekens bij de werkwijze van de 'afvalligen' geplaatst. In de tussentijd is namelijk ook Txiki Begiristain aangesloten als technisch directeur. Het drietal kan FC Barcelona echter niet loslaten. Tenminste dat beweert de huidige leiding in 2013. In de Spaanse sportkrant Marca laat voorzitter Sandro Rosell zich ontvallen dat het drietal aan trainers, spelers en jeugdspelers van FC Barcelona trekt maar dat het 'vissen' geen vangst zal opleveren.


Soriano gaat ondertussen rustig door met het 'Barcificeren' van MCFC. Zo wordt in 2014 het Australische Melbourne Heart overgenomen en Melbourne City FC gedoopt. Ook wordt in samenwerking met honkbalclub New York Yankees de MLS-club New York City FC opgericht. Beide plannen stonden ooit hoog op het lijstje van Barcelona dat graag een filiaal in Miami wilde openen. Totdat Soriano vertrok...


Opleiden om identiteit te vinden


Het drietal is niet op het achterhoofd gevallen. Soriano, Begiristain en Borrell weten dat met Frank Rijkaard de club uit het slop werd getrokken door vooral te kopen: Samuel Eto'o, Ronaldinho, Ludovic Giuly, Juliano Belletti, Henrik Larson, Gio van Bronckhorst en zelfs Edgar Davids (een half seizoen).


In de jaren die volgden werd de ploeg stapsgewijs gevuld met eigen jeugd: Messi, Victor Valdez, Bojan, Giovani Dos Santos, Pedro, Busquets en de teruggekeerde Pique en Fabregas. Bovendien werd Rijkaard aan het roer vervangen door een clublegende in de persoon van Pep Guardiola. Eveneens een figuur die zich op La Masia had ontwikkeld, zelfs als coach. Deze lichting was verantwoordelijk voor het positieve imago van Barca.


En dus wil men in Manchester langzaam afstand nemen van het koopclubembleem. Het opleiden van junioren is een must geworden. Voor het zover is wacht eerst de ultieme krachtmeting vanavond, op bezoek bij de club die tegelijkertijd Best Friend en Worst Enemy is. Een overwinning is een must.

dinsdag 17 maart 2015

Ondertussen in de Serie A (Speelronde 27)

De weinig verheffende zegetocht van Juventus richting de landstitel ten spijt, is de spanning in de Italiaanse competitie te snijden. Omdat al die speeltijden op zaterdag, zondag en zelfs maandag maar verwarrend zijn, zet Serie A-expert Wouter Pennings zoals iedere week de zaken overzichtelijk op een rijtje.

De Roma-paradox: titelstrijd beslist, daarachter spannender dan ooit


De vrije val is niet meer te stoppen, de crisis is compleet. Roma gaat in haar huidige vorm hoogstens de zesde plaats nog bereiken, zoveel is duidelijk na de smadelijke nederlaag (0-2) die de Giallorossi op eigen veld leden tegen Sampdoria, dat uitgerekend daardoor het leidende sextet compleet kon maken. Saillant detail: bij het omroepen van de opstelling voorafgaand aan het spektakel zorgde de stadionspeaker al voor een ongebruikelijk ingehouden stemming.

Sinds de hervatting van het seizoen, waarin nog met een zuinige 0-1 bij Udinese werd gezegevierd, wonnen de Romeinen slechts driemaal: na verlenging een bekerwedstrijd tegen Empoli, een uitbeurt bij degradatiekandidaat Cagliari en de veelbesproken ontmoeting met Feyenoord in De Kuip. Dat is überhaupt al een karige score over vijftien duels, laat staan voor de nog altijd vice-lijstaanvoerder van de Serie A.

Dinsdag was er op trainingscomplex Trigoria een zoveelste overlegsessie tussen de spelersgroep en trainer Rudi Garcia, maar gezien het nut van de eerdere edities is het gerechtvaardigd om serieus te vrezen voor Roma. Paradoxaal genoeg zou ook het winnen van de Europa League alsnog een Champions League-ticket betekenen, zoals dat ook voor concurrent Napoli en directe knockout-tegenstander Fiorentina geldt. Een negatieve invloed op het competitieverloop hoeft dat niet eens te hebben, want de Italiaanse bond heeft niet voor niets de maandag bijna standaard als speeldag geprogrammeerd staan.

Felipe Anderson, de dodelijkste van het moment


Stroomt er magnetisch water door de Tiber? Waar de ene ploeg aan de boorden van de gezichtsbepalende rivier een zware depressie doormaakt, staat de andere precies gelijktijdig volkomen in bloei. In Turijn boekte Lazio haar vijfde opeenvolgende competitiezege, ten koste van Torino: 0-2. De Biancocelesti zijn bovendien hun kwakkelende stadgenoot tot op één punt genaderd.

De grote roerganger bij de hoofdstedelingen was zoals vaker Felipe Anderson. De 21-jarige dribbelaar sloeg na rust twee keer toe uit een individuele actie en bevestigde daarmee voor de zoveelste keer zijn status als dodelijkste Serie A-speler van dit moment. Acht treffers en zes assists in slechts 1160 minuten zijn al indrukwekkende getallen, maar ze vertellen slechts een deel van het verhaal. Zo maakte de zwervende buitenspeler zijn eerste competitiedoelpunt pas in december en werd met hem in de ploeg sinds de winterstop slechts eenmaal verloren, nota bene toen de Braziliaan inviel. Aan de nederlagen tegen Cesena en Napoli had Anderson part noch deel.

Het maakt de Adelaars ook kwetsbaar. Met name in de cruciale laatste fase van het seizoen zal men Felipe Anderson hard nodig hebben. In april staat een tripje naar het Juventus Stadium nog op het programma, terwijl men ook een loodzware afsluitende serie voor de kiezen krijgt: Inter (thuis), Sampdoria (uit), Roma (thuis) en Napoli (uit) vormen nog een méér dan serieuze sta-in-de-weg voor de formatie van Stefano Pioli.

En verder…


…was Milan in Florence op weg naar een gestolen overwinning, tot Fiorentina in de slotfase de zaak alsnog omboog: 2-1. Op weg naar zijn onvermijdelijke einde lijkt het gewoon niet te mogen lukken voor Filippo Inzaghi.

…waren de twee treffers van Luca Toni niet alleen voldoende om de thuiswedstrijd met Napoli in een 2-0 zege om te zetten. De boomlange spits uit Modena schreef bovendien weer eens geschiedenis, door de legendarische Preben Elkjaer Larsen (held uit het scudetto-jaar 1985) voorbij te streven op de all-time topscorerslijst van de Scaligeri. Je zou voor minder je pensioen uitstellen.

…was de terugkeer van Zdenek Zeman op de bank bij Cagliari hoogst ongelukkig. De Sardijnse pechvogels kwamen vroeg op voorsprong tegen Empoli, waarna nog twee keer de paal werd geraakt. Pas in de derde minuut van de blessuretijd gingen de bezoekers er alsnog met een punt vandoor: 1-1.

…nam Roberto Mancini in zijn hoedanigheid van Inter-trainer officieel afscheid van de derde plaats. Die leek al schier onhaalbaar voor de Nerazzurri en is na het in 1-1 geëindigde treffen met nummer voorlaatst Cesena, in een opnieuw desolaat San Siro, verder weg dan toen de oefenmeester uit Jesi instapte.

maandag 16 maart 2015

Supercross review: Indy

(photo cred: Vurbmoto)

Deze week was er eindelijk weer een baan, Indy, waarin de whoops bepalend waren en kampioenschappen dus opgeschud konden worden. Ken Roczen heeft er geen last van gehad. Hij viel vorig weekend uit met een blessure en zal nog 3 tot 4 races langs de kant staan, conclusie: geen Europese 450 Supercross kampioen in 2015. Maar die dekselse Fransoos in de 250 klasse...

250 East klasse



Na zijn fenomenale zomer (finishte buiten op plaats 1, 1, of 1) was Jeremy Martin de te kloppen man deze winter. Met de tweede plaats in het kampioenschap waren zijn ogen op Musquin, de punten en de rode plaat gericht. Hij koos ervoor om in zijn heatrace hard van de whoops af te vliegen, herhaalde dat nog eens in de LCQ en mocht dus niet in het main event starten. Conclusie: Jeremy Martin is geen regelrechte bedreiging meer voor het kampioenschap.

De aanvallen op Musquin moeten dus uit de hoek van Justin Bogle komen. De regerend kampioen heeft ook de capaciteiten daarvoor. Hij deed op zich goede zaken door snel in tweede positie te zitten achter Musquin. Minder slim was het om een fout te maken waardoor hij onderuit gaat en op 23 seconden achter de leider kwam te liggen. Maar ach, voor die fout lag hij ook al bijna 10 seconden achter. Conclusie: ex-kampioen Bogle draagt nummer 1, is nu nummer 2 wegens wanprestatie Jeremy Martin, maar presteert als een derde plaats.

Na een persoonlijk woordje over de kampioenschapskandidaten eindig ik met fijne Fransoos Marvin Musquin. Ik wil volstaan met een terugblik, samenvatting en voorbeschouwing van Marvins seizoen, en wel in zijn eigen woorden: ‘I was looking back and thought: where are they? '

https://www.youtube.com/watch?v=cJe1wi5iLi8

450 klasse.



Na het uitvallen van Ken Roczen en een onaantastbaar ogende Ryan Dungey begint het spektakel in deze klasse wat af te vlakken. De achterblijvers op de Honda’s met namen als Trey Canard (-45pt) en Eli Tomac (-80pt) zouden echt maatregelen moeten gaan treffen om het seizoen van Dungey te keren.

Dat werd niks. Ondanks het huzarenstukje van Canard, die het hele veld door knalde, werd het kampioenschap niet op spanning gezet. Want Ryan Dungey pakt in de eerste ronde de leiding. Via een buitenbocht, domineert, lanceert en soleert hij vervolgens naar weer een winstpartij dit seizoen.

https://www.youtube.com/watch?v=GSeMGmdsmy8

Het overhevelen van Ryan Villopoto naar de MXGP om Supercross spannender te maken, begint uit te draaien op een mislukking. In het machtsvacuüm wat door de overheveling is ontstaan, heeft het KTM Factory Racing-team een natie gesticht waarin Musquin en Dungey op elk hun eigen gebied de dictatoren uithangen. Ze voeren een eentonig, gecontroleerd maar meedogenloos beleid en geen elke vorm van weerstand wordt geduld.

Het is wachten op gerechtigheid. Of op Jeffrey Herlings, hij is een prima geallieerde.

Wouters Weekvisie: Het gelijk van Mino Raiola

Beste Lionel,

Zeg jij het maar: Frank de Boer of Ricardo Kishna, wie treft het meeste blaam in wat onderhand op een dieper liggende vete begint te lijken? Twee kampen bekvechten over die vraag, met één gemene deler in het midden: de ‘kwade genius’ Mino Raiola.

Of beter gezegd: De Rioolrat. Het noemen van dat koosnaampje is te midden van de discussie voldoende om te begrijpen dat de Haarlemse Napoletaan (die in Monaco woont) ermee wordt bedoeld. De sluwe onderhandelaar, die met zijn no-nonsense tactiek iedere keer opnieuw de bovenliggende partij weet te zijn. Maar die daarbij ook nogal wat tere zieltjes en lange teentjes niet spaart.

Vanwege de transfer van Ouasim Bouy naar Juventus, nu drie jaar geleden, wordt Raiola door alles dat Ajax lief heeft met argusogen bekeken. Zo van: hij maakt de carrières van ‘onze’ talenten kapot, is er alleen maar op uit om zo snel mogelijk te cashen en schuwt daarbij geen enkel middel, zoals het vaker met succes door hem georkestreerde conflict.

En precies daar ligt de kiem van heel deze kwestie. Hoeveel partijen zijn er nodig voor een conflict? En wie heeft er belang bij? Het is zo eenvoudig dat het bijna gênant is, hoe de naar verluidt al honderden miljoenen bij elkaar verdiend hebbende makelaar keer op keer onervaren bestuurders en trainers op de kast weet te krijgen.

De breed gedragen oplossing voor dit probleem is al even pathetisch: gewoon kappen met die Raiola joh, banden doorsnijden en tot ziens tegen ieder talent dat hem als zaakwaarnemer kiest. Inderdaad een voor de hand liggend scenario, ja. Had ‘ie maar niet moeten roepen dat Cruijff dement wordt. We kunnen het ook wel zonder de grootste groeibriljantjes, vlak nadat we ze hebben klaargestoomd voor het echte werk. Ofzo.

Je raadt het al: ik ben niet helemaal objectief in dezen, want naast het feit dat ik Ajax al pakweg twintig jaar een warm hart toedraag, heb ik ook een grote sympathie voor de Raiola’s van deze wereld. Terwijl de halve planeet zich druk maakt om ethiek en fatsoen, doet dit soort mensen gewoon hun werk en vullen ze lachend hun zakken. Ik kan ze geen ongelijk geven. Omdat we deze idioterie van uit de hand gelopen belangen met z’n allen in de hand hebben gewerkt.

Ajax, vaak bij monde van directeur voetbalzaken Marc Overmars, doet niet eens moeite om te verhullen dat de club eigenlijk nog maar voor één doel bestaat: het zoveel mogelijk rendement maken op zelfopgeleide dan wel jong gescoute spelers. In dat licht is Kishna behalve een nuttige sportieve kracht vooral een potentiële goudmijn. En de fatsoensrakkers kunnen dan luidkeels hun afkeer laten blijken van de opstelling van de twintigjarige snotneus en diens vertegenwoordiger, maar de veranderde wetten van het profvoetbal wijzen toch ten gunste van laatstgenoemden.

Sinds Edith Schippers (jawel, ze schijnt ook ‘sport’ in haar portefeuille te hebben en daar gaat deze site toevallig ook over) weten we weer dat complotdenken niet helemaal je-van-het is, maar de behandeling van Frank de Boer van zijn gevaarlijkste aanvaller is toch niet helemaal kosjer als je het mij vraagt. Het wekt in ieder geval de schijn van het op z’n plaats willen zetten van het kamp Kishna-Raiola, dat echter allerminst onder de indruk zal zijn.

Persoonlijk vind ik dat doodzonde. Dit Ajax schreeuwt aan alle kanten juist om méér Kishna en minder voorspelbaarheid en tikkies terug. Tussen al die brave blonde koppies is de grillige dribbelaar meer dan welkom, al was het maar wegens zijn persoonlijkheid en bravoure. Als de club verstandig is, neemt ze vandaag nog enkele adviezen van Raiola ter harte, voordat hij in de zeven talen die hij machtig is al in alle mogelijke windstreken een kant-en-klaar contract heeft geregeld.

Nu ik er nog eens over nadenk hè, zie ik een rioolrat dat nog niet zo snel doen.

Tot vrijdag!

Wouter

zondag 15 maart 2015

Bijpraten over de Bundesliga (Speelronde 25)

Bij Sportpreview snappen we best dat kijken naar de Bundesliga er wel eens bij inschiet. Er is ook zoveel voetbal te zien tegenwoordig. Bovendien kun je niet alle achttien clubs tegelijk volgen. Bundesliga-expert Lionel Stute praat je daarom na iedere speelronde op frisse toon bij.

De wedstrijden kenden weinig kenmerkende hoogtepunten in het afgelopen speelweekeinde. Geen uitgesproken verrassingen, geen scorende Nederlanders en de gebruikelijke nederlaag van Huub Stevens en VfB Stuttgart. Daarom in deze editie van Bijpraten een blik op spelers die dit weekend uitblonken en dat eigenlijk het hele seizoen al, onopvallend, doen.

Shinji Okazaki



Wie aan Aziatische spelers in de hoogste Duitse afdeling denkt, komt al snel uit bij Shinji Kagawa van Borussia Dortmund en bij Atsuto Uchida van FC Schalke 04. Een enkeling noemt Heung-Min Son van Bayer Leverkusen. Dat is jammer want de meest succesvolle van allemaal speelt dit jaar in het shirt van 1. FSV Mainz 05. Zijn naam is Shinji Okazaki.

De Japans international neemt met zijn tien goals dit seizoen bijna een derde van de totale productie van de ploeg (34) voor zijn rekening. Dat hij desondanks niet opvalt is niet zo gek want ballen tegen de touwen werken is eigenlijk zijn enige kracht. Zo ook in de afgelopen twee duels, vorige week tegen Borussia Mönchengaldbach en deze week op bezoek bij FC Augsburg. Okazaki kwam twee keer in schotpositie en scoorde daaruit één keer. Van zijn passes daarentegen, slechts vijftien in het totaal, kwam een derde niet op zijn bestemming aan. Bovendien werden alle drie zijn tackles afgefloten wegens een overtreding. Het is het spel van de spits in twee zinnen samengevat.

Wendell



In de twintig voorgaande edities van Bijpraten hebben we, wanneer het over Bayer Leverkusen ging, bijna uitsluitend met lof over de voorhoede gesproken. Daar komt nu verandering. In de vernedering die het voormalig fabrieksteam van het chemieconcern op vrijdag avond aan VfB Stuttgart toebracht was namelijk linksback Wendell de allerbeste.

De achttienjarige Wendell Nascimento Borges, zoals hij volledig heet is aankomen waaien van het grote Gremio. Daar debuteerde hij als zestienjarige al in het eerste. In zijn eerste seizoen bij Leverkusen heeft hij zich vrij snel opgewerkt tot vaste kracht. De wedstrijd tegen het zwalkende Stuttgart is zonder twijfel zijn beste tot nu toe. Zo was hij, als jongeling, vele malen daadkrachtiger dan de gehele volwassen VfB-verdediging bij elkaar en brak hij daarmee de ban voor zijn ploeg. Het leverde hem uiteindelijk zijn tweede Man of the Match uitverkiezing van dit seizoen op.

Wendell is één van de jongeren die nauwlettend in de gaten wordt gehouden om onderdeel van het nieuwe Braziliaanse elftal te worden. Dat is overigens niet alleen te danken aan zijn prestaties bij Bayer Leverkusen. Ook in het Onder 20 elftal van de Goddelijke Kanaries staat hij zijn mannetje. Terwijl zijn volwassen landgenoten zich blameerden op het wereldkampioenschap in eigen land, won hij met zijn team het vermaarde jeugdtoernooi van Toulon.

Leroy Sané



De man van deze week was zonder twijfel Leroy Sané. De hele wereld zag hem schitteren in de schaduw van Klaas-Jan Huntelaar in de Champions League wedstrijd in Estadio Santiago Bernabeu op bezoek bij Real Madrid. Zijn krul om de keeper, uit stand genomen, verraadde direct zijn klasse.

Ook op bezoek bij Hertha BSC deed hij van zich spreken. Na veertig minuten trok hij de stand gelijk. Tot dat moment had zijn ploeg geen moment enig gevaar kunnen stichten. Het was dan ook een kenmerkend Sané-moment (voor zover een negentienjarige dat kan hebben) dat voor de ommekeer zorgde. Zijn goal kwam uit het niets. En werd door hem zelf opgezet.

De cijfers van de jonge Duitser liegen er niet om. Een basisplek (zaterdag) en zes invalbeurten in de Bundesliga en de eerder genoemde invalbeurt afgelopen dinsdag in Bernabeu leverden hem in het totaal 226 speelminuten op, minder dan drie hele wedstrijden. Wetende dat hij in die tijd al driemaal doel trof, waarvan twee deze week, dan is de conclusie snel getrokken: Sané heeft op dit moment minder dan negentig minuten nodig om te scoren. Hoe ver kan hij deze reeks laten reiken?

zaterdag 14 maart 2015

Honda, McLaren en Fernando Alonso, het tragische einde?

Foto: Bill Abbott/ Flickr

Het seizoen 2015 is nog maar net begonnen, de eerste race moet nog gereden worden, maar het is toch al tijd om de eerste conclusies te trekken. We duiken direct in het diepe. Twee grote namen uit het verleden weten nu al dat er een flinke deuk in hun blazoen zal worden gedrukt dit jaar.

Het idee achter de terugkeer van de Japanse motorenfabrikant Honda was het wegspoelen van de vieze smaak die het had achtergelaten bij het vertrek. De jaren waarin de constructeur met een eigen team in het wereldkampioenschap meestreed, tussen 2006 en 2008, waren geen doorslaand succes gebleken. Met Rubens Barrichello en Jenson Button als coureurs werd in het laatste jaar, opgeteld, het schamele aantal van vier top tien plaatsen verzameld. Het duo eindigde als dertiende en negentiende in het kampioenschap.

De wereldwijde financiële crisis die de wereld inmiddels teisterde bleek voor Honda een mooie nooduitgang. Na 2008 kon het zorgenkindje zonder al teveel bezwaar worden afgestoten. Extra zuur werd het toen de failliete boedel werd overgnomen door teambaas Ross Brawn en hij, met hulp van Mercedes, in 2009 direct een kampioensteam uit de puinhopen wist op te trekken. Nota bene met het zelfde duo achter het stuur. De Grand Slam werd zelfs binnengehaald, plekken 1 en 2 bij de coureurs, en kampioen bij de constructeurs.

De ene Honda is de andere niet



Dat gegeven bleef altijd pijn doen bij de beleidsmakers van Honda. De Japanners hadden zelf immers ook ooit succes gekend. Ten tijde van hun constructeurschap bij eerst Williams GP en daarna McLaren werden zes opeenvolgende wereldtitels bij de constructeurs binnengehaald ('86-'91) en met Piquet ('87), Senna ('88), Prost, ('89) en weer tweemaal Senna ook nog eens vijf aangesloten kampioenschappen bij de coureurs. Dat Honda daarachter de drijvende kracht was werd niet genoeg benadrukt bij teams die de naam van hun oprichter en niet van hun motorleverancier droegen.

Toch snakte men naar de successen van weleer. De scheidslijn tussen de racemonsters en de commerciële verkoop is immers in de tekenkamers en fabrieken veel minder groot dan buitenstaanders denken. Nieuwe successen brengt de fabrikant zo weer terug in de spotlights. Tussen het moment dat het idee van een terugkeer geopperd werd tijdens een nietszeggende vergadering en de officiële presentatie ligt dan ook slechts een kort tijdsbestek.

(McLaren-)successen uit het verleden...



Als partner wordt gekozen voor het team dat gelijktijdig met Honda in verval raakte. McLaren. Nadat de Japanse fabrikant zijn motoren uit de Britse bolides haalde (1992) leek aanvankelijk weinig aan de hand, er werden zelfs nog drie wereldtitels verzameld. Langzaam maar zeker verloor het team echter de strijd met nieuwkomers als Red Bull en Force India en oudgedienden als Mercedes GP (nota bene opvolger van Honda) dat een eigen team in het kampioenschap bracht.

Men was zowel in Japan als in Groot-Brittanië uit op wraak. 2015 moest het jaar van de grootse comeback worden. Zoals te lezen valt op de Formule 1-website van het team:

It's what we do. It's in our blood


Perfecte kandidaat



Om er 'zeker' van te zijn dat de comeback een doorslaand succes zou worden moest de perfecte coureur gevonden worden. Jenson Button en Kevin Magnussen waren immers niet toereikend. Wie beter dan de man die eigenlijk al jaren in hetzelfde hoekje zit als het team en de constructeur, daar waar de klappen vallen? En dus werd Alonso gebeld.

De terugkeer van Fernando Alonso was een opvallende. Het was immers de Spanjaard die verantwoordelijk was voor de strop van McLaren in 2007, het jaar waarin hij er onder contract stond. Destijds bleek e-mailverkeer tussen Alonso en diens land- en teamgenoot Pedro De La Rosa het laatste puzzelstukje in het onderzoek naar de spionagekwestie die uiteindelijk leidde tot een fikse straf voor de renstal. Bewezen werd dat het de geheimen van Ferrari had weten te ontfutselen op onrechtmatige wijze.

Het bleek ook direct het einde van de samenwerking tussen team en coureur, ondanks een nog twee jaar doorlopend contract mocht Alonso een vrije transfer maken.

Gedoemd te mislukken



De samenwerking tussen de drie partijen is tot op heden weinig succesvol gebleken. Zo is men al bij de eerste race direct aangewezen op het teruggrijpen op het oude duo Button/Magnussen. Speerpunt Fernando Alonso kwam namelijk op 22 februari met de schrik vrije toen hij op het circuit van Catalonië een levensgevaarlijke crash maakte. De Spanjaard is nu, drie weken later, nog altijd herstellende. Zelfs de komende race, die van Maleisië, is nog geen zekerheid voor de oud-kampioen.

Alonso is nog het minste probleem van het team. Wat wil namelijk het geval: de auto voor 2015 blijkt misschien wel het slechtste wat McLaren ooit op een circuit heeft gebracht. Slechts het team van Manor Marussia presteerde slechter tijdens de eerste kwalificatiesesie van dit seizoen, vanochtend op Albert Park in Melbourne. Dat kon ook niet anders, de Russen deden in zijn geheel niet mee. Wat resulteerde in een compleet door McLaren gevulde laatste startrij. Sinds 1983 was McLaren niet zo slecht als vandaag.

Het lijkt de voorbode voor een team dat (alles bij elkaar geteld) elf wereldtitels verzamelde. Dat bovendien ook nog eens twee oud-wereldkampioenen herbergt die opgeteld ook driemaal de mondiale nummer één plek opeisten. Het plan dat drie grote spelers van weleer terug naar de top moest brengen lijkt uit eindelijk de laatste stuiptrekking te worden.

vrijdag 13 maart 2015

UFC 185: Gaat Alistair Overeem richting titelgevecht?

Voor wie er nog aan twijfelde, er kan veel gebeuren in drie maanden. Zeker voor iemand die voor zijn laatste kans in de wereld van het kickboksen bij de heavyweights vecht. Zoals Alistair Overeem, die zaterdag de octagon instapt voor UFC 185.

De laatste keer dat we over The Reem schreven, in december, stonden zowel de voormalige koning van de kickboksjungle als de sport als geheel er niet al te best op. Tijdens UFC on FOX 13 kwam Overeem uit tegen landgenoot Stefan Struve en het duo vocht ieder voor zijn laatste kans om nog iets te maken van zijn UFC-carrière. Tegelijkertijd schreven we dat de kickbokssport en het MMA-vechten een zachte dood aan het sterven waren in Nederland omdat geen enkele Nederlandse zender nog de moeite nam beelden (rechtstreeks) uit te zenden.

De comeback



Drie maanden later geldt exact het tegenovergestelde. Te beginnen met Overeem zelf. Zijn gevecht in Phoenix, Arizona tegen zijn landgenoot bracht exact datgene wat hij nodig had: een goede knock out. Na vier minuten en dertien seconden was hij klaar met zijn sloopwerkzaamheden. Een moment waarop hij drie jaar had gewacht. Sinds zijn TKO tegen levende legende Brock Lesnar wilde het namelijk niet meer zo vlotten met 'The Reem'. Zoals we al schreven aan de vooravond van UoF13 in december, hij vocht letterlijk voor zijn laatste kans. Een kans die hij greep.

Daarmee bracht hij direct het momentum terug voor de sport in zijn thuisland. Nu de 'gouden generatie' van kickboksers en MMA-vechters (met bijvoorbeeld ook Remy Bonjasky, Sem Schild en Badr Hari) langzaam naar de achtergrond verdwijnt neemt ook de landelijke interesse van mainstream media af. Gelukkig is daar FOX Sports. De sportzender maakte eerder al handig gebruik van zijn Amerikaanse deals omtrent MLB-honkbal, CBB-Football en NFL-Football en doet nu hetzelfde met zijn UFC-contract. En dus kunnen liefhebbers zich eindelijk weer vergapen aan de grote sterren van 's werelds grootste MMA-organisator.

Achterhoedegevecht



Overeem is al een tijdje geen headliner van UFC-avonden meer. Hij staat weliswaar nog altijd op de bovenste regels van de Fight card, wereldtitelgevechten in ondergeschikte gewichtsklassen spreken tegenwoordig meer tot de verbeelding. Dat komt ook omdat zijn tegenstander in dezelfde situatie zit als de Amsterdammer. Roy Nelsons carrière wordt al sinds 2008 gekenmerkt door het afwisselen van korte winstreeksen met even lange periodes van verliespartijen. Nelson moet zich tegen Overeem terugvechten uit een nederlaag tegen Mark Hunt tijdens het headlinergevecht van Fight Night 52, september jongstleden. Het is niet voor niets dat de heren op plek acht (Nelson) en negen (Overeem) op de UFC Heavyweight Ranking staan. Een ranglijst die wordt vastgesteld op basis van stemmen uitgebracht door journalisten na afloop van ieder UFC-evenement.

Overeem gaat vol vertrouwen het gevecht in. Hij liet tegenover FOX Sports weten eindelijk zijn draai te hebben gevonden in de UFC. Vooral dankzij zijn nieuwe coaches Greg Jackson en Mike Winkeljohn. De keuze om te vertrekken bij het vermaarde Blackzilians team is volgens eigen zeggen het beste wat alle partijen kon overkomen.

Overigens denkt men daar overal hetzelfde over. Vooral ex-teammaten bij Blackzilians vertellen maar wat graag hoe blij ze zijn dat 'Prima Donna' Overeem is opgestapt. De fans ondertussen zijn er nog niet van overtuigd dat Overeem beter af is. Bij een poll van FOX denkt slechts één op de vier dat Overeem een kans maakt als hij aantreedt tegen Nelson.

Lionels Weekendvisie: Nederlanders redden de Formule 1

Beste Wouter,

Wat een historisch weekend staat er voor de deur. Het weekend van 14 en 15 maart 2015 gaat namelijk de boeken in als het weekend waarin de Formule 1 werd gered. Zowel op als naast het circuit. Door toedoen van twee landgenoten ook nog, Max Verstappen en Giedo van der Garde.

Laat ik vooropstellen dat ik me vooral verheug op het debuut van Max. De zoon van Jos, een groter coureur dan menigeen zich herrinert, maakt het namelijk eindelijk weer eens interessant om naar een Formule 1 race te kijken. De Champions League van de autosport was namelijk de afgelopen twee decennia langzaam veranderd in de Gary Lineker Cup 'Formule 1 is een sport van om en nabij de twintig deelnemers, over een vastgesteld aantal ronden en aan het eind winnen de Duitsers.' Of die Duitsers Michael Schumacher, Sebastian Vettel of Mercedes GP heten doet daarbij niet terzake. Niet bepaald een opzet waar je als Nederlandse sportfanaat warm in de buik van wordt. Met de komst van Verstappen Junior is er in ieder geval eindelijk weer eens reden om de televisie aan te zetten.

Hoewel jonge Max eigenlijk alle aandacht zou moet krijgen werd hij deze week toch enigszins overvleugeld door een herintreder: Giedo van der Garde. En zo hebben we dus ineens niet één maar twee man op de grid, wat een weelde. Terwijl dat tot afgelopen woensdag totaal niet voorzien was. Want wat wil het geval, Van der Garde meent dat er sprake is van contractbreuk door zijn werkgever Sauber en daagde de renstal voor de rechter. En met succes. De Zwitsers werden in het ongelijk gesteld. Hoe ze het verder oplossen is aan hen, zolang ze Giedo maar aan de start krijgen. Nieuwe verbintenissen met Marcus Ericsson en Felipe Nasr ten spijt.

Normaal gesproken ben ik niet zo'n voorstander van dergelijke zaken. Het heeft iets kleinzieligs. Het doet me denken aan zaken als die van de onlangs overleden Belgische wielrenner Claude Criquielion. Claudy kon niet verkroppen dat hij viel in de eindsprint van het WK 1988 op zijn geboortegrond en dus niet won. Hij verloor niet alleen de sprint, hij verloor ook de rechtzaak. Niet meer dan terecht. Kenneth Perez, nog zo'n voorbeeld. De Deense aanvaller spande in 2008 een rechtzaak tegen zijn club Ajax aan omdat hij niet meer bij de A-selectie hoorde. Het goed recht van de club, zo meende ook de rechter. En eigenlijk vind ik dat ook,winnaars staan niet in de rechtzaal.
Toch vind ik het geval Van der Garde van een andere orde. Vooropgesteld dat ik niets weet van de daadwerkelijke in het contract opgenomen afspraken, zeg ik dit puur op gevoel. De Formule 1 is al enige tijd ziek. Ernstig ziek. Grote baas Bernie Ecclestone behandelt kleine teams als voetenveeg en de rijke broeders als grootvorsten. Als je niet kunt betalen moet je maar niet meedoen, des te meer ruimte om me te laten feteren door de toppers, zo lijkt Bernie te denken. De teams op hun beurt zijn al jaren geleden over gegaan op een selectiesysteem waarbij de coureur met de dikste sponsorportfolio aan de start verschijnt. Die start is dan ook nog eens in onoogelijke orden op troosteloos voorspelbare circuits. Inderdaad, ik heb het over dat lullige stukje asfalt rondom het Olympisch dorp van Sotsji dat er ineens bij moet horen.

Het is goed dat Van der Garde zich durft te roeren. Hoewel al bekend is dat hij, ondanks zijn in gelijk stelling, in Australië zondag niet achter het stuur zit. Het is een principekwestie. Van der Garde is de Jean-Marc Bosman van de racesport. Hij stelt de misstanden aan de kaak al kost het hem zijn eigen kop. Sauber is namelijk één van de die zwakke broeders die Ecclestone zo graag de nek om zou draaien. De kapitaalkrachtig Nasr kon hen redden en Van der Garde kon het verder zelf uitzoeken. Dit is geen goed sportmanschap, dit moet aangevochten worden.

Als zondag de lichten op groen gaan sta ik te juichen. Voor die ene man die juist niet aan de start staat. Voor Giedo van der Garde.



Ik spreek je snel,

Lionel

woensdag 11 maart 2015

Wouters Europa League-visie: Twee opties voor Ajax

Beste Lionel,

Of ik de Champions League maar een clowneske bedoening vind? Nou en of. In de totaal verkrachte voetbalwereld van heden ten dage kost het slechts een paar honderd miljoen, maar dan ben je wel vrijwel verzekerd van ieder jaar een kwartfinale, op z’n minst. Er is echter iets dat nóg idioter is: de Europa League.


In dat toernooi zit namelijk een onvergeeflijke weeffout. Clubs die in de Champions League tussen wal en schip vallen, krijgen een herkansing in de tweede continentale divisie. Dat is van eenzelfde krankzinnigheid als we in een aantal landen zien in het bekervoetbal: de elite stroomt pas een paar ronden later in.

‘Als je commercieel denkt, dan vernoem je het stadion naar mij. Hun denken commercieel, maar hebben het stadion niet naar mij vernoemd.’ Johan Cruijff zei het ooit eens over de Amsterdam Arena en zou hetzelfde over de Europese bekertoernooien kunnen zeggen. Iets met een klok en een klepel. De gedachtengang is logisch, maar leidt vervolgens toch tot een onnavolgbare uitkomst.

Maar goed,  we moeten het ermee doen. Als je het er niet mee eens bent kun je een protestmars organiseren, of boze brieven sturen naar de Route de Genève in Nyon, desnoods vergezeld door een paar dozen opblaasbare bananen, het helpt toch niet. En dus hoop ik gewoon weer vurig op een zo langdurig mogelijke tocht van Ajax langs de iets minder toonaangevende velden van Europa. (Zou jij ook moeten doen trouwens, als je wilt dat Feyenoord ooit weer eens een beetje acceptabele coëffiënt zal hebben.)

En dan helpt cynisch gemekker over een troosteloze tegenstander weinig. Dat zou ook rijkelijk hypocriet zijn trouwens, want was dat niet ook de charme van de ouderwetse Europacups? Ik vind het juist wel mooi. Je hebt twee opties: een deceptie, maar die hebben we de laatste jaren iedere keer wel gehad, of het ongemakkelijke gevoel dat je niet vol uit je dak kunt gaan bij doorgaan – we blijven toch Ajax. En dan is er weer die kortstondige, bijna vlinders-in-je-buik-achtige sensatie rondom alweer een nieuwe loting.

Dnjepr Dnjepropetrovsk dus. Ik moet je bekennen dat als je mij middenin de nacht wakker maakt, ik de naam foutloos voor je opschrijf en hem tevens correct uitspreek. Dat is overigens niet zo spannend. Een klein beetje oefening en zelfs Tom Egbers kan het. Maar kom daar nog eens om.

Belangrijker is hoe die ploeg voetbalt en dat schijnt niet onaardig te zijn. Dat doet trouwens helemaal niet ter zake. Net als dat dogmatische gepalaver over ‘op dit niveau thuishoren’ (let op, de heren op RTL7 zullen het weer verschillende keren benadrukken). Knockoutwedstrijden zijn altijd onvoorspelbaar en je hebt twee teams nodig voor een behoorlijk niveau. In het geval van Ajax is dat maar af te wachten, maar ik laat me graag verrassen.

Hoe laat moet Ajax eigenlijk?

Groet,

Wouter

Cort en Ewan, het begin van een dynastie?

Terwijl aan de andere kant van de wereld het ene grote Orica-talent, Caleb Ewan, in de luwte aan zijn imperium mag bouwen wordt het andere, Magnus Cort, vandaag direct voor de leeuwen gegooid in Tirreno-Adriatico. Wie zijn deze helden van de toekomst?

Ploegleider Matthew White liet er in de winter geen misverstand over bestaan: "Cort en Ewan zijn onze mannen voor de toekomst. We willen dat ze direct beginnen met winnen en zich op die manier doorontwikkelen." Geen geringe druk voor twee jonge twintigers. Cort (22) en Ewan (20) moesten op dat moment hun debuut nog maken in de UCI World Tour.

Sprinter van de toekomst



Dat van het duo veel verwacht wordt heeft veel te maken met hun nog jonge geschiedenis. Neem Caleb Ewan bijvoorbeeld. Als junior blijft een wielrenner over het algemeen buiten schot van de camera. Behalve tijdens de week van het wereldkampioenschap, wanneer alle koersen uit alle hoeken in beeld worden genomen. En dus maakte de Australiër er de afgelopen jaren een sport van zichzelf in topvorm te krijgen in de laatste week van oktober. Met succes. Zowel bij de junioren (Valkenburg '12) als bij de beloften (Ponferrada '14) sprint Ewan naar de tweede plek.

Ewan is op dat moment al werknemer van Orica-GreenEdge, waar hij op 1 oktober 2014 officieel bij de selectie wordt gehaald. Daar maakt hij het direct waar. Zijn eerste World Tour wedstrijd, de eerste etappe van de Ronde van Peking, sluit hij af met een tweede plaats. Daarbij erkende sprinters als Tyler Farrar, Sasha Modolo en Moreno Hofland achter zich latend.

Zijn eerste volledige jaar in de eredivisie van het wielrennen is hij ook goed begonnen. Ewan staat inmiddels al in de mondiale top honderd van de ranglijst. Dat is ook niet zo vreemd, hij begon het jaar met een tweede plek op het Australisch kampioenschap. Om vervolgens twee dagzeges en een tweede plaats te veroveren in drie van de vijf etappes van de Herald Sun Tour. Ook zijn grootste koers van dit jaar tot op heden, de Maleisische Tour de Langkawi lijkt hem gunstig gezind. In de eerste vier etappes pakte hij tweemaal zilver, een dagzege om afgelopen nacht op plek drie te finishen. Daarmee mag hij zich voorlopig in de leiderstrui hijsen.

Magnus Cort



Exact een jaar geleden is Cort nog een relatief onbekende naam bij een relatief onbekende ploeg. Met CULT Energy mag hij starten in de Istrian Spring Trophy, een nauwelijks bekende Kroatische koers uit de Continental Tour. Het blijkt het begin van iets moois. Cort, toch al een renner die wel eens een wedstrijdje won in de verschillende opleidingscategorieën, begint direct met winnen en pakt twee etappezeges en het klassement.

Vanaf dan staat hij bovenaan de scoutingslijst van de grote ploegen. Een lijst waar hij al sinds 2012 op stond toen hij als negentienjarige met gemak stand hield tussen renners als Niki Sörensen en Jakob Füglsang op het Deens kampioenschap. Als Cort eind mei 2014 alleen de man in vorm Alexander Kristoff voor moet laten gaan in het eindklassement van de Tour des Fjörds (onder andere door een etappezege), is het jachtseizoen geopend. Alle ploegen in de UCI World Tour dingen naar zijn handtekening. Een strijd die uiteindelijk door Orica-GreenEdge wordt gewonnen.

Tirreno-Adriatico wordt zijn eerste grote test. Cort start als speerpunt van de Australische formatie. De opdracht is geen gemakkelijke, World Tour koersen bieden niet de ruimte die hij gewend is. In tegenstelling tot wat veel insiders denken vindt Cort zichzelf geen man voor de massasprint. Zo laat hij in hetzelfde artikel van Cyclingnews.com als Matthew White optekenen. "Ik ben geen massasprinter maar ik ben wel snel. Mijn kansen liggen in sprints met kleine groepjes, zo win ik. Ik heb trouwens nog nooit een solo geprobeerd."

maandag 9 maart 2015

Ondertussen in de Serie A (speelronde 26)

Geen ambt dat zo onder een vergrootglas ligt als dat van trainer. En dat in een sport die qua mediahysterie geen gelijke kent. Welkom in Italië, waar je op dat gebied alle mogelijke fratsen tegenkomt. Serie A-expert Wouter Pennings zet een aantal eigenaardige - of gewoon opvallende - zaken op een rij.

 

Juventus leidt comfortabel, maar Conte houdt zijn ex-club scherp

Het staat duidelijk niet bovenaan zijn prioriteitenlijstje. Aardig gevonden worden. Waar huidig bondscoach Antonio Conte verschijnt, is antipathie nooit ver weg. De pure winnaar uit Lecce was niet van plan om maandag alleen maar zijn derde Panchina d’Oro, oftewel de prijs voor trainer van het jaar in de Serie A, op te halen en wat stroop te smeren. ‘Als dit Juventus het venijn van mijn Juventus had gehad, zou de voorsprong nog twintig punten groter zijn geweest.’

 

Dixit een man die recht van spreken heeft. En trouwens ook een reden. Veel van Conte’s voormalige spelers zijn nog steeds zijn spelers. Een belangrijk deel van de Squadra Azzurra bestaat nog altijd uit sterkhouders van De Oude Dame en de boel een beetje op scherp zetten kan nooit kwaad. Mochten er personen zijn met bezwaar tegen deze aanpak, dan verdiepen ze zich beter nog eens in de slogan van de machtige club uit Turijn: ‘Winnen is niet belangrijk. Het is het enige dat telt.’

 

En dat deed Juve maandagavond dus ook maar weer eens. Een treffer dan wie anders dan Paul Pogba bezegelde in de slotfase het lot van Sassuolo: 1-0.

 

Kopzorgen voor Garcia: is het inderdaad de schuld van de spelers?

En dat terwijl Roma dat, winnen dus, voor de zoveelste keer weer had nagelaten. Eerder dit weekeinde bleven de Giallorossi op bezoek bij Chievo steken op 0-0. Op het eerste gezicht, van buitenaf gezien, een typisch gevalletje van titelfobie. De volledige eerste seizoenshelft ging het in de hoofdstad, onder volledige verantwoordelijkheid van trainer Rudi Garcia, over niets anders dan de scudetto. Sinds de klad in de resultaten kwam, raakte de op remises geabonneerde ploeg steeds verder weg van het heilige doel.

 

Maar wie de hoofdrolspelers aan de boorden van de Tiber over elkaar heen ziet buitelen, heeft recht en reden om aan die hypothese te twijfelen. Garcia valt zijn spelers af, terwijl technisch directeur Walter Sabatini juist zelf de verantwoordelijkheid voor ongelukkig transferbeleid neemt. Voorzitter James Pallotta houdt de geledingen nog enigszins gesloten door te wijzen op pech en blessures, daarmee echter zijn trainer en td passerend. Voor gekonkel is echter geen plaats, nu met name Lazio en Napoli de Romeinen op de hielen zitten.

 

Ongelukkige wissels Benítez nekken overtuigend Napoli

Niet voor het eerst dit seizoen vergat Napoli zichzelf de punten op te eisen die het eigenlijk al vergaard had. De 2-2 tegen Inter van zondag vertoonde opvallende gelijkenissen met wat de Partenopei eerder dit seizoen, ook toen in eigen huis, overkwam tegen Palermo en Cagliari. Een 2-0 voorsprong werd alsnog vergooid en een punt was alles wat restte.

 

En dat terwijl de azuurblauwen bij vlagen overtuigend voor de dag kwamen en met name de tweede treffer, van de voet van Gonzalo Higuaín, van een typerende doortastendheid was. Tot aan dat moment had de thuisploeg ook de betere kansen gehad en leek er geen vuiltje aan de lucht boven Fuorigrotta en Stadio San Paolo. Maar met het oog op de midweekse Europa League-kraker tegen Dinamo Moskou wisselde trainer Rafa Benítez zijn twee beste mannen, Dries Mertens en Marek Hamsik, op het moment dat Rodrigo Palacio de aansluitingstreffer al had gemaakt. Een naïeve fout van verdediger Henrique deed drie minuten voor tijd de rest, al verdient de van zelfvertrouwen blakende Mauro Icardi wel een vermelding voor de gewaagde panenka waarmee de Argentijn de strafschop tot gelijkmaker promoveerde.

 

Bungelende Inzaghi voorlopig gespaard door Berlusconi

Van zijn stoelpoten is geen snipper hout meer over, maar Filippo Inzaghi zit voorlopig nog in het zadel bij het wederom teleurstellende Milan. De door vriend en vijand bespotte wissel – spits Giampaolo Pazzini eruit voor verdediger Salvatore Bocchetti – en de daaropvolgende gelijkmaker in de 95ste minuut tegen Hellas Verona in het eigen San Siro werden de trainer nog niet fataal, al leverde het hem enkele bange uren op.

 

Het is dan ook allang duidelijk: het krediet van de ooit als Superpippo van doelpunt tot juichdelerium levende sluipschutter is op. Is het niet nu, dan al sinds enkele maanden geleden, in een seizoen dat bijna van meet af aan gedoemd was te mislukken. En al was de keuze voor Bocchetti plausibel door het doorschuiven van linksback Luca Antonelli; het gevecht tegen de publieke opinie win je überhaupt niet zonder de onvoorwaardelijke steun van je leidinggevenden. Die is er – getuige de grote hoeveelheid onbevestigde geruchten over allerlei trainers, voor nu of volgend seizoen – nooit geweest en ook dit keer duurde het bijkans twee etmalen voor erevoorzitter Silvio Berlusconi hoogstpersoonlijk uitsluitsel gaf. Inzaghi leeft nog. Hoewel hij allang niet meer op eigen kracht ademt.

 

Pioli loodst indrukwekkend Lazio naar de derde plaats

Een regelrecht succesnummer daarentegen is Stefano Pioli. De 49-jarige oud-speler van onder meer Parma, Juventus, Verona en Fiorentina zag zijn Lazio maandagavond korte metten maken met uitgerekend de club waar hij zes seizoenen furore maakte als verdediger. Vooral dankzij twee treffers van de klinisch effectieve Miroslav Klose werd het 4-0 voor de Romeinen, die de concurrent uit Florence daarmee voorlopig terugverwezen naar de gedeelde vijfde plaats.

 

Het Lazio van Pioli speelt al sinds augustus een indrukwekkend seizoen. Na een valse start tegen – oh ironie – het Milan van de debuterende Inzaghi, ging het crescendo met de ploeg die als gevolg daarvan het bereiken van de Champions League volledig in eigen hand heeft. De zege op de Viola betekende de vierde keer victorie op rij in de competitie, een reeks die gezien de eerstkomende affiches nog wel langer kan worden. En dan kan het zomaar gebeuren. In januari 2014 nog ontslagen worden bij het op degradatie afstevenende Bologna, om een jaar later uit de as te herrijzen.

 

Donadoni, van resultaattrainer naar crisismanager

De sprong omhoog van Pioli is haast het spiegelbeeld van hetgeen Roberto Donadoni doormaakt. De trainer van Parma, vorig seizoen nog de gevierde man na de eindelijk weer eens bereikte Europa League – die door de bekende problemen om licentieredenen aan Torino werd toegewezen – is nu de kapitein van een stuurloos schip, waarvan slechts de vraag is hoeveel dagen het nog duurt voor de onafwendbare aanvaring een feit is.

 

Met handen gebonden, wegens de niet meer toegankelijke faciliteiten zoals de wasserette op het complex en het vervoer naar uitduels, werken spelersgroep en staf allang niet meer om ’s zondags de drie punten te pakken. Het enige dat telt zijn de eigen waardigheid, een goede oplossing voor de ‘gewone’ werknemers van de club en bovenal een drastische wijziging in de opstelling van de Italiaanse bond. Of, zoals Donadoni & co in verschillende bewoordingen bedoelen: Parma is allang opgegeven, laten we zorgen dat niemand anders dit nog overkomt.

 

Cagliari roept Zeman weer terug

Tot slot nog een wijziging op het trainersfront. Zdenek Zeman krijgt, tweeënhalve maand na zijn ontslag, alweer een herkansing bij Cagliari. De clubleiding roept de nog altijd onder contract liggende Tsjech terug nu de ingezette koers met clubicoon Gianfranco Zola aan het roer toch niet de juiste is gebleken.

 

Nog altijd staat de Sardijnse club onder de rode streep en op korte termijn zijn alleen Atalanta (vier punten) en Chievo (zes) nog binnen bereik. Een nieuwe ervaring voor de spektakeltrainer, die ook dit seizoen nog meermaals herhaalde niet tegen degradatie te willen vechten. Hoe het ook afloopt, de Rossoblù zullen dus geschiedenis schrijven. Mits Zeman zijn tweede termijn wel mag afmaken.