Tekst: Wouter Pennings, Tim de Ruiter en Lionel StuteDe Ronde van Italië is afgelopen zaterdag begonnen aan zijn achtennegentigste editie. Zat er tussen al die edities een ideaal parcours? Is de perfecte Giro al eens gereden? Wij meenden van niet en bouwden zelf de perfecte Giro d'Italia. Gebaseerd op zowel resultaten uit het verleden als eigen ervaring, opgedaan in Italië.De eerste Giroweek
Proloog: Verona (6,6 km)We kiezen voor een openingsrit door de straten van Verona. In 1985 werd de proloog er gereden over een afstand van 6,6 kilometer. Tijdritfenomeen Francesco Moser mocht na afloop de eerste
maglia rosa van dat jaar aantrekken. Hij zou in het verloop van die Giro slechts één plek prijsgeven en achter Bernard Hinault als tweede eindigen in het eindklassement.
Etappe 1: Verona-Sant'Agata de Bolognese (178 km)Finishen (lees: een massasprint) op de plek die snelheid, aerodynamica en pure kracht ademt, namelijk voor de deur bij de Lamborghini-fabriek. Het is nog niet eerder gedaan. Dat is opvallend, want de streek wordt eigenlijk nooit vergeten door de parcoursbouwers. Het gebied in en om de fabriek, regio Emilia-Romagna, heeft een grote historische waarde voor de Giro d'Italia. De stad Bologna was immers de allereerste finishplaats in de Ronde van Italië. Dario Beni mocht zich er in 1909 na veertien uur, zes minuten en vijftien seconden kronen tot allereerste etappewinnaar en eerste klassementsleider.
Etappe 2: Modena-Mugello (184 km)De omgekeerde route, met het nabij gelegen Florence als eigenlijke startplaats, werd ruim zeventig jaar geleden afgelegd en is één van de meest gedenkwaardige Giro-ritten uit de geschiedenis. De etappe heeft zelfs zijn eigen
website. Florence-Modena was op 29 mei 1940 de etappe waarin de legendarische Fausto Coppi voor het eerst zijn neus aan het venster stak. De twintigjarige debutant Coppi liet er voor het eerst zien wat later zijn handelsmerk zou blijken, de lange solo. Maar liefst 110 kilometer soleerde de jongeling richting de eerste roze trui in zijn carrière. Hij zou het tricot dat jaar niet meer afstaan.
Voor deze editie leidt een heuvelachtige aanloop, met plaatselijke ronde door het historisch centrum van Florence, de renners naar het racecircuit van Mugello. Daar mogen, naar alle waarschijnlijkheid, de sprintkanonnen hun duivels op het heilige asfalt ontbinden en uitmaken wie de snelste is.
Etappe 3: Ploegentijdrit Rome (30 km)Vele steden waren al eens gastheer van de TTT, maar vreemd genoeg was de Italiaanse hoofdstad dat nog nooit. Hoewel de ploegentijdrit de laatste jaren vooral als ouverture in het routeboek werd opgenomen, willen wij dit spectaculaire onderdeel op de eerste dinsdag hebben. Een technisch lastig parcours langs de Sint-Pietersbasiliek, met finish aan de voet van het Colosseum.
Etappe 4: Rome - Napels (220 km)Een etappe van het mondaine Rome naar de straatcultuur van Napels. Deze verbinding, in beide richtingen, heeft vooral tot begin jaren zeventig veelvuldig in het routeschema van de Giro d'Italia gezeten. Het was zelfs de openingsrit van 1929 en 1960 én slotrit van 1950. De etappe Rome-Napels stond ook op de kaart van de allereerste Giro d'Italia, in 1909. Het is daarmee de vaakst gereden rit van de Ronde.
Etappe 5: Salerno - Massiccio del Sirino(187 km)Traditiegetrouw wordt er in de eerste week al geklommen door het peloton. De sprinters hebben dan ook ruimschoots de kans gekregen om hun moment te pakken, dus het is tijd voor een flink obstakel. Een scherprechter die de mannen voor het eindklassement hun kaarten of tafel doet leggen. Dat doen ze bovenop de Monte Sirino, het kroon juweel van Massiccio del Sirino. Met een hoogte van 1.907 meter is het één van de vier hoogste toppen in het zuidelijk deel van de Apennijnen. Op de ruim twintig kilometer lange klim kan, door het gelijkmatige hellingspercentage, flink tempo worden gemaakt.
Etappe 6: Palermo - Catania (261 km)Onze ideale Giro doet natuurlijk ook het eiland Sicilië aan. De 'tweedaagse' begint met een rit in lijn tussen de twee grote steden, Palermo en Catania. Een etappe die vaker is gereden. Eind jaren veertig was het al eens de openingsrit van de Giro d'Italia. In het woeste landschap van het eiland is overigens nauwelijks een vlakke kilometer te bespeuren, iets dat het ongetwijfeld sterk verbrokkelde peloton onvermijdelijk zal voelen.
Etappe 7: Catania - Etna (149 km)Deze etappe zal vooral bij Nederlanders gemengde gevoelens oproepen, van Catania naar de top van een actieve vulkaan. De meest recente winnaar bovenop de Etna was de Spanjaard Alberto Contador. Het was tevens de laatste etappe waarin Pieter Weening uit het Friese Harkema de magische roze trui mocht dragen. De klim naar de top van de Etna is regelmatig uit de pen van de parcoursbouwers gekomen en moet voor een tweede kleine schifting zorgen in het klassement.
Etappe 8: Lecce – Bari (180 km)Wie zoekt naar informatie over Lecce-Bari komt bedrogen uit. De kans is groot dat de zoekresultaten uitsluitend bestaat uit voetbaluitslagen, want deze etappe heeft namelijk nog nooit op deze manier in de Ronde van Italië gezeten. Hiermee zet de redactie van Sportpreview een persoonlijke handtekening. Een redelijk vlak parcours langs de Adriatische kust, volop kansen voor de sprinters én vluchters.
RustdagDe eerste koersweek zit erop, de tweede maandag van deze ronde wordt gebruikt als rustdag. Waar het peloton tussen Florence en Rome nog gebruik kon maken van de Italiaanse equivalent van Thalys, de Frecciarossa, en de afstand tussen Sicilië en Bari met het vliegtuig werd overbrugd hoeft men zich tijdens de rustdag niet te verplaatsen. Na etappe 8 zullen de verschillende klassementen redelijk gesetteld zijn. Op naar Foggia, voor week twee van de ultieme Giro d'Italia.
De tweede Giroweek
Etappe 9: Foggia - Blockhaus (220 km)De legendarische klim naar Blockhaus ligt, anders dan de naam misschien doet vermoeden, midden in Italië. Net als zes jaar geleden, toen er ook gefinisht werd bovenop de Blockhaus, werden de renners op voorhand beschermd door een rustdag voor deze legendarische klim te plaatsen. Destijds bleek het betere klauterwerk in de Abruzzen een ware scherprechter. Vier renners, waaronder de uiteindelijke winnaar Denis Menchov (Rabobank), scheidde zich af van de rest om in de laatste dagen uit te maken wie zich definitief tot winnaar mocht kronen.
Etappe 10: L’Aquila - Assisi (204 km)Nu de sprinters, tijdrijders en mannen met ambities voor het algemeen klassement allen hun kaarten al eens op tafel hebben moeten leggen, biedt ons ideale parcours de kans aan de grootste groep van het profpeloton om voor een etappeoverwinning te gaan. De vrijbuiters. Op de route van L'Aquila naar Assisi is geen vlakke meter te vinden. De aaneenschakeling van klimmetjes van tweede en derde categorie maakt deze dag perfect voor de aanvallers die geen rol meer spelen in het klassement, met de gevreesde Muro di San Damiano als finish.
Etappe 11: Perugia - Siena (191 km)Deze rit is niet voor slappelingen. Perugia-Siena is namelijk voor een groot deel een kopie van de populairste eendagswedstrijd van de afgelopen tien jaar: Strade Bianche. Dat betekent dus een combinatie van venijnige klimmetjes en niet-geasfalteerde wegen. Als het helemaal tegen wil zitten staat er ook nog een fikse wind op de open vlaktes. Het cliché dat je de Giro hier niet kun winnen maar wel verliezen is geheel op zijn plaats.
Etappe 12: Grosseto - Lucca (178 km)Grosseto-Lucca was één keer eerder het decor van een Giro-etappe. Dat was, schrik niet, in 1927. De peetvader van de Italiaanse ronderenners, Alfredo Binda, pakte die dag de tweede plek achter Domenico Piemontesi (ook geen onbekende). Dat was even schrikken want Binda had de eerste drie etappes met overmacht gewonnen. Hij zou vervolgens nog zes dagen op rij de zege pakken en in de laatste week nog eens drie van de vijf dagen winnen. Hij droeg het roze van begin tot eind.
Etappe 13: Riomaggiore - Sestri Levante (63 km)Deze tijdrit werd in 2009 in omgekeerde richting gereden. Een parcours dat zo gewelddadig is voor het lichaam dat zelfs tijdspecialist Fabian Cancellara er destijds de brui aan gaf. Onze expert Stefano Garzelli werd destijds derde terwijl Denis Menchov, de uiteindelijke Giro-winnaar, er de basis voor zijn eindzege legde.
Etappe 14: Genua - Cuneo (202 km)Om de renners vast voor te bereiden op het geweld dat komen gaat kiezen we voor een etappe door het middengebergte van Genua naar Cuneo. Deze rit werd in de vroege geschiedenis van de Giro d'Italia, nog voor men het echte hooggebergte durfde aan te doen, gebruikt als scherprechter in de Ronde. Zo was de rit zowel in 1931 als in 195 opgenomen in de slotweek van de wedstrijd.
RustdagNa een echte klimmersetappe, drie dagen door het middengebergte, een tijdrit en een nerveuze sprintetappe is het opnieuw tijd om te rusten. Het moeilijkste moet immers nog komen.
De derde Giroweek
Etappe 15: Cuneo - Pinerolo (250 Km)Als er één rit per definitie in de Giro d'Italia thuishoort dan is het de bergetappe van Cuneo naar Pinerolo. Deze rit, over vijf slopende bergpassen, is de bakermat voor alle successen die Italië als wielerland na de tweede wereldoorlog heeft gevierd. De eerste keer dat deze etappe werd gereden, destijds in 1949 de zwaarste wielerwedstrijd ooit genoemd, werd hij namelijk een prooi voor de ontketende Fausto Coppi. Tot op de dag van vandaag wordt hieraan gerefereerd bij elk ontluikend talent uit de Laars.
Etappe 16: Turijn - Lago di Maggiore/ComoIn de etappe rond Como kun je mooi de Muro di Sormano meenemen, klim met historie in de Ronde van Lombardije. Na de jaren zestig werd hij in de ban gedaan, om in 2012 daar weer in het parcours te zijn opgenomen na opnieuw geasfalteerd te zijn op initiatief van een groep fietsfanaten.
Etappe 17: Passo Pordoi (9 km)De Passo Pordoi is ook één van de echte monumenten van de Giro d'Italia. De afgelopen vijfentwintig jaar was het bijvoorbeeld viermaal aankomstplaats van een etappe, in 1990, 1991, 1996 en 2001. De Passo Pordoi was ook de allereerste top waar de Cima Coppi werd uitgereikt, de prijs voor de renner die als eerste bovenop de hoogste berg in het schema doorkomt, in 1965. Sindsdien is Passo Pordoi dertien maal Cima Coppi geweest. Een klimtijdrit is er echter nog niet eerder geprobeerd. Wij willen de eerste zijn.
Etappe 18: Merano - Bormio (210 km)Vaak wordt deze etappe in twee delen in het parcours opgenomen. Wij willen graag een keer de legendarische Stelvio, Mortirolo en Gavia in één rit opgenomen zien worden. Finishen doen we wel bergaf, in het lager gelegen Bormio.
Etappe 19: Bordano - Monte Zoncolan (108 km)Misschien wel de meest slopende finishplaats van een slotetappe in een grote ronde is die van 1975. Toen werd op de Monte Zoncolan in extremis beslist wie zich tot winnaar van de ronde mocht kronen. Finishen bovenop Monte Zoncolan is vrij gebruikelijk in de Giro d'Italia, ook vorig jaar was het de aankomstplaats op de laatste zaterdag. De Giro lag destijds al in de beslissende plooi en zestien vluchters mochten het peloton, aangevoerd door klassementsleider Nario Quintana, vooraf gaan. Om de legendarische klim nog meer recht te doen - ze verdient een gevecht tussen de grote matadoren om de ritzege - opteren wij voor een korte etappe, die weliswaar ook de lastige Passo del Pura en de Sella Razzo als serieuze cols herbergt, maar waar er voor vrijbuiters te weinig tijd zal zijn een comfortabele voorsprong op te bouwen. Vanwege de krappe tijdslimiet wordt het voor het voltallige pak trouwens nog zwaar genoeg.
Etappe 20: Milaan - Milaan (140 km)In het verleden mochten plaatselijke criteriums niet worden opgenomen in een grote ronde. Het was ook om die reden dat slotetappe van de drie grote rondes altijd in een buitenwijk, of nog verder van de aankomstplaats, van start gingen. Sinds enkele jaren is het criterium weer toegestaan. Een mooie gelegenheid om de moederstad van de Giro, Milaan, haar volledig eigen dag te geven.