zondag 31 mei 2015

Het beste en het slechtste van: Vitesse-SC Heerenveen

De apotheose van het eredivisieseizoen was er één van formaat. Met drie goals binnen vijfentwintig minuten stond al driekwart van de eindstand van vier dagen eerder (toen 2-2) alweer op het bord. Met een aanvallende wissel en snelle gelijkmaker van Marko Vejinovic in de tweede helft brak het spektakel pas echt los. Uiteindelijk trok Vitesse aan het langste eind. Wij kozen zoals gebruikelijk de beste speler en de slechtste speler op het veld. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing

Beste speler: Guram Kashia (Vitesse)



Het klopt eigenlijk niet dat een centrale verdediger de beste man van de dag wordt genoemd als de spits van de tegenpartij twee doelpunten binnenwerkt. Het was echter naast de wissel van Vejinovic vooral aan het leiderschap van Guram Kashia te danken dat Vitesse in de tweede helft de rug rechtte en een 1-2 achterstand omboog in een 5-2 voorsprong. Al waren ook de eerder genoemde Vejinovic, Davy Pröpper en zelfs Zakaria Labyad (als zijn rode kaartwaardige overtreding buiten beschouwing wordt gelaten) architecten van de wederopstanding. Kashia verdiende de pluim echter het meest bij Vitesse-SC Heerenveen.

Slechtste speler: Josh McEachran (Vitesse)



Als eerste speler naar de kant worden gehaald is vaak een indicatie van het niveau dat je die dag haalt. Dat gold zelden zo sterk als voor Chelsea-huurling Josh McEachran vandaag. De Brit, die tot veler verbazing al ruim een maand op het krediet van zijn trainer Peter Bosz leefde en de voorkeur kreeg boven Marko Vejinovic, kon eigenlijk nimmer iets goeds doen in zijn laatste vijfenveertig minuten op Nederlandse bodem. De spelers die vanuit het hoofdkwartier in Londen naar Papendal werden gestuurd de afgelopen vijf jaar waren dan niet goed genoeg om de hoofdmacht van Chelsea te dienen, ze voegden over het algemeen wel veel toe aan het spel van de Arnhemmers. McEachran bleek daar eigenlijk gedurende heel het seizoen 2014/'15 een negatieve uitzondering op. Hetgeen deze wedstrijd voor hem een afscheid in stijl maakte.

zaterdag 30 mei 2015

Het beste en het slechtste van: Giro d'Italia week 3

Het zwaartepunt mocht dan in week drie liggen, op een kleine leegloper na werd Alberto Contador niets in de weggelegd om de Giro-zege mee naar huis te nemen. De slotweek bracht desondanks voldoende vuurwerk op de weg. Wij kozen de beste ploeg en de slechtste ploeg van de derde week. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste ploeg: Astana



Het is enigszins eentonig maar ook de prijs voor beste ploeg van de derde week gaat naar Astana. Steven Kruijswijk en Ryder Hesjedal mogen dan overduidelijk de twee renners in vorm zijn geweest tijdens de laatste zeven dagen in Italië, ze deden het volledig op eigen kracht. Zoals deze Giro bijna uitsluitend uit eenlingen bestond overigens. Naast het Lotto-Soudalduo van de tweede lijn, Monfort en Van den Broeck, was het uitsluitend het Astana-blok dat als een team opereerde. Zelfs de inzinking die men op woensdag en donderdag doormaakte veranderde daar niets aan. Astana sloot in stijl af door kopman Fabio Aru zowel op vrijdag als op zaterdag als etappewinnaar te lanceren. Daarmee kwam het totaal op vijf dagzeges, een witte jongerentrui en het ploegenklassement.

Slechtste ploeg: Southeast



Stel je bent een Italiaanse Pro Continental ploeg. Stel ook, dat je een uitnodiging voor de ronde van jouw land krijgt, één van de drie grootste etappewedstrijden op aarde, ondanks die status van eerste divisieteam. Dan wil je goed voor de dag komen toch? Niet dus! Southeast heeft er alles aan gedaan om niets te presteren deze week. De ploeg stelde een handvol sprinters op die nimmer in het stuk voor kwamen. Derhalve is Yonathan Monsalve op plek achtentwintig op bijna twee uur de beste man van de ploeg in het klassement en het beste wat men te bieden had. Andere wapenfeit van Southeast zijn een vierde plek in de achttiende etappe van Mateo Busato en een handvol finishes rondom de twintigste plaats van de eerder genoemde Monsalve. Southeast weet zich in een luxepositie als Italiaanse ploeg en heeft zich daar in de laatste week van de Giro d'Italia helaas ook naar gedragen.

vrijdag 29 mei 2015

Sportpreview Special: Het ultieme Giro d'Italia parcours

Tekst: Wouter Pennings, Tim de Ruiter en Lionel Stute

De Ronde van Italië is afgelopen zaterdag begonnen aan zijn achtennegentigste editie. Zat er tussen al die edities een ideaal parcours? Is de perfecte Giro al eens gereden? Wij meenden van niet en bouwden zelf de perfecte Giro d'Italia. Gebaseerd op zowel resultaten uit het verleden als eigen ervaring, opgedaan in Italië.

De eerste Giroweek


Proloog: Verona (6,6 km)

We kiezen voor een openingsrit door de straten van Verona. In 1985 werd de proloog er gereden over een afstand van 6,6 kilometer. Tijdritfenomeen Francesco Moser mocht na afloop de eerste maglia rosa van dat jaar aantrekken. Hij zou in het verloop van die Giro slechts één plek prijsgeven en achter Bernard Hinault als tweede eindigen in het eindklassement.

Etappe 1: Verona-Sant'Agata de Bolognese (178 km)

Finishen (lees: een massasprint) op de plek die snelheid, aerodynamica en pure kracht ademt, namelijk voor de deur bij de Lamborghini-fabriek. Het is nog niet eerder gedaan. Dat is opvallend, want de streek wordt eigenlijk nooit vergeten door de parcoursbouwers. Het gebied in en om de fabriek, regio Emilia-Romagna, heeft een grote historische waarde voor de Giro d'Italia. De stad Bologna was immers de allereerste finishplaats in de Ronde van Italië. Dario Beni mocht zich er in 1909 na veertien uur, zes minuten en vijftien seconden kronen tot allereerste etappewinnaar en eerste klassementsleider.

Etappe 2: Modena-Mugello (184 km)

De omgekeerde route, met het nabij gelegen Florence als eigenlijke startplaats, werd ruim zeventig jaar geleden afgelegd en is één van de meest gedenkwaardige Giro-ritten uit de geschiedenis. De etappe heeft zelfs zijn eigen website. Florence-Modena was op 29 mei 1940 de etappe waarin de legendarische Fausto Coppi voor het eerst zijn neus aan het venster stak. De twintigjarige debutant Coppi liet er voor het eerst zien wat later zijn handelsmerk zou blijken, de lange solo. Maar liefst 110 kilometer soleerde de jongeling richting de eerste roze trui in zijn carrière. Hij zou het tricot dat jaar niet meer afstaan.

Voor deze editie leidt een heuvelachtige aanloop, met plaatselijke ronde door het historisch centrum van Florence, de renners naar het racecircuit van Mugello. Daar mogen, naar alle waarschijnlijkheid, de sprintkanonnen hun duivels op het heilige asfalt ontbinden en uitmaken wie de snelste is.

Etappe 3: Ploegentijdrit Rome (30 km)

Vele steden waren al eens gastheer van de TTT, maar vreemd genoeg was de Italiaanse hoofdstad dat nog nooit. Hoewel de ploegentijdrit de laatste jaren vooral als ouverture in het routeboek werd opgenomen, willen wij dit spectaculaire onderdeel op de eerste dinsdag hebben. Een technisch lastig parcours langs de Sint-Pietersbasiliek, met finish aan de voet van het Colosseum.

Etappe 4: Rome - Napels (220 km)

Een etappe van het mondaine Rome naar de straatcultuur van Napels. Deze verbinding, in beide richtingen, heeft vooral tot begin jaren zeventig veelvuldig in het routeschema van de Giro d'Italia gezeten. Het was zelfs de openingsrit van 1929 en 1960 én slotrit van 1950. De etappe Rome-Napels stond ook op de kaart van de allereerste Giro d'Italia, in 1909. Het is daarmee de vaakst gereden rit van de Ronde.

Etappe 5: Salerno - Massiccio del Sirino(187 km)

Traditiegetrouw wordt er in de eerste week al geklommen door het peloton. De sprinters hebben dan ook ruimschoots de kans gekregen om hun moment te pakken, dus het is tijd voor een flink obstakel. Een scherprechter die de mannen voor het eindklassement hun kaarten of tafel doet leggen. Dat doen ze bovenop de Monte Sirino, het kroon juweel van Massiccio del Sirino. Met een hoogte van 1.907 meter is het één van de vier hoogste toppen in het zuidelijk deel van de Apennijnen. Op de ruim twintig kilometer lange klim kan, door het gelijkmatige hellingspercentage, flink tempo worden gemaakt.

Etappe 6: Palermo - Catania (261 km)

Onze ideale Giro doet natuurlijk ook het eiland Sicilië aan. De 'tweedaagse' begint met een rit in lijn tussen de twee grote steden, Palermo en Catania. Een etappe die vaker is gereden. Eind jaren veertig was het al eens de openingsrit van de Giro d'Italia. In het woeste landschap van het eiland is overigens nauwelijks een vlakke kilometer te bespeuren, iets dat het ongetwijfeld sterk verbrokkelde peloton onvermijdelijk zal voelen.

Etappe 7: Catania - Etna (149 km)

Deze etappe zal vooral bij Nederlanders gemengde gevoelens oproepen, van Catania naar de top van een actieve vulkaan. De meest recente winnaar bovenop de Etna was de Spanjaard Alberto Contador. Het was tevens de laatste etappe waarin Pieter Weening uit het Friese Harkema de magische roze trui mocht dragen. De klim naar de top van de Etna is regelmatig uit de pen van de parcoursbouwers gekomen en moet voor een tweede kleine schifting zorgen in het klassement.

Etappe 8: Lecce – Bari (180 km)

Wie zoekt naar informatie over Lecce-Bari komt bedrogen uit. De kans is groot dat de zoekresultaten uitsluitend bestaat uit voetbaluitslagen, want deze etappe heeft namelijk nog nooit op deze manier in de Ronde van Italië gezeten. Hiermee zet de redactie van Sportpreview een persoonlijke handtekening. Een redelijk vlak parcours langs de Adriatische kust, volop kansen voor de sprinters én vluchters.

Rustdag

De eerste koersweek zit erop, de tweede maandag van deze ronde wordt gebruikt als rustdag. Waar het peloton tussen Florence en Rome nog gebruik kon maken van de Italiaanse equivalent van Thalys, de Frecciarossa, en de afstand tussen Sicilië en Bari met het vliegtuig werd overbrugd hoeft men zich tijdens de rustdag niet te verplaatsen. Na etappe 8 zullen de verschillende klassementen redelijk gesetteld zijn. Op naar Foggia, voor week twee van de ultieme Giro d'Italia.

De tweede Giroweek


Etappe 9: Foggia - Blockhaus (220 km)

De legendarische klim naar Blockhaus ligt, anders dan de naam misschien doet vermoeden, midden in Italië. Net als zes jaar geleden, toen er ook gefinisht werd bovenop de Blockhaus, werden de renners op voorhand beschermd door een rustdag voor deze legendarische klim te plaatsen. Destijds bleek het betere klauterwerk in de Abruzzen een ware scherprechter. Vier renners, waaronder de uiteindelijke winnaar Denis Menchov (Rabobank), scheidde zich af van de rest om in de laatste dagen uit te maken wie zich definitief tot winnaar mocht kronen.

Etappe 10: L’Aquila - Assisi (204 km)

Nu de sprinters, tijdrijders en mannen met ambities voor het algemeen klassement allen hun kaarten al eens op tafel hebben moeten leggen, biedt ons ideale parcours de kans aan de grootste groep van het profpeloton om voor een etappeoverwinning te gaan. De vrijbuiters. Op de route van L'Aquila naar Assisi is geen vlakke meter te vinden. De aaneenschakeling van klimmetjes van tweede en derde categorie maakt deze dag perfect voor de aanvallers die geen rol meer spelen in het klassement, met de gevreesde Muro di San Damiano als finish.

Etappe 11: Perugia - Siena (191 km)

Deze rit is niet voor slappelingen. Perugia-Siena is namelijk voor een groot deel een kopie van de populairste eendagswedstrijd van de afgelopen tien jaar: Strade Bianche. Dat betekent dus een combinatie van venijnige klimmetjes en niet-geasfalteerde wegen. Als het helemaal tegen wil zitten staat er ook nog een fikse wind op de open vlaktes. Het cliché dat je de Giro hier niet kun winnen maar wel verliezen is geheel op zijn plaats.

Etappe 12: Grosseto - Lucca (178 km)

Grosseto-Lucca was één keer eerder het decor van een Giro-etappe. Dat was, schrik niet, in 1927. De peetvader van de Italiaanse ronderenners, Alfredo Binda, pakte die dag de tweede plek achter Domenico Piemontesi (ook geen onbekende). Dat was even schrikken want Binda had de eerste drie etappes met overmacht gewonnen. Hij zou vervolgens nog zes dagen op rij de zege pakken en in de laatste week nog eens drie van de vijf dagen winnen. Hij droeg het roze van begin tot eind.

Etappe 13: Riomaggiore - Sestri Levante (63 km)

Deze tijdrit werd in 2009 in omgekeerde richting gereden. Een parcours dat zo gewelddadig is voor het lichaam dat zelfs tijdspecialist Fabian Cancellara er destijds de brui aan gaf. Onze expert Stefano Garzelli werd destijds derde terwijl Denis Menchov, de uiteindelijke Giro-winnaar, er de basis voor zijn eindzege legde.

Etappe 14: Genua - Cuneo (202 km)

Om de renners vast voor te bereiden op het geweld dat komen gaat kiezen we voor een etappe door het middengebergte van Genua naar Cuneo. Deze rit werd in de vroege geschiedenis van de Giro d'Italia, nog voor men het echte hooggebergte durfde aan te doen, gebruikt als scherprechter in de Ronde. Zo was de rit zowel in 1931 als in 195 opgenomen in de slotweek van de wedstrijd.

Rustdag

Na een echte klimmersetappe, drie dagen door het middengebergte, een tijdrit en een nerveuze sprintetappe is het opnieuw tijd om te rusten. Het moeilijkste moet immers nog komen.

De derde Giroweek


Etappe 15: Cuneo - Pinerolo (250 Km)

Als er één rit per definitie in de Giro d'Italia thuishoort dan is het de bergetappe van Cuneo naar Pinerolo. Deze rit, over vijf slopende bergpassen, is de bakermat voor alle successen die Italië als wielerland na de tweede wereldoorlog heeft gevierd. De eerste keer dat deze etappe werd gereden, destijds in 1949 de zwaarste wielerwedstrijd ooit genoemd, werd hij namelijk een prooi voor de ontketende Fausto Coppi. Tot op de dag van vandaag wordt hieraan gerefereerd bij elk ontluikend talent uit de Laars.

Etappe 16: Turijn - Lago di Maggiore/Como

In de etappe rond Como kun je mooi de Muro di Sormano meenemen, klim met historie in de Ronde van Lombardije. Na de jaren zestig werd hij in de ban gedaan, om in 2012 daar weer in het parcours te zijn opgenomen na opnieuw geasfalteerd te zijn op initiatief van een groep fietsfanaten.

Etappe 17: Passo Pordoi (9 km)

De Passo Pordoi is ook één van de echte monumenten van de Giro d'Italia. De afgelopen vijfentwintig jaar was het bijvoorbeeld viermaal aankomstplaats van een etappe, in 1990, 1991, 1996 en 2001. De Passo Pordoi was ook de allereerste top waar de Cima Coppi werd uitgereikt, de prijs voor de renner die als eerste bovenop de hoogste berg in het schema doorkomt, in 1965. Sindsdien is Passo Pordoi dertien maal Cima Coppi geweest. Een klimtijdrit is er echter nog niet eerder geprobeerd. Wij willen de eerste zijn.

Etappe 18: Merano - Bormio (210 km)

Vaak wordt deze etappe in twee delen in het parcours opgenomen. Wij willen graag een keer de legendarische Stelvio, Mortirolo en Gavia in één rit opgenomen zien worden. Finishen doen we wel bergaf, in het lager gelegen Bormio.

Etappe 19: Bordano - Monte Zoncolan (108 km)

Misschien wel de meest slopende finishplaats van een slotetappe in een grote ronde is die van 1975. Toen werd op de Monte Zoncolan in extremis beslist wie zich tot winnaar van de ronde mocht kronen. Finishen bovenop Monte Zoncolan is vrij gebruikelijk in de Giro d'Italia, ook vorig jaar was het de aankomstplaats op de laatste zaterdag. De Giro lag destijds al in de beslissende plooi en zestien vluchters mochten het peloton, aangevoerd door klassementsleider Nario Quintana, vooraf gaan. Om de legendarische klim nog meer recht te doen - ze verdient een gevecht tussen de grote matadoren om de ritzege - opteren wij voor een korte etappe, die weliswaar ook de lastige Passo del Pura en de Sella Razzo als serieuze cols herbergt, maar waar er voor vrijbuiters te weinig tijd zal zijn een comfortabele voorsprong op te bouwen. Vanwege de krappe tijdslimiet wordt het voor het voltallige pak trouwens nog zwaar genoeg.

Etappe 20: Milaan - Milaan (140 km)

In het verleden mochten plaatselijke criteriums niet worden opgenomen in een grote ronde. Het was ook om die reden dat slotetappe van de drie grote rondes altijd in een buitenwijk, of nog verder van de aankomstplaats, van start gingen. Sinds enkele jaren is het criterium weer toegestaan. Een mooie gelegenheid om de moederstad van de Giro, Milaan, haar volledig eigen dag te geven.

donderdag 28 mei 2015

Het beste en het slechtste van: SC Heerenveen-Vitesse

De negentig minuten in de eerste finale-wedstrijd van de eredivisie play-offs waren vermakelijker dan de driehonderdzestig minuten die SC Heerenveen en Vitesse gezamenlijk in hun halve finale-duels gespeeld. De aanvallende frivoliteiten van Vitesse vochten om voorrang tegenover het goed doordachte middenveld van de Friezen. Het resultaat laat dan ook alle opties voor beide ploegen wijd open. Al zal Vitesse een goed gevoel overhouden aan het feit dat het met twee uitgoals uit het Abe Lenstra Stadion vertrok, 2-2. Wij kozen zoals gebruikelijk de beste speler en de slechtste speler van de wedstrijd. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste speler: Mark Uth (SC Heerenveen)



De meest onverwachte held van dit eredivisieseizoen sloot zijn periode in Friesland in stijl af. Werden voorafgaand aan het seizoen nog zeer grote vraagtekens bij de invulling van de spitspositie bij SC Heerenveen gezet, Uth had immers gefaald tijdens zijn verhuurperiode bij Heracles Almelo, werd al vroeg in het seizoen duidelijk dat de Duitser uit ander hout gesneden was dan men dacht. In de play-offs lijkt hij zijn beste vorm van het seizoen te hebben gevonden. Afgelopen zondag scoorde hij al tweemaal tegen Feyenoord en ook vandaag tekende hij voor de gelijkmaker tijdens SC Heerenveen-Vitesse. Uth deed alles goed wat van hem gevraagd werd. Komend seizoen vertrekt hij naar de Bundesliga.

Slechtste speler: Stefano Marzo (SC Heerenveen)



Een echte slechte speler was niet aan te wijzen. Geen van de achtentwintig in het veld gekomen spelers ging opzichtig in de fout. Daarom kiezen we vandaag voor de minst opvallende speler van de dag. De enige manier waarop men kan bewijzen dat Stefano Marzo deel heeft genomen aan deze play-offfinale is door middel van het wedstrijdformulier. Hij was namelijk op geen enkele mogelijke manier betrokken bij het spel vandaag. Zelfs zijn evenknie bij Vitesse, de in de rust gewisselde Kevin Diks, pakte tenminste nog een gele kaart.

woensdag 27 mei 2015

Het beste en het slechtste van Dnipro Dnipropetrovsk-Sevilla

Wat al vele jaren de realiteit is, is nu ook met cijfers te ondersteunen. De Europa League is het toernooi voor de subtoppers. En, evenals de grootste topclub, komt de grootste subtopper van Europa uit Spanje. Met zijn vierde eindzege in negen jaar tijd kroonde Sevilla zich tot de nieuwe recordhouder als het gaat om toernooioverwinningen in de Europa League. De Galiciërs steken daarmee clubs als Liverpool, FC Barcelona, Juventus en Inter, die de status van subtopper allang ontgroeid zijn voorbij. Dat deed het door het Oekraïense Dnipro met 3-2 te verslaan. Wij kozen de beste en de slechtste speler van de finale. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste speler: Carlos Bacca (Sevilla)



Zelfs wanneer je de finale niet hebt gekeken zal je zonder twijfel Carlos Bacca als Man of the Match van Dnipro Dnipropetrovsk-Sevilla kiezen. Met twee goals en een assist had hij een aandeel in alle Spaanse doelpunten van vanavond. De Colombiaan had echter wel het geluk dat hij kon stralen omdat de mannen om hem heen, José Reyes, Ever Banega, Gregorz Krychowiak en vooral Vitolo in de vorm van hun leven staken. Bacca toonde zich met name bij zijn eerste goal, Sevilla's tweede, een echte spits. Hij liep eerst breed weg om vervolgens in de diepte vrij te komen en alleen voor de keeper op te duiken. Met zijn optreden in deze finale logenstraft hij eens en voor altijd de criticasters die twijfelde aan de terechtheid van de individuele onderscheidingen die hij de afgelopen twee seizoenen ontving.

Slechtste speler: Douglas (Dnipro)



Hoewel ook zijn kompaan in het hart van de verdediging van Dnipro, Evgen Cheberyachko, van bedenkelijk niveau was tijdens de finale zag de Braziliaan Douglas er het meest ontredderd uit. Hij werd in de luren gelegd bij de 1-2 en hij lag al op de grond voor de bal ook maar in de buurt van hem was bij de 2-3, hetgeen er min of meer op neerkomt dat de Oekraïense ploeg de eerste Europese prijs door de vingers glipte door toedoen van zijn groeibriljant. Douglas werd immers voor een raltief koopje van tweeënhalf miljoen euro naar Dnipropetrovsk gelokt. Of ze hem voor de gewenste hoofdprijs zullen verkopen is na vanavond een stuk minder zeker.

Lionels Visie: 'Gij zult geen Giro-plezier beleven'

De Giro is leuk. De Giro is geweldig. De Giro is goddelijk. Al gaat dat er bij een groot deel van de opiniemakers vooralsnog niet in. 'Gij zult geen Giro-plezier beleven', zo lijkt het eerste gebod van de professionele wielervolger te luiden. Wielrennen mag niet leuk zijn, niet geweldig en al helemaal niet goddelijk. Wielrennen is een spel tussen valsspelers en dopeurs. En die gedachte willen de romantici maar al te graag in stand houden.

Een beetje romanticus veroordeelt elke renner in het huidige peloton die ten oosten van Berlijn of ten zuiden van Parijs geboren is. Lever een prestatie in een turquoise tricot en het staat vast dat je naar de spuit hebt gegrepen. Eindigt je achternaam op een klinker dan kan het niet anders zijn dan dat de dokter je een onrechtmatig handje heeft geholpen. Kom je echter uit Groningen of uit Friesland, uit Essen of uit Baal, dan is alles mogelijk. Een etappe winnen kan niet zonder doping, een half minuutje erachter als tweede eindigen is echter een uitmuntende prestatie. Het is het evangelie van de romantici. 'Gij zult geen Giro-plezier beleven'.

De romantici, zij die al vele jaren in het geheim in een Noord-Koreaans laboratorium werken aan klonen van Coppi en Bartali, van Kübler en Koblet, van Van Est en Wagtmans en van Van Steenbergen en Schotte. Geen van hen weet zeker waarom, hen is verteld dat vroeger alles beter was, dus nam men dat blindelings aan. Alleen Coppi kon het bovennatuurlijke op eigen kracht. Het is ook om die reden dat ook de romantici dopinggebruik in het huidige peloton zonder enig tastbaar bewijs aannemen. Als de dicipel van dienst het zegt dan moet het wel waar zijn. De wedstrijd wordt gedomineerd door dopeurs, dus is er niets aan. 'Gij zult geen Giro-plezier beleven'.

Lees de hele column in MyJour door hier te klikken.

dinsdag 26 mei 2015

David Ferrer, onderkoning van Parijs

Foto: Wikimedia Commons

In de schaduw van iedere sportheld staat een tweede man. Een sportman die in elk ander tijdperk de gevierde man zou zijn maar precies parallel aan de grootste aller tijden zijn sportcarrière beleeft. Zo'n man is David Ferrer.


De David van tennisland vecht niet tegen één maar tegen vier Goliaths. Nummer vijf van de ranglijst zijn, in een tijd waarin de tenniswereld door vier uitzonderlijke grootheden wordt gedomineerd is het misschien wel de grootste eer die een professional ten deel kan vallen. Tegelijkertijd zorgt het ervoor dat je prestaties, hoe uitzonderlijk ook, vaak onbenoemd blijven.

Op één na beste



Tijd voor een vreemd feitje; sinds vandaag mag David Ferrer zich de op-één-na succesvolste tennisser op gravel ooit noemen. Hij bereikte pas als tweede man in de geschiedenis de grens van driehonderd winstpartijen op het gemalen baksteen. Hij deed dat echter zonder ooit het grootste toernooi op zijn favoriete ondergrond, de Franse Open van Roland Garros, ooit te winnen. Waar grootheden uit lang vervlogen tijden als Gustavo Kuerten, Sergi Brugera, Ivan Lendl, Mats Wilander ewn Björn Borg de eindzeges in de Franse hoofdstad aaneenregen moet Ferrer het slechts met één schamele finaleplaats doen.

Dat hij nimmer won op Roland Garros heeft vooral te maken met een illustere landgenoot van Ferrer, Rafael Nadal. De man van Mallorca is al een decennium alleenheerser in Parijs, met negen titels achter zijn naam. Die titels won hij meer dan eens door Ferrer te verslaan. In de kwartfinale van 2014 bijvoorbeeld, of in de finale van 2013, terwijl Ferrer tot aan die finale geen set afstond aan zijn tegenstanders.

De twee zijn tegenpolen. Nadal, die maar liefst vier jaar jonger is dan Ferrer, leeft al vele jaren op pure klasse. Nu het dit jaar meer dan voorheen op vechtersmentaliteit aankomt laat Nadal merken moeilijk met die nieuwe situatie om te kunnen gaan. Ferrer daarentegen is de vechter bij uitstek. Nog voor hij prof werd, werd hij al opgegeven door de Spaanse tennisbond, die meer heil zag in het steunen van generatiegenoot Tommy Robredo. Ferrer trok zich terug, verwerkte de tegenslag en bereikte de ATP-Tour op eigen kracht. Het bleek het begin van een eeuwig herhalende cyclus.

Beste van de rest



Met een finaleplek in Parijs, meerdere halve finales op de Australian Open en US Open en het kwartfinalistschap op Wimbledon mag Ferrer zich met recht de beste tennisser zonder grote titels noemen. Niet alleen stapte hij driehonderd keer als winnaar van het gravel, hij deed dat ook nog eens bijna driehonderdvijftig keer op andere ondergronden. Twee van iedere drie wedstrijden die hij heeft getennist sinds 2000 wist hij naar zich toe te trekken.

Hij blijft daarmee niet ver achter bij bijvoorbeeld mannen als Ivan Lendl, Pete Sampras en André Agassi, die tot de huidige generatie opstond werden gezien als de beste spelers die ooit op de baan kwamen. Daarmee is direct ook aangegeven wat de grote handicap voor Ferrer is geweest tijdens zijn loopbaan; het niveau van de concurrentie. Waar tennisgeneraties normaal gesproken twee sterren kennen die een winstpercentage van tussen de vijfenzeventig en tachtig procent halen kent deze generatie er drie die zelfs boven de tachtig procent reiken met een vierde die op zesenzeventig procent staat.

Het maakt van Ferrer een winnaar zonder echte prijzen. Een kampioen zonder kroon. Maar wel één die beter presteerde dan velen ooit hebben gedaan. Op zijn drieëndertigste ruikt hij nog één keer een kans om zijn meest begeerde titel te pakken. Met een Rafael Nadal uit vorm en zijn eerste zege van dit jaar, tegen Lukas Lacko, reeds op zak is het nu of nooit.

zondag 24 mei 2015

Het beste en het slechtste van: Vitesse-PEC Zwolle

De eerste finalist van de eredivisie play-offs 2015 is bekend. Dat die finalist daar een ronduit vervelende wedstrijd voor nodig had mocht de feestvreugde niet drukken. PEC wilde wel maar kon niet, Vitesse kon wel maar hoefde niet. Vitesse kon het zich bovendien opnieuw veroorloven zijn beste speler: Marko Vejinovic, aan de kant te houden tot ver in de tweede helft. Wij kozen de beste speler en de slechtste speler die wel op het veld stonden. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste speler: Bertrand Traoré (Vitesse)



Bertrand Traoré is één van de grootste revelaties van het afgelopen eredivisieseizoen gebleken. Het is daarom jammer dat we hem waarschijnlijk na het tweeluik in de finale van de play-offs om Europa League voetbal niet meer terug gaan zien op de Nederlandse velden. De man uit Burkina Faso is immers een huurling van het grote Chelsea dat maar altijd graag zijn spelers rondschuift. Het mooie aan Traoré is dat hij geweldige doelpunten (De 1-0) en geweldige missers (vijf minuten voor het einde) in één wedstrijd weet te proppen, zoals hij liet zien tijdens Vitesse-PEC Zwolle. Toch weet hij de goede momenten vaker te tonen dan de slechte. In de middelmatige wedstrijd van vanmiddag was hij het lichtpuntje.

Slechtste speler: Zakaria Labyad (Vitesse)



Zakaria Labyad werd gewisseld. En dat vond Zakaria Labyad niet leuk. Toch was het geheel en volledig terecht want de eerste keer dat zijn naam viel tijdens de wedstrijd was toen de vierde man het elektronische bord met zijn rugnummer erop omhoog hield. Het is opvallend dat Labyad zo'n slechte dag kende, de Utrechter was juist één van de voortrekkers in de opmars van Vitesse die het sinds de winterstop had doorgemaakt. Tegen Feyenoord was hij zelfs in de beste vorm die hij ooit heeft geëtaleerd. Het is voor zowel Labyad als voor Vitesse te hopen dat de slechte prestatie in het thuisduel tegen PEC een uitzondering was. Overigens moet ter verdediging van de middenvelder wel gezegd worden dat geen van de tweeëntwintig spelers op het veld ook maar enig moment hun beste spel lieten zien.

De ultieme who´s who guide voor Roland Garros 2015

Het breekpunt tussen mei en juni is jaarlijks gereserveerd voor grootste graveltoernooi ter wereld, Roland Garros. Om het volgen van de Frnase Open iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een grand slam is proberen te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou het toernooi vanaf nu met gemak laat volgen.

De maanden die tussen de finale van het eerste grand slamtoernooi, Australian Open, en Roland Garros lagen kunnen eigenlijk in vijf woorden worden samengevat: Novak Djokovic versus Andy Murray. De Servische en de Schotse tak van de Big Four steken overduidelijk in topvorm in de eerste helft van 2015. Zo stonden ze naast de Australian Open ook in Indian Wells en in Miami tegenover elkaar in de finale. Bovendien zijn beide spelers tot op heden onverslaanbaar op het gemalen baksteen.

Mannen, linkerhelft



De kans dat de gedroomde finale tussen de twee kemphanen Novak Djokovic en Andy Murray gaat is nul procent. De twee zitten namelijk beide in de linkerhelft van het speelschema. Als alles gaat zoals gepland zullen de heren elkaar dus op de laatste donderdag van het toernooi treffen in de halve finale.

Of dat ook daadwerkelijk het geval zal zijn is echter verre van zeker. Niet in het minst omdat negenvoudig kampioen Rafael Nadal als nummer zes van de plaatsingslijst ook in deze helft zit. De Spanjaard won voor het eerst in zijn leven geen enkele graveltoernooi in de aanloop naar de Franse Open. Mocht hij zijn vorm vinden dan zal hij in de kwartfinale op Djokovic. Al is ook Grigor Dimitrov een gevaarlijke klant op de route naar de finale.

Andy Murray zal op zijn beurt een anders Spaanse gravelbijter moeten bevechten in de kwartfinale, David Ferrer. Al zal de Spanjaard dan wel Marin Cilic voor die tijd de baas moeten zijn. Cilic stuit in de eerste ronde op onze landgenoot in vorm Robin Haase. Andere gevaarlijke klanten in dit schema zijn het Australische wonderkind Nick Kyrgios en de Belg in vorm David Goffin. Een outsider is de ongeplaatste Colombiaan Santiago Giraldo.

Mannen, rechterhelft



Aangezien drie leden van de Big Four zich in de linkerhelft van het speelschema bevinden is het gemakkelijk om te zeggen dat Roger Federer over twee weken in de finale is te vinden. Al mag bekend zijn dat de Zwitser het immer moeilijk heeft op de banen van Parijs. Bovendien komt ook Federer de nodige weerstand tegen onderweg.

Die weerstand moet komen van Kei Nishikori. De Japanner is steeds nadrukkelijker bezig de fakkel van het kwartet in de tennistop over te nemen. Bovendien is hij al meerdere malen bewezen succesvol geweest op gravel. Dat geldt overigens ook voor 'laatbloeier' Tomas Berdych. De Tsjech staat weliswaar al sinds 2011 in de mondiale top tien maar heeft dit jaar dan eindelijk de top vier weten te bereiken. Nishikori en Berdych zullen onder uitmaken wie mag proberen de Fed-express tot een halt te brengen. Al mogen de lager geplaatste Roberto Bautista Agut en Fabio Fognini niet op voorhand worden afgeschreven. Tot slot is ook Stan Wawrinka aan deze zijde te vinden.

Dames, links en rechts



Een damespreview van een grand slamtoernooi kan niet beginnen zonder Serena Williams. De jongere telg uit de Williamsfamilie begeeft zich nagenoeg op dezelfde hoogte als haar evenknie bij de mannen, Roger Federer. Ook in Parijs is zij als eerste geplaatst en een topfavoriet. Al dient wel gezegd te worden dat de route niet gemakkelijk zal zijn. Zo komt Serena onderweg mogelijk zus Venus Williams tegen maar kan ze ook stuiten op voormalig mondiaal nummer één Caroline Wozniacki, Viktoria Azarenka en oud-finaliste Sara Errani. In de halve finale staat dan ook nog eens Eugenie Bouchard, Madison Keys of Petra Kvitova te wachten.

In de finale van Roland Garros 2015 komt Williams dan uiteindelijk één van de volgende dames tegen: Simona Halep (die op het moment van verschijnen van deze preview net haar eerste ronde heeft gewonnen), Ana Ivanovic, Agnieszka Radwanska of Maria Sharapova tegen. Maar dat is buiten de immer aanwezige verrassingen in het vrouwentoernooi gerekend.

zaterdag 23 mei 2015

Het beste en het slechtste van Giro d'Italia week 2

Dachten we dat de kaarten in de Ronde van Italië na de eerste week fietsen al flink geschud waren, bleek dat in week twee totaal anders uit te pakken. De top drie werd een aantal malen opgeschud en de Maglia Rosa wisselde zelfs kortstondig van eigenaar. Wij kozen de beste ploeg en de slechtste ploeg van de eerste week. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste ploeg: Astana



Het klinkt misschien enigszins eentonig. Astana is in de maanden april en mei vrijwel in iedere recensie van een wielerwedstrijd op en Sportpreview tot beste ploeg uitgeroepen. In de eerste week waren ze al de besten en in week twee gingen ze daar rustig mee verder. Fabio Aru reed een dag in de Maglia Rosa, Luis Leon Sanchez kwam dichtbij dagwinst in de tijdrit en het team als geheel staat inmiddels met zeven man bij de eerste dertig. Niet iedere volger is hier even blij mee getuige de stortvloed aan negatief commentaar op sociale media. Wij blijven echter achter de formatie van Alexandre Vinokourov staan totdat het tegendeel bewezen is.

Slechtste ploeg: Trek Factory Racing



Trek Factory Racing is aan een hele anonieme Ronde van Italië bezig. Aan de strijd om in de juiste ontsnapping te zitten doet de Luxemburgse formatie niet mee, een renner in de top twintig hebben ze niet en de sprinter van dienst kan zijn 'faam' eigenlijk niet waarmaken. In de tweede week van de Giro d'Italia moest trek het doen met een tweede plek en een vijfde plek van Giacomo Nizzolo in de dag-uitslag. Niet bepaald cijfers om trots te presenteren. Nadat het voorjaar al mislukte lijkt de eerste grote ronde van 2015 ook al op een sof uit te lopen. Trek wordt een serieuze concurrent voor de 'verliezer' van de eerste week, Team Giant-Alpecin, om tot slechtste van de gehele ronde te worden gekroond volgende week.

Bijpraten over de Bundesliga (De grote finale)

Bij Sportpreview snappen we best dat kijken naar de Bundesliga er wel eens bij inschiet. Er is ook zoveel voetbal te zien tegenwoordig. Bovendien kun je niet alle achttien clubs tegelijk volgen. Bundesliga-expert Lionel Stute praat je daarom na iedere speelronde op frisse toon bij.

Abstiegskampf



Al weken is Duitsland in de ban van de meest spannende degradatiestrijd in meer dan vijftig jaar Bundesliga. Vorige week kwam onverwacht zelfs een zesde club (Hertha BSC) bij de kandidaten om af te zakken naar de tweede klasse. Vooraf stonden SC Paderborn, VfB Stuttgart en Hamburger SV op de degradatie plekken. Ook Hannover en SC Freiburg, die tegenover elkaar stonden konden hun plek in de hoogste afdeling kwijtraken.

Hannover 96 nam al snel het voortouw en opende van alle kandidaten de score met een snelle 1-0. Vrijwel gelijk erachteraan, er waren pas vier minuten gespeeld op de velden, maakte SC Paderborn 1-0 tegn VfB Stuttgart. Hertha BSC daarentegen kwam na acht minuten al op achterstand tegen TsG Hoffenheim. Daarmee ging de storm na tien minuten op alle velden liggen en namen de zenuwen het langzaam over.

De spanning werd SC Paderborn als eerste te machtig. Een voorzet van Filip Kostic werd verkeerd wegegewerkt en VfB Stuttgart stond als snel op gelijke hoogte. De kansen voor de ploeg van Huub Stevens begonnen zich vervolgens in rap tempo op te volgen. De ruststanden waren echter op dat moment al bereikt. Stuttugart, Paderborn en Hamburg leken aan het kortste eind te trekken.

Het was echter niet Hamburg maar Schalke 04 dat steeds meer met de angst in de benen ging spelen. Ivica Olic was de eerste man die na rust het net wist te vinden, HSV vierde de 1-0 alsof handhaving al binnen was. Een kwartier later maakte oude-eredivisionist Slobodan Rajkovic 2-0 voor de ploeg uit de havenstad en opnieuw stond het stadion op zijn kop. De Hamburgers leken zich veilig te spelen.

VfB Stuttgart ging ondertussen vrolijk verder met het missen van kansen. Waar Paderborn door de stand in Hamburg sowieso al kansloos was moesten de Stuttgarters nog voor de winst gaan om alsnog veilig te geraken. Dat was echter aan Martin Harnik en Filip Kostic niet besteed. Het was uiteindelijk Daniel Ginser die het wel voor elkaar kreeg.

Ineens was alles anders want SC Freiburg, dat tijdens het seizoen nimmer op de degradatieplaatsen stond, werd ineens ingehaald door HSV en VfB Stuttgart. Toen de in het veld gekomen Roy Beerens in Hoffenheim zijn Hertha BSC ook nog eens op 1-1 zette was het voor SC Freiburg helemaal een mission impossible om nog in veiligheid te geraken. Al antwoordde Hoffenheim (lees Roberto Firmino) direct door weer op 2-1 te komen.

Het bleek uiteindelijk allemaal niet genoeg. Mede door de meest onbegrijpelijke eigen goal aller tijden van de met pensioen gaande Grmas. Die een bal die door keeper Burki het doel uit werd geslagen weer terug over de doellijn kaatste. Supersub Nils Petersen maakte in blessuretijd nog 2-1 maar dat was al te laat. Uiteindelijk eindigde daarmee de doelpuntenregen van de laatste speelronde.

Hamburger SV-FC Schalke 04 2-0
SC Paderborn 07-VfB Stuttgart 1-2
Hannover 96-SC Freiburg 2-1
TsG Hoffenheim-Hertha BSC 2-1


SC Paderborn neemt na zijn allereerste seizoen als Bundesligaclub weer afscheid. SC Freiburg degradeert na zes seizoenen voor de vierde keer in zijn geschiedenis. HSV mag voor het tweede jaar op rij promotie/degradatie play-offs spelen.

En verder...



Simon Rolfes speelde zijn allerlaatste Bundesligaduel met Bayer 04 Leverkusen uit bij Eintracht Frankfurt. Indirect werd Alex Meier in datzelfde duel tot topscorer van de Bundesliga gekroond. Meier stond weliswaar al enige tijd op negentien treffers en speelde vanmiddag niet, zijn achtervolgers Arjen Robben, Bas Dost, Robert Lewandowski en Pierre-Emerick Aubameyang (de enige van het viertal die wist te scoren vandaag) wisten hem niet te achterhalen.

Tim Matavz heeft niet bijster goed gepresteerd bij FC Augsburg dit seizoen. Desondanks maakte hij misschien wel de belangrijkste treffer uit de clubhistorie. Toen de oud-PSV'er de 1-2 tegen Borussia Mönchengladbach maakte werd duidelijk dat de club direct de Europa League in zou gaan in seizoen 2015/'16.

Jurgen Klopp nam na zeven jaar afscheid asl coach van Borussia Dortmund. Sebastian Kehl mocht als aanvoerder zijn dertiende en laatste seizoen afsluiten bij de Borussen. Het duo sloot de tweede seizoenshelft in stijl af tegen die andere ploeg die na de jaarwisseling uit de degradatieregionen opklom tot vlakbij de Europa Leagueplaatsen, Werder Bremen. Dortmund won (3-2) en pakte het felbegeerde startbewijs.

vrijdag 22 mei 2015

De ultieme who´s who guide voor de World Ports Classic

Sinds vorig seizoen is de World Ports Classic een wedstrijd in het voorjaar. Daardoor moet het de concurrentie aangaan met de Ronde van Italië. Desondanks trekt de wedstrijd nog voldoende sprintkanonnen om er een spektakel van te maken. Om het volgen van de WPC iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een tweedaagse is proberen te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou de wedstrijd vanaf nu met gemak laat volgen.

De wedstrijd van Rotterdam naar Antwerpen en terug beleeft in 2015 zijn vierde editie. De eerste twee daarvan vonden plaats in de maand augustus. De World Ports Classic is een voortvloeisel uit de gedenkwaardige etappes vanuit Nederland naar de Belgische havenstad die zowel in de Tour de France als de Giro d'Italia zijn opgenomen in het verleden. Met zijn kasseienstroken en typische Zeeuwse zeewinden is de koers gemaakt om twee dagen keiharde wedstrijd te bieden.

Sprinters



De wedstrijd mag dan op het eerste gezicht garantie op spektakel bieden, het valt niet te ontkennen dat twee van de drie eerste editie werden gewonnen door mannen met rappe benen. Sprinters domineren bovendien de daguitslagen vanaf de allereerste etappe. Destijds, in 2012 won Theo Bos de etappe van Rotterdam naar Antwerpen. Bos is ook de titelverdediger, al eindigde hij in 2014 in dezelfde tijd als Ramon Sinkeldam. Bos is in 2015 niet van de partij, Sinkeldam wel.

De Nederlander is echter geen titelfavoriet. Die eer gaat naar Nacer Bouhanni van Cofidis. Bouhanni is de hoogstgeplaatste renner die in Katendrecht zal starten dit weekend. Dat hij geen historie heeft in deze wedstrijd mag geen belemmering vormen. Al moet hij afrekenen met de grootste sprinter van de afgelopen drie seizoenen, Marcel Kittel. De Duitser is overigens net als Bouhanni betrekkelijk onbeschreven waar het gaat om de WPC.

Andere rappe mannen die de stalen ros bestijgen zijn Andrea Guardini (Astana), Yauheni Hutarovich (FDJ.com), Jens DeBusschere en Kris Boeckmans (Beide Lotto-Soudal) en Gerald Ciolek (MTN-Qubeka).

Vrijbuiters



Toch is een ontsnapping niet helemaal uit te sluiten. In 2013 slaagden renners zelfs op beide dagen om uit de greep van het peloton te blijven. Van die twee mannen is dit jaar één renner opnieuw aanwezig Jelle Wallays van Topsport Vlaanderen. Wallays was dit seizoen al de sterkste in semi-klassieker Dwars door Vlaanderen en won aan het einde van vorig seizoen Paris-Tours. Daarmee is hij de meest succesvolle aanvaller van alle renners die de World Port Classic in hun programma hebben opgenomen in 2015.

Een mogelijke concurrent voor Wallays is zijn ploeggenoot Edward Theuns, die in dezelfde succesvolle ontsnapping tijdens Dwars door Vlaanderen terecht kwam. Ook renners als Jimmy Engoulvent (Team Europcar) en Thomas De Gendt (Lotto-Soudal) staan bekend om hun aanvalslust en zullen zeker proberen weg te rijden wanneer de kans zich voordoet.

Nederlanders



Alle landgenoten benoemen die in deze koers op eigen bodem van start gaan is onbegonnen werk. Alleen al omdat met Team Roompot Oranje Peloton, Metec TKH Continental Cyclingteam, Team Join's - De Rijcke en Team LottoNL-Jumbo vier ploegen met een Nederlandse licentie starten. Team Giant-Alpecin heeft bovendien tot en met 2014 onder Nederlandse vlag gekoerst en verschijnt ook met een ploeg die voor meer dan de helft uit landgenoten bestaat.

Een renner die speciale aandacht verdient is Jordi Talen. Talen, van Team Join's-De Rijcke, is geboren op 29 mei 1996. Dat betekent dat hij op dit moment een week voor zijn negentiende verjaardag is. Daarmee is hij de jongste renner die opstapt in de Continental Tour wedstrijd. Talen reed overigens zijn eerste vier wedstrijden bij de grote mannen niet uit. Hetgeen finishen in de eerste etappe een mijlpaal in zijn carrière zou betekenen.

donderdag 21 mei 2015

Het beste en het slechtste van: PEC Zwolle-Vitesse

Goed beschouwd beginnen de play-offs om het Europa Leagueticket direct met de halve finales. Dat was echter zowel bij het duel SC Heerenveen-Feyenoord als bij PEC Zwolle-Vitesse niet aan het niveau te zien. Ook in Overijssel stonden twee ploegen tegenover elkaar die vooral voorzichtig en geduldig waren. Desondanks kozen wij de beste en de slechtste speler van PEC Zwolle-Vitesse. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste speler: Marko Vejinovic (Vitesse)



Dat Vejinovic de beste speler is die in Arnhem rondloopt is al enige tijd bekend. Hij mocht echter van coach Peter Bosz gezellig naast hem op de bank komen zitten de eerste zestig minuten. Zo lang had de hoofdtrainer er namelijk voor nodig om te zien dat vervanger Josh McEachran niet voldeed. Vanaf het moment dat Vejinovic binnen de lijnen kwam nam Vitesse het heft in handen en het was nota bene de middenvelder zelf die, weliswaar met enig fortuin, binnen vier minuten de gelijkmaker binnen schoot. Vitesse stootte daarna door en trok de wedstrijd naar zich toe. Vejinovic ging vervolgens in zijn vertrouwde rol net voor de verdediging spelen en zorgde voor het welbekende extra slot op de deur. Het is heel goed mogelijk dat niet Vitesse maar Vejinovic de play-offs wint.

Slechtste speler: Tomas Necid (PEC Zwolle)



De eens zo gevierde spitsen van de kleine clubs lijken naar mate het seizoen vordert steeds meer hun werkelijke niveau tentoon te spreiden. Ooit werd beweerd dat Tomas Necid op de verlanglijstjes van de vijf grootste clubs van het land stond. Waarom dat was werd vanavond in ieder geval niet duidelijk. Buiten één hele harde kopbal recht op doelman Room af liet de Tsjech nimmer zien wat hij kan. Pessimistische denkers zullen zeggen dat inmiddels duidelijk is waarom zelfs de Russen van CSKA Moskou van hem af wilden. Dat Necid de gehele wedstrijd mocht blijven staan had hij uitsluitend te danken aan het feit dat zijn vaste vervanger Stef Nijland vanwege een blessure niet bij de wedstrijdselectie zat.

Het beste en het slechtste van: SC Heerenveen-Feyenoord

De eerste wedstrijd van een tweeluik is zelden spannend. Zeker niet wanneer het twee ploegen betreft die letterlijk op hun laatste benen lopen. SC Heerenveen won zijn laatste vier duels niet, Feyenoord zijn laatste vijf zelf niet. Desondanks werd er wel het een en ander verwacht van deze moderne klassieker in de eredivisie. Wij kozen de beste speler en de slechtste speler van SC Heerenveen-Feyenoord. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste speler: Bilal Basaçikoglu (Feyenoord)



De Sportpreview Man of the Match-verkiezing blijft een gevoelskwestie. Mede omdat het niveau zo gemiddeld was bij alle tweeëntwintig spelers op het veld geeft het gunnen van succes vandaag de doorslag. Bilal Basaçikoglu was de grote aankoop van Feyenoord afgelopen zomer. Hij speelde vanaf de tweede speeldag nimmer meer in de basis en mocht na de winterstop zelfs nauwelijks meer invallen. Mede door blessures en schorsingen mocht de Turkse vleugelflitser van de nieuwe hoofdcoach het weer eens vanaf het begin proberen. In de eerste helft won hij de meeste duels van alles spelers op het veld, hij ging zijn man nog wel eens voorbij en hij was de enige Feyenoorder die op doel schoot. Het was allemaal verre van goed maar gezien zijn voorgeschiedenis presteerde hij het beste van allemaal.

Slechtste speler: Mark Uth (SC Heerenveen)



Het schijnt dat de Duitse spits vandaag ook binnen de lijnen heeft gestaan. Daar was echter weinig van te merken. Zo bleek ook bij zijn wissel voor Henk Veerman, Uth schoot nul keer in de zevenenzeventig minuten en dertig seconden die hij mee mocht doen. Cijfers waar geen aanvaller mee zal durven pronken. Tot minuut tachtig kwam Heerenveen zelfs welgeteld maar twee keer in het strafschopgebied van de Rotterdammers. Onwillekeurig gaat de beschuldigende vinger naar de speler wiens domein het vijandelijk strafschopgebied zou moeten zijn. Bij het derde balcontact in de zestien meter van Feyenoord gaf vervanger Henk Veerman de assists op de 1-0 voor de Friezen, zien we Uth nog terug?

De ultieme who´s who guide voor de Jupiler League play-offs ronde 2

Het kaf is van het koren gescheiden. Acht clubs mogen nog dromen van een startbewijs voor de eredivisie. Om het volgen van de Jupiler League play-offs iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een knock-outtoernooi is proberen te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou de de wedstrijden vanaf nu met gemak laat volgen.

De Graafschap-Go Ahead Eagles


De Doetinchemmers van De Graafschap hadden enig fortuin nodig in de eerste ronde van de play-offs. De ploeg van coach Jan Vreman had het op maandagavond alles behalve gemakkelijk in het uitduel met Almere City FC en kwam goed weg met de 1-1 eindstand. Diezelfde stand stond na negentig minuten op het scorebord in de return van afgelopen vrijdag. Al is dat niet geheel waar. De Graafschap kwam in de eerste minuut van de blessuretijd op voorsprong om in de vierde minuut van diezelfde blessuretijd een tegengoal te krijgen. Almere leek even naar ronde twee door te stoten toen het direct daarop ook de 1-2 maakte. Die goal werd, terecht of niet, afgekeurd en in de verlenging dwongen de Superboeren alsnog een tweeluik in de tweede ronde af.

Tegenstander Go Ahead Eagles kende een al even vreemd einde van het seizoen. De Deventenaren weten dat zij zich als eredivisieclub geen misstap kunnen veroorloven omdat zij dan hun lidmaatschap van de hoogste afdeling kwijt zijn. Tegelijkertijd weten zij dat zij begin juli alweer mogen aantreden voor seizoen 2015/'16 en dat doen met een play-offduel van een hele andere orde, namelijk die van de tweede ronde van de Europa League.

FC Volendam-FC Eindhoven



FC Volendam wil nu wel eens weten hoe het voelt om een nacompetitie volgens het play-offprincipe te winnen. Het lukte het Andere Oranje wel al tweemaal via de oude opzet van de nacompetitie, zowel in 1977 als in 2003 promoveerde FC Volendam via die weg. Het was echter ook de laatste club die degradeerde volgens het oude systeem, een jaar later in 2004. De Volendammers eindigden in het reguliere seizoen op plek vijf, dit terwijl zij zowel aan het begin van het seizoen (Robert Mühren), als in de winterstop (Henk Veerman) een spits kwijtraakten.

Tegenstander FC Eindhoven zou in vrijwel ieder ander Europees land al zeker zijn van promotie. De Eindhovenaren werden tweede achter de ongenaakbare kampioen NEC Nijmegen. Bovendien wonnen zij een periodetitel en grepen ze er in een andere periode net naast. De Eindhovenaren hebben bovendien in huurling Joey Sleegers (van Feyenoord) de speler die verkozen werd tot beste speler van de Jupiler League in het reguliere seizoen in de gelederen. Ook FC Eindhoven wist de nacompetitie al eens te winnen, in 1975. Dit was ook direct het enige succes dat de club in de nacompetitie mocht vieren.

FC Emmen-Roda JC



FC Emmen en Roda JC zijn de twee hoogstgeplaatste ploegen zonder periodetitel in de play-offs. FC Emmen zal het beste gevoel van de twee hebben. Op de laatste speeldag stonden deze twee ploegen namelijk ook tegenover elkaar. De Emmenaren wonnen het duel, in Kerkrade, met 1-3. FC Emmen is één van de weinige ploegen in deze play-offronde die nog nimmer succes boekte in de nacompetitie.

Roda JC degradeerde vorig jaar roemloos uit de eredivisie en is die klap nooit geheel te boven gekomen. De ploeg uit Kerkrade kon niet in het spoor blijven van NEC Nijmegen en tegen het eind van het seizoen raakte de club zelfs flink in verval. Zo werd er met 6-0 verloren van Sparta Rotterdam (dat zich niet voor de play-offs plaatste) en waren de elftallen van Jong PSV en Jong FC Twente beide in staat de Kerkraders op een gelijkspel te houden. Anderzijds is Roda alle keren dat het aan de play-offs meedeed als winnaar uit de strijd gekomen. Al was dat immer als eredivisionist.

VVV Venlo-NAC Breda



VVV Venlo had geen moeite met FC Oss in de eerste ronde van de play-offs, vorige week. De Venlose vereniging had de klus na vijfenveertig minuten al geklaard. Door goals van Randy Wolters en Melvin Platje en een tegentreffer van Paul Kok stond het bij rust al 1-2. In de volgende drie helften werd niet meer gescoord. VVV Promoveerde driemaal, degradeerde driemaal en wist zich tweemaal als eredivisionist te handhaven via de play-offs. Stadion De Koel is dan ook bijna jaarlijks het decor van het seizoenstoetje. De afgelopen vier jaar waren de Venlonaren er altijd bij.

NAC Breda mag dan een matig eredivisieseizoen achter de rug hebben, het is wel gewend de play-offs te winnen. De laatste keer dat de ploeg meedeed bijvoorbeeld, in seizoen 2005/'06 wist het in de eredivisie te blijven. Ook in 1984 en 1993 wisten de Bredase mannen de nacompetitie te winnen. 2005/'06, het jaar waarin NAC zich wist te redden, is slechts één van de twee seizoenen sinds volgens het knock-outsysteem wordt gespeeld waarin beide eredivisionisten zich wisten te redden. Vorig seizoen degradeerden beide teams, NEC Nijmegen en RKC Waalwijk.

woensdag 20 mei 2015

All in the family: de American Dream die Indy 500 is

The Statue of Liberty, justice for all, Kiss-frontman Gene Simmons en ‘Austrian Oak’ Arnold Schwarzenegger. Allen zijn het symbolen van The American Dream. Pak de boot, zie het Vrijheidsbeeld bij aankomst, zweer trouw aan de vlag en wordt als Israeliër Gene of Oostenrijkse Arnold. Geen van hen kan echter tippen aan de Indy 500, de plek waar Amerika hele migrantenfamilies in het hart sloot. Komende zondag volgt het volgende hoofdstuk in de racegeschiedenis.

Zet dit filmpje op. Zoals bij negentig procent van het materiaal op Youtube is ook hier niet veel te zien, dus doe je ogen even dicht. Welkom op de Indianapolis Motor Speedway. We zijn aan boord bij coureur nummer 27, Marco Andretti. De snelheid loopt op tot 220 mijlen per uur, ongeveer 355 kilometer, en zakt op het ovale circuit tweeënhalf uur lang nauwelijks daaronder. Normale stervelingen denken misschien eerst even na of zij vrouw en kinderen het gevaar op verlies van papa wel moeten aandoen maar Marco twijfelt niet. Nooit. Hij weet niet beter.

De Andretti Curse



Dat Marco geen gevaar ziet in pedal to the metal op een circuit dat is afgezet met muren van beton is niet zo vreemd. Het zit in de Andretti-genen. Vader Michael Andretti finishte er tien keer in de top tien, waarvan drie keer op het podium. Opa Mario won er zelfs, in 1969, en ook oom Jeff en neef John reden de race meerdere keren. Allen waren er ooit Rookie of the year, zo ook Marco. Oom Aldo en neef Adam kwamen dichtbij een kans op de Indy 500 maar dwongen net geen startplek af. Indianapolis is de plek waar de immigranten uit het Italiaanse Montona d’Istria (tegenwoordig de Kroatische stad Montovun) hun American Dream al drie generaties leven.

Als Marco op 24 mei het licht op groen ziet springen staat hij garant voor de zeventigste ‘Andretti start’ sinds opa Mario de Indy 500 won 1969. Geen van de Andretti’s deed het de peetvader van de Italo-Amerikaanse autosport na. De streak van het niet winnen van de Andretti-familie heeft zelfs zijn eigen plek op Wikipedia gekregen. Michael kwam tot plek twee in 1991. In hetzelfde jaar kwam Jeff tot plek 11 en stond John keurig tussen zijn vader en oom in, op plek vijf. De hoop is gevestigd op de kleine Marco die bij zijn debuut voor familieteam Andretti Racing in 2007 al direct zijn vader evenaarde door als tweede naar de zwartwit geblokte finishvlag te sturen. Sindsdien werd hij ook nog drie keer derde en een keer vierde. Zo dichtbij, maar toch net niet…

Graham Rahal



Even terug naar dit filmpje. Nog even de ogen dicht. Je hoort iemand naderen boven het brullende geluid van je eigen Hondamotor uit. In je spiegels zie je nummer 15, die verdomde Graham Rahal, die ook al in een auto van zijn vader rijdt. Dit wordt een strijd waar meer op het spel staat dan een goede klassering alleen. Het gaat ook om eer.

De bloedlijn van de Rahals op de Indianapolis Motor Speedway is iets korter maar toont veel gelijkenissen met die van de Andretti’s. Ook de Rahals zijn immigranten, van Libanese afkomst. Opa Mike racete in de jaren zestig als amateur op de grote circuits van Amerika. Hij had toen zijn eigen versie van de American Dream al verwezenlijkt, hij was geslaagd zakenman. In de biografie van zoon Bobby zegt Mike: “Voor alle mensen uit onze regio (Libanon) is het de ambitie om het ergens als zakenman te maken. Het begint altijd met het verkopen van linnen en wol en als je het goed doet groeit dat uit tot iets veel groters.”

Dat groters is het team dat al vijfentwintig jaar bestaat en tegenwoordig Rahal Letterman Lanigan Racing heet. Bobby runt de stal tegenwoordig, samen met talkshowhost David Letterman en Mike Lanigan, die rijk werd van het maken van bouwkranen. Ook de Rahals doen het vooralsnog met slechts één zege in de vele starts die zij op de Indy 500 maakten, die van Bobby in 1986, al hoopt Graham de negatieve spiraal dit jaar eindelijk te doorbreken, de afgelopen twee races van dit seizoen (In Indianapolis en Alabama) finishte hij als tweede.

Andere families



De Rahals en de Andretti’s zijn slechts twee van de vele families die de Indy 500 sinds zijn eerste editie in 1911 hebben gedomineerd. Bijna allen hebben ze het immigrantenbestaan en bijbehorende droom over een beter leven gemeen. De Fittipaldi’s uit Brazilië bijvoorbeeld, met tweevoudig winnaar Emerson en zijn neefje Christian die al eens tweede werd. Christians vader Wilson was overigens vooral succesvol in de formule 1. Zelfs onze eigen vader en zoon Arie en Arie Luijendijk (Junior) kun je hier met een beetje goede wil toe rekenen. Al is het verschil tussen drievoudig winnaar senior en eenmalig deelnemer junior wel erg groot.

Twee vreemde eenden in de bijt zijn de families Lazier en Unser. Twee echte all American families met net zoveel familiehistorie op de ovaal van Indiana als alle eerder genoemde racende broers, zonen, neven en opa’s. Al is het bij Amerikanen per definitie een zekerheidje dat er een straaltje immigrantenbloed door de aderen stroomt. Ook zij hadden een droom die ze wilden laten uitkomen. De Lazierbroers Buddy (winnaar in 1996) en Jacques wilden niets liever dan in de voetsporen van vader Bob treden, de man die tot het legendarisch startveld van 1981 behoorde waar hij het opnam tegen bijvoorbeeld Mario Andretti en twee Unser broers.

Over de Unsers gesproken, Bobby en Al waren destijds al telg nummer vijf en zes op het circuit. Jerry Senior, Louis en Joe waren hen voorafgegaan evenals broer Jerry Junior. Jerry Jr. stierf in het harnas, hij is één van de vijftien coureurs die op de zwarte bladzijden van het geschiedenisboek van de race staan, hij overleed tijdens de vrije training van 1959 na een fikse crash. Het contrast is groot met Al en Bobby, die beide de race wonnen. Neef Louie probeerde het ook, even als de vele zonen van de broers: Al Junior (ook een winnaar), Robby, Bobby Junior, Jeri en kleinzoon Al de derde.

Op een dag kan dit verhaal opnieuw worden verteld. Misschien over twintig jaar, misschien over dertig jaar. Met in de hoofdrol een Ghanese, Somalische of Afghaanse familie. Amerikaans geworden in Indianapolis.

dinsdag 19 mei 2015

1995, de recensie

Natuurlijk weet iedereen nog waar 'ie was toen op 24 mei 1995 voorlopig voor de laatste keer een Nederlandse ploeg de Champions League-beker torste. En zelfs wie nog niet geboren was toen Patrick Kluivert in zijn debuutseizoen meteen de allerbelangrijkste treffer uit zijn loopbaan maakte, heeft het betreffende puntertje al ontelbare keren in de herhaling gezien. In Mike van Damme's 1995, het onverslaanbare Ajax van Louis van Gaal beleeft de lezer niet zozeer die wedstrijd opnieuw, als wel het hele proces dat tijdens en zelfs al vóór het seizoen leidde tot de Amsterdamse victorie. 

De Ajax Life-redacteur is daarbij zeer zorgvuldig te werk gegaan. Van Damme sprak met bijna iedereen die gedurende de Europese zegetocht ook maar iets met het eerste elftal te maken had en dat leverde een compleet document op dat bovendien leest als een hogesnelheidstrein. Wist je bijvoorbeeld dat het in de bloedhete Amerikaanse zomer van 1994 was dat Ronald de Boer, tijdens een trainingswedstrijd met de reserves van het Nederlands elftal, plotseling ontdekte veel beter als rechtshalf te kunnen fungeren dan als spits?

Het zijn dat soort anekdotes die 1995 een onmisbaar boek vormen voor de geschiedschrijving over het beste jaar in Ajax' clubhistorie. Elk hoofdstuk is gewijd aan één of meerdere hoofdrolspelers, die ieder op hun eigen manier bijdroegen aan het succes. Neem John van den Brom, die zijn basisplaats als inschuivende verdediger kwijtraakte aan Frank Rijkaard, die een linie naar achteren werd gehaald. De middenvelder maakte in de competitie nog wel zijn minuten, maar moest na iedere reservebeurt aan de bak bij het tweede. En dáár, op de winderige bijveldjes op maandagavond, moest je je plek weer verdienen, onder streng toezicht van de altijd aanwezige Van Gaal. Van den Brom hoopte in Wenen eindelijk zijn eerste minuten in het kampioenenbal te gaan maken, maar hoorde een dag voor de finale dat twijfelgeval Rijkaard tóch fit genoeg was en hem slechts een plek op de tribune restte.

Een niet te onderschatten element vormen ook de toelichtingen van Van Gaal zelf, die als ware hij ieder hoofdstuk vooraf onder ogen te hebben gekregen, steevast een verfrissend openhartig commentaar geeft. Bijvoorbeeld op zijn beroemde uitspraak, aan de vooravond van het seizoen, nadat de Amsterdammers ondanks een maandenlange inspanning naast het Braziliaanse supertalent Ronaldo grepen. 'PSV heeft Ronaldo, maar wij hebben Kluivert', zei de oefenmeester destijds zelfverzekerd over de topscorer van de A1 die op dat moment nog geen minuut in de hoofdmacht had gespeeld. Aan Van Damme geeft hij ronduit toe dat dat niets meer dan ijskoude bluf was. 'Ik vond Kluivert een aardig spitsje (...) Maar ik had hem nodig.'

Het knappe aan het boek van Van Damme is dat het verhaal zichzelf lijkt te vertellen. En dat verhaal is niets meer dan een eerlijk relaas over het ontstaan van een onverslaanbare ploeg, zonder zweverig of lyrisch te worden. Het is een verhaal over uit nood geboren keuzes, toevallige ontdekkingen en ook de teleurstellingen bij betrokkenen voor wie slechts een marginale rol was weggelegd. Zoals bankzitter Peter van Vossen, die de cup wel een kusje gaf, maar zich tot op de dag van vandaag geen deelgenoot voelt in het succes. En ook de onvermijdelijke wrijvingen, zoals in de rust van het cruciale duel in Wenen, toen routinier Rijkaard de overmoedige Seedorf (die als één van de weinigen niet is geïnterviewd) tot de orde moest roepen omdat die zich niet naar de tactische afspraken wenste te schikken.

In 1995 is Van Damme erin geslaagd om een minutieuze reconstructie samen te stellen van alle gebeurtenissen voorafgaand aan en gedurende het seizoen 1994/95 - en ook de jaargang erop, toen als toetje in Tokio de Wereldbeker gewonnen kon worden - die direct of indirect hebben bijgedragen aan het winnen van de belangrijkste prijzen in clubverband. Een unieke periode in de geschiedenis van het hele Europese voetbal, toen een ploeg met slechts één speler met Europacup 1-ervaring beslag legde op de Champions League. Misschien wel het meest treffend samengevat door Louis van Gaal zelf: '1995 was het beste jaar van deze ploeg. Dat zegt me dat intrinsieke kwaliteit, talent dus, belangrijker is dan ervaring.'

Wil jij dit boek winnen? Ga dan naar onze Facebookpagina door hier te klikken. Like en share de pagina en wie weet krijg jij dit boek straks thuisgestuurd.

Tour of Norway en de toekomst van de Continental tour

Terwijl de ogen van de wielerwereld vooral op Italië zijn gericht en de Nederlandse fan zich misschien verheugt op de World Port Classic gebeurt in het noorden van Europa iets wat misschien wel eens veel interessanter kan zijn, de Tour of Norway.

Romantiek, geen sport waar het een grotere stempel drukt dan in het wielrennen. De Coppi's, Merckxen en Anquetils, en vooral de verhalen over hun bovenmenselijke prestaties, zijn nooit ver weg als het peloton over de internationale wegen raast. Renners die een andere nationaliteit hebben dan die van de traditionele top vijf landen (België, Frankrijk, Italië, Nederland en Spanje) worden nog immer als exoten bestempeld.

Zo ook de Noren. Een wereldtitel van Thor Hushovd in 2010 en meer dan een handvol klassieker- en etappezeges in grote rondes van diezelfde Hushovd, Edvald Boasson Hagen en Alexander Kristoff ten spijt. Ook wegbereiders Kurt Asle Arvesen en Steffen Kjaergard mogen niet worden vergeten. Wie realistisch naar de afgelopen vijftien jaar kijkt kan echter niet anders dan concluderen dat de Noren zich in de top van de wielersport hebben genesteld.

Tour of Norway



Wat is een wielerland zonder eigen klassieker en zonder eigen etappekoers? De afgelopen jaren werd dan ook in recordtempo een aantal nieuwe parcoursen in het land van de fjorden uitgezet. Zo staat sinds 2011 de eendagswedstrijd Hadeland GP op de kalender.Deze wedstrijd vormt een tweeluik met de Ringerike GP die weliswaar al sinds 1975 bestaat maar in 2011 werd omgevormd van etappekoers naar eendagswedstijd. Dat zorgde ervoor dat er ruimte ontstond voor nieuwe etappewedstrijden zoals Tour des Fjords (2013, opvolger van Rogaland GP) en de Artic Tour of Norway (2013) en vooral de Tour of Norway. Allen zijn dan ook een vast onderdeel van de Continentale kalender.

Met name die laatste is momenteel interessant om te volgen. Net als in 2014 wordt ook dit jaar namelijk in teams van zes gestreden. De romantici zullen het verschrikkelijk vinden, verandering is nimmer gewenst. Toch is de kans groot dat het format snel aan populariteit zal winnen. De eenentwintig World Tour, Pro Continental en Continentalformaties brengen dus gezamenlijk slechts 126 man op de Noorse wegen. Dit is een derde minder dan in de grote wedstrijden van de World Tour. Het is vooral ook een ontwikkeling die steeds vaker te zien is, zo zagen we eerder dit jaar de Maleisische Tour de Langkawi met zestallen worden beslecht en zal ook de Prudential Ride London in augustus met vijfentwintig teams van zes renners van start gaan.

Redding in meerdere opzichten



De wens om de omvang van de ploegen terug te brengen is niet nieuw. Al enkele jaren meent men dat het wielrennen beter af is met minder renners op de weg, dan wel met een grotere diversiteit aan ploegen. Doping, de komst van de oortjes en andere technieken maar ook valpartijen zijn grote valkuilen gebleken waar de sport maar met moeite uit weet te klimmen. Velen zien in de zestallen de touwladder waar men zo naar op zoek is. Minder renners staat gelijk aan minder valpartijen. Kleinere ploegen staat gelijk aan minder controle. Een kleiner peloton staat gelijk aan grotere winstkansen staat gelijk aan minder noodzaak tot drogeren.

En dan is er nog een sluimerend probleem. Startlijsten zijn ook niet meer wat ze ooit geweest zijn. In onze voorbeschouwing op de (later afgelaste) Rund um den Finanzplatz, spraken we al over dit probleem. De komst van de World Tour heeft de grootste wedstrijden die niet in de hoogste afdeling zijn opgenomen geen goed gedaan. Wie wil nu nog naar bijvoorbeeld Noorwegen komen als de punten te verdelen zijn in de Giro, de Tour, Zwitserland of zelfs in Australië? Ook hier kan de verplichting voortaan niet acht of negen maar nog maximaal zes werknemers aan de start te brengen per ploeg een oplossing zijn. Minder startplekken per koers staat gelijk aan meer diversiteit in de kalenders van de individuele renners. De toekomst van het wielrennen ligt de komende week op de Noorse wegen.

zaterdag 16 mei 2015

Bijpraten over de Bundesliga (Speelronde 33)

Bij Sportpreview snappen we best dat kijken naar de Bundesliga er wel eens bij inschiet. Er is ook zoveel voetbal te zien tegenwoordig. Bovendien kun je niet alle achttien clubs tegelijk volgen. Bundesliga-expert Lionel Stute praat je daarom na iedere speelronde op frisse toon bij.

Hertha nog niet klaar



De degradatiestrijd in de Bundesliga is spannender dan ooit, voorafgaand aan deze speelronde konden zes ploegen nog op de gevaarlijke plekken achttien, zeventien en zestien (play-off) terecht komen. Van die zes stond de resident uit de hoofdstad, Hertha BSC er het 'beste' voor. De ploeg van Roy Beerens, John Heitinga en Salomon Kalou had genoeg aan één punt tegen Eintracht Frankfurt. Tenminste dat dacht men.

De hoofdstedelingen mochten dat punt bovendien nog eens thuis tegen de ploeg die het slechtst presteert in uitwedstrijden binnenhalen. Gezien het aantal kansen dat de elf van Hertha, en dan met name spits Kalou, miste was dit een welkome samenloop van omstandigheden. Negentig minuten later stond dezelfde brilstand als waarmee de wedstrijd begon op het bord, 0-0, waarmee Hertha veilig is voor nog een jaar op het hoogste niveau. Of toch niet?

Goudhaan Nils Petersen



Hij was overbodig in Bremen en zat als huurling op de bank bij SC Freiburg. Toch weerhield dat Nils Petersen er niet van om bijna eigenhandig zijn club in de hoogste afdeling te houden. De supersub scoorde de ene na de andere goal als invaller en zorgde zo meer dan eens dat zijn club punten bij het totaal kon bijschrijven.

Zijn finest hour beleefde hij ongetwijfeld tijdens speelronde 33. Petersen mocht tegen het einde tegen Bayern München zijn magie uitoefenen. En met succes. In de absolute slotfase, met minder dan twee minuten te gaan zette hij met zijn vijfde invallersdoelpunt de kroon op zijn werk. SC Freiburg versloeg er de kampioen mee en lijkt met 34 punten nog een jaar in de Bundesliga door te mogen.

Hoop in Hannover, vrees in Paderborn



Omdat ook Hannover 96 won lijken ook zij grote kans te maken om nog een jaartje bovenin de Duitse voetbalpiramide mee te doen. Grote man was Lars Stindl die tweemaal doel trof. Het enige minpuntje lijkt de rode kaart voor Hiroki Sakai. Het geluk voor Hannover lijkt de loting, volgende week speelt het tegen SC Freiburg. Een gelijkspel zou beide ploegen in veiligheid kunnen brengen.

Daarvoor moet VfB Stuttgart in de ideale situatie niet winnen van SC Paderborn maar mag het omgedraaide ook niet het geval zijn. Nieuwkomer Paderborn kwam fantastisch uit de startblokken dit seizoen en stond na vijf speeldagen zelfs even bovenaan in de Bundesliga. Na speelronde 33 staat de ploeg voor het eerst in zijn bestaan onderaan. Degradatie lijkt onafwendbaar.

Laatste strohalm voor Huub



De Houdini van de degradatiestrijd lijkt Huub Stevens te worden. VfB Stuttgart siert al maanden de laatste plaats van de Bundesliga. Het spel was bovendien tenenkrommend. Waar Stevens zijn elftal probeerde ervan te doordringen dat er tegen degradatie werd gestreden gingen de spelers het veld in alsof er Tiki Taka gespeeld moest worden.

Omdat de Mercedesploeg de laatste twee speeldagen tegen twee concurrenten mocht spelen was er alle kans om zich nog veilig te spelen. Daarvoor moest er gewonnen worden van Hamburger SV. En zo geschiedde. Daardoor klimt Stevens' team in één sprong naar (semi-) veiligheid, plek zestien. Komende week speelt men uit in Paderborn. Het wordt alles of niets.

En verder



Na Bayern München en VfL Wolfsburg is ook de derde Champions Leagueplek van de Bundesliga vergeven. De strijd tussen Borussia Mönchengladbach en Bayer 04 Leverkusen werd gisteren beslist in het voordeel van de gevoelsmatige favoriet, Gladbach. Hetgeen ook betekent dat Bayer Leverkusen in de voorronde van het miljoenenbal terecht komt. Door de uitslagen van speelronde 33 is bovendien duidelijk geworden dat FC Schalke 04 definitief de Europa League in gaat, dit kan betekenen dat Roberto DiMateo plaats moet maken.

Tot slot zag men in Wolfsburg een voorbode van de komende Pokalfinal, VfL Wolfsburg-Borussia Dortmund. Na 41 seconden stond het al 1-0 voor Wolfsburg waarna het nimmer meer een wedstrijd werd. Kevin DeBruyne kroonde zich tot grootste assistkoning allertijden met 21 voorzetten, dat is er één meer dan Misimovic, die andere man met de scherpe voorzet die ooit in Wolfsburg rondliep. De ploeg van Bas Dost besluit het seizoen als enige ongeslagen in thuisduels.

Het beste en het slechtste van: Giro d'Italia week 1

Anders dan in de Tour de France zijn de kaarten in de Ronde van Italië gewoonlijk na de eerste week fietsen al flink geschud. Zo ook in 2015, de grootste ronderenner van deze generatie rijdt immers al vier dagen in de befaamde Maglia Rosa. Wij kozen de beste ploeg en de slechtste ploeg van de eerste week. Puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste ploeg: Astana



Het was zeer gerechtvaardigd om het Australische Orica-GreenEdge als beste ploeg van de eerste Giroweek aan te wijzen. Orica won immers de ploegentijdrit en had met Simon Gerrans, Michael Matthews en Simon Clarke maar liefst drie man die de roze trui aan mochten trekken. Het is echter geen geheim dat Orica de ploegentijdrit als hoogste doel in een wielerleven ziet, het is eerder een bestraffing waard wanneer men niet wint dan een beloning wanneer men wel zegeviert. Dan Astana, de geplaagde ploeg reed ook al een uitstekend voorjaar en zet die lijn moeiteloos voort. Alberto Contador (Tinkoff-Saxo) mag dan aan de leiding staan, er is geen dag overgeslagen om de koers in handen te nemen door de Kazachse Astana-formatie. Het resultaat mag er zijn, drie man bij de eerste vijf (Fabio Aru, Dario Cataldo, Mikel Landa), acht man bij de eerste zeventig. Alleen de geplaagde Davide Malacarne kende een zwakke start maar zelfs hij boekte op zaterdag maar liefst vijfentwintig plaatsen winst in het algemeen klassement.

Slechtste ploeg: Giant-Alpecin



De voorjaarsklassiekers mogen dan een doorslaand succes zijn geweest, de eerste grote ronde van dit jaar is een grote sof voor Team Giant-Alpecin tot op heden. De Duitse formatie staat niet voor niets allerlaatste in het ploegenklassement op meer dan tweeënhalf uur achterstand van de leiders. Het is een understatement om te zeggen dat de mannen van Giant werkelijk geen seconde in beeld zijn geweest. De beste man in het algemeen klassement, Tobias Ludvigsson, handhaaft zich nog maar net binnen de top honderd op plek 97. De afgelopen jaren kende Giant, en diens voorlopers, veel succes in de grote rondes door zich te focussen op de sprint van John Degenkolb en vooral Marcel Kittel. Ook die kansen lijken gekeerd, sprinter Luka Mezgec kan geen potten breken. Week twee en week drie van de Giro d'Italia lijken nog slechts een verplicht nummer voor Giant-Alpecin te worden.

donderdag 14 mei 2015

Andy Murray, de luis in de pels van Novak Djokovic?

Andy Murray besloot vandaag om de Italiaanse Open verder te laten voor wat het is en zijn rust te nemen. Dat is misschien geen overbodige luxe na zijn tien winstpartijen op gravel op rij en met het grootste graveltoernooi van het jaar nog maar tien dagen weg. Is Murray de te kloppen in Parijs?

Voor wie het alweer vergeten was, eind januari stonden Novak Djokovic en Andy Murray tegenover elkaar in de finale van de Australian Open. Wie de tennissport de afgelopen jaren globaal gevolgd heeft vindt dat misschien business as usual, wie de sport wat nauwkeuriger volgt weet wel beter. De Schot kende een troosteloos jaar 2014 en viel zelfs bijna buiten de top tien van de wereldranglijst. De Big four was kortstondig een drietal zonder zijn benjamin.

Hoe anders is dat in 2015. De goede start op zijn favoriete grand slam, of in ieder geval het toernooi dat hem het beste ligt, in Melbourne. Murray blijkt echter de stap terug in 2014 gebruikt om twee stappen vooruit te kunnen zetten in 2015. Voor het eerst in zijn leven prijkt hij bovenaan de lijsten van de bookmakers waar het gaat om winstkansen bij de Franse Open van Roland Garros. Een opvallend gegeven wanneer men bedenkt dat Murray nog nooit echt presteerde op het gemalen baksteen.

Koning van het rode stof



De Brit heeft zichzelf in 2015 opnieuw uitgevonden zo lijkt het. Die ontdekking van zijn nieuwe zelf begon al in mei 2014 toen hij, juist in een jaar waarin niets lukte, zijn beste resultaat ooit in Parijs neerzette. Hij reikte er tot de halve finale. 'Als ik het op dit podium kan, dan moet het een trede lager zeker lukken', moet Murray gedacht hebben bij aanvang van dit tennisseizoen en vanaf het moment dat de Europese banen hun deuren hebben geopend heeft hij geen wedstrijd meer verloren. Tot zijn opgave van vandaag, wel te verstaan.

Het maakt hem de beste man op gravel tot nu toe. Zo versloeg hij de jonge honden Kei Nishikori en de absolute gravelbijter Rafael Nadal op weg naar zijn titel in Madrid vorige week. Een week eerder versloeg hij man in vorm Roberto Bautista Agut op weg naar de toernooiwinst op de BMW Open in München. Niets lijkt hem te kunnen raken op dit moment. Het heeft hem inmiddels zelfs teruggebracht naar de derde plaats op de ATP-Ranking.

Djoko'tje pesten



In die laatste opmerking zit waarschijnlijk het belangrijkste gegeven voorafgaand aan de Franse Open opgesloten. Als nummer drie komt Murray namelijk in de zogenaamde bovenste helft van het speelschema terecht. De helft waarin ook de mondiale nummer één Novak Djokovic verkeert. De twee kemphanen lijken dus simpelweg door de opzet van de loting per definitie elkaar te moeten bevechten om Roland Garros te kunnen winnen. Verloopt het toernooi zoals aangenomen mag worden dan treffen de twee elkaar in de halve finale op de laatste vrijdag. Sommigen draaien de rollen zelfs al om en noemen Djoker de grootste bedreiging voor Andy Murray.

Het toeval wil dat de Serviër net als de Schot al een tennisleven lang op jacht is naar succes in Parijs. Waar Murray in 2011 en 2014 in de halve finale strandde deed Djokovic dat in 2012 en 2014 in de finale. Het maakt Parijs de nog ontbrekende schakel om zijn zogenaamde Career Grand Slam, het winnen van de vier grote toernooien, te voltooien. Als Djokovic een doel heeft voor 2015 dan is het wel Parijs winnen.

De geruststelling voor Djokovic is dat hij Murray dit jaar al driemaal trof. Driemaal betrof het een toernooifinale en driemaal stapte hij als winnaar van het veld, in Australië, in Indian Wells en in Miami. Bovendien verloor hij dit hele jaar pas twee van zijn vierendertig duels, een ongekend laag aantal. Ook hij werd nog niet geklopt op de stoffige, rode ondergrond en ook hij versloeg een aantal graveltoppers waaronder Rafael Nadal. Het belooft daarmee een serieuze strijd te worden.

woensdag 13 mei 2015

Het beste en het slechtste van: Real Madrid-Juventus

Nadat FC Barcelona zich gisteren plaatste voor de finale van de Champions League restte nog slechts één vraag. Die vraag luidde± ´Krijgen we een Clasico in Berlijn?' Doordat een oude dame de voet dwars zette is het antwoord nee. Real Madrid-Juventus was spannend maar nimmer hoogdravend, getuige de 1-1 eindstand. Desondanks kozen we de beste en de slechtste speler, puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste speler: Gianluigi Buffon



Eigenlijk was er geen beste man van het veld, niemand kon immers het duel echt naar zijn hand zetten. Als er dan toch iemand de titel van Man of the Match verdient, dan is het de zevenendertigjarige doelman van de Italianen. Dit dankt hij voornamelijk aan zijn status en uitstraling, die onwillekeurig best wel eens een grotere rol gespeeld kunnen hebben dan met het blote oog te zien was. De keeper liet al heel snel merken dat er achter zijn doellijn niets te halen viel vandaag. Buffon mag nu terugkeren naar het stadion waar de man met de vele prijzen achter zijn naam zijn allergrootste triomf vierde. In het Berlijnse Olympiastadion werd hij immers wereldkampioen met Italië.

Slechtste speler: James Rodriguez



Het was moeilijk om een beste man van het veld te kiezen, die was er immers niet. Het was zo mogelijk nog moeilijker een slechtste man van het veld te kiezen, daarvan waren er vele. James Rodriguez spande echter veruit de kroon, op ruime afstand gevolgd door de beste man van vorige week: Carlos Tevez. James versierde een penalty. Mooi voor Madrid maar toch een kleine deuk in het blazoen van zo´n mooie speler. Even later probeerde hij het nog eens, toen kreeg hij slechts een gele kaart. Vlak voor het einde, bij de alles of niets aanval van Real Madrid, presteerde hij het om de bal keihard achter de vrijstaande Isco langs over de zijlijn te schieten. Het was misschien wel het meest kenmerkende beeld van de avond.

dinsdag 12 mei 2015

Het beste en het slechtste van: Bayern München-FC Barcelona

Het was eigenlijk al te verwachten na de 3-0van vorige week. Hoewel Bayern München-FC Barcelona werd geopend door een doelpunt van de Duitsers kwamen de Catalanen nimmer in problemen en stonden zij bij rust zelfs al 1-2 voor. Daarmee werd duidelijk welke club zich als eerste voor een reis naar Berlijn mag opmaken, al werd het nog 3-2. Desondanks kozen we de beste en de slechtste speler, puur op gevoel, zonder statistische onderbouwing.

Beste speler: Luis Suarez



Hij deed maar één helft mee maar in die vijfenveertig minuten liet hij wel zien welke weg hij heeft afgelegd sinds hij als semi-prof naar FC Groningen kwam. De ooit als egoïstisch blind paard bestempelde Luis Suarez werd twee keer aan de rechterkant van het doel aangespeeld, dribbelde wat, keek om zich heen en liet collega-aanvaller Neymar tweemaal afdrukken. Liet hij in de wedstrijd tegen Paris St. Germain al eens zien even belangrijk als zijn kompanen Messi en Neymar te kunnen zijn als het om doelpunten maken gaat, vandaag liet hij zien dat ook het voorbereidende werk tegenwoordig aan hem besteed is. Na rust zagen we hem helaas niet meer terug, de buit was toen toch al binnen.

Slechtste speler: Philipp Lahm



Wie kijkt naar de erelijst van Philipp Lahm weet dat we met één van de grootste spelers, in figuurlijke zin, van deze generatie te maken hebben. Al begon die carrière met minachting van de kant van Andy van der Meyde en zijn 'who the fuck is Philipp Lahm'-quote. Sindsdien won Andy van der Meyde eigenlijk niets meer. Lahm daarentegen won zes Bundesliga-titels, vijf Duitse bekers, drie keer de supercup, een Champions League en een wk voor clubs. Hij werd ook wereldkampioen met Duitsland. Daarnaast verloor hij twee Champions League finales en een Ek-finale. Had men echter uitsluitend naar deze avond gekeken, dan had Van der Meyde geheel in het gelijk gesteld moeten worden. Lahm speelde een soort van rechtsbuiten maar dat werd zelfs door zijn ploeggenoten niet geheel serieus genomen. na zevenenzestig minuten was het dan ook genoeg.

Gennady Golovkin, het levende bewijs dat boksen ook attractief kan zijn

Het ‘Gevecht van de eeuw’ is reeds voorbij en helaas werd het zoals veel deskundigen hadden voorspeld, een saaie schaakpartij gedomineerd door Floyd Mayweather. Mayweather zal aan het einde van dit jaar zijn carrière beëindigen en er zijn veel boksers die het stempel ‘Beste bokser ter wereld’ graag willen overnemen. Waar velen de bokssport voor ‘dood’ verklaren is er nog voldoende hoop en talent om in de nabije toekomst leuke en enerverende gevechten te kunnen leveren.

Als je een willekeurig persoon op straat zou vragen of ze weten waar Kazachstan ligt en wat ze van het land weten, zullen de meesten niet verder komen dan ‘Borat’ en weten de meesten ook wel dat het vroeger bij Rusland hoorde. Sportfans kennen de successen van wielrenner Alexander Vinokourov en de Astana-ploeg en ook als schaatsland is Kazachstan in opkomst. Wat echter maar weinig weten is dat een van de meeste populaire Kazachstaanse sporters een bokser is, die die afgelopen jaren de middengewicht klasse heeft gedomineerd, zijn naam is Gennady Golovkin, door fans ook wel Triple G (GGG) genoemd of ‘The Smiling Assasin’.

Kazachstan is een sportland in opkomst en er lopen veel talentvolle boksers rond. Het Kazachstaanse team uit de World Series of Boxing (De Astana Arlans), is de trotse winnaar in poule B en een kandidaat voor de eindzege.

Gennady Golovkin was ook een succesvolle amateur (Waaronder een zilveren medaille op de Olympische spelen van 2004). Golovkin maakte zijn prof-debuut in 2006 en is in 32 partijen nog ongeslagen.De reden dat Golovkin zo geliefd is bij het grote publiek is zijn killer-instinct en zijn hoge aantal knock-outs. Hij won 29 van zijn 32 gevechten op KO. Zijn afgelopen veertien gevechten waren allen om een wereldtitel. Deze eindigden allemaal voortijdig, waarbij enkele spetterende knock-outs. Zijn laatste gevecht was zijn meest intensieve. De Brit Martin Murray (door velen gezien als de op één na beste middengewicht ter wereld), incasseerde maar liefst drie knock-downs, maar zorgde wel voor de beste tegenstand die Golovkin tot nu toe heeft gezien. In de elfde ronde werd het gevecht door de scheidsrechter gestopt.

Golovkin is een technisch begaafde bokser, heeft een goed incasseringsvermorgen en heeft ongekende vuurkracht in zijn vuisten. Hij komt in de buurt van wat je een perfecte vechter zou kunnen noemen. Buiten de ring is het een aardige en bescheiden man, maar in de ring als de bel wordt geluid, verandert hij in een bloeddorstig beest die er alles aan doet om zijn tegenstander zo snel mogelijk tegen het canvas te slaan. Vanwege zijn dominantie in het middengewicht en eigenlijk het gebrek van tegenstand in zijn gewichtsklasse,zijn er velen die hem niet als topper zien, daarvoor zal Golovkin moeten uitkomen in andere gewichtsklasse. Feit is wel, dat hij zonder twijfel de meest attractieve bokser van dit moment is.

Aankomende zaterdag staat Gennady Golovkin in de ring tegen de Amerikaan Willie Monroe Jr. De vraag is niet of, maar wanneer de Amerikaan tegen het canvas zal gaan, want het vizier van ‘The Smiling Assasin’ zal zeker op scherp staan.

maandag 11 mei 2015

Bijpraten over de Bundesliga (Speelronde 32)

Bij Sportpreview snappen we best dat kijken naar de Bundesliga er wel eens bij inschiet. Er is ook zoveel voetbal te zien tegenwoordig. Bovendien kun je niet alle achttien clubs tegelijk volgen. Bundesliga-expert Lionel Stute praat je daarom na iedere speelronde op frisse toon bij.

De Bundesliga lijkt tot de laatste dag op twee fronten een spannende strijd te blijven leveren. Allereerst wordt om de plekken twee, drie en vier gestreden door VfL Wolfsburg, Borussia Mönchengladbach en Bayer Leverkusen. Voor de laatst genoemde lijkt het spel uit. De rechtstreekse confrontatie met Die Fohlen van Gladbach ging met maar liefst 3-0 verloren. Plek twee is daarmee onbereikbaar geworden terwijl plek drie alleen kan worden bereikt als de ploeg die nota bene dit weekend aan het langste eind trok tweemaal verliest. De ploeg van Roger Schmidt kan zich zo goed als zeker opmaken voor de play-off voorronde na de zomer.

De andere twee, Wolfsburg en Mönchengladbach, mogen ten opzichte van elkaar ook geen steken meer laten vallen. De Volkswagenclub uit Wolfsburg verdedigt een voorsprong van twee punten. Wetende dat eerst de club die in de tweede competitiehelft van de laatste naar de zevende plek is geklommen, Borussia Dortmund, op bezoek komt alvorens op de laatste dag 1. FC Köln komt. De ploeg uit Keulen kan wel eens onverwacht doorslaggevend zijn als men zich bedenkt dat de afgelopen vijf weken niet werd verloren.

Borussia Mönchengladbach moet eerst op bezoek bij die andere 'momentumploeg' van de tweede seizoenshelft: Werder Bremen. De Bremense formatie vecht net als Dortmund voor zijn laatste kans waar het gaat om plaatsing voor de Europa League en zal zeker niet willen verzaken. Hetzelfde geldt voor FC Augsburg dat op de laatste dag op bezoek komt bij Gladbach. De Augsburgers leiden de dans om de Europa League plaatsen maar zijn nog alles behalve veilig.

Degradatiestrijd



Onderin de Bundesliga is het al niet veel anders. Zoals we vorige week al vertelden. Nummer 18 VfB Stuttgart heeft dertig punten verzameld, nummer veertien Hamburger SV heeft welgeteld twee punten meer, zelfs Hertha BSC met 34 punten is, één plek hoger, nog niet geheel zeker van overleven. De ploegen spelen allen nog tegen elkaar.

Komend weekend zal veel duidelijk maken. VfB Stuttgart en HSV nemen het tegen elkaar op. SC Paderborn, nummer 17, zal zich er niet gemakkelijk bij voelen dat juist zij geen directe tegenstander treffen maar de in de Europa League strijd verwikkelde mannen van FC Schalke 04 mogen bezoeken. Zoals Hannover dat gaat doen bij FC Augsburg en SC Freiburg gastheer is van Bayern München.

Een week later mag SC Paderborn wel zelf zorgen voor veiligheid wanneer het bezoek krijgt van VfB Stuttgart. Zoals ook Hannover 96 en SC Freiburg tegenover elkaar zullen staan. Hamburger SV moet dan al veilig zijn, wil het niet tegen FC Schalke 04 tegen de lamp lopen.

zondag 10 mei 2015

De ultieme who´s who guide voor de Jupiler League play-offs ronde 1

Het kaf is van het koren gescheiden. Acht clubs mogen nog dromen van een startbewijs voor de eredivisie. Om het volgen van de Jupiler League play-offs iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een knock-outtoernooi is proberen te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou de de wedstrijden vanaf nu met gemak laat volgen.

Het is, op zijn zachts gezegd, zuur om Sparta Rotterdam te zijn deze dagen. De Rotterdammers werden achtste. Wetende dat de kampioen promoveert betekent dat dus een zevende plek in de opgeschoonde lijst, genoeg om naar de play-offs te mogen zou je denken. Dat is echt gerekend buiten het feit dat twee houders van periodetitels, die beide ook nog eens niet bovenaan eindigden in de betreffende periode, onder Sparta eindigden: FC Oss en Almere City FC. Deze twee ploegen beginnen het knock-outtoernooi maandagavond met een thuiswedstrijd.

Almere City FC-De Graafschap



12 december 2014 zal voor eeuwig een historische dag in de geschiedenis van Almere City FC zijn. De Almeerse formatie pakte op die dag zijn allereerste stukje zilverwerk in de nog jonge geschiedenis van de club in de vorm van de periodetitel van de tweede periode. Die titel is wel enigszins twijfelachtig te noemen. Almere City werd namelijk niet eerste maar tweede in de periodestand en profiteerde van het feit dat kampioen NEC al een periodetitel te pakken had.

Sindsdien ging het een stuk minder met de vereniging. In de laatste twaalf speelronden werd welgeteld één duel gewonnen. De Almeerders zakten daarom naar de tiende plaats in de eindstand van de reguliere competitie. Daarmee is het de laagst geplaatste ploeg in de play-offs en mag het, het bal openen.

Tegenstander De Graafschap plaatste zich op de voorlaatste speeldag van de reguliere competitie als één van de hoogstgeplaatste teams zonder periodetitel op zak. Waar Almere City voor het eerst een kans krijgt om promotie te spelen zijn 'De Superboeren' vaste klant. De Graafschap won bijvoorbeeld de allereerste nacompetitie (zoals de play-offs destijds heetten) in 1972. Een kunststukje dat sindsdien vier keer werd herhaald waarvan één keer ter verdediging van zijn plek in de eredivisie.

De Graafschap speelde tot de laatste seconde nog om directe plaatsing in de tweede ronde van de play-offs maar kwam daarvoor exact één doelpunt tekort. Om die reden is de Doetinchemse vereniging de hoogst geklasseerde ploeg in de eerste ronde na een zesde plaats in het reguliere seizoen.

FC OSS-VVV Venlo



FC Oss won periode drie van het reguliere seizoen. Het leverde de Brabanders de tweede play-offdeelname in de geschiedenis van de lub op. Zoals Almere de tweede periode kreeg omdat NEC al vanaf de eerste speelronde ongenaakbaar was, zo kreeg ook FC Oss de titel in de derde periode door als tweede te eindigen. Dat is opvallend, FC Oss eindigde in het seizoen 2013/'14 nog als twintigste en laatste.

De derde periode bleek wel de echte uitschieter voor de formatie van trainer Wil Boessen. In de laatste acht duels werd nog maar één zege geboekt, tegen streekgenoot FC Den Bosch. Nog vervelender voor FC Oss is de wetenschap dat het dit seizoen tweemaal verloor van de tegenstander in de eerste ronde van de Jupiler League play-offs.

VVV Venlo, de tegenstander waar we over spreken, won op de laatste dag van NEC, een ploeg die daarvoor zeventien wedstrijden op rij gewonnen, en passeerde op die manier Sparta Rotterdam. VVV won de play-offs, en diens voorloper de nacompetitie, drie keer. Bovendien handhaafde het zich ook nog eens twee keer via de play-offs. Daar tegenover staan ook drie degradaties. Zoals gezegd won VVV twee keer van FC Oss in het reguliere seizoen.

De twee winnaars voegen zich bij zes ploegen die zich al geplaatst hebben voor ronde twee.

vrijdag 8 mei 2015

De ultieme who´s who guide voor Glory 21 San Diego

De strijd om de titel in het zwaargewicht tijdens Glory 20 ligt nog vers in het geheugen. Toch staat het volgende hoofdstuk in de Glory World Series alweer voor de deur. Om het volgen van Glory 21 San Diego iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een kickboksevenement is proberen te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou de fight card vanaf nu met gemak laat volgen.

Het was even de vraag op de Sportpreviewredactie of we wel aandacht aan Glory 21 San Diego moesten besteden. Er staan immers voor het eerst in de geschiedenis van de organisatie geen Nederlanders of jongens met een Nederlandse achtergrond op de fight card. Anderzijds zijn de jongens die vandaag in de ring verschijnen de uitdagers van ´one jongens´ van morgen.

Middleweight titelgevecht



Er mogen dan geen Nederlanders in actie komen, dat betekent niet dat er niet om titels wordt gestreden. Het belangrijkste gevecht van de avond is namelijk die om de gordel in het middengewicht. Titelhouder Artem Levin gaat voor het eerst zijn titel verdedigen. Die pakte hij door elf maanden geleden in Los Angeles, niet ver van San Diego, Joe Schilling te verslaan. Levin staat in zijn carrière al op vijftig winstpartijen en zijn honger lijkt nog lang niet gestild.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit interviews in de aanloop naar dit titelgevecht. Levin liet aan iedereen die het maar horen wilde dat tegenstander Simon Marcus misschien niet geschikt is voor de Glory World Series. Marcus is vooral bedreven in Muay Thai en komt beter tot zijn recht in MMA dan in kickboksen waar het gebruik van ellebogen verboden is. Het is opvallend dat de enige keer dat Marcus verloor in zijn Glory-loopbaan, bij zijn debuut, tegen Joe Schilling was. Juist de man die door Levin werd afgebroken toen het om de titel ging. Marcus revancheerde zich goed door tijdens Glory 20 in Dubai Jason Wilnis en Wayne Barrett tijdens het viermanscontendertoenooi te verslaan.

Heavyweight tournament



Het organiseren van viermanstoernooien die moeten bepalen wie de kampioen mag uitdagen is gemeengoed in het Glory landschap. De winnaar van een dergelijk toernooi mag één of twee evenementen later de kampioen in zijn betreffende klasse uitdagen met als inzet de gordel. Vanaf Glory 21 San Diego doet de organisatie er echter een schepje bovenop. Vanavond gaan vier man uitmaken wie de vierde plek in het viermanstoernooi mag innemen (snap je het nog?). Zie het als de eerste voorronde van het Champions Leaguetoernooi in het Europese voetbal.

De vier die in de ring komen, drie Amerikanen en een Brit, zijn alle vier nog ongeslagen in hun kickbokscarrière. De grootste naam is die van Maurice Jackson die alle 31 partijen die hij bokste won. Voor Jackson, die eerder ook in K-1 en Bellator uitkwam, is dit misschien wel de laatste kans op wereldfaam. Hij mag dan nog nooit verloren hebben, hij is wel al 34 jaar oud. Zijn tegenstander is Xavier Vigney. Vigney is in Nederland vooral bekend van de slachtpartij die hij in 2012 onderging tegen legende Zabit Samedov. Sindsdien verloor Vigney echter niet meer. Bij zijn twee eerdere optredens tijdens Glory-evenementen, op Glory 10 en Glory 19 was juist hij de sloper van dienst. Bij de bookmakers is Vigney licht favoriet en gezien zijn leeftijd en vorm is dat niet zo vreemd.

Het ander duel brengt de enige niet-Amerikaan in dit toernooi in de ring. 'Chopper' Lewis-Parry zagen we tijdens het vorige Glory evenement in Dubai nog debuteren met de snelste KO ooit tijdens een Glory-gevecht. Het leverde hem direct een kans op om snel te klimmen in de ranken van het zwaargewicht. Dat geldt echter ook voor zijn tegenstander Demoreo Dennis. Dennis vervangt Everett Sims die geblesseerd moest afhaken. Dennis vocht dit jaar één wedstrijd en verloor, hij maakt zijn debuut tijdens een Glory-event.

donderdag 7 mei 2015

De ultieme who´s who guide voor de Giro d´Italia 2015

Het voorjaar vol klassiekers is voorbij, vanaf nu gaan we ons richten op klassementen. Te beginnen met de Ronde van Italië. Om het volgen van de Giro d'Italia iets makkelijker te maken voor de Sportpreviewlezer hebben wij wat orde in de chaos die een grote wielerronde is is proberen te scheppen. Dit is de ultieme gids die jou de wedstrijd vanaf nu met gemak laat volgen.

Zowel de leider in de World Tour, de Italiaanse winnaar van de Tour de France als de titelverdediger mogen er dan niet bij zijn, er is nog altijd voldoende animo in het profpeloton om naar Italië te komen om drie weken lang de strijd aan te gaan met gelijken. Of het nu gaat om dagzeges of klassementen, de Giro d'Italia 2015 zal een dagelijks gevecht worden.

Roze trui



De Giro d'Italia van 2014 kende een relatief zwak deelnemersveld. De Ronde werd vooral door ploegen gebruikt om hun nieuwste aanwinsten een kans te geven zich te ontwikkelen. Het was daarom niet verwonderlijk dat de jongeling die het verst in die ontwikkeling is, Nairo Quintana, met de hoofdprijs aan de haal ging. Diezelfde Quintana is dit jaar niet in Italië om zijn prijs te verdedigen. Men is daarom geneigd om te denken dat de wel aanwezige nummers twee en drie van 2014: Rigoberto Uran en Fabio Aru dit jaar gaan uitmaken wie de Maglia Rosa mag opeisen.

Dat Uran en Aru zullen vechten om de eindwinst is zeker realistisch. Er zijn echter wel enkele uitdagers van formaat waarmee afgerekend dient te worden. De belangrijkste is zonder twijfel Alberto Contador. 'El Pistolero' won de ronde in al eens in 2008 en de titel van 2011 werd hem, terecht of niet, ontnomen na een vermeend dopingschandaal. Contador is bovendien één van de slechts zes renners die alle drie de grote rondes tenminste eenmaal won, omdat hij twee titels kwijtraakte is hij echter wel teruggezet naar plek zes op de eeuwige ranglijst.

Een andere belangrijke uitdager is Richie Porte. De Australiër fungeerde de afgelopen jaren als meesterknecht voor Bradley Wiggins en Chris Froome bij Team Sky. Die rol was binnen de Engelse formatie zo belangrijk dat hij vorig seizoen zelfs op het laatste moment werd teruggetrokken voor de Giro, waar hij voor het eerst voor eigen kans mocht gaan. In de Giro d'Italia 2015 komt het er alsnog van.

Outsiders



Gevaarlijke outsiders achter dit viertal zijn de Italiaan Domenico Pozzovivo, die vorig jaar plek vijf opeiste, en de Colombiaan Carlos Betancur van AG2R. Een ander duo outsiders is van een hele andere orde Ryder Hesjedal en Damiano Cunego schreven ooit al eens de Ronde op hun naam. Op het eerste gezicht lijkt niets erop te wijzen dat zij dat kunststukje dit jaar herhalen. Het opvallende is dat zowel Cunego in 2014 als Hesjedal in 2012 eveneens vanuit die positie kwamen, vooraf werden beide renners op geen enkel lijstje genoemd.

Een belangrijke naam om toch ook even te noemen is die van de Katusha-troef Ilnur Zakarin. Uit het betrekkelijke niets won deze Rus vorige week de Ronde van Romandië. Dit kwam hem echter direct op allerlei verdenkingen te staan vanwege een dopingschandaal in zijn jeugdjaren. Zakarin zelf maakt zich echter geen zorgen, de oorzaak voor zijn sprong naar de top zit hem in de tien kilo die hij is afgevallen, zo meent hij.

Nederlanders in de Giro d'Italia 2015



Vorig seizoen eindigde Wilco Kelderman op de zevende plaats. Zoals de beste renner van vorig jaar dit jaar verstek laat gaan, zo is ook de beste Nederlander er niet bij. Toch heeft Team LottoNL-Jumbo een aardige troef in handen. De ploeg start met Steven Kruijswijk als kopman. Kruijswijk legde in 2011 beslag op de achtste plek in het eindklassement, hoewel hij eigenlijk als negende was gefinisht. De Nederlandse ploeg neemt naast Kruijswijk zes landgenoten mee. Van hen zijn Moreno Hofland en Nick van der Lijke de meeste interessante namen. Hofland maakt grote kans op dagsucces terwijl Van der Lijke de traditie van Nederlandse jongeren die direct hoge ogen gooien kan voortzetten.

Bij de andere ploegen zien we betrekkelijk weinig Nederlanders. Boy van Poppel mag zich van zijn beste kant laten zien voor Trek Factory Racing, een ploeg die is ingericht op dagsucces. Tom Stamsnijder neemt bij Giant-Alpecin de plek in van de geblesseerde Tom Veelers en is bij de voormalige Nederlandse ploeg de enige startende landgenoot. Zoals Tom-Jelte Slagter dat is bij Team Cannondale-Garmin is terwijl Stef Clement de rol van wegkapitein op zich neemt bij het Zwitserse IAM Cycling.

Tot slot is er de laatste Nederlandse Roze Truidrager en etappewinnaar in de Giro d'Italia: Pieter Weening bij Orica-GreenEdge. De man uit Harkema pakte een dagzege en de trui in 2011 terwijl hij zich vorig jaar de beste mocht kronen in de bergetappe naar Sestola. Weening zal vroeg in de ronde werk moeten verzetten voor Michael Matthews en Simon Gerrans maar mag later mogelijk ook zelf eens een dag uitkiezen.

Vreemde eenden



Tot slot volgt een kleine opsomming van namen die genoemd moeten worden zonder dat zij direct een rol in het klassement zullen spelen of een Nederlandse vlag achter hun naam hebben staan in de uitslag. Zo gaat Tom Boonen in zijn nadagen dan toch nog debuteren in de Giro. Mocht Boonen het voor elkaar krijgen een dagzege te pakken dan voegt hij zich bij de club groten der aarde die in alle drie de drieweekse rondes een etappe wisten te winnen.

Team Sky zet Leopold König en Mikel Nieve in ter ondersteuning van Porte. Beide renners zijn echter zelf ruimschoots in staat een plek in de top tien te veroveren. Mocht Porte al vroeg pech tegenkomen dan zijn deze mannen het meer dan waard om in de gaten gehouden te worden. Hetzelfde kan gezegd worden over Roman Kreuziger en Ivan Basso bij Tinkoff-Saxo, de mannen die Contador moeten steunen. Basso won de Giro zelf al tweemaal in zijn carrière. Tot slot is er nog de Fransman Kenny Elissonde, een man die tot grootse daden in staat wordt geacht. Bij FDJ bracht men de afgelopen jaren Arnold Jeanneson en Thibaut Pinot voor en Elissonde wordt in één adem met deze toppers genoemd.