maandag 21 juli 2014

De zes grootste bergkoningen van de Tour de France

Aan de vooravond van het Pyreneeëndrieluik is één ding duidelijk, het ontbreekt de Tour de France dit jaar aan een echte specifieke klimmer. Leider Vincenzo Nibali heeft zijn voorsprong dan wel bijna in zijn geheel in het gebergte opgebouwd, toch oogt hij niet als het type klimgeit. Een blik op zes legendarische klimmers uit het verleden.

6.Marco Pantani



De laatste specifieke klimmer die de Tour de France won, Andy Schleck niet meegerekend, luisterde naar de naam Marco Pantani. In 1998 won binnen twee maanden tijd zowel de Giro d'Italia als de Tour de France in de bergen. Pantani was in het tijdrijderstijdperk de enige die podiumplekken in de grote rondes wist te verzamelen door in de bergen de aanval te kiezen. Zo won hij tweemaal op Alpe d'Huez, op Mont Ventoux en op Les Deux Alpes. Zijn beklimming van Alpe d-Huez in 1995 ging in de recordtijd van 37'38. In februari van dit jaar was het tien jaar geleden dat Pantani overleed het Belgische "Het Nieuwsblad" wijdde daar deze top vijf klimoverwinningen van 'Il Pirata' aan. Aan Pantani blijft altijd één nadeel kleven, hij kreeg in zijn tijd hulp van de 'raketbrandstof voor wielrenners' EPO.

5.Julio Jimenez



Jimenez was niet zomaar een klimmer. In de bergen was de Spanjaard keer op keer tot meer in staat dan ieder ander. Zo won hij in zes jaar tijd maar liefst twaalf bergetappes in de grote rondes, waaronder vijf in de Tour de France. Ook won hij driemaal de bolletjestrui. Sinds zijn triple van 1965, '66 en '67 deden slechts twee renners hem dit na. In 1964 won Jimenez de inmiddels klassieke Touretappe naar Andorra, in 1965 naar Aix-le-Bains en in 1966 die naar Briancon. In 1967 brachten zijn klimmerscapaciteiten naar de tweede plek van het eindklassement.

4. Octave Lapize



Octave Lapize werd vooral beroemd omdat hij de leiding van de Tour de France uitschold voor 'een stelletje huurmoordenaars' bij het zien van de hoge top van Tourmalet. De Tourmalet werd in de Tour van 1910 voor het eerst bedwongen. Het is des te opvallender dat de allereerste renner ooit bovenop Tourmalet luisterde naar de naam... Octave Lapize. In een etappe die naast Tourmalet nog zes andere cols herbergde kwam Lapize als eerste over de finish, daarmee de basis leggend voor zijn eerste en enige tourzege. Hoewel Lapize zijn verdere carrière vooral dankt aan zeges in het klassieke drieluik Parijs-Roubaix, Parijs-Tours en Parijs-Brussel blijft die ene bergzege de grootste overwinning in de wielerhistorie.

3. Richard Virenque



Afgaande op het aantal overwinningen in het bergklassement is er maar één conclusie mogelijk, Richard Virenque is de allerbeste klimmer die de Franse bergen bedwong in de 111-jarige geschiedenis van de Tour de France. Met zeven bolletjestruien en etappezeges op Mont Ventoux en Luz Ardiden maakt hij ook zeker aanspraak op die titel. Alleen kleeft aan Virenque hetzelfde nadeel als aan Marco Pantani, een groot deel van zijn carrière werd gevoed door EPO. Niet te min stond Virenque op vijf zeges in het bergklassement op het moment van zijn schorsing en trok hij de bolletjestrui nog tweemaal aan op het podium in Parijs na zijn comeback. Waarmee Virenque in ieder geval de beste klimmer in de moderne Tourgeschiedenis.

2. Federico Bahamontes



Bahamontes wordt door velen gezien als de rechtmatige eigenaar van het record van meeste zeges in het bergklassement. Hij won het klassement dan ook zes keer in zijn carrière. Bovendien won hij ook twee bergtruien in de Ronde van Spanje en één in de Ronde van Italië. Bahamontes won in 1959 de Tour de France door zijn concurrenten in een klimtijd rit over de knie te leggen. In 1963 droeg hij de trui van begin tot eind. Bahamontes had in zijn tijd onder andere af te rekenen met klimmers als Charly Gaul, Raymond Poulidor en Julio Jimenez. Bahamontes won zeven bergritten in tien jaar Tour de France. Tussen zijn eerste en zijn laatste zege in het bergklassement zat tien jaar tijd, wat aangeeft hoe lang Bahamontes regeerde bergop. Niemand kwam vaker als eerste boven op het dak van de Tour de France, Tourmalet, vier keer.

1. Lucien van Impe



Van Impe, net als Julio Jimenez, dankt zijn carrière aan Federico Bahamontes. Bahamontes zag in de jonge van Impe het potentieel om hem op te volgen. Dat deed Van Impe dan ook. Net als Bahamontes won hij zes keer het bergklassement. De tijdspanne tussen de eerste en de laatste zege van Van Impe is zelfs nog iets groter dan die van Bahamontes, zijn eerste bergtrui won hij in 1971, zijn laatste in 1983. Als klimmer besteeg Van Impe drie keer het podium in Parijs. Hij won de Tour éénmaal (1976), was een keer tweede en werd drie keer derde. De Tour van 1976, die Van Impe dus won, was het meest op klimmers geïnspireerde Tour de France dat La Grande Boucle ooit gekend heeft. In die Tour reed Van Impe in etappe 14 zo hard bergop dat hij 43 van 95 deelnemers buiten tijd liet binnenkomen, sommigen gaven 42 minuten toe. Van Impe's prestaties zijn des te imponerender als je erbij bedenkt dat hij het moest opnemen tegen Eddy Merckx, Bernard Hinault, Joop Zoetemelk en Raymond Poulidor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten